Opdracht: Grammatica - Zinsontleding vmbo-kgt34

Opdracht: Grammatica - Zinsontleding vmbo-kgt34

Grammatica - Zinsontleding

Intro

Als je op YouTube op de term 'zinsontleding' zoekt, vind je heel veel video's.

In deze video wordt uitgelegd hoe je in een zin het lijdend voorwerp vindt.
Welke vraag stel je, om het lijdend voorwerp te vinden in een zin?

p>

 

Wat kan ik al?

Zinsontleding, weet je het nog?
In leerjaar 1 en 2 heb je al geoefend met het benoemen van verschillende woordsoorten.

In deze stap ga je je kennis over de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde, het onderwerp en het lijdend voorwerp weer opfrissen.

Maak deze oefening.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • het onderwerp, de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde in een zin benoemen;
  • het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp in een zin benoemen;
  • omschrijven hoe je de bijvoeglijke bepaling in een zin kunt vinden;
  • het verschil herkennen tussen een bijwoordelijke en een bijvoeglijke bepaling.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bestudeert de Kennisbanken over verschillende woordsoorten. Je maakt er een oefening over.
Stap 2 Je maakt drie oefeningen over zinsontleding en een kruiswoordpuzzel.
Stap 3 Je leest het Kennisbankitem over bijvoeglijke bepaling en leert het verschil tussen bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling. Je maakt twee oefeningen.
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Je maakt samen met een klasgenoot een gedicht of rap over zinsontleding. Je bekijkt een video en volgt een stappenplan. In overleg met je docent presenteren jullie het eindresultaat.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Zinsontleding

In leerjaar 1 en 2 heb je al veel geoefend met het benoemen van verschillende woordsoorten.
Weet je ze nog?
Bestudeer de Kennisbanken om je geheugen op te frissen en maak daarna de oefening.

Onderwerp

Werkwoordelijk gezegde

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijwoordelijke bepaling

Stap 2: Oefenen, oefenen, oefenen

Door veel te oefenen krijg je de zinsontleding steeds beter onder de knie.

Je begint met een oefening van jufmelis.nl over de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde.
Daarna volgen oefeningen over het lijdend voorwerp, het meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling.
Lees goed de beschrijving voor je antwoord geeft.
Daarna maak je nog een kruiswoordpuzzel.

De laatste opdracht in deze stap is een kruiswoordpuzzel .
Als je er niet uitkomt kun je op 'Hint' klikken.

Stap 3: Bijvoeglijke bepaling

Tijdens deze stap ga je kennismaken met de bijvoeglijke bepaling.
Bestudeer eerst het Kennisbankitem.

Bijvoeglijke bepaling


Maak de volgende oefening.

Verschil tussen bijvoeglijke bepaling en bijwoordelijke bepaling

Veel leerlingen halen de bijvoeglijke bepaling en de bijwoordelijke bepaling door elkaar.

Hier kan je lezen over het verschil tussen de bijwoordelijke bepaling en de bijvoeglijke bepaling.
De laatste oefening gaat over wat je net bestudeerd hebt.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Onderwerp

Werkwoordelijk gezegde

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijwoordelijke bepaling

Bijvoeglijke bepaling

Eindopdracht: Rap of gedicht

Je gaat samen met een klasgenoot een rap of gedicht maken over zinsontleding.
Dit kan jullie helpen de regels van zinsontleding makkelijker te onthouden.

Jullie mogen zelf weten of je een rap of gedicht over een willekeurige zinsontledingsregel maken, of dat jullie een regel kiezen, die jullie moeilijk vinden.
Kijk in de Kennisbanken van deze opdracht om inspiratie op te doen.

In de Gereedschapskist kun je vinden hoe je een gedicht maakt.
En in deze video zie je hoe een rap kan maken.

Het onderwerp is al bekend: zinsontleding.

Hoe gaan jullie te werk?

Volg het stappenplan bij het maken van het gedicht of de rap:

  • Maak samen een keuze of jullie een gedicht of een rap gaan maken.
  • Jullie rap of gedicht moet minimaal twaalf regels lang zijn.
  • Bedenk welke zinsontledingsregel(s) in jullie gedicht of rap moeten voorkomen.
  • Ga aan de slag met de rap of het gedicht. Maak een goede taakverdeling: wie doet wat?
    Als jullie ervoor kiezen om een rap te maken, kun je een bestaande beat gebruiken.
  • Verzin een originele manier om het eindresultaat te presenteren.
    Denk bijvoorbeeld aan YouTube of een blog.

De docent zal een paar groepjes vragen hun creatie te presenteren aan de klas.
Daarna zal hij de rap of het gedicht beoordelen.

Beoordeling

Bij de beoordeling wordt gelet op de volgende punten:

  • Komt in de rap of het gedicht duidelijk naar voren om welke zinsontledingsregel(s) het gaat?
  • Is jullie rap goed verstaanbaar?
  • Is het gedicht in een bepaalde rijmvorm gemaakt?
  • Hebben jullie het op een originele manier gepresenteerd?
  • Bevatte de tekst van de rap of van het gedicht geen taalfouten?
  • Zijn jullie creatief geweest en is de rap of het gedicht origineel?

Gedicht maken

Een gedicht wordt vaak gebruikt om een mening over een onderwerp over te brengen. Dit kan op verschillende manieren en de zinnen hoeven niet altijd precies te rijmen. Een gedicht kun je presenteren op een poster, maar bijvoorbeeld ook op een ansichtkaart.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Kwamen de stappen van zinsontleding je nog bekend voor?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je het verschil tussen bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling in een zin herkennen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd voor het maken van de eindopdracht?
  • Inhoud
    De opdracht is een herhalingsopdracht. Wist je nog veel over zinsontleding?
    Met welk onderdeel heb je nog moeite? Lees de Kennisbank dan nog even na.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Is het jullie gelukt een of meer zinsontledingsregels in een gedicht of rap te verwerken?
    Ben je tevreden over het resultaat?
  • Het arrangement Opdracht: Grammatica - Zinsontleding vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-06-30 14:38:07
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Vakantie' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je het onderwerp, de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp in een zin benoemen, de bijvoeglijke bepaling in een zin vinden, en het verschil herkennen tussen een bijwoordelijke en een bijvoeglijke bepaling. Als eindopdracht ga je samen met een klasgenoot een rap of gedicht maken over zinsontleding. Dit kan jullie helpen de regels van zinsontleding beter te onthouden. Jullie mogen zelf kiezen welke zinsontledingsregel(s) in jullie rap of gedicht aan bod komen, of jullie kunnen een regel kiezen die jullie moeilijk vinden. Succes!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, bijvoeglijke bepaling, bijwoordelijke bepaling, grammatica- zinsontleding, nederlands, stercollectie, vakantie, vmbo-kgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Grammatica - Zinsontleding vmbo-kgt34 - kopie 1

    https://maken.wikiwijs.nl/147703/Grammatica___Zinsontleding_vmbo_kgt34___kopie_1

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/147811/Tijdelijk_vmbo_kgt34

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/90286/Nederlands_vmbo_kgt34

    VO-content Nederlands. (2019).

    Opdracht: Grammatica - Zinsontleding vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/76925/Opdracht__Grammatica___Zinsontleding__vmbo_b34