Toetsvraag

 

 

 

Nep goud

 

 

 

Om nep goud te onderscheiden van echt goud kunnen er een aantal experimenten worden uitgevoerd. Wanneer een bepaalde stofeigenschap van goud niet aanwezig is bij het ‘goud’ wat gecontroleerd wordt op echtheid, dan is het nep goud.

1p

 

a

Jij wilt de echtheid van een ‘goud’ voorwerp onderzoeken. Geef de onderzoekvraag van jouw onderzoek.

2p

 

b

Beschrijf een experiment in een stappenplan. Kies hiervoor één stofeigenschap van goud dat jij wilt onderzoek;

- goud is niet magnetisch

- goud reageert niet met zuurstof in water

 

 

 

 

 

 

 

Uit het experiment blijkt dat het voorwerp echt van goud kan zijn gemaakt. Toch ga jij naar een juwelier om het te laten controleren door een expert. De juwelier komt er achter dat het voorwerp gemaakt is van een mengsel van goud en koper.

1p

 

c

Leg uit of de ontdekking van de juwelier een waarneming of een conclusie is.

 

 

 

 

 

 

 

Het mengsel van goud en koper wordt ook wel tumbaga genoemd. Tumbaga werd veel gebruikt in Zuid-Amerika om religieuze voorwerpen te maken. De samenstelling lag niet vast en varieerde hierdoor van mengsels met 97% goud tot mengsels met 97% koper. Soms zat er ook nog zilver in het mengsel verwerkt.

2p

 

d

Bereken de massa van het goud en het koper in gram in een voorwerp van 0,34 kg. Dit voorwerp bestaat 5% uit goud en 300 gram uit koper. De rest van het mengsel bestaat uit zilver.

 

 

 

 

 

 

Dichtheid van Goud

 

 

 

De dichtheid is ook een stofeigenschap dat gebruikt kan worden om te controleren of een voorwerp gemaakt is van zuiver goud. Een massief goudkleurig beeldje heeft een masssa van 65 g en een volume van 5,0 cm3. De dichtheid van goud is 19,3 cm3.

3p

 

 

Ga na of dit beeldje van zuiver houd kan zijn.

 

 

Ingrediënten pindakaas

 

 

 

Hagelslag

 

 

 

Chocoladehagelslag bevat 72 massa% suiker. Op een boterham gaat 23 gram hagelslag.

2p

 

a

Bereken hoeveel gram suiker je binnen krijgt als je één boterham met hagelslag eet.

 

 

 

 

 

 

 

Om de hagelslag te late plakken op het brood, kan boter worden gebruikt. In Europa mag voedsel pas de naam boter hebben als er 80% melkvet in zit. Bij een controle blijkt een stuk boter van 145 gram 115 gram melkvet te zitten.

2p

 

b

Laat met een berekening zien of dit stuk boter de naam ‘boter’ mag dragen.

 

 

 

 

 

 

 

De Amerikaanse ‘peanut butter’ mag niet verkocht worden als pindaboter, maar wel als pindakaas.

1p

 

c

Leg uit waarom het product niet als pindaboter mag worden verkocht.

 

 

 

 

 

 

 

In boter zitten ook de vitamine A, D en E. In 100 gram boter zit 2,32 mg vitamine E, dat is 15% van de dagelijkse behoefte.

2p

 

d

Bereken hoeveel gram vitamine E jij per dag nodig hebt.

1p

 

e

Laat zien hoeveel gram boter jij op een dag zou moeten eten om genoeg vitamine E binnen te krijgen.