Nask klas 2

Nask klas 2

Inleiding

Afspraken bij NaSk

Werkafspraken nask  (hetzelfde als bij wiskunde)

*  Zorg ervoor altijd je boek en werkschrift bij je te hebben!

*  Neem altijd materialen, zoals een geodriehoek,  potlood HB, gum, kleurpotloden, plakstift, schaar, rode pen, goede rekenmachine, e.d. mee.

*  Het werk moet gemaakt worden op ruitjespapier A4 ( 1 cm2 )Een A4 schrift heeft de voorkeur boven een multomap 23-rings.

*  Het werk moet altijd netjes en zorgvuldig worden gemaakt. Een docent kan je slordig werk laten overmaken!

*  Begin ieder hoofdstuk op een nieuwe bladzijde, met vermelding van de titel. Elke dagtaak begin je met een datumvermelding voor de kantlijn.

*  Tekeningen worden gemaakt met potlood en liniaal of geodriehoek. Bijschrift ook met potlood.

*  Tekstvragen beantwoorden in een goede Nederlandse zin.

*  Tussen de opdrachten en/of vragen telkens een regel openlaten.

*  BEREKENINGEN VOLLEDIG UITGEWERKT opschrijven.

*  Maak een kantlijn op 2 cm van de linkerkant van het papier (hiervoor schrijf je dan het opgavenummer).

*  Nakijken met een rode pen.

*  Geen tippex of blanco roller gebruiken.

*  Bij lesuitval spullen meebrengen en werken volgens de takenwijzer.

afspraken bij het practicum

Veiligheidsregels in het practicum lokaal

1. Bril op als met vloeistoffen en / of branders wordt gewerkt

2. Haar in een staart (elastiek) als met branders wordt gewerkt

3. Geen loshangende voorwerpen, zoals kleding, kettingen en mp3/4-spelers, telefoon.

4. Niet rennen in het practicumlokaal

5. Niet door het (practicum) lokaal schreeuwen

6. Alleen practicum materialen die nodig zijn voor de proef, alle andere materialen laat je liggen

 

 

 

 

 

!!  Volg altijd de instructies op van docent of TOA

!!  Docent en TOA  zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van IEDEREEN in het practicum lokaal

 

2 Stoffen (werken met stoffen)

2.1 leerdoelen

Leerdoelen 2.1: stoffen in huis

Aan het eind van 2.1:

  • weet je wat bedoeld wordt met stofeigenschappen.
  • kun je 6 verschillende stofeigenschappen noemen.
  • weet je hoe je bij natuur- en scheikunde moet ruiken aan een stof.
  • herken je de eigenschappen van een stof aan het pictogram.
  • ken je 6 gevarensymbolen en hun betekenis.
  • kun je stoffen in de juiste categorie plaatsen: voedingsmiddel, reinigingsmiddel, brandstof of medicijn.

 

2.1 opdrachten

  1. Lees blz. 14,15 en 16  of kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk het filmpje.
  2. Maak vervolgens de opdrachten 1,3,4,7,8 en 9.
  3. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed of maximaal één fout? ga dan door naar paragraaf 2.
    • Heb je meerdere fouten?Maak dan de opdracht 2,5,6,10 en 11

2.1 practicum

Practicum proef 1

Stoffen ordenen:

Neem de tabel over van proef 1(blz 36) en vul deze in.

Beantwoord de vragen van blz 36.

Paragraaf 2 Leerdoelen

leerdoelen paragraaf 2: zuivere stoffen en mengsels

Aan het eind van de paragraaf weet je:

Het verschil tussen een mengsel en een zuivere stof.

Kun je voorbeelden geven van zuivere stoffen.

Kun je voorbeelden geven van een mengsel.

Weet je wat een oplossing is.

Weet je wat een opgeloste stof is.

Weet je wat een suspensie is.

Weet je hoe een suspensie te scheiden is.

Weet je wat extraheren is.

Weet je wat filtreren is.

Weet je het verschil tussen een filtraat en een residu is.

Weet je welke scheidingsmethoden gebruikt worden bij het zetten van een kopje thee.

 

paragraaf 2 Opdrachten

  1. Lees blz. 19,20,en 21  of kijk mee naar de uitleg van de docent of kijk naar het filmpje.
  2. Maak vervolgens de opdrachten 12,14,16,18 en 19
  3. Kijk de opgaven na.
    • Heb je alles goed of maximaal één fout?ga dan door naar paragraaf 3
    • Heb je meerdere fouten?Maak dan de opdracht 13,15,17,20 en 21

paragraaf 2 Practicum

Practicum paragraaf 2:

1. neem proef 2 (blz 37) voor je en lees de proef goed door.

2. Voer de proef in 2-tallen uit.

3. Beantwoord de vragen in je schrift.

4. Ruim de spullen netjes op.

 

 

Practicum paragraaf 2

1. Neem proef 3 (blz 38) voor jeen lees de proef goed door.

2. Wacht op de instructie van je docent! (denk aan de veiligheidsregels: haren vast en bril op!)

3. Voer de proef uit en noteer je waarnemingen in je schrift.

4. Ruim de spullen weer op.

 

Paragraaf 3 Leerdoelen

Leerdoelen paragraaf 3 Massa en Volume

Wat bedoeld wordt met massa.

Weet je in welke eenheid de massa uitgedrukt wordt.

Weet je wat met het volume bedoeld wordt.

Weet je hoe je het volume bepaald.

Weet je dat 1 L gelijk is aan 1000 mL.

Weet je dat 1dm3 gelijk is aan 1 L

Weet je dat het volume gelijk is aan lengte x breedte x hoogte (lxbxh)

Weet je hoe je het volume van een onregelmatig voorwerp bepaald.

paragraaf 3 Opdrachten

 

Lees paragraaf 3 goed door of luister naar je docent of kijk naar bijgevoegde filmpjes.
Lees blz 24,25,26 goed door.  
Maak de vragen 22, 24,27,28,29,33, en kijk deze na met een rode pen. 
- Heb je 1 fout, kijk dan naar bovenstaand filmpje. 
- Heb je meerdere fouten? lees dan de tekst nogmaals door of bekijk de filmpjes over massa en volume. 
- maak dan de vragen: 23, 25, 26 30, 31 en 32
 
Vindt je het omrekenen nog lastig? Ga dan naar de extra oefening: Volume berekeningen
 
 
 
 

 

paragraaf 3 Practicum

Practicum paragraaf 3:

 

Proef 5: het bepalen van volume en massa

1. Neem proef 5 voor je en lees de tekst door. (blz 40)

2. Luister naar de instructie van je docent.

3. Neem de tabel over in je schrift.

4. Voer de proef uit in 2-tallen.

5. Beantwoordt de vragen.

6. Ruim de spullen netjes op.

 

Proef 6: Werken met de onderdompelmethode

 

1. Neem proef 6 voor je en lees de tekst door. (blz 40)

2. Luister naar de instructie van je docent.

3. Voer de proef uit in 2-tallen.

4. Beantwoordt de vragen.

5. Ruim de spullen netjes op.

Paragraaf 4 Leerdoelen

leerdoelen paragraaf 4: Dichtheid

 

Kun je uitleggen waarom een blokje van 1 cm3 lood zwaarder is dan 1 cm3 aluminium

Kun je uitleggen wat de dichtheid is.

Kun je de dichtheid uitrekenen wanneer je de massa en het volume weet.

Kun je het volume uitrekenen wanneer je de massa  en de dichtheid weet

Kun je de massa uitrekenen wanneer je het volume en de dichtheid weet.

Kun je van een onbekend voorwerp bepalen van welke stof het voorwerp gemaakt is.

Kun je een mengsel van verschillende vloeistoffen maken die uit verschillende lagen bestaat.

Kun je een laagjes cocktail uitleggen.

paragraaf 4 opdrachten

  1. Lees blz. 30,31en 32 door  of kijk mee naar de uitleg van de docent of bekijk onderstaande filmpje.
  2. Maak vervolgens de opdrachten 36,38,39,41,43,46
  3. Kijk de opgaven na met een rode pen en verbeter de antwoorden. 
    • Heb je alles goed of maximaal één fout? ga dan naar test jezelf.
    •  

      heb je meerdere fouten? Maak dan vraag 37,40, 42,44 en 45
      Heb je er nog moeite mee, ga dan naar bijgevoegd oefenblad. 

Practicum paragraaf 4

Proef 7: de dichtheid bepalen

1. Neem proef 7 voor je en lees de tekst door. (blz 41)

2. Luister naar de instructie van je docent.

3. Neem de tabel 5 over in je schrift.

3. Voer de proef uit in 2-tallen.

4. Beantwoordt de vragen.

5. Ruim de spullen netjes op.

 

Test: diagnostische toets hfst 2

Start

verdieping hfst 2

Hfst 3 Water

Paragraaf 1 leerdoelen

Aan het eind van de paragraaf::

weet je dat water op drie manieren voor kan komen.

Weet je wat bedoeld wordt met een kristal structuur.

Kun je aangeven waarom een buiten waterleiding afgesloten moet worden in de winteruKun je de verschillende fasen van water uitleggen met voorbeelden.

Kun je de 6 verschillende soorten neerslag noemen.

Kun je aangeven in welke fase deze verschillende soorten voorkomen.

paragraaf 1 opdrachten

Lees blz 52,53 door of luister na de uitleg van je docent of bekijk het filmpje

Maak de vragen 1,3,4,7,9 en 10. 

Kijk de vragen na met een rode pen: 

Heb je éen fout? ga dan door naar paragraaf 2

Heb je meerdere fouten? Maak dan vraag 2,5,6,8 en 11 en kijk deze na. 

 

paragraaf 1 practicum

paragraaf 2 leerdoelen

Aan het eind van deze paragraaf kun je:

Uitleggen wat een vloeistof thermometer is

Kun je aangeven wat met een stijgbuis en een reservoir bedoeld wordt.uKun je uitleggen hoe een thermometer geijkt moet worden.

Weet je dat het nulpunt van Celsius overeenkomt met smeltend ijs

Weet je dat het kookpunt van water 100 C is.

Kun je aangeven wat een koortsthermometer is.

Kun je uitleggen wat het verschil tussen een koortsthermometer en een gewone thermometer is.

Kun je het verschil aangeven tussen een elektronische en een gewone koortsthermometer is.

paragraaf 2 opdrachten

Lees blz 57 en 58 goed door of luister naar de uitleg van je docent. 

Maak vraag 13,14,16,17,18,19, 23

Kijk de vragen na met een rode pen: 

Heb je één fout: kijk dan naar onderstaand filmpje. 

Heb je meerdere fouten: maak dan de vragen 15,20,21,22 en kijk deze vragen na. (Gebruik de uitleg van het filmpje) 

 

paragraaf 2 practicum

Lees proef 1 blz 73 goed door.

Voer de proef uit volgens het boek.

Noteer je waarnemingen  en beantwoordt de vragen

paragraaf 3 Leerdoelen

Aan het eind van de paragraaf kun je:

Aangeven wat met een fase overgang bedoeld wordt.

Kun je uitleggen wat condenseren is en een voorbeeld ervan noemen.

Kun je uitleggen wat rijpen is en er een voorbeeld van geven.

Kun je uitleggen wat bevriezen is en er een voorbeeld van noemen.

Kun je uitleggen wat smelten is en een voorbeeld noemen.

Kun je uitleggen wat vervluchtigen is en een voorbeeld noemen.

Kun je uitleggen wat verdampen is en een voorbeeld noemen

Kun je aangeven bij welke fase overgang energie nodig is.

Kun je aangeven bij welke fase overgang energie vrij komt.

 

paragraaf 3 opdrachten

Lees blz 62,63 en 64 goed door of luister na de uitleg van je docent. 

Maak de vragen 24,26,28,29,30 en 32 

Kijk de vragen na met een rode pen: 

Heb je één fout? Kijk dan naar onderstaand filmpje. 

Heb je meerdere fouten: Maak dan vraag 25,27,31,33 en 34

Kijk de vragen na met een rode pen. 

 

paragraaf 3 practicum

Paragraaf 4 leerdoelen

Aan het eind van de paragraaf kun je:

Precies uitleggen wat er bij het koken van water gebeurt.

Kun je uitleggen waarom er gasbelletjes ontwijken wanneer je water verwarmd.

Kun je metingen van het de temperatuur en de tijd in een nette tabel zetten.

Kun je een nette diagram tekenen van de meetgegevens.

Kun je in het grafiek aangeven wat het kookpunt/ smeltpunt is.

Kun je aangeven waarom er met zout gestrooid wordt in de winter.

Paragraaf 4 opdrachten

Lees blz. 67, 68 en 69 goed door of luister naar je docent. 

Maak de vragen: 35, 36, 38,39,41 en 43 en 44

Kijk de vragen na met een rode pen. 

Heb je één fout: kijk dan naar onderstaand filmpje. 

Heb je meerdere fouten: maak dan vraag 37,40,en 42

Kijk de vragen nogmaals na. 

 

paragraaf 4 practicum

Proef 2: 

Neem blz 74 voor je en lees dit door. 

Neem de tabel over in je schrift. 

voer de proef uit en beantwoordt de vragen. 

Laat je grafiek nakijken door je docent. 

 

Proef 3: 

Lees proef 3 op blz 75 voor je. 

! luister naar de uitleg van je docent! Ethanol is brandbaar!!!!!!

Voer de proef uit en beantwoordt de vragen. 

 

Proef 4: 

Een koud makend mengsel. 

Lees de proef goed door. 

Voer de proef uit

 Noteer je waarnemingen  en beantwoordt de vragen. 

hfst 4 Lucht

4.1 leerdoelen

Aan het eind van de paragraaf weet je:
De samenstelling van lucht
Weet je hoeveel procent van de gassen in de lucht zitten
Kun je de eigenschappen noemen van stikstof, zuurstof en koolstofdioxide
De drie voorwaarden voor verbranding
Kun je aangeven wat met verbrandingsgassen bedoeld wordt.
Weet je hoe water aangetoond wordt
Weet je hoe koolstofdioxide aangetoond wordt.
Weet je wat met de atmosfeer bedoeld wordt
Weet je wat vacuüm betekent.
Kun je uitleggen waarom het hoog in de bergen moeilijker is om adem te halen.
Kun je uitleggen wat met hoogte ziekte bedoeld wordt.

4.1 opdrachten

Lees bladzijde 88 t/m 90 goed door en maak de volgende vragen. 

Of luister naar de uitleg van je docent, of kijk naar onderstaand filmpje: 

Maak nu vraag: 1,2,3,4, 5  en 6 en 9 en kijk de vragen na met een rode pen.

Heb je alles goed, dan ga je naar paragraaf 2. heb je fouten gemaakt, kijk dan nogmaals naar het filmpje en maak vraag 7,8 en 10.

4.1 practicum

voer proef 1"Lucht is niet niks" uit (bladzijde 112) 

 

4.2 leerdoelen

Aan het eind van de paragraaf weet je
Wat met atmosferische druk bedoeld wordt.
Kun je uitleggen waarom de maagdenburger halve bollen aan elkaar blijven zitten.
Weet je wat met tegendruk bedoeld wordt.
Kun je uitleggen waarom je niet in elkaar gedrukt wordt door de luchtlaag
Dat de luchtdruk gemeten wordt met een barometer
Kun je uitleggen hoe de barometer werkt.
Weet je dat luchtdruk gemeten wordt in Pascal (Pa)
Weet je dat 1 hPa gelijk is aan 100 Pa en gelijk is aan 1mbar
Kun je uitleggen wat je kunt doen wanneer je omhoog of omlaag gaat.
t met atmosferische druk bedoeld wordt.
Kun je uitleggen waarom de maagdenburger halve bollen aan elkaar blijven zitten.
Weet je wat met tegendruk bedoeld wordt.
un je uitleggen waarom je niet in elkaar gedrukt wordt door de luchtlaag
Dat de luchtdruk gemeten wordt met een barometer
Kun je uitleggen hoe de barometer werkt.
Weet je dat luchtdruk gemeten wordt in Pascal (Pa)
Weet je dat 1 hPa gelijk is aan 100 Pa en gelijk is aan 1mbar
Kun je uitleggen wat je kunt doen wanneer je omhoog of omlaag gaat.

4.2 opdrachten

Lees bladzijde 93 t/m 96 goed door of luister naar de uitleg van je docent of bekijk onderstaand filmpje: 

Maak de volgende opdrachten: 

11,13,15,16,17,19 en kijk de vragen na met een rode pen. 

Heb je alles goed? dan ga je naar paragraaf 3 heb je fouten dan maak je de vragen; 

12,14,18,20 en 21. (bekijk hiervoor het filmpje)

4.2 practicum

Je docent laat een aantal proeven zien over de luchtdruk. Maak hiervoor goede aantekeningen. 

4.3 leerdoelen

Aan het eind van het hoofdstuk weet je:
Wat met gasdruk bedoeld wordt.
Waarmee je de gasdruk kunt meten
De gemiddelde luchtdruk op zeeniveau 1013 hPa = 1013 mbar is
Dat 1013 mbar ongeveer gelijk aan 1 bar is.
De flessen voor duiken lucht onder druk bevatten (200 bar)
Weet je wat met overdruk bedoeld wordt
Weet je wat met onderdruk bedoeld wordt
Kun je uitleggen wat de wet van Boyle betekent.
Kun je voorbeelden geven van de toepassing van overdruk.

luchtdruk

4.3 opdrachten

4.3 practicum

4.4 leerdoelen

Aan het eind van de paragraaf kun je uitleggen dat
Stilstaande lucht isoleert
Isoleren belangrijk is om geen warmte kwijt te raken
Wat met convectiestroom bedoeld wordt.
Gebruik gemaakt wordt van convectiestromen in huis en in een luchtballon
Aangeven dat stilstaande  lucht een goede warmte isolator is.
Waarom een donsjack lekker warm is.
Een huis geïsoleerd wordt met isolatiematerialen zoals schuim
Sporters na een sportprestatie iets warms aan moeten doen.

isolatie

4.4 opdrachten

4.4 practicum

hfst 5 Elektriciteit

5.1 leerdoelen

Aan het eind van de paragraaf kun je
•Uitleggen wat een stroomkring is
•Kun je uitleggen dat een batterij elektrische energie levert
•Kun je uitleggen waar de verschillende onderdelen van de stroomkring voor dienen.
•Kun je aangeven wat een isolator is en er voorbeelden van noemen.
•Kun je aangeven wat een geleider is en er voorbeelden van noemen.
•Weet je dat een stroommeter hetzelfde is als een ampère meter
•Kun je een stroomkring uitleggen met een waterstroomkring (model)
•Weet je dat 1 A = 1000 mA    en 1 mA = 0,001 A

5.1 opdrachten

5.1 practicum

5.2 leerdoelen

spanningsbronnen

Aan het eind van de paragraaf kun je
•Uitleggen wat een spanningsbron is
•Kun je de spanning meten met een voltmeter (spanningsmeter)
•Kun je het verschil uitleggen tussen spanning en stroom
•kun je uitleggen dat de spanning opgeteld kan worden in een serie schakeling
•Weet je dat de spanning in huis gelijk is aan 230 V
•Kun je een spanningsmeter aflezen

5.2 opdrachten

 

Lees blz 131 t/m 133  door of luister na de uitleg van je docent of bekijk het filmpje

Maak de vragen 12,16,17,19.

Kijk de vragen na met een rode pen:

Heb je één fout? Verbeter deze en kijk de vraag nog een keer goed na.

Heb je meerdere fouten? Maak dan vraag 13,14, 15, 18 en 20 en kijk deze na met een rode pen.

1

 

5.2 practicum

5.3 Leerdoelen

grootheden en eenheden

Weerstand

Aan het eind van de paragraaf
•Weet je wat met een schakeling bedoeld wordt.
•Weet je wat een schakelschema is. 
•Ken je de symbolen om een schakelschema te tekenen.
•Kun je een schakelschema van een serie schakeling maken
•Weet je dat de stroom overal gelijk is in een serie schakeling
•Weet je dat je de spanning optelt in een serieschakeling
•Kun je een schakelschema van een parallel schakeling maken
•Weet je dat de totale stroom in een parallelschakeling opgeteld moet worden.
•Weet je dat de spanning gelijk blijft in een parallelschakeling
•Weet je wat bedoeld wordt met een wisselschakeling
•Weet je een voorbeeld te noemen van de toepassing van een wisselschakeling.

5.3 opdrachten

 

Lees blz 137 t/m 139   door of luister na de uitleg van je docent of bekijk het filmpje

Maak de vragen 24,26, 27,30,32 en 33. 

Kijk de vragen na met een rode pen: 

Heb je één fout? Verbeter deze en kijk de vraag nog een keer goed na.

Heb je meerdere fouten? Maak dan vraag 25,28,29,31en 34 en kijk deze na met een rode pen.

 
Wanneer je het niet goed begrijpt, vraag dan je docent om verder uitleg.
 

 

5.3 practicum

5.4 Leerdoelen

Aan het eind van de paragraaf weet je:
 
•Wat met het vermogen bedoeld wordt.
•Weet je dat het vermogen gemeten wordt in Watt (W), of in kiloWatt (kW)
•Weet je dat het vermogen afhankelijk is van de spanning waarop het apparaat werkt en de stroomsterkte die door het apparaat loopt.
•Kun je de formule Vermogen = Spanning x stroomsterkte toepassen.
•Weet je dat de elektrische energie afhankelijk is van het vermogen van een apparaat en de tijd dat het apparaat aanstaat.
•Kun je uitleggen dat een apparaat duurder is wanneer hij langer aanstaat.
•Kun je uitleggen dat een apparaat met een groot vermogen duurder is.

vermogen en energie

5.4 opdrachten

5.4 practicum

Hfst 6 Bewegen

6.1 leerdoelen

•Aan het eind van de paragraaf
•Weet je wat een stroboscopische foto is
•Kun je een tabel maken van de afstand en de tijd
•Kun je een afstand tijd diagram maken
•Kun je een afstand uit een afstand-tijd diagram aflezen
•Kun je de tijd uit een afstand-tijd diagram aflezen

6.1 opdrachten

beweging vastleggen

6.1 practicum

6.2 leerdoelen

Gemiddelde snelheid berekenen

•Aan het eind van de paragraaf kun je:
•De gemiddelde snelheid uitrekenen in m/s of in km/h
•Kun je de afstand berekenen als je de snelheid en de tijd weet
•Kun je de tijd uitrekenen als je de afstand en de gemiddelde snelheid weet.
•Kun je de snelheid van m/s omrekenen naar km/h en andersom
•Ken je de formule: afstand   =    gemiddelde snelheid x tijd

(s                =                                   v                                       x        t)

6.2 practicum

6.2 opdrachten

6.3 leerdoelen

verschillende soorten bewegingen

afstand tijd diagrammen

versnelling

•Aan het eind van de paragraaf kun je
•Uitleggen wat met een versnelde beweging bedoeld wordt.
•Kun je uit een plaatje herkennen of er sprake van een versnelde beweging is.
•Uitleggen wat met een eenparige beweging bedoeld wordt.
•Kun je uit een plaatje herkennen of er sprake van een eenparige beweging is.
•Uitleggen wat met een vertraagde beweging bedoeld wordt.
•Kun je uit een plaatje herkennen of er sprake van een vertraagde beweging is.
•Kun je een afstand –tijd  maken van een versnelde, vertraagde en eenparige beweging
•Kun je een van een afstand- tijd diagram aflezen of het een vertraagde, versnelde of eenparige beweging is.

6.3 opdrachten

6.3 practicum

6.4 leerdoelen

Aan het eind van de paragraaf kun je:
•Uitleggen wat met de remweg bedoeld wordt.
•Kun je uitleggen dat de remweg afhankelijk is van de beginsnelheid, de massa en de remkracht is. Kun je uitleggen dat de remweg steeds groter wordt wanneer de snelheid groter is.
•Kun je uitleggen dat een grote vrachtwagen minder snel stilstaat dan een kleine personen auto.
•Kun je uitleggen dat de stopafstand afhankelijk is van je reactievermogen en de remweg.
•Ken je de formule: stopafstand  =    reactie-afstand   + remweg
•Kun je uitleggen waarom gladde banden, slechte remmen, slecht zicht gevaarlijk is in het verkeer

remmen

6.4 opdrachten

remmen en botsen (extra)

6.4 practicum

  • Het arrangement Nask klas 2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Ans Boots Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-05-02 14:43:23
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Nask is de afkorting van Natuurkunde en Scheikunde. Jullie krijgen dit jaar een mix van natuurkunde en scheikunde. Daarom heet dit vak in het tweede jaar Nask. Heel veel plezier met dit vak
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Beweging; Energie; Materie; Weer; NaSk; Licht; Scheikunde; Zuiver of gemengd?; Energie in de toekomst; Modellen; Elektriciteit en magnetisme; Geluid; Eigenschappen; Bindingen; Ruimte; Vormen van energie, energie-omzetting, transport, opwekking, rendement en vermogen; Verbranden en verwarmen; Licht, geluid en straling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    nask klas 2

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/Fr1hg-spyNE
    https://youtu.be/Fr1hg-spyNE
    Video
    https://youtu.be/mcbCCtkB_9c
    https://youtu.be/mcbCCtkB_9c
    Video
    luchtdruk
    https://youtu.be/wLmrk9RXxpk
    Video
    isolatie
    https://youtu.be/Hbiv_-K5txY
    Video
    spanningsbronnen
    https://youtu.be/z70lpNXcq1M
    Video
    grootheden en eenheden
    https://youtu.be/1Ddrrm8Tg18
    Video
    Weerstand
    https://youtu.be/Xg-lF_H_opw
    Video
    vermogen en energie
    https://youtu.be/yMKTc2JJcS8
    Video
    beweging vastleggen
    https://youtu.be/9bGZG7RzHjE
    Video
    Gemiddelde snelheid berekenen
    https://youtu.be/_xNXqAO9LR0
    Video
    verschillende soorten bewegingen
    https://youtu.be/ji8YQ4aPEks
    Video
    afstand tijd diagrammen
    https://youtu.be/d7-2tcwYNWY
    Video
    versnelling
    https://youtu.be/KDUkjddaG6I
    Video
    remmen
    https://youtu.be/hc7LkiifBAg
    Video
    remmen en botsen (extra)
    https://youtu.be/_4DUYzzo_70
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    diagnostische toets hfst 2

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.