Jakobskruiskruid is een zaadplant met gele bloemen. De plant komt op veel plekken voor in Nederland.
Het is een zeer giftige plant voor paarden en andere dieren.
Bij het eten van veel Jakobskruiskruid kan het dier zelfs sterven. Paarden zullen de plant in de wei niet snel eten.
Maar wanneer het gedroogd in het hooi voorkomt, herkennen ze Jakobskruiskruid niet meer.
Alle delen van de plant bevatten gifstoffen.
Wanneer een paard van Jakobskruiskruid eet, wordt het gif opgenomen in de darmen.
Het gif komt vervolgens in de lever terecht. Daar kan een leverontsteking ontstaan.
Zebrarupsen eten veel Jakobskruiskruid en worden daar niet ziek van.
De rupsen van de Sint Jakobsvlinder zijn aangepast aan het eten van Jakobskruiskruid.
Bekijk de video over Jakobskruiskruid.
In dit thema kijk je naar de bouw en voortplanting van planten.
Ook bestudeer je de bouw en werking van het spijsverteringskanaal en de relaties tussen planten en dieren.
Je sluit het thema af met het maken van een aantal examenvragen.
Wat kan ik straks?
Kennis
Aan het eind van dit thema kan ik:
K4 Levenskenmerken
De levenskenmerken herkennen bij organismen.
Het verschil tussen dood, levenloos en levend uitleggen.
K4 Bouw van cellen
Plantaardige en dierlijke cellen herkennen aan hun kenmerken.
K6 Verschillende eters
Herbivoren, carnivoren en omnivoren herkennen aan hun gebit.
Uitleggen wat het verschil in lengte is tussen het spijsverteringskanaal van een herbivoor en een carnivoor.
Aan een snavel van een vogel herkennen welk voedsel de soort eet.
K6 Bouw van zaadplanten
De organen van een zaadplant noemen.
Uitleggen wat de functies zijn van de organen van en zaadplant.
Uitleggen hoe fotosynthese werkt.
K6 Relaties tussen organismen
Drie symbiotische relaties herkennen tussen organismen.
Een predator-prooi relatie beschrijven.
K9 Spijsverteringsstelsel
De belangrijkste organen van het spijsverteringskanaal herkennen.
Uitleggen wat de functies zijn van de organen.
De werking van gal en de verteringssappen beschrijven.
K9 Geslachtelijke voortplanting bij planten
Uitleggen wat bestuiving is en de manieren van bestuiving beschrijven.
Uitleggen wat bevruchting is en de manieren van vruchtverspreiding beschrijven.
Vaardigheden
Aan het eind van dit thema kan ik:
Een schematische tekening maken.
Een preparaat maken (met kleuring).
Een onderzoek uitvoeren.
Flashcards maken en gebruiken bij het leren.
Werkplan
Het thema Jacobskruiskruid bestudeer je door zeven modules en de afsluiting te maken.
In het schema hieronder een tijdsinschatting.
Module
Aantal lessen
Inleiding
0,5
Levenskenmerken
1
Bouw van een cel
2
Verschillende eters
1
Bouw van zaadplanten
2
Relaties organismen
1
Spijsverteringsstelsel
2
Geslachtelijke voortplanting bij planten
1
Afsluiting - Examenopgave
1
Totaal
11 à 12
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt.
Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt.
Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.
Download hier het Werkplan Jacobskruiskruid
Herhaling
Herhaling
Het thema Jacobskruiskruid is het eerste thema in leerjaar 3.
Je hoeft geen stof te herhalen om aan het thema te kunnen beginnen.
Succes!
Modules
Levenskenmerken
Levende wezens vertonen levenskenmerken of levensverschijnselen.
Paarden, de Sint-Jakobsvlinkder en Jacobskruiskruid vertonen allemaal levensverschijnselen.
Weet je nog wat de negen levensverschijnselen zijn?
Alle organismen bestaan uit cellen. Daarom zeggen we ook wel: Cellen zijn de bouwstenen van organismen. Maar die cellen zijn niet allemaal hetzelfde gebouwd. Welke verschillende cellen kun je tegenkomen?
Door te kijken naar de bouw van cellen kun je verschillende groepen organismen onderscheiden.
Alle organismen moeten zichzelf voeden om in leven te blijven. Dat is één van de levenskenmerken.
In dit onderdeel staan dieren centraal. Niet alle dieren eten hetzelfde.
Als je kijkt naar wat de dieren eten kun je planteneters, vleeseters en alleseters onderscheiden.
Door te kijken naar de bouw van dieren kun je vaak al zeggen wat het dier eet. Bij zoogdieren, zoals een paard, geeft de bouw van het gebit en de lengte van de darmen belangrijke informatie.
In het volgende onderdeel kijk je naar de relatie tussen de bouw dieren en hun voedselkeuze.
Jakobskruiskruid is een zaadplant. Zaadplanten planten zich voort door middel van zaden.
De zaden ontwikkelen zich in een bloem. Een plant is een organisme die bestaat uit verschillende organen, namelijk wortels, stengels, bladeren en bloemen.
In dit onderdeel bestudeer je de organen van een zaadplant.
Jakobskruiskruid en zebrarupsen van de sint-jakobsvllinder hebben een relatie met elkaar.
De rupsen hebben de zaadplant nodig als voedsel. Ook paarden eten de plant, ook al is dat niet gezond voor ze.
Organismen kunnen verschillende relaties met elkaar hebben als het om voedsel gaat.
In dit onderdeel bestudeer je enkele voorbeelden van deze relaties (symbiose).
Koeien en paarden eten gras. Dat is voor ons niet gezond, wij kunnen gras niet verteren.
Koeien en paarden kunnen gras verteren door de opbouw van hun spijsverteringsstelsel.
In het onderdeel 'Verschillende eters' heb je al gekeken naar verschillen van het gebit en de lengte van het spijsverteringsstelsel.
In dit onderdeel bestudeer je het spijsverteringsstelsel van een mens van mond tot anus.
Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Jacobskruiskruid
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.
Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.
Het arrangement Biologie VMBO 3 TL Biologie voor jou is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Martijn Aarts
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2025-01-13 17:09:06
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.