Als je op YouTube op de term 'zinsontleding' zoekt, vind je heel veel video's.
In deze video wordt uitgelegd hoe je in een zin het lijdend voorwerp vindt. Welke vraag stel je, om het lijdend voorwerp te vinden in een zin?
p>
Wat kan ik al?
Zinsontleding, weet je het nog?
In leerjaar 1 en 2 heb je al geoefend met het benoemen van verschillende woordsoorten.
In deze stap ga je je kennis over de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde, het onderwerp en het lijdend voorwerp weer opfrissen.
Maak deze oefening.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het onderwerp, de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde in een zin benoemen;
het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp in een zin benoemen;
omschrijven hoe je de bijvoeglijke bepaling in een zin kunt vinden;
het verschil herkennen tussen een bijwoordelijke en een bijvoeglijke bepaling.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert de Kennisbanken over verschillende woordsoorten. Je maakt er een oefening over.
Stap 2
Je maakt drie oefeningen over zinsontleding en een kruiswoordpuzzel.
Stap 3
Je leest het Kennisbankitem over bijvoeglijke bepaling en leert het verschil tussen bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling. Je maakt twee oefeningen.
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht
Je maakt samen met een klasgenoot een gedicht of rap over zinsontleding. Je bekijkt een video en volgt een stappenplan. In overleg met je docent presenteren jullie het eindresultaat.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Zinsontleding
In leerjaar 1 en 2 heb je al veel geoefend met het benoemen van verschillende woordsoorten.
Weet je ze nog?
Bestudeer de Kennisbanken om je geheugen op te frissen en maak daarna de oefening.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Door veel te oefenen krijg je de zinsontleding steeds beter onder de knie.
Je begint met een oefening van jufmelis.nl over de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde.
Daarna volgen oefeningen over het lijdend voorwerp, het meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling.
Lees goed de beschrijving voor je antwoord geeft.
Daarna maak je nog een kruiswoordpuzzel.
Oefening 1: Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van het meewerkend voorwerp.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van de bijwoordelijke bepaling.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van de bijvoeglijke bepaling.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Verschil tussen bijvoeglijke bepaling en bijwoordelijke bepaling
Veel leerlingen halen de bijvoeglijke bepaling en de bijwoordelijke bepaling door elkaar.
Hier kan je lezen over het verschil tussen de bijwoordelijke bepaling en de bijvoeglijke bepaling.
De laatste oefening gaat over wat je net bestudeerd hebt.
Oefening 2: Bijwoordelijke en bijvoeglijke bepalingen
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je gaat samen met een klasgenoot een rap of gedicht maken over zinsontleding.
Dit kan jullie helpen de regels van zinsontleding makkelijker te onthouden.
Jullie mogen zelf weten of je een rap of gedicht over een willekeurige zinsontledingsregel maken, of dat jullie een regel kiezen, die jullie moeilijk vinden.
Kijk in de Kennisbanken van deze opdracht om inspiratie op te doen.
In de Gereedschapskist kun je vinden hoe je een gedicht maakt.
En in deze video zie je hoe een rap kan maken.
Het onderwerp is al bekend: zinsontleding.
Hoe gaan jullie te werk?
Volg het stappenplan bij het maken van het gedicht of de rap:
Maak samen een keuze of jullie een gedicht of een rap gaan maken.
Jullie rap of gedicht moet minimaal twaalf regels lang zijn.
Bedenk welke zinsontledingsregel(s) in jullie gedicht of rap moeten voorkomen.
Ga aan de slag met de rap of het gedicht. Maak een goede taakverdeling: wie doet wat?
Als jullie ervoor kiezen om een rap te maken, kun je een bestaande beat gebruiken.
Verzin een originele manier om het eindresultaat te presenteren.
Denk bijvoorbeeld aan YouTube of een blog.
De docent zal een paar groepjes vragen hun creatie te presenteren aan de klas.
Daarna zal hij de rap of het gedicht beoordelen.
Beoordeling
Bij de beoordeling wordt gelet op de volgende punten:
Komt in de rap of het gedicht duidelijk naar voren om welke zinsontledingsregel(s) het gaat?
Is jullie rap goed verstaanbaar?
Is het gedicht in een bepaalde rijmvorm gemaakt?
Hebben jullie het op een originele manier gepresenteerd?
Bevatte de tekst van de rap of van het gedicht geen taalfouten?
Zijn jullie creatief geweest en is de rap of het gedicht origineel?
Een gedicht wordt vaak gebruikt om een mening over een onderwerp over te brengen. Dit kan op verschillende manieren en de zinnen hoeven niet altijd precies te rijmen. Een gedicht kun je presenteren op een poster, maar bijvoorbeeld ook op een ansichtkaart.
Terugkijken
Intro
Heb je de introductievideo bekeken?
Kwamen de stappen van zinsontleding je nog bekend voor?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je het verschil tussen bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling in een zin herkennen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd voor het maken van de eindopdracht?
Inhoud
De opdracht is een herhalingsopdracht. Wist je nog veel over zinsontleding?
Met welk onderdeel heb je nog moeite? Lees de Kennisbank dan nog even na.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Is het jullie gelukt een of meer zinsontledingsregels in een gedicht of rap te verwerken?
Ben je tevreden over het resultaat?
Het arrangement Opdracht: Grammatica - Zinsontleding vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Vakantie' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je het onderwerp, de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp in een zin benoemen, de bijvoeglijke bepaling in een zin vinden, en het verschil herkennen tussen een bijwoordelijke en een bijvoeglijke bepaling.
Als eindopdracht ga je samen met een klasgenoot een rap of gedicht maken over zinsontleding. Dit kan jullie helpen de regels van zinsontleding beter te onthouden. Jullie mogen zelf kiezen welke zinsontledingsregel(s) in jullie rap of gedicht aan bod komen, of jullie kunnen een regel kiezen die jullie moeilijk vinden.
Succes!
Deze opdracht hoort bij het thema 'Vakantie' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je het onderwerp, de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp in een zin benoemen, de bijvoeglijke bepaling in een zin vinden, en het verschil herkennen tussen een bijwoordelijke en een bijvoeglijke bepaling.
Als eindopdracht ga je samen met een klasgenoot een rap of gedicht maken over zinsontleding. Dit kan jullie helpen de regels van zinsontleding beter te onthouden. Jullie mogen zelf kiezen welke zinsontledingsregel(s) in jullie rap of gedicht aan bod komen, of jullie kunnen een regel kiezen die jullie moeilijk vinden.
Succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Zinsontleding
Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Bijvoeglijke bepaling
Bijwoordelijke en bijvoeglijke bepalingen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.