Veel mensen in de rijke landen zijn bereid om een deel van hun inkomen af te staan om de situatie in ontwikkelingslanden te verbeteren.
In deze opdracht kijk je naar verschillende manieren waarop rijke landen zoals Nederland ontwikkelingslanden ondersteunen.
Een groot aantal organisaties zijn bij ontwikkelingshulp betrokken.
Hieronder vind je een lijstje van een aantal organisaties.
Herken je ze? Welke hoort hier niet bij?
Giro 555
Cordaid Memisa
Unicef
Save the Children
NAVO
Amnesty International
Artsen zonder Grenzen
Verenigde Naties.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het begrip ontwikkelingssamenwerking omschrijven;
met behulp van een voorbeeld het verschil omschrijven tussen noodhulp en structurele samenwerking;
met behulp van een voorbeeld het verschil omschrijven tussen gebonden en ongebonden samenwerking;
met behulp van een voorbeeld het verschil omschrijven tussen bilaterale en multilaterale samenwerking;
een voorbeeld geven van een (internationale) overheidsorganisatie en van een niet-overheidsorganisatie (NGO) die betrokken is bij ontwikkelingshulp;
omschrijven wat het Nederlands ontwikkelingsbeleid is.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft en waardeert het Nederlandse ontwikkelingsbeleid en andere vormen van hulp.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leert wat het begrip ontwikkelingssamenwerking inhoudt. Je bespreekt met een klasgenoot wat je al weet over ontwikkelingssamenwerking.
Stap 2
Je leert dat er verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking bestaan en maakt er een oefening over.
Stap 3
Je leert dat er onderscheid wordt gemaakt tussen overheidsorganisaties en niet-overheidsorganisaties in de ontwikkelingssamenwerking. Je maakt een opdracht, waarin je eerst informatie opzoekt op twee websites (Artsen Zonder Grenzen en Plan International Nederland) en er dan vragen over beantwoordt.
Stap 4
en
Je leest met een klasgenoot twee teksten en gaat naar aanleiding daarvan een aantal punten bespreken over Nederlands ontwikkelingsbeleid.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
In de begrippenlijst vind je begrippen en uitleg over ontwikkelingssamenwerking.
Eindopdracht A
Kies je voor opdracht A: dan maak je een toets.
Eindopdracht B
Kies je voor opdracht B: maak een infographic over ontwikkelingssamenwerking samen met je klasgenoot.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor de opdrachten in dit onderwerp heb je ongeveer 2,5 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Ontwikkelingssamenwerking
Ontwikkelingssamenwerking is de samenwerking tussen de rijke westerse landen en de ontwikkelingslanden. Door middel van deze samenwerking willen rijke landen de leefsituatie van de bevolking in ontwikkelingslanden verbeteren.
Bespreek met een klasgenoot wat jullie samen al weten over ontwikkelingssamenwerking.
Kun je bedenken welke verschillende vormen er zijn van ontwikkelingssamenwerking?
Welke partijen zijn betrokken bij ontwikkelingssamenwerking? Ken je hier voorbeelden van?
Is er een verschil tussen ontwikkelingssamenwerking en ontwikkelingshulp?
Probeer al brainstormend zoveel mogelijk woorden te bedenken die te maken hebben met ontwikkelingssamenwerking. Gebruik hier een mindmap bij.
Hoe je een mindmap maakt en welke ICT-tools je hierbij kan gebruiken, is te lezen in de gereedschapskist.
Maak nu de volgende oefening.
Je maakt daarin onderscheid tussen de verschillende soorten ontwikkelingssamenwerking.
Stap 3: Organisaties
Organisaties die ontwikkelingssamenwerking vormgeven, worden ingedeeld in:
overheidsorganisaties of gouvernementele organisaties (o.a. Verenigde Naties, UNHCR).
niet-overheidsorganisaties of non-gouvernementele organisaties (o.a. Artsen zonder Grenzen, Rode Kruis, Cordaid Memisa).
Bestudeer in de Kennisbank de pagina 'wel of geen overheid' over deze organisaties.
De opdracht die je daarna maakt, gaat over twee van die organisaties.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De EU heeft met de lidstaten afgesproken dat er geld gaat naar ontwikkelingssamenwerking.
Lees de teksten in de opdrachten.
Na het lezen van de tekst ga je met een klasgenoot een aantal punten bespreken.
In een uitgave uit 2013 van de Rijksoverheid over ontwikkelingssamenwerking staat deze uitspraak: “Extreme armoede bestrijden we uit solidariteit met mensen. Handel en investeringen stimuleren we vooral uit eigenbelang. Waar hulp en handel elkaar raken, handelen we zowel uit solidariteit als uit welbegrepen eigenbelang. Waar zulke uiteenlopende motieven een rol spelen, kunnen spanningen ontstaan.”
Lees de tweede tekst. Na het lezen van de tekst ga je met een klasgenoot een aantal punten bespreken.
Ontwikkelingssamenwerking
De samenwerking tussen de rijke westerse landen en de ontwikkelingslanden. Het doel van de samenwerking is de leefsituatie van de bevolking in ontwikkelingslanden verbeteren.
Noodhulp/Incidentele ontwikkelingssamenwerking
Samenwerking waarbij het doel is om te helpen bij een noodsituatie.
Structurele ontwikkelingssamenwerking
Samenwerking waarbij het doel is om het ontwikkelingsland economisch zelfstandig te maken.
Gebonden hulp
Het land dat geld geeft stelt eisen aan de besteding van het geld.
Ongebonden hulp
Het land dat geld ontvangt, mag dit vrij besteden.
Bilaterale hulp
Hulp van land tot land.
Multilaterale hulp
Hulp via een internationale ontwikkelingsorganisatie, zoals de Verenigde Naties of de Wereldbank.
Overheidsorganisatie/gouvernementele organisatie
Een organisatie die namens de overheid taken uitvoert.
Niet-overheidsorganisatie/non-gouvernementele organisatie
Een NGO is een organisatie die zich onafhankelijk van de overheid inzet voor een maatschappelijk belang, zoals ontwikkelingssamenwerking.
Eindopdracht A: Toets
In deze stap maak je de toets 'Ontwikkelingssamenwerking'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als eindopdracht maken jullie een infographic waarin jullie duidelijk maken welke vormen van ontwikkelingssamenwerking er zijn.
Een infographic is een goede manier om gegevens op een overzichtelijke manier in beeld te brengen.
Hoe je zo’n infographic maakt, zie je in de gereedschapskist.
In de infographic laten jullie zien:
De pijlers van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking.
Het verschil tussen noodhulp en structurele samenwerking. Geef ook voorbeelden.
Het verschil tussen gebonden samenwerking en ongebonden samenwerking. Geef ook voorbeelden.
Het verschil is tussen bilaterale en multilaterale samenwerking. Geef ook voorbeelden.
Welke verschillende soorten organisaties betrokken zijn bij ontwikkelingssamenwerking. Geef ook voorbeelden.
Klaar?
Lees in de gereedschapskist de beoordelingscriteria even na.
Lever de infographic daarna in bij je docent.
De docent zal jullie eindproduct beoordelen.
Jullie krijgen een goede beoordeling als jullie schema duidelijk maakt:
wat de kenmerken zijn van Nederlands ontwikkelingsbeleid;
wat het verschil is tussen noodhulp en structurele samenwerking;
wat het verschil is tussen gebonden samenwerking en ongebonden samenwerking;
wat het verschil is tussen bilaterale en multilaterale samenwerking;
dat er verschillende soorten organisaties betrokken zijn bij ontwikkelingssamenwerking.
Een infographic is een tekening of foto (in combinatie met tekst) die informatie geeft over een bepaald onderwerp.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je uitleggen wat wordt verstaan onder ontwikkelingssamenwerking?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2,5 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je inderdaad voldoende tijd om alles te lezen en de opdrachten te maken?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al het een en ander over ontwikkelingssamenwerking?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Vond je het leuk om een Infographic te maken? Hoe verliep de samenwerking met je klasgenoot?
Het arrangement Ontwikkelingssamenwerking - hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Arm en rijk'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdrachten bespreken de verschillende soorten ontwikkelingssamenwerking en de bestaande organisaties die aan ontwikkelingssamenwerking doen en hierbij maak je een meerkeuze opdracht. In Nederland bestaat er beleid dat bepaalt hoe ontwikkelingssamenwerking wordt aangepakt, zodat dit op een goede manier gebeurt, gevolgd door een opdracht waarin je beschrijft wat jij vind van de ontwikkelingssamenwerking in Nederland.
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 3;
VWO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Arm en rijk;
Kennis en beeldvorming over ontwikkelingsgebieden op mondiaal niveau;
Aardrijkskunde;
Ontwikkelingsgebieden;
Deze opdracht hoort bij het thema ''Arm en rijk'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdrachten bespreken de verschillende soorten ontwikkelingssamenwerking en de bestaande organisaties die aan ontwikkelingssamenwerking doen en hierbij maak je een meerkeuze opdracht. In Nederland bestaat er beleid dat bepaalt hoe ontwikkelingssamenwerking wordt aangepakt, zodat dit op een goede manier gebeurt, gevolgd door een opdracht waarin je beschrijft wat jij vind van de ontwikkelingssamenwerking in Nederland.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Artsen zonder Grenzen en Plan International Nederland
Ontwikkelingssamenwerking
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.