Alkanen en alkenen
Wanneer een moleculaire stof voornamenlijk bestaat uit koolstof- en waterstofatomen, worden het ook welk koolwaterstoffen genoemd. Wanneer er geen andere atomen in zitten wordt een koolwatertof een alkaan genoemd. Hieronder staan de simpelse alkanen die bestaan.
De opbouw van molecuulformule een alkaan kan weergegeven in de volgende formule:
CnH2n+2
De letter n geeft het aantal koolstofatomen aan. Bij een molecuul met 4 koolstofatomen zitten dan 2 x 4 + 2 = 10 waterstofatomen. De molecuulformule van een alkaan met 4 koolstof atomen wordt dan C4H10.
Structuurformule
Wanneer een molecuul wordt uitgetekend is goed te zien hoe het molecuul eruit ziet, de atomen zijn aangegeven met hun symbool en de atoombinding is weergegeven met een streepje. Hieronder staan enkele alkanen uitgetekend.
Covalentie
In het periodiek systeem in tabel 99 van de BINAS is goed te zien dat elk atoom van elkaar verschilt in de massa. Dit verschil wordt veroorzaakt door het verschil in het aantal deeltjes in de kern, de protonen en de neutronen. Ook het verschil in aantal elektronen heeft invloed op het verschil tussen de atomen. Het aantal atoombindingen die een atoom aan kan gaan hangt af van het aantal elektronen. Een koolstofatoom kan 4 atoombindingen aangaan en een waterstofatoom maar 1 atoombinding. In de tabel hieronder staan enkele atomen met het aantal atoombindingen die zij kunnen aangaan, ook wel de covalentie genoemd.
Alkenen
Tussen twee atomen kunnen ook twee atoombindingen zitten, een dubbele binding. Een molecuul met een dubbele binding en alleen koolstofatomen en watertofatomen is een alkeen. In een alkeen kan één of meerder dubbele bindingen zitten.