Door veel te oefenen krijg je de zinsontleding steeds beter onder de knie.
Je begint met een oefening van jufmelis.nl over de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde.
Daarna volgen oefeningen over het lijdend voorwerp, het meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling.
Lees goed de beschrijving voor je antwoord geeft.