Voorbereiding (3)

Opdracht 3:  Behalve pantoffeldiertjes leven er nog veel meer kleine diertjes in het water. Het pantoffeldiertje is zo klein dat we hem niet met het blote oog kunnen zien. We noemen de waterdieren die we alleen met een microscoop kunnen bekijken microfauna. Micro komt uit het oud-Grieks en betekent "klein", fauna komt uit het Latijn en betekent "alle verschillende soorten dieren". De dieren in het water die we wel met het blote oog kunnen zien noemen we macrofauna.

- Zoek op wat macrofauna betekent.

- Wat is er raar aan deze naam? En waarom wordt deze groep dieren, denk je, toch zo genoemd?

 

Opdracht 4:  Er zijn dus allerlei waterdieren die blijkbaar iets zeggen over de kwaliteit van het water waarin ze voorkomen.

Jullie gaan nu eerst uitzoeken welke dieren in een vieze sloot en welke dieren in een schone sloot voorkomen. Je doet dit samen met je buurman of buurvrouw.

Je kunt hiervoor de volgende links gebruiken:

​Je kunt natuurlijk ook met behulp van Google of Wikipedia informatie opzoeken.

 

Opdracht 5:  We gaan nu een werkplan maken om dit onderzoek volgende week uit te voeren. Dit ga je in groepjes van 3 personen doen.

- Je hoofdvraag luidt: "Hoe schoon is het water in onze omgeving?"

- Vervolgens ga je een werkwijze bedenken. Dit betekent dat je gaat opschrijven welke stappen we volgende week allemaal gaan doen om het onderzoek uit te voeren. Bovendien moet je ook vast bedenken welke resultaten je gaat krijgen.

- Bedenk ook een hypothese. Dit is wat je denkt dat de uitslag van je onderzoek zal zijn. Deze begint altijd met "We verwachten dat ..."

- Als laatste heb je ook een materiaallijst nodig, dus een overzichtje van alle materialen die je nodig denkt te hebben.

Je schrijft het werkplan eerst in je schrift. Als het af is, type je het over in Word of in een e-mail en stuur je het werkplan naar EMK@andreascollege.nl.