Webquest Organen

Webquest Organen

webquest Organen

Inleiding

Welkom bij deze webquest!

Jullie gaan in duo’s leren hoe het precies zit met onze organen. Vanaf nu zijn jullie onderszoekende dokters, die uiteindelijk aan hun publiek gaan vertellen en laten zien wat jullie allemaal weten. Jullie doen dus samen een onderzoekje en jullie presenteren uiteindelijk jullie favoriete orgaan aan de rest van de klas.

Doelen

Jullie doelen bij deze webquest zijn:

  • Je leert bijvoorbeeld wat organen zijn, welke organen we hebben en welke functie ze hebben;
  • Je leert allerlei handige weetjes zoals: wat is ons grootste orgaan? En hebben we eigenlijk een belangrijkste orgaan in ons lichaam?;
  • Je leert hoe je jouw organen gezond en vitaal kunt houden;
  • Je leert een presentatie ontwerpen en presenteren aan de hand van een beoordelingsschema;
  • Je leert samenwerken met een andere leerling.

 

Tip: Verdeel de samenwerking dusdanig dat jullie allebei die onderdelen voor je rekening nemen waar je goed in bent!

Introductie

Dompel jezelf even onder in de wereld van organen en bekijk deze filmpjes.

Filmpje 1

Filmpje 2

Opdracht

Opdracht 1 - Oriënteren

Maak samen een woordweb.

In dit woordweb kun je straks zien wat jullie beginsituatie is: wat weten jullie nu van organen?

Uiteraard mogen jullie de filmpjes uit de introductie gebruiken als bron.

Opdracht 2 - Onderzoeken

Test jezelf; wat weet je inmiddels over organen?

Zoek de antwoorden die je niet weet op internet op.

Kijk bij werkwijze hoe je je eigen antwoorden kunt checken en eventueel kunt verbeteren.

 

Opdracht 3 - Ondervinden

Proef 1: ADEMKRACHT - LONGEN​

  1. Zoek 3 belangrijke functies van de longen.
  2. Doe het proefje ADEMKRACHT via de link en print vervolgens het werkblad uit. Ga aan de slag.
Longen
Longen

Link naar proefje 1

Proef 2: HARTSLAG - HART

  1. Zoek 3 belangrijke functies van het hart.
  2. Doe het proefje HARD RENNEN via  de link  en print het werkblad uit. Ga aan de slag.
Hart
Hart

Link naar proefje 2

Proef 3: ZWEVENDE ARMEN – HERSENEN

  1. Zoek 3 belangrijke functies van de hersenen.
  2. Doe het proefje ZWEVENDE ARMEN via de link en print het werkblad uit. Ga aan de slag.
Brein
Brein

Link naar proefje 3

Proef 4: GEVOELIG TYPE? – HUID

  1. Zoek 3 belangrijke functies van de huid.

  2. Doe het proefje GEVOELIG TYPE? via de link en print het werkblad uit. Ga aan de slag.

Huid
Huid

Link naar proefje 4

Opdracht 4 - Presenteren

Verwerking

Opdracht 1

Opdracht 1

Maak een woordweb op A3 papier; gebruik (steek)woorden en beelden (afbeeldingen, tekeningen, grafieken etc.) waaruit duidelijk wordt wat je beginsituatie is. Je mag uiteraard  de computer en printer (met mate!) gebruiken.

Opdracht 2

Wil je meer weten over organen, zodat je de vragen kan beantwoorden? Dan kun je de volgende bronnen raadplegen:

Bron 1

Bron 2

Bron 3

Opdracht 3

De antwoorden en extra uitleg over de proefjes, hoe en waarom, kun je op de volgende sites vinden.

Je checkt dus achteraf je eigen werk en antwoorden en leest waarom de uitkomsten van de proefjes zijn zoals ze zijn.

Proefje 1

Proefje 2

Proefje 3

Proefje 4

Opdracht 4

Presenteren

 

In deze afsluitende opdracht maak je een korte presentatie in powerpoint of Prezi.

Check bij verwerking de punten waaraan jouw presentatie moet voldoen.

Je presentatie voldoet sowieso aan de volgende eisen:

Stap 1: Presenteer jouw onderwerp: naam van orgaan en plaatje of filmpje

Stap 2: Introductie: vertel iedereen waarover jouw presentatie gaat en waarom je voor dit onderwerp gekozen hebt.

Stap 3: Kern: vertel in een logische volgorde de volgende dingen: de functie(s) van jouw orgaan, de samenwerkingsstelsel(s), waarom het orgaan belangrijk is in het lichaam en eventueel andere informatie die jij belangrijk genoeg vindt om te vertellen. Plaatjes moeten erbij. Filmpje mag ook.

Stap 4: Samenvatten: vat in het kort samen wat je hebt verteld

Stap 5: Reflecteer op je eigen leerproces: wat heb je geleerd? Wat ging goed? Wat kon beter?

Stap 6: Sluit af: check of er vragen zijn of stel zelf vragen aan je publiek

Infobronnen

Hoe je een goede presentatie kan houden? Dat lees je hier.

Bron 1

Bron 2

Bron 3

Beoordeling

Beoordelingsschema

De beoordeling van je eigen leerproces gebeurt door middel van jullie presentatie. De presentatie is eigenlijk een samenvatting van wat je geleerd hebt.

Ook kijkt de leerkracht de opdrachten die je gemaakt hebt door. Je hebt je eigen fouten als het goed is zelf al verbeterd met behulp van de antwoordbladen.

Tijdens je presentatie kijkt de leerkracht naar het volgende:

 

Onvoldoende

Voldoende

Goed

De presentatie voldoet aan het stappenplan (stap 1 t/m 6)

 

   

Stap 1: het onderwerp in duidelijk en wordt helder gepresenteerd aan de klas

 

   

Stap 2: de introductie zorgt ervoor dat iedereen precies weet waar de presentatie over gaat

 

   

Stap 3: het wordt helder wat de functie(s) van van het orgaan zijn, de samenwerkingsstelsel(s), waarom het orgaan belangrijk is in het lichaam.

 

 

   

Het plaatje of het filmpje is duidelijk en helpt de presentatie beter te worden.

 

   

Stap 4: de inhoud wordt goed samengevat: kort maar krachtig.

 

   

Stap 5: reflectie is compleet: wat heb je geleerd? Wat ging goed? Wat kon beter?

 

   

Stap 6: het publiek wordt bij de presentatie betrokken en de presentator beantwoordt vragen of stelt vragen aan het publiek

 

 

   

Afsluiting

Geef elkaar een welverdiend schouderklopje!

Jullie hebben een mooi leerproces doorlopen door middel van deze webquest. Allerlei vaardigheden kwamen aan bod: samenwerken, onderzoeken, uitwerken, presenteren en reflecteren.

Evalueer op je eigen leerproces (individueel) en schrijf in een half a4’tje wat je geleerd hebt van het doorlopen van deze webquest en wissel jouw ervaring uit met een klasgenoot.

Leerkracht

Doelgroep van deze webquest: groep 6,7,8

Het doel van deze webquest is dat leerlingen zelfstandig op onderzoek uitgaan, op die manier werken ze vanuit hun eigen onderzoekende houding.  De leerkracht coacht en begeleidt hierin, maar stuurt verder niet.

SLO Doelen Nederlands

 

MONDELING ONDERWIJS - kerndoel 2 – leerlijn groep 7&8

 

De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

  • spreekdoelen hebben vooral betrekking op informeren, instrueren, overtuigen en overhalen, in informele en formelere situaties
  • bij het spreken worden zowel eenvoudige als complexe cognitieve taalfuncties gebruikt; ze zijn niet contextafhankelijk: ze kunnen ook betrekking hebben op omgeving, verleden en toekomst die ver is
  • het inzetten van spreekstrategieën wordt aangemoedigd door de leraar en waar nodig door hem begeleid. Accent ligt op het oriënteren op inhoud, doel en publiek, plannen (informatie verzamelen, selecteren en ordenen), reflecteren (vooral op doel, functie en inhoud)
  • accent ligt op oriënteren op inhoud, doel en publiek, plannen en reflecteren (op doel, inhoud, functie en vorm)

SCHRIFTELIJK ONDERWIJS – Kerndoel 4 – leerlijn groep 7&8

 

De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen.

  • informatieve en instructieve (en betogende) teksten in boeken, tijdschriften kranten, folders en op internet
  • naslagwerken, waaronder in ieder geval een woordenboek, encyclopedie, telefoonboek, internet
  • Leesdoelen hebben betrekking op informatie verwerven en geïnstrueerd worden
  • inzetten van technieken en strategieën voor informatieverwerving, waar nodig onder begeleiding van de leraar
  • bij informatieverwerving ook aandacht voor: betekenis en functie van verschillende informatiebronnen zoals grote woordenboeken, encyclopedieën, week- en dagbladen, tijdschriften, reisgidsen, atlassen en internet

 

BIM-MODEL integratie

 

Beeldvormers

A. De werkelijkheid:

1. De eigen omgeving met zijn a-biotische en biotische elementen (dorp en stad, landschap en ecosysteem, monument, straatmeubilair)

B. Afbeeldingen:

2. Dia, film, video/dvd, televisie/schooltelevisie, cd-rom

3. Wandplaat, poster en bordtekening

5. Model en maquette  

7. Flashets, applets, e.d.

C. Het gesproken woord:

1. Het verhaal: vertellen en voorlezen

2. Informatieve teksten

D. Het geschreven/gedrukte woord:

2. Informatieve teksten

4. Informatieve bronnen (archief)

E. Doen:

1. Leven als… onderzoekende dokter 

2. Spelen als…. onderzoekende dokter

3. Spelen met….. presenterende dokter

4. Spreken als dokter

6. Onderzoeken en ontwerpen

7. Muurkrant en tentoonstelling

 

Inquiery approach 

1. Waarnemen: leerlingen ontwikkelen een onderzoekende houding door te zien, te voelen, te merken wat er in hun lichaam gebeut.

Wat zie je? Wat hoor je? Wat voel je? Wat ruik je? Wat proef je? Waar zie je dit? Wat gebeurt er? Op welk moment zie je het?

2. Herkennen: leerlingen herkennen processen in hun eigen lichaam.

Heb ik dit ergens eerder gezien? Komt dat ergens anders, in een andere tijd ook voor? Zit er een trend in?

3. Verklaren: leerlingen verklaren al onderzoekend via de webquest welke processen en welke functies gaande zijn in de organen

Hoe komt dat? Waar gaat het over? Waarom toen? Waarom daar? Welke invloeden hebben een rol gespeeld?

4. Voorspellen: leerlingen kunnen deels voorspellen wat de uitwerking van de functies van de organen in de praktijk zijn. Leerlingen kunnen voorspellen wat er gebeurt als je niet goed voor je eigen lichaam zorgt. 

Wat kan er gebeuren? Waar kan dat gebeuren? Hoe zou zich dit verder kunnen ontwikkelen?

5. Waarderen: leerlingen leren aan de hand van de opgedane kennis hun eigen lichaam meer waarderen.

Wat vind ik ervan? Wat vinden anderen ervan? Kan het ook anders? Wat moet er gebeuren?

 

Multiperspectiviteit

economisch

cultureel

historisch

sociaal

leren samenwerken en presenteren 

taken verdelen: werk met je eigen talent (waar ben ik goed in?)

Technologisch

Zoeken en verzamelen van informatie online en maken van een presentatie 

ruimtelijk

politiek

natuurlijk

biologische kijk op lichaam

individueel

leren waarderen en verklaren van functies van organen in eigen lichaam