Hoogbegaafdheid tot zijn recht
Welkom!
Je bent op deze site beland omdat je tot de 3% hoogbegaafden hoort in het land of omdat je nieuwsgierig bent (of allebei).
Hoogbegaafden hebben het niet altijd makkelijk en het wordt tijd dat daar verandering in komt. Je hebt namelijk meerdere talenten en de kans is groot dat er één heel extreem zichtbaar is en anderen liggen te sluimeren onder de oppervlakte. Sommige dingen lukken je misschien nog niet en daar wordt je misschien wel op afgerekend. Niet terecht. Hoogbegaafd wil niet zeggen dat je niets te leren hebt.
In het menu vind je verschillende bronnen van informatie, bijvoorbeeld over hoe hersenen van hoogbegaafden werken (dat is echt anders!). Het is belangrijk dit soort dingen te weten, omdat je dan ook de beste leerstrategie kan kiezen. Daar vind je ook informatie over in de tabs, net als tips voor wetenschappelijk lezen en schrijven (maar ook zo schrijven dat je leraar tevreden is met je antwoord).
Je kunt zelf kiezen hoe je gebruik maakt van deze informatie en in welke volgorde. Blijf in ieder geval zoeken naar een manier die voor jou werkt. Het is veel te belangrijk dat je optimaal je talenten benut. Je wordt er zelf gelukkiger van én we hebben mensen nodig die ons kunnen inspireren.
Deze Wikiwijs is tot stand gekomen als gevolg van een langdurig, praktisch onderzoek naar wat kan werken voor hoogbegaafden. Dat betekent niet dat alles wat hier staat per sé voor JOU werkt. Je moet dat zelf onderzoeken. Ieder mens is uniek. Als je maar niet vervalt tot lamlendigheid en het opgeeft. Dat zou echt zonde zijn.
Heb je iets ontdekt wat voor jou werkt en wat hier niet op staat? Mail het me dan. Dan kan ik dat toevoegen. Zo kunnen steeds meer mensen profiteren van praktijkinzichten.
Succes!
Anja Schoots
a.schoots@ichthuslyceum.nl
Hersenen van een hoogbegaafde
Ze werken echt anders, de hersenen van hoogbegaafden. Die andere werking heeft voordelen, vooral bij complexe taken, maar kan soms tegen je werken, zoals bij heel eenvoudige odprachten. Je hersenen loslaten op een simpele taak is als een punaise in een prikbord slaan met een moker.
Zie hier een uitleg over de werking:
Simpele dingen leren met complexe hersenen
Hoe bereid je je voor op een eenvoudige, niet zo uitdagende leertaak?
Eerst moet je weten hoe het werkt. Je weet dat je iets moet doen wat niet zo moeilijk is (ook als je onvoldoendes hebt gehaald voor dat vak, zie je dat het werk eigenlijk simpel is). Je gaat zitten en onmiddelijk treedt er verzet in je op. Je hersenen willen wakker blijven maar dat lukt ze niet. Je sukkelt langzaam in slaap boven je woordjes (of wat dan ook). Je hersenen maken geen dopamine aan (dat stofje waar je je blij van gaat voelen en wat vrij komt bij een uitdagende taak waarvan je weet dat er een beloning aan vast zit). Het gevolg is dat de stof niet goed binnen komt, wat weer tot een onvoldoende leidt. Wat volgt is teleurstelling, jezelf kwalijk nemen of de docent......
Wat te doen?
De sleutel ligt in het werk zo organiseren dat je hersenen wel dopamine aanmaken. Dat doen ze als ze weten dat er een beloning in het verschiet ligt.
Voorbeelden:
Je zou bijvoorbeeld tegen jezelf kunnen zeggen: ik wed dat het mij lukt deze 75 woorden in 15 minuten in mijn hoofd te stampen.
Of je verdeelt de woorden in categorieën (zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, werkwoorden). Zo maak je het jezelf iets moeilijker, wat voor je hersenen fijn is.
Je kunt ook een wetenschappelijk artikel downloaden in de doeltaal en markeren waar je woorden tegenkomt die ook in je leerlijstje staan (dit kan niet altijd).
Je kiest een talent dat je hebt (bijvoorbeel tekenen, programmeren, of iets dergelijks) en combineert de te leren woordjes daarmee: je programmeert een vertaalhulp, je tekent een stripverhaal waar de woorden in voorkomen, enzovoort).
Tip:
Zorg wel altijd dat je je een tijdbeperking oplegt. De verleiding is groot helemaal weg te zeilen in je talent, het programmeerwerk bijvoorbeeld. Dan kom je aan je andere huiswerk niet meer toe en heb je alleen maar een groter probleem.
Schrijven
Wetenschappelijk schrijven
Van hypothese tot conclusie
Een wetenschappelijke tekst heeft een vaste opbouw. Meestal begint de wetenschapper met een hypothese: een stelling waarvan hij denkt dat het zo is. Vervolgens bedenkt hij hoe hij gaat aantonen of de hypothese waar of niet waar is. Welke onderzoeksvormen gaat hij gebruiken, welke bestaande bronnen kan hij raadplegen, hoe lang heeft hij de tijd, enzovoort? Als al het onderzoek is gedaan, schrijft hij een verslag.
Op deze site vind je een beschrijving:
Schrijven voor een toets
Een vast stramien
Ken je dat, je ziet een toetsvraag en onmiddelijk komt er in je hoofd een netwerk aan informatie op. Je denkt 'moet ik dat allemaal gaan opschrijven?' Dat lijkt je wat veel. Je maakt een keuze en het blijkt de verkeerde te zijn. De docent rekent het fout omdat je niet volledig bent of een deelaspect hebt behandeld. Natuurlijk weet je de rest ook wel, maar dat weet de docent niet. Frustraties alom.
Hieronder zie je per vraagsoort een antwoordmodel. Daarbij staan voorbeelden. De dikgedrukte woorden komen vaak voor in een dergelijk antwoord. Je zult zien dat je heel gestructureerd de vraag kunt beantwoorden zonder dat het je een lamme hand oplevert.
1. Vraag naar een relatie tussen gebeurtenissen en verschijnselen.
Bepaal eerst wat voor relatie er is: oorzaak-gevolg, doel-middel, chronologische volgorde?
Een antwoord kan er dan zo uitzien:
Oorzaak-gevolg: De Amerikanen gebruikten het landbouwgif Orange Agent in Vietnam. Hierdoor kregen veel Vietnamezen kanker.
Doel-middel: De Amerikanen gebruikten het landbouwgif Orange Agent om de bomen te ontbladeren voor beter zicht.
Chronologie: Veertig jaar geleden gebruikten de Amerikanen het landbouwgif Orange Agent. Veel Vietnamezen kregen toen kanker. Nu nog steeds worden veel Vietnamezen ziek door de vervuilde bodem. De Amerikanen gaan de bodem saneren.
2. Vraag naar verschillen en overeenkomsten
Hiervoor is het Venn-model heel handig. Dit is een schema om de kenmerken van iets in te zetten. De overeenkomsten komen in het midden:

3. Vragen om een toelichting
Je begint met het beschrijven van het gevraagde. Daarna volgt de toelichting. Bijvoorbeeld:
Kernsplijting is een proces waarbij een zware onstabiele atoomkern zich deelt of splijt in twee of meer lichtere kernen, waarbij aanzienlijke hoeveelheden energie vrijkomen. Een neutron botst met de kern van een splijtbaar atoom. Daardoor deelt deze zich in verschillende splijtingsproducten: atoomkernen gammafotonen, neutrino's en snelle neutronen. De energie is als volgt verdeeld: 3,5% gammastraling, 2,5% snelle neutronen en 94% in de kinetische energie van de brokstukken, die door de elektrostatische afstoting versneld worden tot 3% van de lichtsnelheid.
4. Vragen om voorbeelden
Voorbeelden van organen zijn:
- maag
- oog
- tong
- dunne darm
- enz.