Hoe ontstaat regen eigenlijk?
En hagel en sneeuw?
Waarom valt uit de ene wolk wel wat en uit de ander niet?
Welke rol speelt neerslag in de waterkringloop?
Hoe ontstaat een regenboog?
Je gaat in deze opdracht op zoek naar het antwoord op deze vragen.
Om te kijken wat je al weet over neerslag, speel je De Grote Weerquiz.
Beantwoord de tien vragen door op het juiste antwoord te klikken.
Kijk na afloop wat je score is!
minimaal vijf verschillende vormen van neerslag omschrijven.
het verschil beschrijven tussen stijgingsregens, stuwingsregens en frontale regens.
het begrip luchtdruk omschrijven. Ik kan aangeven waarmee je de luchtdruk kunt meten en welke meeteenheid wordt gebruikt.
aangeven met welk meetinstrument ik de windsnelheid meet en met welke eenheid de windsnelheid wordt aangegeven.
omschrijven wat de relatie is tussen luchtdruk en wind. Ik kan het verschil tussen aflandige en aanlandige wind omschrijven.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je onderzoekt de rol van het weer in het dagelijks leven.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert een aantal pagina's in de Kennisbank over temperatuur, neerslag en soorten regen. Je bekijkt daar video's over en beantwoordt vragen over neerslag.
Stap 2
Je leest een tekst over de neerslaghoeveelheid in Nederland en beantwoordt daar vragen over.
Stap 3
Je leest een aantal pagina's over (soorten) wind en beantwoordt daar vragen over.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen gaan over allerlei vormen van neerslag.
Eindopdracht A
Kies je voor eindopdracht A: dan maak je een toets.
Eindopdracht B
Kies je voor eindopdracht B: dan bekijk je eerst een instructievideo en gaat daarna een barometer maken.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
een stuk karton
rietjes
ballon
elastiekjes
een schaar
een potje
kleurviltstiften
plakband
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Neerslag
Bestudeer uit de Kennisbank Het weer de pagina's:
Temperatuur, Neerslag en Soorten regen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Vraag 1
Hoe ontstaat regen?
Juist antwoord / Uitleg
In een regenwolk zitten allemaal kleine druppeltjes water. Als deze druppeltjes groter worden, worden de druppels zwaarder. Hierdoor vallen de druppels, en gaat het regenen.
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 2
Wat is de waterkringloop?
Juist antwoord / Uitleg
De kringloop van het water in de zee tot regen. Regen valt weer en komt weer in de zee terecht.
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 3
Wanneer zie je een regenboog?
Juist antwoord / Uitleg
Je ziet een regenboog als het licht van de zon wordt gebroken door een waterdruppel. Je ziet dus een regenboog als de zon schijnt en het tegelijkertijd regent.
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 4
Wat is het verschil tussen een bui in de buurt van de evenaar en een bui in de bergen?
Juist antwoord / Uitleg
Bij een bui in de buurt van de evenaar heb je te maken met stijgingsregen. Hierdoor ontstaan stapelwolken waardoor je plotseling een hele zware bui kan hebben.
Sommige mensen denken dat het in Nederland altijd regent.
Dat valt over het algemeen wel mee.
Lees onderstaande tekst over de neerslaghoeveelheid in Nederland.
Maak daarna de oefening en geef aan of de stellingen waar of niet waar zijn.
Nederland wordt wel eens een regenland genoemd. Toch gaan er in een normaal jaar altijd nog 131 dagen voorbij zonder ook maar één spatje regen. Op de overige dagen valt er in ons land gemiddeld over het land ongeveer 800 millimeter neerslag gedurende 580 uur.
De meeste regen valt gewoonlijk in de zomermaanden, maar dat betekent niet dat het dan ook vaker regent.
De regen valt dan met grotere hoeveelheden ineens en is dan in het algemeen van kortere duur dan in de winter.
De meeste neerslag valt in juni. In deze maand valt er in totaal vaak iets meer dan 80 mm neerslag.
De droogste plek van Nederland vinden we in het midden van Limburg. Daar valt de minste neerslag, gemiddeld minder dan 700 mm per jaar.
De meeste kans op een droge dag heb je in april, dan valt er in Nederland namelijk gemiddeld de minste neerslag. In april valt gemiddeld maar net iets meer dan 40 mm neerslag.
In ons grillige klimaat kunnen de cijfers echter van jaar tot jaar en van dag tot dag behoorlijk verschillen. Tijdens zware buien kan er 's zomers plaatselijk wel meer dan 100 millimeter op een dag vallen.
De grootste neerslaghoeveelheid ooit in één etmaal op een weerstation van het KNMI (Voorthuizen, augustus 1948) gemeten bedraagt ruim 200 millimeter.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Vraag 1
Tussen welke waarden varieert de luchtdruk op aarde ongeveer?
Juist antwoord / Uitleg
De luchtdruk varieert tussen de 960 mbar en 1040 mbar.
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 2
Stroomt lucht van gebieden van een lage luchtdruk naar gebieden met een hoge luchtdruk of juist andersom?
Juist antwoord / Uitleg
Lucht stroomt van gebieden met een hoge luchtdruk naar gebieden met een lagere luchtdruk.
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 3
Wat is een depressie?
Juist antwoord / Uitleg
Een gebied met een lage luchtdruk noem je een depressie.
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 4
Welke schaal gebruik je om de windkracht weer te geven?
Juist antwoord / Uitleg
Schaal van Beaufort.
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 5
Welke wind, aanlandige wind of aflandige wind, zal meer vocht bevatten?
Juist antwoord / Uitleg
Aanlandige wind komt van zee en zal meer vocht bevatten.
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 6
Hoe noem je een wind die voorkomt in tropische gebieden en waarvan zowel een natte als een droge variant voorkomt?
Juist antwoord / Uitleg
Een moesson.
Gegeven antwoord
0% (0)
Vraag 7
In welke volgorde hoor je een donder en zie je een bliksemflits?
Juist antwoord / Uitleg
Je ziet eerst een bliksemflits en even later hoor je de donder.
Je gaat samen met een klasgenoot een barometer maken.
Bekijk de volgende video aandachtig, want je gaat de barometer maken zoals hier wordt uitgelegd.
Verzamel de spullen die je nodig hebt, zoals te zien in het filmpje.
Maak de barometer op de manier die in het filmpje getoond wordt.
Je kunt de video af en toe stil zetten om de instructies te kunnen volgen.
Het zou mooi zijn als je, bij een veranderende luchtdruk, de barometer ook kunt testen.
Klaar?
Laat de barometer beoordelen door jullie docent.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Heb je de vragen van de quiz over neerslag goed beantwoord?
Als dat zo is, wist je toch al het een en ander over neerslag!
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je aangeven met welke instrumenten je luchtdruk en windsnelheid kunt meten?
Hoe ging het?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al veel over allerlei soorten neerslag, luchtdruk en wind?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht B
Vond je het leuk om een barometer te maken samen met een klasgenoot?
Hoe verliep de samenwerking?
Het arrangement Neerslag en wind - hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen
4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en
publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Weer en klimaat'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdracht begint met een bespreking van neerslag, waarbij onderwerpen als regen, hagel, sneeuw, de waterkringloop, de regenboog en verschillende soorten regen aan bod komen. Vervolgens wordt de hoeveelheid neerslag behandeld en hoe zowel te weinig als te veel neerslag problemen kunnen veroorzaken. Tot slot wordt wind besproken, waarbij begrippen als luchtdruk, passaat, moesson, windsnelheid en onweer aan bod komen. Je bekijkt meerdere video's en maakt vervolgens een waar of niet waar opdracht.
Leerniveau
HAVO 1;
HAVO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Weer;
Waterkringloop;
Systeem aarde;
Werking van de waterkringloop;
Water;
Aardrijkskunde;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
2 uur 0 minuten
Trefwoorden
aardrijkskunde, arrangeerbaar, havo123, luchtdruk, moesson, neerslag, passaat, stercollectie, waterkringloop, weer
Deze opdracht hoort bij het thema ''Weer en klimaat'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdracht begint met een bespreking van neerslag, waarbij onderwerpen als regen, hagel, sneeuw, de waterkringloop, de regenboog en verschillende soorten regen aan bod komen. Vervolgens wordt de hoeveelheid neerslag behandeld en hoe zowel te weinig als te veel neerslag problemen kunnen veroorzaken. Tot slot wordt wind besproken, waarbij begrippen als luchtdruk, passaat, moesson, windsnelheid en onweer aan bod komen. Je bekijkt meerdere video's en maakt vervolgens een waar of niet waar opdracht.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Neerslag
Wind
Neerslag en wind
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.