Webquest
1. Inleiding
Hallo Faidion, Samuel, Atakan en Mauri!
Jullie zijn al goed op weg met het maken van een werkstuk. Zoals jullie waarschijnlijk al gemerkt hebben is het maken van een werkstuk niet makkelijk. Deze webquest gaat jullie helpen!
Veel succes!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
2. Taak
Hoe gaat het maken van het werkstuk?
Jullie zijn al druk bezig met de opdracht (het maken van een werkstuk). Er zijn al een aantal onderwerpen gekozen en jullie halen al vaak boeken bij de bibliobus over het onderwerp.
Het doel van het werkstuk is zelf leren over het onderwerp dat je hebt gekozen. Alleen je werkstuk kan ook gebruikt worden om andere te informeren over het onderwerp. Je leert er zelf van en je kan anderen kinderen of volwassen ook wat leren.
In deze webquest kom je erachter hoe ver je al bent met je werkstuk en wat je nog moet doen! Als je vragen hebt kan je het altijd aan je juf vragen.
3. Werkwijze
Hoe maak je een werkstuk?
Stap 1: bedenk een onderwerp! Wat vind je leuk en/of waar wil je meer over weten?
Stap 2: wat wil je weten? Welke vragen komen in jou op, schrijf deze vragen gelijk op.
Stap 3: maak hoofdstukken. De hoofdstukken zijn de vragen van stap 2. Heb je wel tien vragen, dan kies je er 5/6 uit die je het meest interessant vindt.
Stap 4: maak een inhoudsopgave. Voorbeeldinhoudsopgave:
- inleiding
- hoofdstuk 1
- hoofdstuk 2
- hoofdstuk 3
- hoofdstuk 4
- hoofdstuk 5
- hoofdstuk 6
- nawoord
- bronnenlijst
Stap 5: maak een inleiding. In de inleiding schrijf je waarom je voor dit onderwerp hebt gekozen.
Stap 6: zoek informatie (zie volgende pagina(bronnen) in de webquest voor suggesties):
- boeken
- het internet
- tijdschriften (bijvoorbeeld national geographic of zo zit dat?!)
- personen die veel over het onderwerp weten en ermee te maken hebben
Stap 7: schrijf de gevonden informatie in je eigen woorden op!
Stap 8: het nawoord. Beschrijf in het laatste hoofdstuk van je werkstuk wat je ervan hebt geleerd en hoe je het vond om aan de slag te gaan met het door jouw gekozen onderwerp.
Stap 9: bronvermelding. Schrijf de bronnen (boeken, websites, enzovoort) op in de bronnenlijst. Plaats deze aan het einde van je werkstuk.
Stap 8: maak een leuke kaft! Hierop staat je naam, het onderwerp en leuke plaatjes.
Stap 10: controleren. Controleer je werk na op spelfouten en of je werkstuk er netjes uitziet. Kloppen de zinnen is er overal hetzelfde lettertype gebruikt.
Stap 11: inleveren. Is na al je harde werk je werkstuk klaar? Dan mag je het inleveren!
4. Bronnen
Handige sites!
Hieronder heb ik een paar handige sites toegevoegd die jullie kunnen gebruiken voor je werkstuk.
Schooltv: Vulkanen - Wat is een vulkaan nou eigenlijk?
Spreekbeurten - vulkanen
Vulkanen - Wikikids
National Geographic junior - vulkanen
Heelal - Wikikids
ESA - ruimte voor kinderen
Heelal - Spreekbeurten
Energie - Wikikids
Energiegenie
Schooltv: energie
Schooltv: aardbevingen
Aardbevingen - Wikikids
Aardbevingen- Spreekbeurten
Wat is een aardbeving?
5. Beoordeling
Onderdeel
|
Beoordeling
|
|
Onvoldoende
|
Voldoende
|
Goed
|
Informatie
|
Je hebt weinig informatie gevonden. Je hebt je eigen vragen nog niet beantwoordt.
|
Je hebt redelijk wat informatie, alle vragen zijn beantwoordt. Er mist nog wel wat informatie.
|
Je hebt super veel over het onderwerp geleerd. Je had alle informatie verzameld en opgeschreven om de vraag goed te beantwoorden.
|
Stappen
|
Je hebt een paar stappen doorlopen, maar je werkstuk mist nog veel stappen.
|
Je hebt alle stappen doorlopen. Sommige stappen hadden uitgebreider gemogen.
|
Super goed gedaan. Alle stappen zijn uitgebreid aanbod gekomen in jouw werkstuk.
|
Uitstraling
|
Je hebt geen kaft gemaakt of er staat alleen maar je naam en het onderwerp. Verder heb je geen plaatjes gebruikt in je werkstuk. Kopjes zijn niet aangegeven.
|
Het werkstuk ziet er prima uit. Je hebt een kaft gemaakt, en er staan plaatjes bij de tekst. De kopjes staan boven de tekst.
|
Je werkstuk ziet er super mooi uit. Leuke kaft. Je hebt goed gebruik gemaakt van plaatjes, maar ook niet te veel. De plaatjes helpen bij het begrijpen/ duidelijk maken van de tekst. De kopjes zijn duidelijk aangegeven.
|
Netheid
|
Er staan veel spelfouten in. Verschillende lettertypes/lettergroottes. Geen punten en hoofdletters gebruikt.
|
Er staan weinig spelfouten in. Zelfde lettertype/lettergrootte.
Gebruik gemaakt van hoofdletters en punten.
|
Weinig tot geen spelfouten. Je hebt hetzelfde lettertype/lettergrootte gebruikt. Alleen voor de titel is een ander lettertype en -grootte gekozen. Voor de kopjes ook, alleen die moeten wel weer altijd hetzelfde zijn. Je hebt hoofdletters, punten en Komma’s gebruikt.
|
Taal
|
Alles is letterlijk overgeschreven uit de bronnen.
|
Je hebt sommige dingen letterlijk overgenomen uit de bronnen.
|
Je hebt (bijna) alles in eigen woorden geschreven.
|
Bronnen
|
Je hebt maar één of twee bronnen gebruikt.
|
Je hebt meer dan twee verschillende bronnen gebruikt. Bijvoorbeeld: twee verschillende boeken en een website.
|
Je hebt meer dan 3 verschillende bronnen gebruikt. Bijvoorbeeld: twee boeken, een website en een tijdschrift.
|
6. Terugblik
Super gedaan!
- Je kunt nu een werkstuk schrijven.
- Je weet nu heel veel over jouw onderwerp.
- Je kunt informatie opzoeken in boeken, tijdschriften en/op op het internet. Misschien heb je zelfs iemand gemaild, om een vraag beantwoordt te krijgen.
- Je kunt opgezochte informatie in je eigen woorden opschrijven.
- Je kunt plaatjes opzoeken die bij de tekst horen. Of je hebt zelfs plaatjes gevonden die de tekst verhelderen.
Jullie hebben een hele hoop geleerd!
7. Docentpagina
Titel: hoe maak je een werkstuk?
Onderwerp: vulkanen, elektriciteit, aardbevingen, het heelal
School: Basisonderwijs
Bestemd voor: groep 6
Vakgebied: Aardrijkskunde,
Leerpunten: de kinderen leren hoe ze een werkstuk moeten maken en aan welke eisen een werkstuk moet voldoen.
Opbrengst: Een werkstuk.
Benodigdheden: twee computers en twee laptopjes.
Deze webquest is gemaakt door: Zoë Skerletidis
Extra informatie
Wat is een webquest?
Een webquest is een educatieve opdracht, die de kinderen via internet uitvoeren. De kinderen moeten dit samen of individueel kunnen maken. Een goede reden om gebruik te maken van een webquest is dat leerlingen op een gestructureerde en leuke manier leren om te gaan met het internet.
Voor wie is deze webquest bedoeld?
Deze webquest is bedoeld voor de pluskinderen uit groep 6. De kinderen kunnen zelf aan de slag met de webquest. Ik zal ze aan het begin begeleiden en ze kunnen altijd met vragen komen.
Hoe werkt deze webquest
Deze webquest werkt als volgt:
De kinderen moeten alle stappen doornemen. Een webquest bestaat uit het volgende:
1. Inleiding
2. Taak
3. Werkwijze
4. Bronnen
5. Beoordeling
6. Terugblik
7. Docentpagina
De kinderen lezen eerst de inleiding. Daarin staat vermeldt wat ze moeten doen. Naarmate ze steeds verder gaan ( naar de volgende stappen) komen ze dichterbij het eindresultaat.