Passaat
Winden die waaien tussen de 30° Noorderbreedte en 30° Zuiderbreedte.
|
Moesson
Winden bij de evenaar die elk half jaar van richting veranderen.
|
Temperatuur
Hoe warm of koud het is.
|
Neerslag
Water uit de dampkring. Dit water kan in vaste vorm (sneeuw en hagel) of vloeibare vorm (regen) op aarde terechtkomen.
|
Stuwingsregen
Regen ontstaan doordat lucht tegen een gebergte omhoog gestuwd wordt.
|
Stijgingsregen
Neerslag ontstaan in het gebied rond de evenaar.
|
Wind
De verplaatsing van lucht over het aardoppervlak veroorzaakt door verschillen in luchtdruk.
|
Windkracht
De kracht van de wind bepaald door het verschil in luchtdruk tussen twee gebieden.
|
Storm
Een zeer krachtige wind met een windkracht van minimaal 9 Beaufort.
|
Windrichting
De verplaatsing van lucht over het aardoppervlak in een bepaalde richting.
|
Luchtdruk
Het gewicht van de luchtdeeltjes in de atmosfeer op het aardoppervlak.
|
Front
Een scheiding tussen twee luchtsoorten.
|
Hogedrukgebied
Gebied waar de luchtdruk hoog is ten opzichte van de omgeving, gemeten op zeeniveau.
|
Lagedrukgebied
Gebied waar de luchtdruk laag is ten opzichte van de omgeving, gemeten op zeeniveau.
|
Wolk
Een verzameling zwevende druppeltjes waterdamp of ijskristallen in de dampkring, zichtbaar als een witte of grijze pluim.
|
Wind
De verplaatsing van lucht over het aardoppervlak veroorzaakt door verschillen in luchtdruk.
|