Metaal

Metaalatomen zitten in de stof netjes gerangschikt in een zogenaamd metaalrooster. Zoals eerder gezegd hebben metalen niet veel elektronen in hun buitenste schil. De paar elektronen die wel in de buitenste schil zitten, worden gedeeld door de metaalatomen. Die elektronen kunnen overspringen van het ene atoom naar het andere atoom. Het delen van deze elektronen zorgt ervoor dat de metaal ionen dichtbij elkaar blijven, de zogenaamde metaalbinding.

 

De overspringende elektronen in het metaalrooster verklaren ook de geleidbaarheid van elektriciteit en het vervormen van metalen. Elektrische stroom is niks anders dan elektronen die bewegen van een negatieve pool positieve pool. Aangezien een metaal losse elektronen heeft, kan het gemakkelijk elektriciteit geleiden.

De vervorming van metaal wordt veroorzaakt door het gemak waarmee de metaalatomen over elkaar heen schuiven. Door de losse elektronen, kan elk metaalatoom gemakkelijk van plek wisselen.

 

Legering

Een mengsel van verschillende metaal-moleculen noemt met een legering. Door het combineren van metaalatomen, worden ook de stofeigenschappen gemixt. Daarnaast zijn door het verschil in atoom-grootte de legeringen steviger dan de zuivere metalen. De atomen kunnen door het verschil in grote, niet gemakkelijk langs elkaar heen schuiven en hierdoor is de legering sterker.

 

Vraag 36. Mengsel van metalen

Wat is op moleculaire niveau het het verschil tussen een mengsel van twee metaalpoeders en een legering van die twee metalen? Leg je antwoord nauwkeurig uit.

 

Vraag 37. Bronstijd

In de bronstijd werden er veel voorwerpen gemaakt van brons, een legering van tin en koper.

a. Geef het aantal elektronen van tin.

b. Geef het aantal elektronen van koper.

 

Legeringen zijn sterker door het verschil in atoom-grootte van de metalen die zijn gebruikt.

c. Verklaar het verschil in grootte tussen de twee atomen van de metalen in brons aan de hand van vraag a en b.

 

Vloeibaar kwik

Vraag 38. Stofeigenschappen metalen

Tabel 8 in de BINAS geeft verschillende stofeigenschappen weer van metalen.

a. Welke stofeigenschappen kende jij nog niet?

 

In vaste vorm trillen de moleculen normaal gesproken nog licht op hun plek.Bij het absolute nulpunt staan in alle stoffen de moleculen geheel stil. Dit is bij 0 Kelvin, of te wel -273,15 graden Clesius. 

De smeltpunten van de metalen worden gegeven in Kelvin. Reken de smeltpunten van de volgende stoffen om van Klevin naar graden Celsius.

b. Goud

c. Lood

d. Kwik

 

Kwik is een bijzonder metaal, het bezit een stofeigenschap wat de rest van de metalen niet heeft. Hierdoor werd kwik gebruikt in thermometer, tot dat het bekend was dat kwik erg giftig was.

e. Wat is unieke stofeigenschap van kwik vergeleken bij andere metalen?