Wetenschappelijk onderzoek verloopt volgens vaste regels. Wij noemen ze 'stappen'. Dit zijn:
1. Probleemstelling formuleren.
Wat ga ik onderzoeken? Wat wil ik te weten komen?
2. Voorbereiding van het onderzoek.
Wat heb ik nodig om deze vragen te kunnen beantwoorden?
3. Kiezen van een onderzoeksmethode of onderzoekstechniek.
Hoe ga ik het aanpakken?
4. Uitvoeren van het onderzoek.
5. Verzamelen van de resultaten en conclusies formuleren.
Wat levert het allemaal op? Wat betekent dat?
6. Vergelijken vvan de onderzoeksresultaten me de hypothese.
Klopen de resultaten met wat ik verwacht had?
7. Maken van het onderzoeksrapport en het presenteren van de resultaten.
8. Reflecteren op en discussiëren over het onderzoek.
Een korte toelichting op de 8 stappen:
Bij stap 1 ga je een onderzoeksvraag met deelvragen formuleren. Daarna stel je een hypothese op. Bij stap 2 verdeel je de taken in je onderzoeksgroepje en ga je o.a. plannen wat je gaat doen en hoeveel tijd je daarvoor nodig denkt te hebben. Bij stap 3 kies je de methode die je nodig hebt voor je onderzoek: observatie, bronnenonderzoek, enquête, interview of experiment.
Stap 4 spreekt voor zichzelf, bij stap 5 verzamel je de gegevens: je resultaten. Je kunt deze getallen of informatie op verschillende manieren verwerken (bijvoorbeeld grafieken maken). Je trekt ook een conclusie uit de resultaten. Bij stap 6 vergelijk je de gegevens/conclusie uit stap 5 met je hypothese (stap 1), je kan dan zeggen of je hypothese juist of, of dat je deze moet verwerpen. Vertellen wat je onderzoek inhoudt doe je in je onderzoeksverslag (stap 7), dat je (eventueel) ook mondeling kan presenteren. Als je kritisch nadenkt over je onderzoek, dan kan je bij stap 8 laten zien wat er misschien niet helemaal goed ging in de vorige 7 stappen, of wat je de volgende keer anders zou doen.