1V PGA-module: Water

1V PGA-module: Water

Voorblad

WATER

PGA-module

1 VWO+

Andreas College

2010

Introductie

Introductie

Denkend aan Holland

zie ik breede rivieren

traag door oneindig

laagland gaan,

 

Zo begint een bekend gedicht over Holland, door Hendrik Marsman. De eerste zin gaat over water!

Echt Nederlands dus blijkbaar...?

Katwijk aan Zee en Katwijk aan de Rijn. Water is duidelijk aanwezig, zelfs in de namen van Katwijk. De zee, de rivier. Er is vast ook nog wel water in je wijk, sloten of vijvers in parkjes en tuinen. Er leeft van alles in, vissen, kikkers en nog veel meer. Dieren drinken er van, maar ook mensen hebben dit water nodig. Slootwater of zeewater ga jij natuurlijk niet drinken. Het water dat jullie thuis gebruiken, komt ergens anders vandaan. Waar? Hoe? Waarom? De antwoorden op deze vragen proberen we de komende module te vinden.

 

De hoofdvraag van ons onderzoek de komende weken luidt:

“Hoe komt schoon drinkwater uit onze kraan?”

 

Wat komt er in je op als je deze hoofdvraag ziet?

Opdrachten

Opdracht 1:  Bedenk eerst zelf zo veel mogelijk verschillende soorten water. Wanneer je jouw lijstje niet langer kan maken, zet je een streep onder je laatste ‘hersenkronkel’.

Na zo'n 5 minuten mag iedereen om-de-beurt één van zijn woorden noemen. Als niemand anders jouw woord heeft op zijn lijstje, dan verdien je een punt. In totaal mag iedereen 5 woorden noemen en kun je dus 5 punten verdienen. Let op: je woord moet echt een andere naam voor water zijn; de docent moet de woorden goed keuren!

 

Opdracht 2:  Terug naar de hoofdvraag "Hoe komt schoon drinkwater uit onze kraan?" Schrijf 5 tot 10 deelvragen op. Vragen die bij jou opkomen, wanneer je over de hoofdvraag nadenkt. Welke kennis of gegevens heb je nodig om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden?

 

Opdracht 3: Wanneer je 5 tot 10 deelvragen hebt opgeschreven, bespreek ze dan met je buurman/vrouw. Kies samen de 5 vragen die je samen het belangrijkste vindt, welke deelvragen moeten we echt gaan uitzoeken?

Wetenschappelijk onderzoek

Wetenschappelijk onderzoek verloopt volgens vaste regels. Wij noemen ze 'stappen'. Dit zijn:

1. Probleemstelling formuleren.

     Wat ga ik onderzoeken? Wat wil ik te weten komen?

2. Voorbereiding van het onderzoek.

     Wat heb ik nodig om deze vragen te  kunnen beantwoorden?

3. Kiezen van een onderzoeksmethode of onderzoekstechniek.

     Hoe ga ik het aanpakken?

4. Uitvoeren van het onderzoek.

5. Verzamelen van de resultaten en conclusies formuleren.

     Wat levert het allemaal op? Wat betekent dat?

6. Vergelijken vvan de onderzoeksresultaten me de hypothese.

     Klopen de resultaten met wat ik verwacht had?

7. Maken van het onderzoeksrapport en het presenteren van de resultaten.

8. Reflecteren op en discussiëren over het onderzoek.

 

Een korte toelichting op de 8 stappen:

Bij stap 1 ga je een onderzoeksvraag met deelvragen formuleren. Daarna stel je een hypothese op. Bij stap 2 verdeel je de taken in je onderzoeksgroepje en ga je o.a. plannen wat je gaat doen en hoeveel tijd je daarvoor nodig denkt te hebben. Bij stap 3 kies je de methode die je nodig hebt voor je onderzoek: observatie, bronnenonderzoek, enquête, interview of experiment.

Stap 4 spreekt voor zichzelf, bij stap 5 verzamel je de gegevens: je resultaten. Je kunt deze getallen of informatie op verschillende manieren verwerken (bijvoorbeeld grafieken maken). Je trekt ook een conclusie uit de resultaten. Bij stap 6 vergelijk je de gegevens/conclusie uit stap 5 met je hypothese (stap 1), je kan dan zeggen of je hypothese juist of, of dat je deze moet verwerpen. Vertellen wat je onderzoek inhoudt doe je in je onderzoeksverslag (stap 7), dat je (eventueel) ook mondeling kan presenteren. Als je kritisch nadenkt over je onderzoek, dan kan je bij stap 8 laten zien wat er misschien niet helemaal goed ging in de vorige 7 stappen, of wat je de volgende keer anders zou doen. 

Deelvragen water

Hoofdvraag:

  • Hoe komt schoon drinkwater uit onze kraan?

 

Deelvragen:

  • Welke verschillende soorten water komen er voor in je omgeving?
  • Wat hebben de verschillende watersoorten met elkaar te maken?    
  • Waarvoor kan je de verschillende watersoorten gebruiken?
  • Hoe schoon is het water in je omgeving?
  • Door welke invloeden wordt de mate van verdamping van water beïnvloed?
  • Hoe kan je schoon water verkrijgen uit een verontreinigde vloeistof?
  • Wat is de zoutconcentratie van verschillende watersoorten?
  • Waar komt het water uit je kraan vandaan?
  • Waarom is het belangrijk om het water in Nederland goed te beheren?
  • Wat gebeurt er bij een waterzuiveringsinstallatie?

 

We gaan een aantal van deze deelvragen uitwerken in een verslag. Zorg dus dat je alle informatie verzamelt in één document, die je in je portfolio opslaat.

Opdrachten

Welke verschillende soorten water komen er voor in je omgeving?

We vragen ons af hoe het zit met kraanwater. We weten dat kraanwater uit de kraan komt, maar waar komt dat vandaan? En: wat voor andere soorten water zijn er nog meer?

Opdracht 4:  Zoek uit waar ons kraanwater vandaan komt.

Opdracht 5:  Maak een schematische tekening van Katwijk en van de wateren die in de omgeving voorkomen. Gebruik je atlas of google maps.

 

Wat hebben de verschillende watersoorten met elkaar te maken?

Opdracht 6: Maak van de verschillende watersoorten van opdracht 1 een overzicht. Zet de verschillende watersoorten op een doordachte manier op papier en verbind de woorden met elkaar via pijlen.  Eventueel kan je bij de pijlen schrijven wat je er mee bedoelt.

Opdracht 7: Check in duo’s. Overleg met zijn tweeën wat je van elkaars overzicht vindt. Probeer samen één nieuw overzicht te maken, die je allebei goed vindt. Ook hierbij kan je bij de pijlen dingen toelichten.

Samen beantwoorden we uiteindelijk deze deelvraag, door jullie overzicht te bespreken en te vergelijken met de resultaten van de andere groepjes. 

 

Waarvoor kan je de verschillende watersoorten gebruiken?

Zo schiet het al aardig op, al twee deelvragen beantwoord zonder hulp van wikipedia of een hulplijn!

Om deze deelvraag te beantwoorden hebben we nog steeds alleen je krakende hersenen nodig en een beetje hulp van je klasgenoten of docent.

We hebben tot nu toe bedacht welke watersoorten er zijn in jouw omgeving en wat ze met elkaar te maken hebben. Nu is het ook wel handig om te bedenken wat je er nu mee kan, waarvoor gebruik je bijvoorbeeld regenwater en waarvoor kan je dat beter niet gebruiken?

Opdracht 8: Probeer voor iedere watersoort (vorige deelvraag) te bedenken waarvoor je dat water kan gebruiken. Schrijf de watersoorten onder elkaar, schrijf daarnaast de overige informatie.

Opdracht 9: Check in duo’s. Overleg met elkaar en vul elkaars lijstje verder aan.

Na een paar minuten bespreken we jullie lijsten en maken we er één gezamenlijke lijst van.

Water zuiveren

Voorbereiding

Volgende week gaan we proberen de volgende deelvraag te beantwoorden:

Hoe kan je schoon water verkrijgen uit een verontreinigde vloeistof?

In het water dat uit de kraan komt zit onder andere kalk. Dit kan geen kwaad, het is niet slecht voor de gezondheid. Maar wat als je niet zulk schoon water hebt, maar je wil toch water drinken... Stel je zit op een bootje dat midden op de oceaan dobbert… er is genoeg water, maar je kan het beter niet drinken!

Wat zou je in zo’n situatie kunnen verzinnen? Dat is de vraag (of eigenlijk de opdracht) die je nu krijgt.

De bedoeling is om van verontreinigd zeewater drinkwater te maken.

Aan de slag!

In deze les ga je een ontwerp maken en bedenken welke materialen je gaat gebruikten. Per 2 groepjes van 3 personen krijg je stuk of 10 materialen die je kunt gebruiken om in je waterfilter te verwerken.

Het basisontwerp is de opengeknipte waterfles die je onderste boven hangt waarvan je de opening hebt afgedicht met een nylonkous en een elastiekje.

Je gaat samen overleggen welke filtermaterialen je gaat gebruiken. Denk eraan om de stappen van het proces te filmen, het is leuk om in de eindfilm te laten zien hoe het overleg ging. Je vult het waterfilter zoals in het volgende plaatje.

- Opengeknipte plastic fles met nylonkous.

- Filtermateriaal, kies per groepje 3 materialen uit:

  • Zand
  • Knikkers
  • Grof grind
  • Fijn grind
  • Aarde
  • Rijst
  • Watten
  • Scherven van aardewerk
  • Wol

Met welke filtermaterialen ga je aan de slag? Denk goed na over de volgorde en het soort materiaal. Leg bij ieder materiaal uit waarom je dat materiaal gebruikt en waarom het filtermateriaal 1, 2 of 3 is. Maak een overzicht van de stoffen en noteer bij iedere laag de naam van de stof die je wilt gebruiken.

Uitvoering

Werk netjes en film de stappen.

Uitwerking

Je maakt van deze opdracht een filmpje (waar je een cijfer voor krijgt).

Wat moet er in je filmpje?

  • Namen van de groepsleden
  • Hoofdvraag
  • Hypothese
  • Materialen
  • De verschillende stappen (= werkwijze of methode)
  • Resultaat / resultaten
  • Conclusie (antwoord op je hoofdvraag)

Max 3 minuten en zorg dat het leuk is om naar te kijken :-)

Slootwateronderzoek 2.0

Voorbereiding (1)

In deze les gaan we slootwater onderzoeken.

Opdracht 1:  Kun je een aantal redenen bedenken waarom sommige dieren ergens juist wel voorkomen of waarom juist niet?

Bedenk wat de belangrijkste reden is en bekijk daarna het volgende filmpje:

"Leven in een vieze sloot"

Voorbereiding (2)

Opdracht 2:  Behalve pantoffeldiertjes leven er nog veel meer kleine diertjes in het water. Het pantoffeldiertje is zo klein dat we hem niet met het blote oog kunnen zien. We noemen de waterdieren die we alleen met een microscoop kunnen bekijken microfauna. Micro komt uit het oud-Grieks en betekent "klein", fauna komt uit het Latijn en betekent "alle verschillende soorten dieren". De dieren in het water die we wel met het blote oog kunnen zien noemen we macrofauna.

- Zoek op wat macrofauna betekent.

- Wat is er raar aan deze naam? En waarom wordt deze groep dieren, denk je, toch zo genoemd?

Onderzoek (1)

Vandaag gaan we het deelonderzoek uitvoeren om er achter te komen hoe schoon het water in onze omgeving is:

Hoe schoon is het water in je omgeving?

Hiervoor ga je naar buiten toe om slootwater te onderzoeken. Een deel van het onderzoek zullen we ook in het practicumlokaal uitvoeren. Je werkt in de groepjes waarmee je vorige week ook de voorbereiding hebt gedaan.

 

Belangrijk!

Als we een practicum doen is het van groot belang dat het practicum goed en netjes wordt uitgevoerd. Dat betekent dat je goed moet luisteren naar wat de docent of de TOA zegt. Als je gewaarschuwd moet worden zal dit betekenen dat je dit vak met een onvoldoende afsluit.

Onderzoek (2)

Soorten

Klik hier om te zien welke soorten je zoal tegen kunt komen in de sloot.

Waterkwaliteit

Waterdieren zeggen blijkbaar iets over de kwaliteit van het water waarin ze voorkomen. Wetenschappers hebben vastgesteld dat sommige soorten bij toenemende verontreiniging verdwijnen. Dit heeft te maken met hun gevoeligheid voor vervuild water. De volgorde van verdwijnen van soorten en soortengroepen is:

steenvliegen (verdwijnen het snelst) → haften → kokerjuffers → vlokreeften → pissebedden → muggenlarven → wormen (verdwijnen het laatst en kunnen dus goed tegen vervuild water)

Via deze link kom je bij de "Biotische index". Soorten met een hoog cijfer houden van schoon water, terwijl soorten met een laag cijfer óók goed in vies water kunnen overleven.

Verslag

Opdracht 3:  Van dit onderzoek maken jullie een verslag. Dit verslag is al bijna helemaal klaar, jullie hoeven alleen jullie eigen gegevens in te vullen op de plekken waar [ .... ] staat.

Overal waar je [    ] tegenkomt, moet je dus je eigen tekst invullen. Open nu dit document.

Open bestand Standaardverslag slootwateronderzoek 1819.docx

Onderzoek (3)

Opdracht 4:  Wat heb je nodig en wat ga je doen?

Materiaal:

  • Een net met een steel
  • Een platte, (witte,) plastic bak
  • Een monsterpotje
  • Een determinatiekaart
  • Een schrift om je resultaten in te noteren
  • Pen of potlood

 

Werkwijze:

  • Zorg dat de plastic bak horizontaal staat en doe er water in.
  • Haal het net een aantal keer rustig door het water (niet langs de kant schrapen!). Spoel de vangst uit in de plastic bak. Je kunt dan meteen goed zien wat je gevangen hebt. Iedereen mag twee keer scheppen, dus zorg dat je de locaties waar je wilt scheppen goed verdeelt.
  • Als je planten hebt gevangen, schudt die dan rustig uit in het water en leg de planten terug in de sloot (niet gooien!).
  • We gaan nu de verschillende diersoorten determineren:
    • Kies één van de soorten in de bak uit en beschrijf/teken de volgende onderdelen:
    • Kijk naar de vorm en grootte van het dier en probeer de lengte en breedte te schatten
    • Heeft het dier poten? En haren?
    • Welke kleur heeft het dier?
    • Hoe beweegt het dier in het water?
    • Hoeveel soortgenoten heb je gevangen?
    • Kijk vervolgens op determinatiekaart of je kunt ontdekken hoe het dier heet.
    • Schrijf de naam van het dier in je schrift en geef aan of hoeveel soortgenoten je ongeveer gevangen hebt: geen, weinig of veel (zie de tabel hieronder).
    • Ga door met een andere diersoort tot je de meeste soorten gehad hebt.
  • Als je veel verschillende diertjes wilt vangen, moet je het net op verschillende plaatsen door het water halen: langs de kant, in het midden, tussen de waterplanten, aan de oppervlakte en dieper.
  • Neem de soorten mee, die je in het practicumlokaal verder wilt bestuderen met bijvoorbeeld een loep of binoculair.

Uitwerking

Wanneer we terug zijn in het practicumlokaal, gaan we een aantal dingen doen:

Opdracht 5: Determineer de diersoorten die je nog niet gedetermineerd had. Je kunt nu naast de zoekkaarten ook gebruik maken van internet.

Opdracht 6: Bekijk een aantal dieren met een loep of binoculair (maak eventueel van een dier een schematische of natuurgetrouwe tekening).

Opdracht 7: Maak het verslag compleet en e-mail het naar EMK@andreascollege.nl.

AWZI

Voorbereiding

Met het bezoek aan de AWZI hopen we een antwoord te krijgen op de vraag: 

 

Wat gebeurt er bij een waterzuiveringsinstallatie?

Het Hoogheemraadschap Rijnland houdt zich bezig met het water in onze regio. Een van de dingen die het Hoogheemraadschap doet, is het water zuiveren zodat het weer schoon terug de sloot in kan. De volgende WON les gaan we zelf op bezoek bij de afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) of rioolwaterzuiveringsinstallie (RWZI).

Opdracht 1: 

Bedenk minimaal drie vragen die je tijdens de rondleiding in de rwzi kunt stellen om meer te weten te komen over de werking van de AWZI.

Onderzoek

Bezoek aan een AWZI.

Uitwerking

Wat gebeurt er bij een waterzuiveringsinstallatie?

Opdracht 2:    

Maak een folder, een boekje of flyer over de waterzuiveringsinstallatie. Benoem daarin in ieder geval de volgende punten:

  • Leg daarin uit wat er gebeurt bij een waterzuiveringsinstallatie.
  • Leg uit hoe een waterzuiveringsinstallatie werkt. Welke stappen doorloopt het vieze water op weg naar schoon water?
  • Zoek op hoeveel water een rioolwaterzuiveringsinstalltie (RWZI of AWZI) zuivert per jaar. Hoeveel is dat ongeveer per dag?
  • Antwoorden op alle andere vragen die je hebt verzameld.

Gebruik ook eventueel het internet om extra informatie, mooie afbeeldingen, etc. te vinden.

Watervoetafdruk

Voorbereiding

In deze les zal een waterwetenschapper ons meer komen vertellen over o.a. bewust omgaan met water. Hier hoef je vooraf niets voor te doen.

Uitwerking

Presentatie van waterwetenschapper Tine te Winkel.

Lever de PowerPoint presentatie die je gemaakt hebt in via een e-mail naar EMK@andreascollege.nl

 

Afsluiting

Presentaties "Experiment zelf water zuiveren"

Deze les gaan jullie presenteren! Zorg dus dat je (PowerPoint)presentatie af is en dat je hem vóór de les naar EMK@andreascollege.nl hebt gestuurd.

Inleverdata

Nog even op een rijtje:

[datum]  Presentaties "Experiment zelf water zuiveren". Presentatie vóór de les mailen naar emk@andreascollege.nl

[datum]  (Digitaal of geprint) inleveren:

  • Verslag slootwateronderzoek
  • Poster of folder Afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI)

Je eindcijfer is een gemiddelde van de drie onderdelen.

Foto's

Uit eerdere lessen

Introductie

We gaan vandaag eerst kijken naar de deelvraag:

Welke verschillende soorten water komen er voor in je omgeving?

​Opdracht 10:  Bedenk samen met je buurman of buurvrouw welke wateren er bij jullie in de buurt zijn. Hoeveel ken je er bij naam?

Zee en meer

Opdracht 11:  Bekijk onderstaande film en maak aantekeningen over wat er zoal in de zee en in het meer leeft.

 

Slootwateronderzoek

Voorbereiding (1)

Opdracht 1:  Je gaat nu onderzoek doen naar welke organismen er zoal voorkomen in het water bij jou in de buurt.

- Maak groepjes van 3 personen.

- Kies een rivier, zee of meer (bij jou in de buurt) uit.

- Gebruik je tablet om informatie te verzamelen over de organismen die er voorkomen.

- Maak een mini-spreekbeurt (van 3-5 minuten) over de informatie die je gevonden hebt.

- Je mag het bord gebruiken om te presenteren. Je kunt dan in bijvoorbeeld Powerpoint of Word een aantal plaatjes zetten.

Over 30 minuten ga je de mini-spreekbeurt houden.

Voorbereiding (2)

We hebben nu onderzocht welke organismen er in welke wateren voorkomen.

Opdracht 2:  Kun je een aantal redenen bedenken waarom sommige dieren ergens juist wel voorkomen of waarom juist niet?

Bedenk wat de belangrijkste reden is en bekijk daarna het volgende filmpje:

"Leven in een vieze sloot"

 

Voorbereiding (3)

Opdracht 3:  Behalve pantoffeldiertjes leven er nog veel meer kleine diertjes in het water. Het pantoffeldiertje is zo klein dat we hem niet met het blote oog kunnen zien. We noemen de waterdieren die we alleen met een microscoop kunnen bekijken microfauna. Micro komt uit het oud-Grieks en betekent "klein", fauna komt uit het Latijn en betekent "alle verschillende soorten dieren". De dieren in het water die we wel met het blote oog kunnen zien noemen we macrofauna.

- Zoek op wat macrofauna betekent.

- Wat is er raar aan deze naam? En waarom wordt deze groep dieren, denk je, toch zo genoemd?

 

Opdracht 4:  Er zijn dus allerlei waterdieren die blijkbaar iets zeggen over de kwaliteit van het water waarin ze voorkomen.

Jullie gaan nu eerst uitzoeken welke dieren in een vieze sloot en welke dieren in een schone sloot voorkomen. Je doet dit samen met je buurman of buurvrouw.

Je kunt hiervoor de volgende links gebruiken:

  • Link naar website over "Waterdieren en waterkwaliteit"
  • Link naar de bijbehorende "Biotische index"

​Je kunt natuurlijk ook met behulp van Google of Wikipedia informatie opzoeken.

 

Opdracht 5:  We gaan nu een werkplan maken om dit onderzoek volgende week uit te voeren. Dit ga je in groepjes van 3 personen doen.

- Je hoofdvraag luidt: "Hoe schoon is het water in onze omgeving?"

- Vervolgens ga je een werkwijze bedenken. Dit betekent dat je gaat opschrijven welke stappen we volgende week allemaal gaan doen om het onderzoek uit te voeren. Bovendien moet je ook vast bedenken welke resultaten je gaat krijgen.

- Bedenk ook een hypothese. Dit is wat je denkt dat de uitslag van je onderzoek zal zijn. Deze begint altijd met "We verwachten dat ..."

- Als laatste heb je ook een materiaallijst nodig, dus een overzichtje van alle materialen die je nodig denkt te hebben.

Je schrijft het werkplan eerst in je schrift. Als het af is, type je het over in Word of in een e-mail en stuur je het werkplan naar EMK@andreascollege.nl.

 

Onderzoek (1)

Vandaag gaan we het deelonderzoek uitvoeren om er achter te komen hoe schoon het water in onze omgeving is:

Hoe schoon is het water in je omgeving?

Hiervoor ga je naar buiten toe om slootwater te onderzoeken. Een deel van het onderzoek zullen we ook in het practicumlokaal uitvoeren. Je werkt in de groepjes waarmee je vorige week ook de voorbereiding hebt gedaan.

 

Belangrijk!

Als we een practicum doen is het van groot belang dat het practicum goed en netjes wordt uitgevoerd. Dat betekent dat je goed moet luisteren naar wat de docent of de TOA zegt. Als je gewaarschuwd moet worden zal dit betekenen dat je dit vak met een onvoldoende afsluit.

Onderzoek (2)

Materiaal:

  • Een net met een steel
  • Een platte, (witte,) plastic bak
  • Een monsterpotje
  • Een determinatiekaart
  • Een schrift om je resultaten in te noteren
  • Pen of potlood

 

Werkwijze:

  • Zorg dat de plastic bak horizontaal staat en doe er water in.
  • Haal het net een aantal keer rustig door het water (niet langs de kant schrapen!). Spoel de vangst uit in de plastic bak. Je kunt dan meteen goed zien wat je gevangen hebt. Iedereen mag twee keer scheppen, dus zorg dat je de locaties waar je wilt scheppen goed verdeelt.
  • Als je planten hebt gevangen, schudt die dan rustig uit in het water en leg de planten terug in de sloot (niet gooien!).
  • We gaan nu de verschillende diersoorten determineren:
    • Kies één van de soorten in de bak uit en beschrijf/teken de volgende onderdelen:
    • Kijk naar de vorm en grootte van het dier en probeer de lengte en breedte te schatten
    • Heeft het dier poten? En haren?
    • Welke kleur heeft het dier?
    • Hoe beweegt het dier in het water?
    • Hoeveel soortgenoten heb je gevangen?
    • Kijk vervolgens op determinatiekaart of je kunt ontdekken hoe het dier heet.
    • Schrijf de naam van het dier in je schrift en geef aan of hoeveel soortgenoten je ongeveer gevangen hebt: geen, weinig of veel (zie de tabel hieronder).
    • Ga door met een andere diersoort tot je de meeste soorten gehad hebt.
  • Als je veel verschillende diertjes wilt vangen, moet je het net op verschillende plaatsen door het water halen: langs de kant, in het midden, tussen de waterplanten, aan de oppervlakte en dieper.
  • Neem de soorten mee, die je in het practicumlokaal verder wilt bestuderen met bijvoorbeeld een loep of binoculair.
Tabel voor je resultaten
Tabel voor je resultaten

Uitwerking (1)

Wanneer we terug zijn in het practicumlokaal, gaan we een aantal dingen doen:

Opdracht 6: Determineer de diersoorten die je nog niet gedetermineerd had. Je kunt nu naast de zoekkaarten ook gebruik maken van internet.

Opdracht 7: Bekijk een aantal dieren met een loep of binoculair en maak per persoon van minimaal één dier een schematische of natuurgetrouwe tekening.

Opdracht 8: Zoek uit wat de macrofauna die jullie gevonden hebben, zegt over de kwaliteit van het water. Je kunt hiervoor de volgende links gebruiken:

  • Link naar website over "Waterdieren en waterkwaliteit"
  • Link naar de bijbehorende "Biotische index"

Uitwerking (2)

Opdracht 9: De opdracht voor vandaag is om een verslag te maken met daarin een beschrijving van je slootonderzoek en een antwoord op de deelvraag.

Waaruit bestaat het verslag?

Voorblad

  • Namen
  • Datum
  • Klas
  • Originele titel

1. Inleiding

  • Waarom
  • Hoofdvraag
  • Hypothese ("Ik verwacht dat ...")

2. Materiaal

3. Methode

  • Hoe heb je het onderzoek uitgevoerd?

4. Resultaten

  • Tekst
  • Tabel

5. Conclusie

  • Het antwoord op je deelvraag. Klopt je hypothese?

6. Discussie

  • Eventuele fouten tijdens het onderzoek
  • Eventuele verbeteringen of aanbevelingen

7. Bronvermelding

 

 

Water zuiveren (2.0)

Voorbereiding (1)

Volgende week gaan we proberen de volgende deelvraag te beantwoorden:

 

Hoe kan je schoon water verkrijgen uit een verontreinigde vloeistof?

In het water dat uit de kraan komt zit onder andere kalk. Dit kan geen kwaad, het is niet slecht voor de gezondheid. Maar wat als je niet zulk schoon water hebt, maar je wil toch water drinken... Stel je zit op een bootje dat midden op de oceaan dobbert… er is genoeg water, maar je kan het beter niet drinken!

Wat zou je in zo’n situatie kunnen verzinnen? Dat is de vraag (of eigenlijk de opdracht) die je nu krijgt.

De bedoeling is om van verontreinigd zeewater drinkwater te maken.

 

Opdracht 1:    

Werk in tweetallen. Zoek op internet naar manieren om water zelf te zuiveren. Je mag bij jouw experiment alleen gebruik maken van ‘huis-tuin-en-keukenspullen’ en de spullen die je uit het scheikundelokaal kan gebruiken (o.a. branders) of eventueel bij techniek of verzorging (als dat van de betreffende docent ook mag...).

Schrijf de bruikbare bronnen op.

Opdracht 2:

Bereid je onderzoek goed voor: Schrijf op wat je onderzoeksvraag is tijdens het onderzoek. Bedenk ook de hypothese. De bruikbare bronnen zijn je materialen. Hoe je het aan gaat pakken is je werkplan*, schrijf dit vast uit, zodat je voor je gaat beginnen weet wat je moet doen.

* Let op: in je uiteindelijk presentatie/verslag heet je werkplan: methode.

Onderzoek (1)

Hoe kan je schoon water verkrijgen uit een verontreinigde vloeistof?

 

De docent en de TOA (Technisch Onderwijs Assistent) zullen jullie begeleiden bij het uitvoeren van je onderzoek. 

Uitwerking (1)

Opdracht 3:    

In de vorige les hebben julie water gezuiverd. Achteraf ga je een presentatie maken waarin je je onderzoek "publiceert". Dit mag in de vorm van een powerpoint presentatie, een filmpje of een spreekbeurt. Zorg dat de volgende elementen in je presentatie verwerkt zijn:

1. De deelvraag en hypothese die je had bedacht voordat je met het experiment begon.

2. Welke methode heb je toegepast, ofwel hoe heb je het experiment uitgevoerd? En welke materialen heb je daarbij gebruikt?

3. Wat waren je waarnemingen? Dit zijn de resultaten van je experiment.

4. Vergelijk de conclusie met je hypothese. Kwam er uit wat je had verwacht, of ben je tijdens het experiment iets anders gaan zien, zodat je de hypothese moet verwerpen (= afkeuren)?

5. Schrijf op wat je anders zou doen wanneer je deze opdracht opnieuw zou moeten uitvoeren. Als er dingen niet goed gingen, schrijf dat dan ook op. Dit noem je de discussie.

Colofon

Als laatste onderdeel van deze module over water, moet je een verslag maken over de onderzoeken die we de afgelopen weken hebben gedaan. Voor dit verslag krijg je een cijfer. 

Je schrijft het verslag samen met de leerlingen met wie je de onderzoeken hebt uitgevoerd. Zorg voor een goede verdeling van het werk. Het belangrijkste van het verslag is natuurlijk de inhoud, maar zorg dat het er ook verzorgd uitziet! De opbouw van het verslag moet als volgt zijn:

 

1. Voorblad (met titel, namen, klas, datum)

2. Inleiding met daarin de hoofdvraag en de deelvragen die je onderzocht hebt.

3. Deel A: Overzicht van de antwoorden op de deelvragen die je kunt vinden bij opdracht 4 t/m 9.

4. Deel B: Uitwerking van de deelvraag van les 2 (met probleemstelling, hypothese, materiaal en methoden, resultaten, conclusie en discussie)

5. Deel C: Uitwerking van de deelvraag van les 3 (met probleemstelling, hypothese, materiaal en methoden, resultaten, conclusie en discussie)

6. Deel D: Overzicht van de antwoorden op de deelvraag van les 4.

7. Resultaten: Herhaal kort de antwoorden van de deelvragen en probeer met deze gegevens de hoofdvraag te beantwoorden.

8. Conclusie: Is jullie hypothese correct? Of kun je iets anders concluderen met deze resultaten?

9. Discussie: Wat ging er goed, wat zou je een volgende keer anders doen en wat had je nog willen of moeten doen om een beter resultaat te krijgen.

10. Bronvermelding & taakverdeling: Noem de bronnen die je eventueel gebruikt hebt en maak een overzichtje van ieders bijdrage aan het verslag (dit kan van invloed zijn op je individuele cijfer).

 

De uiterlijke inleverdatum van een geprinte versie van het verslag is donderdag 25 juni 12:00 uur*.

Wanneer je een voorlopige (digitale) versie inlevert vóór 20 juni, dan zal ik je feedback geven zodat het verslag eventueel nog verbeterd kan worden.

* Voor iedere 24 uur die het verslag later ingeleverd wordt, wordt er 0,5 punt vanaf getrokken.

  • Het arrangement 1V PGA-module: Water is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    M. van Emmerik Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-05-08 15:51:09
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    van Emmerik, M.. (z.d.).

    (1v) PGA-module: Water

    https://maken.wikiwijs.nl/60950/_1v__PGA_module__Water