Gevangen brein

Priming & Framing

Priming & Framing

Gegijzeld?

Kijk eerst naar het volgende filmpje:

 

 

Wat ga je doen?

Gedurende twee lessen ga je zelf onderzoeken hoe mensen via de media invloed op je manier van denken proberen uit te oefenen en ook wat je kunt doen om tot een eigen oordeel te komen.

Doel

Na afloop van deze lessen:

- Weet je op welke wijze mensen invloed op je uitoefenen via de media.

- Ken je het verschil tussen priming en framing.

- Weet je dat stijlfiguren en beeldspraak vaak gebruikt worden om een mening over te dragen.

- Kun je stijlfiguren en beeldspraak herkennen in teksten.

- Kun je onderzoek doen om feiten te achterhalen rondom een bepaald vraagstuk.

- Oefen je in samenwerken om een vraagstuk op te lossen.

- Ben je je ervan bewust dat je kritisch moet luisteren en kijken naar teksten om te voorkomen dat je 'willoos slachtoffer' van de media wordt.

Werkwijze

In deze lessenserie vind je opdrachten en achtergrondinformatie. Ook kun je bij opdrachten lezen waar je hulp kunt vinden als dat nodig is.

Veel plezier!

 

Beïnvloedende taal

Voor de volgende twee opdrachten heb je twee lesuren de tijd: deze les en de volgende. De groepsindeling voor de samenwerkingsopdracht hoor je van de docent.

Taalgebruik

Je hebt in het filmpje gezien dat bijvoorbeeld politici bepaalde woorden gebruiken die je mening beïnvloeden. Als Wilders het heeft over een 'tsunami van vluchtelingen' worden vluchtelingen al snel geassocieerd met een ramp als een tusnami.

Opdracht

Lees onderstaande tekst. Vul op het opdrachtblad dat je onder de tekst vindt, de oordeelwoorden/zinsdelen in. Kruis dan aan of je hier te maken hebt met een vorm van beeldspraak of een stijlfiguur.


08 maart 2016, 16:02
ANP
 

DEN HAAG (ANP) - ,,De totale overgave van Europa onder leiding van premier Mark Rutte aan de Turken, die zich nooit aan afspraken houden en alles gekregen hebben wat ze wilden.'' Zo oordeelt PVV-leider Geert Wilders over de principe-deal van de Europese Unie met de Turken over de verwerking van de stroom vluchtelingen.

,,Het is de totale overgave en wat we ervoor terugkrijgen , ik heb nog niets gezien. Rutte heeft zich in het kwadraat laten piepelen'', aldus Wilders, door ,,een totalitair regime, dat ook wel het Noord-Korea aan de Bosporus wordt genoemd.''

CDA-fractievoorzitter Sybrand Buma is eveneens uiterst kritisch over de afspraken met de Turken. Rutte heeft Europa echt in de uitverkoop gedaan, zegt hij: ,,Turkije kan eisen wat het wil en krijgt het vervolgens ook.''

Syrische vluchtelingen

Buma wijst op de afspraken tussen de EU en Turkije van november. Turkije zou de boten met vluchtelingen richting Griekenland gaan tegenhouden in ruil voor 3 miljard euro. ,,Maar Turkije heeft de bootjes doorgewuifd, maandenlang'', aldus Buma. ,,En nu zeggen de Turken: We willen alsnog doen wat we in november beloofden, maar we willen 3 miljard euro extra, nog eerder visumvrijheid en we willen nog beter zicht op toetreding tot de Europese Unie. Dan lever je je over aan Turkije.''

Na de top van maandag willen de Turken migranten die illegaal naar Europa komen terugnemen, als EU-landen erkende Syrische vluchtelingen uit Turkse vluchtelingenkampen opnemen. Verder zou de EU niet 3 maar 6 miljard euro beschikbaar moeten stellen voor de vluchtelingenkampen in Turkije. Ook wil Turkije dat het proces om Turken visumvrij naar Europa te laten reizen en de onderhandelingen over toetreding tot de EU worden versneld.


 

Klik hier voor de opdracht: https://drive.google.com/open?id=0B3JOdcoNzifiTm1udVJRWm54aE0.

De uitwerking van je opdracht plaats je hier: https://padlet.com/anjajmschoots/invloed

 
Hulp nodig?

Weet je niet meer wat een metafoor, hyperbool en dergelijke is? Kijk dan onder het kopje 'theorie' voor een uitleg.

 

Eigen onderzoek

Je hebt gezien dat er door boodschappen in de media voortdurend invloed uitgeoefend wordt op wat je denkt. Natuurlijk ben je geen willoos slachtoffer, je kunt ook je eigen oordeel vormen. Daar heb je dan wel informatie voor nodig.

Een oordeel vorm je je op basis van feiten. Om feiten van meningen te onderscheiden moet je vaak wat meer onderzoek doen door bijvoorbeeld verschillende bronnen te raadplegen.

Opdracht

Op 6 april was er een referendum over het handelsverdrag met Oekraïne. Nederland mocht JA of NEE stemmen. De overheid wilde graag dat er JA zou worden gestemd. Veel nieuwsuitzendingen gaven zendtijd aan bijvoorbeeld Rutte, die ons uitlegde waarom we JA zouden moeten stemmen.

Met deze opdracht ga je op onderzoek uit: welke argumenten voor of tegen kun je vinden? Zijn de argumenten betrouwbaar? Waar kijk je dan naar om dat te beoordelen?

Wat is uiteindelijk het resultaat van het referendum? Wat doet de overheid met deze uitslag?

Een hoop vragen waarop jullie het antwoord gaan zoeken. Belangrijk is om vooral in kaart te brengen hoe de media worden gebruikt, zowel door voorstanders als tegenstanders om het gedrag van de stemmer te beïnvloeden.

Werkwijze

Dit is een samenwerkingsopdracht. Elk teamlid heeft een eigen taak in deze opdracht. Door alle informatie bij elkaar te brengen, kunnen jullie uiteindelijk de gestelde vragen beantwoorden. Je vindt de opdrachten via onderstaande link.

https://drive.google.com/open?id=0B3JOdcoNzifibl9hRTdGMjd5Ums

Van je antwoorden maak je een Prezi:

Hulp nodig?

Als je moeite hebt informatie te vinden, kun je op de volgende pagina enkele links vinden. Voor andere vragen kun je bij de docent terecht.

Hulp bij het onderzoek

De theorie

Je hebt nu zelf onderzoek gedaan naar de wijze waarop je denken wordt beïnvloed via de media.

In dit blok worden de theoretische begrippen nader uitgelegd.

Priming & Framing

Als iets veel aandacht in de media krijgt, denken we al snel dat dat onderwerp door veel mensen heel belangrijk gevonden wordt. We gaan er dan bijna vanzelf ook over nadenken en proberen ons een mening te vormen. Omdat iets veel op TV is, gaan mensen er ook vaker over praten. Het wordt dus vanzelf een belangrijk onderwerp voor veel mensen.

De manier waarop er over onderwerpen wordt gesproken, beïnvloed hoe we over dat onderwerp denken. Als we denken dat veel mensen een bepaalde mening hebben, zijn we geneigd die mening over te nemen. Maar weinig mensen durven in een gezelschap van voorstanders te zeggen dat zij eigenlijk tegen zijn.

Er zijn twee begrippen die hierbij van belang zijn: priming en framing. Deze worden hieronder uitgelegd met een voorbeeld.

Priming

Een boodschap wordt zo verteld dat je eigenlijk meteen al 'meekrijgt' wat belangrijk is om over na te denken. Zo is er veel aandacht geweest voor de journaliste Ebru Umar. Opeens vonden veel mensen in Nederland het belangrijk om na te denken over de vrijheid van meningsuiting in Turkije. Daarvoor dacht bijna niemand hierover na. Impliciet wordt ook meteen meegegeven dat vrijheid van meningsuiting heel goed en noodzakelijk is.

Framing

Met framing wordt bedoeld dat journalisten al een keuze maken in wat ze willen vertellen in de media. Ook bepalen ze welke belangrijkheid ze het nieuws meegeven. Bepaalde afbeeldingen worden bewust gekozen en ook de koppen van krantenartikelen beïnvloeden al de houding waarmee je luistert of leest.

'Buren dwarsbomen bouw droomhuis': zonder dat je de tekst hebt gelezen krijg je al het gevoel dat degene die een huis wil bouwen, benadeeld wordt. Je gaat al lezen vanuit een gevoel van medelijden met die bouwers die benadeeld worden door hun buren.

 

Stijlfiguren en beeldspraak

Krachtige woorden

Om invloed uit te oefenen op ons denken, wordt veel gebruik gemaakt van krachtige, beeldende woorden. Die blijven het beste hangen in ons geheugen en roepen associaties op met al bestaande kennisnetwerken in ons brein. Stijlfiguren en beeldspraak zijn hiervoor populaire hulpmiddelen. Hieronder vind je de theorie nog een keer uitgelegd.

 

Stijlfiguren

Tautologie
Bij een tautologie wordt iets twee keer, met verschillende woorden gezegd: De kinderen waren aan het schreeuwen en gillen. De woorden schreeuwen en gillen vormen een tautologie. Het zijn twee woorden van dezelfde woordsoort.

Pleonasme
Bij een pleonasme wordt een betekenis die het hoofdwoord al in zich heeft, versterkt door een overbodig bijvoeglijk naamwoord. De natte regen doorweekte onze kleren. Regen is altijd nat, dus dat hoeft er niet bij. Deze twee woorden zijn niet van dezelfde woordsoort (het is een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord).

Hyperbool (overdrijving)
Hyperbool is een overdrijving: Ik heb bij de bushalte een eeuw staan wachten.

Enumeratie (opsomming)
Bij een enumeratie wordt een aantal gelijkwaardige zaken opgesomd: Ik houd van veel sporten: voetbal, tennis, volleybal en rugby.

Antithese (tegenstelling)
Op de Noordpool is het ijskoud maar op de evenaar bloedheet.

Eufemisme (verzachtende manier van uitdrukken)
Meestal doe je dat om iemand niet te kwetsen:
Haar hond is vorige week heengegaan (=doodgegaan).

Understatement (kleiner maken dan het echt is)
Bij een understatement zeg je iets in voorzichtige bewoording maar het is duidelijk dat dit grappig bedoeld is of juist om aan te geven hoe erg iets is.

Zoals die man wiens auto in de gracht was verdwenen die opmerkte: Lastig, hoe kom ik nou thuis?

Ironie, sarcasme, cynisme
Ironie is vriendelijke spot. In principe wordt het tegenovergestelde gezegd van wat er bedoeld wordt. Bij sarcasme is hetzelfde het geval, maar nu is het veel harder. Cynisme is nog harder dan sarcasme. Het is vaak van de situatie, soms ook van de persoon, afhankelijk of iets ironisch, sarcastisch of cynisch is.
Moeder over haar zoontje van twee jaar oud: Onze Harry is een echt boefje. (=ironie)
Leraar tegen leerling die net een 3 heeft teruggekregen voor een proefwerk: Jij hebt zeker erg je best gedaan, toen je dit proefwerk moest leren (=sarcasme).
Krijgsgevangene: De bewakers waren best aardig, ze sloegen niet elke dag (=cynisme).

 

Beeldspraak

Vergelijking
Een object wordt vergeleken met een beeld. Beide staan in de zin. Vaak staat er het woordje 'als' tussen. Hij is zo sterk als een beer.

Metafoor
Het beeld wordt genoemd in plaats van het object. Uit de context moet duidelijk worden wie/wat er met het beeld wordt bedoeld.

Die kwal kan ik niet uitstaan!

Personificatie
Een ding of dier krijgt menselijke eigenschappen.
De wind huilt.

Metonymia
Net als bij de metafoor wordt bij de metonymia wel het beeld maar niet het bedoelde genoemd. Groot verschil is, dat er géén overeenkomst is tussen het beeld en het beoelde. Er is wel een zekere relatie. Er zijn veel relaties mogelijk, maar de volgende drie komen het meeste voor:

- pars pro toto
Er wordt een deel genoemd, terwijl het geheel bedoeld wordt:
'Ik heb de ijzers ondergebonden.' (met ijzers wordt de schaats bedoeld).

- totem pro parte
Er wordt een geheel genoemd, terwijl slechts een deel bedoeld wordt:
Die Rembrandt is prachtig geschilderd. Met Rembrandt wordt het schilderij van Rembrandt bedoeld.

- metonymisch gebruikt adjectief
Er wordt een adjectief (bijvoeglijk naamwoord) gebruikt dat niet in verband staat met het zelfstandig naamwoord waar het voor staat, maar meestal iets meedeelt over een levend wezen dat ermee in verband gebracht kan worden:
Een luie stoel

 

 

 

 

 

Slot

Je hebt geleerd dat je dagelijks beïnvloed wordt door media. Je weet nu dat 'primig' inhoudt dat de boodschap zo wordt verteld dat je daardoor al in een bepaalde 'denkstand' wordt gezet. Doordat er veel aandacht aan een onderwerp wordt besteed, wordt ook bepaald hoe belangrijk dat onderwerp gevonden wordt. Afbeeldingen en taal worden bewust gekozen om te zorgen hoe je over iets nadenkt. Dat heeft 'framing'.

Je hebt ook geleerd hoe je zelf achter de feiten kunt komen, zodat je je eigen oordeel kunt vormen.

Daarnaast heb je geoefend in het samenwerken, waarbij ieder een eigen expertrol had en jullie gemeenschappelijk de eindpresentatie hebben gemaakt.

Tot slot heb je de theorie over beeldspraak en stijlfiguren herhaald en gezien hoe deze gebruikt worden bij 'framing'.

 

  • Het arrangement Priming & Framing is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Anja Schoots Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-07-15 13:15:04
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Informatie over de invloed van media op ons denken
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    media taal priming framing
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.