Eerst moet je weten hoe het werkt. Je weet dat je iets moet doen wat niet zo moeilijk is (ook als je onvoldoendes hebt gehaald voor dat vak, zie je dat het werk eigenlijk simpel is). Je gaat zitten en onmiddelijk treedt er verzet in je op. Je hersenen willen wakker blijven maar dat lukt ze niet. Je sukkelt langzaam in slaap boven je woordjes (of wat dan ook). Je hersenen maken geen dopamine aan (dat stofje waar je je blij van gaat voelen en wat vrij komt bij een uitdagende taak waarvan je weet dat er een beloning aan vast zit). Het gevolg is dat de stof niet goed binnen komt, wat weer tot een onvoldoende leidt. Wat volgt is teleurstelling, jezelf kwalijk nemen of de docent......
Wat te doen?
De sleutel ligt in het werk zo organiseren dat je hersenen wel dopamine aanmaken. Dat doen ze als ze weten dat er een beloning in het verschiet ligt.
Je zou bijvoorbeeld tegen jezelf kunnen zeggen: ik wed dat het mij lukt deze 75 woorden in 15 minuten in mijn hoofd te stampen.
Of je verdeelt de woorden in categorieën (zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden, werkwoorden). Zo maak je het jezelf iets moeilijker, wat voor je hersenen fijn is.
Je kunt ook een wetenschappelijk artikel downloaden in de doeltaal en markeren waar je woorden tegenkomt die ook in je leerlijstje staan (dit kan niet altijd).
Je kiest een talent dat je hebt (bijvoorbeel tekenen, programmeren, of iets dergelijks) en combineert de te leren woordjes daarmee: je programmeert een vertaalhulp, je tekent een stripverhaal waar de woorden in voorkomen, enzovoort).
Zorg wel altijd dat je je een tijdbeperking oplegt. De verleiding is groot helemaal weg te zeilen in je talent, het programmeerwerk bijvoorbeeld. Dan kom je aan je andere huiswerk niet meer toe en heb je alleen maar een groter probleem.