De Bloedsomloop

De Bloedsomloop

Deze wikiwijs gaat over: de bloedsomloop.

 

Er wordt onderscheidt gemaakt tussen de grote en de kleine bloedsomloop.

De informatie sluit aan als introducerende les over dit onderwerp.

Theorie over de bloedsomloop

 

Hieronder een duidelijke afbeelding van de werking van de bloedsomloop

De bloedsomloop

 

A. Longen
B. Slagaders (rood)
C. Aders (blauw)
D. Haarvaten

A. Linkerkamer
B. Rechterkamer
C. Bloed vanuit de longen
D. Bloed naar de longen
E. Bloed vanuit het lichaam
F. Bloed naar het lichaam
G. Aorta
H. Onderste en bovenste holle aders

 

Slagaders: bloed stroomt van het hart af

Vanuit de linkerhelft van het hart komt het zuurstofrijke bloed eerst in de grootste slagader, de aorta. De aorta vertakt al snel in kleinere slagaders, die het bloed omhoog voeren richting hersenen en omlaag naar de organen in de buik en verder, tot in de puntjes van de tenen en de vingers. Slagaders, ofwel arteriën, zijn stevige bloedvaten met een gladde binnenwand waarin het bloed snel en makkelijk kan stromen. Het bloed stroomt in de slagaders altijd van het hart af.
    Meestal bevat een slagader zuurstofrijk bloed. Uitzondering zijn de slagaders die vanuit de rechterhelft van het hart naar de longen leiden, en waar zuurstofarm bloed door stroomt. Slagaders hebben spiercellen in hun wanden waardoor die kunnen samentrekken om de bloedstroom te regelen. Hoe nauwer de slagader, hoe minder bloed er doorheen kan.

Kleinere slagaders en haarvaten

De grotere slagaders voeren het zuurstofrijke, lichtrode bloed naar de kleinere slagaders, de arteriolen. Via de arteriolen komt het bloed in de kleinste bloedvaten: de haarvaten. Haarvaten hebben een dunne wand en een microscopisch kleine doorsnede, die maar net iets groter is dan een rode bloedcel. In de haarvaten stroomt het bloed vrij traag, zodat stoffen makkelijk door de dunne vaatwand kunnen worden uitgewisseld. Zuurstof en voedingstoffen worden afgestaan aan het omringende weefsel, afvalstoffen worden opgenomen en meegevoerd.

Aders: bloed stroomt naar het hart toe

Na de stofwisseling in de haarvaten stroomt het zuurstofarme, donkerrode bloed via de aders weer terug naar het hart. In de aders is de bloeddruk lager en stroomt het bloed trager. Aders kunnen meer bloed bevatten dan slagaders, doordat de aderwand slapper is en kan uitzetten. Dat is bijvoorbeeld te merken aan de aders op de rug van je hand, die het ene moment uitzetten en goed zichtbaar zijn en het andere moment onder de huid verdwijnen. Aan de blauwige kleur van de aders is te zien dat het bloed zuurstofarm is. Het stelsel van aders vormt een belangrijke opslagplaats van bloed. De aders monden bij het hart uit in de bovenste holle ader en de onderste holle ader.

De ontdekking van de bloedsomloop

In de oudheid en de middeleeuwen was de bloedsomloop nog niet bekend. Artsen in die tijd dachten dat het bloed werd aangemaakt in hart en lever en dat het vanuit die organen naar alle delen van het lichaam stroomde om te worden verteerd.
    De eerste die de werking van de bloedsomloop werkelijk begreep, was William Harvey. Deze zeventiende-eeuwse Engelse arts berekende dat het menselijk lichaam volgens de theorie van het bloedverteren honderden liters bloed per dag zou moeten produceren. Harvey concludeerde terecht dat de theorie daarom niet op kon gaan. Hij ontdekte dat het bloed niet verteerd wordt maar circuleert in een gesloten systeem.

Bron: internet, niet zelf geschreven

Van groot naar klein:

De grote aders in het menselijk lichaam vervoeren het zuurstofarme bloed naar de rechterboezem van het hart.

Van klein naar groot:

In de longen vindt uitwisseling van koolzuur en zuurtsof plaats.

Bron:hartenvaatgroep.nl

 

Het hart is een menselijke pomp die 4 tot zo'n 5 liter bloed per minuut rondpompt.

Bron:hartstichting.nl

Opdracht

https://www.youtube.com/watch?v=pULytfpp5Dc

De bloedsomloop

 

1.Volg de introductie les over de bloedsomloop op 25-04-2016 lokaal 6

                               

2. Bekijk bovenstaande link over de bloedsomloop thuis en beantwoord de vragen

 

Beantwoord de volgende vragen

-Welke organen spelen een rol bij de bloedsomloop?

 

 

-Wat heb je geleerd van de bloedsomloop?

 

 

-Wat is de grote bloedsomloop?

 

 

-Wat is de kleine bloedsomloop?

 

3. Maak aan de hand van een collage de grote en kleine bloesomloop duidelijk. Gebruik de kleur blauw voor de kleine bloedsomloop en de kleur rood voor de grote bloedsomloop.

 

4.Presenteer je collage in de les op  15-05-2016. De docent beoordeeld je op de uitstraling van de collage, de inhoud van de collage en de manier waarop je dit presenteert. Je wordt beoordeelt met een onvoldoende, voldoende of een goed. Dit cijfer telt mee voor het rapport.

Test

Om te testen of je voldoende kennis van de bloedsomloop hebt ga je een korte presentatie houden voor je klasgenoten.

 

1.Gebruik onderstaande afbeelding tijdens je 5 minuten durende presentatie.

2. In je presentatie moet in ieder geval het volgende naar voren komen:

-Leg uit welke kleur zuurtstof arm en welke kleur zuurstofrijk bloed bevat.

-Welke organen in de afbeelding te zien zijn.

-Wat de weg van het bloed is.

 

 

3. Als je de vragen hebt beantwoord en ingeleverd bij je docent, de presenatie hebt gegeven en een reflectie hebt geschreven over dit onderwerp krijg je je beoordeling.

 

Beoordeling

Je beoordeling wordt gedaan met behulp van punten.

-Opdracht film bekijken en vragen beantwoorden, maximaal aantal punten:  8 punten.

-Presentatie met behulp van de afbeelding, maximaal aantal punten: 5 punten.

-Reflectie over deze opdrachten inclusief leerrendement, maximaal aantal punten: 2 punten

 

8.0 = 15 punten

7.5= 14 punten

7= 13 punten

6.5 12 punten

6= 11 punten

5.5= 10 punten

 

Hoogst haalbare cijfer op deze opdracht is dus een 8.

 

  • Het arrangement De Bloedsomloop is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Nynke Bies Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-05-17 14:29:15
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Flipping the classroom
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.youtube.com/watch?v=pULytfpp5Dc
    https://www.youtube.com/watch?v=pULytfpp5Dc
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.