4.1 leerdoelen

Aan het eind van de paragraaf weet je:
De samenstelling van lucht
Weet je hoeveel procent van de gassen in de lucht zitten
Kun je de eigenschappen noemen van stikstof, zuurstof en koolstofdioxide
De drie voorwaarden voor verbranding
Kun je aangeven wat met verbrandingsgassen bedoeld wordt.
Weet je hoe water aangetoond wordt
Weet je hoe koolstofdioxide aangetoond wordt.
Weet je wat met de atmosfeer bedoeld wordt
Weet je wat vacuüm betekent.
Kun je uitleggen waarom het hoog in de bergen moeilijker is om adem te halen.
Kun je uitleggen wat met hoogte ziekte bedoeld wordt.