Introductie op thema
PIT staat voor 'project in thema'. Er kunnen meerdere projecten binnen een thema gedaan worden. Daarnaast zijn er beroepsondersteunende vakken. Het is de bedoeling voortdurend verbinding te zoeken tussen PIT en beroepsondersteunende vakken.
Om erachter te komen met welke doelgroep je wilt gaan werken later moet je eerst kennis maken met de verschillende doelgroepen en instellingen. Welke beperkingen en stoornissen kun je tegenkomen in het werkveld van Maatschappelijke Zorg en Sociaal Werk? Welke begeleiding is er nodig bij de verschillende doelgroepen? Welke instellingen zijn er en hoe werken zij?
Kortom: je gaat kennis maken met het brede werkveld van Maatschappelijke Zorg en Sociaal Werk waar jij als beginnend professional binnenkort gaat starten.
Thema = Wie is mijn doelgroep
Het werkveld verandert continu en je komt met veel verschillende groepen mensen in aanraking. De kennis die je binnen je opleiding opdoet kan je nooit helemaal voorbereiden op wie je allemaal gaat tegenkomen. Maar ook als je straks werkzaam bent zal je moeten blijven werken aan het bevorderen van deskundigheid.
Doel:
- De student vergroot zijn eigen kennis over specifieke cliënt groepen uit het werkveld
- De student verzamelt gegevens over de doelgroep
- De student weet de wat de kenmerken zijn in de begeleiding van deze cliënt groep
- De student is bewust van de meerwaarde van het inzetten van een ervaringsdeskundige bij deze groep cliënten voor hun ontwikkeling
- De student organiseert een bijeenkomst (waarbij hij gebruikmaakt van een ervaringsdeskundige) om de deskundigheid van zijn collega studenten te vergroten
Praktijkvraagstuk:
Hoe zorg ik ervoor dat ik kennis die ik heb vanuit mijn eigen ervaringen deel en dat ik leer van andermans ervaringen, zodat ik een reëel beeld krijg van de kenmerken van de verschillende doelgroepen?
Roostering:
4 lesuren per week voor de duur van 1 periode (10 weken)
-K1-W1
|
Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt
|
B1-K1-W2
|
Ondersteunt de cliënt bij persoonlijke verzorging
|
B1-K1-W3
|
Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
|
B1-K1-W4
|
Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
|
Lesinhoud PIT 2
Planning en indeling doelgroepen per klas
week
|
1 1/2uur
|
1 1/2 uur
|
bronnen
|
Week 1.
|
Uitleg PIT
Doelen maken
Formuleren persoonlijke leervragen (zet je in het plan van aanpak)
|
Groepen maken. Docent maakt de groepen
In de groep maak je een plan van aanpak (OP ALLE DEELPRODUCTEN!) en samenwerkingsovereenkomst. Deze vind je bij stap 4 producten.
Deze laat je tijdens de les door je docent beoordelen en je past hem vervolgens aan binnen deze lestijd.
|
|
Week 2.
|
Zoek uit wat een sociale kaart is.
Maak in een groepje een sociale kaart over je doelgroep. Welke instellingen zijn er die zorg dragen voor je doelgroep. Kies voor de sociale kaart een middelgrote tot grote stad uit.
|
Aan de slag met de deelproducten en het eindproduct
|
Methodiek en begeleiding
Thema 3
Eigen theorie
|
Week 3.
|
Bezoeken plannen voor het interview
|
Aan de slag met de deelproducten en het eindproduct
|
Methodiek en begeleiding
Thema 3,
Eigen theorie
|
Week 4.
|
Bezoeken plannen/organiseren
|
Aan de slag met de deelproducten en het eindproduct
|
Methodiek en begeleiding
Thema 3,
Eigen theorie
|
Week 5.
|
|
Aan de slag met de deelproducten en het eindproduct
|
|
Week 6.
|
Start met maken film / tijdschrift
|
Aan de slag met de deelproducten en het eindproduct
|
|
Week 7.
|
schrijven van de brief aan jezelf (deelproduct 4)
|
Aan de slag met de deelproducten en het eindproduct
|
|
Week 8.
|
Inleveren deelproducten op papier/ Film moet klaar zijn.
|
Laatste les om alles af te maken.
|
|
Week 9.
|
Bekijken en beoordelen filmpjes van de andere groepen
|
|
|
Week 10.
|
Bufferweek / herkansingen
|
|
|
Hieronder zijn een groot aantal onderwerpen die je als groep kan kiezen. In overleg met je
Niet aangeboren hersenletsel (NAH) en aangeboren hersenletsel
|
PTSS (Post traumatische stress stoornis
|
Dak en thuislozen zorg
|
Loverboys
|
LVB (Licht verstandelijk beperkten)
|
ADD / ADHD / ODD
|
Vluchtelingen
|
Bipolaire stoornis
|
Chromosoom afwijking à Gevolg verstandelijke beperking
|
(ASS) Autisme spectrum syndroom
|
Ouderen
|
Borderline
|
Doof-Blindheid
|
Reclassering
|
Speciaal onderwijs / MKD / Gedragsproblematiek bij jongeren
|
Narcistische persoonlijkheidstoornis
|
Lichamelijk / Meervoudig gehandicaptenzorg
|
Verslavingszorg
|
Eetstoornissen
|
Burn-out (jongeren en volwassenen
|
Aan de slag, durf te vragen
Het werkveld verandert continu en je komt met veel verschillende groepen mensen in aanraking. De kennis die je binnen je opleiding opdoet kan je nooit helemaal voorbereiden op wie je allemaal gaat tegenkomen. Maar ook als je straks werkzaam bent zal je moeten blijven werken aan het bevorderen van deskundigheid. Om kennis te maken met een manier waarop je dit zou kunnen doen, gaan jullie voor deze uitdaging een bijeenkomst organiseren om de deskundigheid rondom een specifieke cliënt groepen te vergroten.

[k4]Kwalificatiedossiers 2015-2016
Sociaal werk
Maatschappelijke zorg
[k4]Relatie met werkproces(sen)
SW: B1-K2- W1 werkt aan de eigen deskundigheid
MZ : B1-K2-W1 werkt aan de eigen deskundigheid
Doelstellingen
- De student vergroot zijn eigen kennis over specifieke cliënt groepen uit het werkveld (R)
- De student verzamelt gegevens over de doelgroep (T1)
- De student weet de wat de kenmerken zijn in de begeleiding van deze cliënt groep (R)
- De student is bewust van de meerwaarde van het inzetten van een ervaringsdeskundige bij deze groep cliënten voor hun ontwikkeling (T1)
- De student organiseert een bijeenkomst (waarbij hij gebruikmaakt van een ervaringsdeskundige) om de deskundigheid van zijn collega studenten te vergroten (T2)
Relatie met thema’s
Voor het uitvoeren van de uitdaging maak je gebruik van de volgende thema’s uit het boek Methodiek en begeleiden:
- Thema 3: Cliëntgegevens verzamelen
- Thema 11: Begeleiden
- Thema 12: Ervaringsdeskundigheid
De uitdaging wordt uitgevoerd in een subgroepje van vier studenten.
De totale uitdaging omvat circa veertig studiebelastingsuren.
Aanleiding
Iedereen heeft zijn eigen verhaal met bijbehorende kennis en competenties, maar ook met een eigen ‘gebruiksaanwijzing’. Als welzijnswerker probeer je hier steeds zo goed mogelijk bij aan te sluiten. Het is niet altijd makkelijk om je in een ander te verplaatsen en te overzien waar iemand allemaal tegen aanloopt of behoefte aan heeft. Natuurlijk kun je in de theorie veel terug vinden over wat een bepaalde cliënt of groep kenmerkt. Maar je leert nergens zoveel van als van de cliënt die geleerd heeft op een goede manier met zijn beperking om te gaan of mensen uit zijn directe omgeving, om als ervaringsdeskundige te dienen.
Uitdaging
Om jouw eigen deskundigheid, die van je collega studenten en eventueel andere geïnteresseerde, te vergroten gaan jullie een bijeenkomst organiseren. Bespreek met je docent of het mogelijk is om ook mensen van buiten af uit te nodigen of dat jullie het binnen de groep houden.
Tijdens die bijeenkomst krijgt elk groepje de tijd om met behulp van een ervaringsdeskundige, kennis overbrengen over de door jullie gekozen cliënt groep. Om de uitdaging goed te volbrengen gaan jullie eerst kijken welke kennis jullie zelf al in huis hebben, gesprekken met mensen uit de door jullie gekozen cliënt groepen houden, ervaringsdeskundigen vinden die mee willen werken en de begeleiding van de bijeenkomst vormgeven.
Voorwaarden en eisen
Het programma voor de bijeenkomst moet voldoen aan de volgende punten:
- Elk groepje verzorgt een onderdeel van de bijeenkomst waarin kennis over gebracht word over het begeleiden van de cliënt groep naar keuze.
- Tijdens de bijeenkomst wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van ervaringsdeskundige. Maak gebruik van ouderejaars studenten.
- De bijeenkomst geeft een duidelijke visie op wat er nodig is bij de begeleiding van een cliënt of een groep.
- De bijeenkomst bevat een vraaggestuurd onderdeel waarin de genodigde gasten zelf informatie kunnen vergaren van de cliënt (groep).
Stap 1 Gezamenlijke Leervragen
De betrokkenen bij het project komen gezamenlijk, bijvoorbeeld door onderzoek in een brainstormsessie, tot een aantal uitdagende en/of inspirerende leervragen. De vragen passen bij het thema/onderwerp en zijn authentiek voor beroep, maatschappij en/of opleiding. Aan het einde van het project kan elke student hierop beargumenteerde antwoorden geven of gevraagde producten laten zien. Een kenmerk van de leervragen is dat er vooraf geen eenduidig antwoord is.
Stap 2 Persoonlijke leervragen
Iedere student formuleert, n.a.v. stap 1, één of meer persoonlijke leervragen tijdens het project. Deze leervragen kunnen te maken hebben met zelfbeeld, opleidingsbeeld, beroepsbeeld, beroepsinhoud en hebben een onderzoekend karakter en worden aan het einde van het project door de student beantwoord.
Stap 3 Bronnen en leeractiviteiten
Er is aanbod en ruimte voor onderwijsleeractiviteiten. Door te experimenteren en ervaringen binnen verschillende leeromgevingen, leren studenten met en van anderen. Trainingen, workshops, lessen en begeleidingsactiviteiten zijn voorbeelden van activiteiten in deze stap. De student verzamelt en ordent informatie, maakt beargumenteerde keuzes en krijgt hierop feedback.
Stap 4 Producten
De leeropbrengsten en/of producten worden opgeleverd en gepresenteerd. Er zijn passende (betrouwbare en valide) toetsvormen
voor het beantwoorden van de gezamenlijke leervragen (stap 1). Studenten presenteren de leeropbrengsten op de persoonlijke
leervragen (stap 2); wat heeft het je opgeleverd, wat heb je geleerd en wat kunnen wij er van leren?
Deelproduct 1: Jouw expertise (individuele opdracht)
Geen welzijnswerker is hetzelfde. Jullie zijn allemaal wel ergens (ervarings)deskundig in maar hoe zet je dat in tijdens je werk? Dit product geeft inzicht in welke expertise in jullie groep aanwezig is en waar jouw collega’s je over kunnen bevragen. Wellicht weet jij precies wat het betekent om een tienermoeder te zijn, ken je mantelzorgers, is er iemand in je omgeving die alles over het werken met peuters weet of heb je het leven met een handicap van dichtbij meegemaakt. Doorloop de volgende stappen:
Stap 1: Omschrijf in ongeveer een half A4tje waar jij (ervarings)deskundig in bent. Dit kan zijn omdat je zelf met bepaalde dingen geconfronteerd bent, of iemand in je directe omgeving hebt waardoor jij ervaring of kennis opgedaan hebt over bepaalde problematiek.
Leg zoveel mogelijk de link met jouw uitstroomrichting. Wanneer je geen ervaring hebt opgedaan, ga je omschrijven hoe je voor collega’s (van een andere uitstroomrichting) als deskundige zou kunnen dienen.
Stap 2: Houd in je werkgroepje een gesprek over hoe je jouw persoonlijke ervaring en kennis inzet in het werk. Gebruik hiervoor jullie omschrijvingen van stap 1. Wees nieuwsgierig en bevraag elkaar. In welke situaties kan de expertise van de ander van pas komen? Hoe vullen jullie elkaar aan en waar is weinig ervaring mee of deskundigheid over?
Stap 3: Bepaal aan de hand van de uitkomst van het gesprek de thema’s van jullie expertise.
Stap 4: Zorg ervoor dat het interview in het eindproduct terecht komt.
Deelproduct 2: Interview
Jullie hebben een opdracht gekregen over welke doelgroep jullie product moet gaan. Als voorbereiding op het eindproduct gaan jullie onderzoek doen welke 2 instellingen/personen jullie kunnen interviewen. Hierdoor kom je aan meer kennis! De bedoeling is dus dat jullie daadwerkelijk instellingen en/of personen gaan benaderen en gaan bezoeken. Jullie mogen dit tijdens de uren van de PIT doen. Overleg wel even met je docent.
Ga als volgt te werk:
- Inventariseer welke mensen/instellingen belangrijk zijn als het gaat over jullie onderwerp/doelgroep.
- Stel een interview op met minimaal 10 open vragen waardoor je meer te weten komt over je onderwerp/doelgroep. Denk eraan dat je vragen erop gericht zijn dat mensen die nog weinig af weten van dit onderwerp/doelgroep er ook van kunnen leren en zich kunnen ontwikkelen.
- Maak afspraken met de personen die je gaat interviewen. Je gaat zelf langs bij de persoon/instelling in kwestie. Mocht dit om welke reden dan ook niet mogelijk zijn, vraag je eerst toestemming van je docent of je dit op een andere manier kan oplossen.
- Maak met de groep afspraken over hoe jullie de communicatie gaan voeren tijdens het interview. Denk aan: vragen stellen, notuleren, etc...
- Stel dat je niet met de hele groep aanwezig kan zijn bij het interview: Verwerk de informatie uit het gesprek in een korte presentatie voor je groepsgenoten die niet bij het gesprek aanwezig waren.
- Maak een samenvatting van het interview.
- Zorg ervoor dat het interview in het eindproduct terecht komt.
Deelproduct 3: Verdieping
Jullie gaan je verdiepen in het onderwerp/doelgroep die je hebt gekregen. Jullie gaan een tijdschift of website maken. Een aantal onderwerpen moeten er verplicht inkomen:
- Iedereen schrijft 1 artikel over een onderwerp. Je zorgt ervoor dat de onderwerpen verschillend zijn van elkaar.
- Als groep kijken jullie een film/documentaire over het onderwerp. Hier maken jullie een recentie over.
- Jullie schrijven 1 artikel over hoe begeleiders om moeten gaan met de doelgroep.
- 4ullie zoeken 1 begeleidingsmethodiek uit die ingezet kan worden bij de doelgroep. Hier schrijven jullie een informatief stuk over.
- Indien er een cliëntenvereniging is, benaderen jullie deze voor een interview. Dit interview werken jullie uit. Indien dit er niet is, kijk je of er een stichting/platform of dergelijke is. Jullie bekijken dan de informatie die jullie kunnen vinden en verwerken dit in een artikel.
- Je voegt vanuit media/internet/youtube etc. links toe waar geïntereseerden heen kunnen gaan.
- Je voegt een persoonlijk verhaal toe vanuit de cliënt. Indien je deze niet kan vinden beschrijf je zelf een casus.
- Zorg ervoor dat je een bronnenlijst toevoegt!
Deelproduct 4: Reflectie
Je schrijft een reflectie, waarin je terugkijkt op de opdracht. Ook kijk je naar de manier waarop je gewerkt hebt aan deze opdracht. In dit verslag staan de volgende onderwerpen beschreven.
- Wat heb je geleerd over de doelgroep?
- Met welk gevoel/welke gedachte ben je aan deze uitdaging begonnen?
- Welke onderwerpen/onderdelen waren nieuw voor je? Waar heb je nieuwe kennis over opgedaan?
- Hoe ben je te werk gegaan? Wat heb je aangepakt en op welke manier?
- Hoe kijk je terug op deze uitdaging? Waar ben je trots op/tevreden over en waar ben je minder tevreden over? Wat ga je volgende keer anders doen?
- Welke conclusie trek jij uit de dingen die je met deze uitdaging geleerd hebt?
Wat lever je aan het einde in?
Een verslag met daarin:
- Plan van aanpak en samenwerkingsovereenkomst
- Deelproduct 1: Minimaal half A4 waar de student (ervarings)deskundig in is
- Deelproduct 2: Interview vragen + interview zelf + samenvatting interview
- Deelproduct 3: Link tijdschrift of eventueel papieren tijdschrift
- Deelproduct 4: Reflectie
Stap 5 Waardering
Er wordt kritisch gekeken naar de bereikte resultaten. Successen worden gewaardeerd, gevierd en verzilverd. Welke factoren droegen
bij aan het succes? Voor wat niet goed ging worden verbeteringen voorgesteld.
Alternatieve eindopdracht
Toetsing PIT 2
Beoordelingsformulier
( WORDT NIET GEBRUIKT IN COHORT 2017)!!!
Beoordeling: Producten en uitwerking (groepsbeoordeling)
Criteria
|
O
|
V
|
G
|
Te behalen punten bij O V G
|
1
|
2
|
3
|
Brononderzoek
|
Beoordeel vragen per cluster.
Onderzoeksvragen over gesprekken voeren:
- Hoe begin ik een gesprek?
- Welke rechten en plichten heb ik als het gaat om de privacy van mijn gesprekspartner?
- Welke gesprekstechnieken zijn belangrijk?
Onderzoeksvragen over de theorie:
- Welke vragen zijn belangrijk om te stellen?
- Hoe kun je het beste te werk gaan?
- Hoe kun je het beste de gegevens vastleggen?
- Wat is kenmerkend aan de begeleiding van een ervaringsdeskundige?
- Welke begeleidingsstijl past het beste bij het ondersteunen van een ervaringsdeskundige?
- Welke competenties zijn belangrijk bij het begeleiden van ervaringsdeskundige?
- Wat kan ik van een ervaringsdeskundige verwachten?
- Wat kan ik hem bieden?
- Waar kan het mis gaan?
V = geeft antwoord op de vragen
G = gebruikt ook relevante zelf geformuleerde onderzoeksvragen
|
|
|
|
Producten
|
1
|
Jouw expertise
V = het product voldoet aan de eis.
G = het product voldoet aan de eis en de student neemt initiatief en is betrokken.
|
|
|
|
3
|
Het expert gesprek
V = het product voldoet aan de eis.
G = het product voldoet aan de eis en de student neemt initiatief en is betrokken.
|
|
|
|
4
|
Keuze onderdeel
V = het product voldoet aan de eis.
G = het product voldoet aan de eis en de student neemt initiatief en is betrokken.
|
|
|
|
5
|
De bijeenkomst
V = het product voldoet aan de eis.
G = het product voldoet aan de eis en de student neemt initiatief en is betrokken.
|
|
|
|
Brief aan jezelf:
|
|
Beoordeel de twee onderdelen:
- gaat in op het persoonlijk leerproces
- gaat in op het groepsproces
V = De uitwerking voldoet aan de eisen.
G = De uitwerking getuigt van een grote mate van zelfinzicht.
|
|
|
|
|
Totaal aantal punten
|
|
|
|
Aanvullende feedback
|
|
|
|
|
|
|
Richtlijnen voor het behalen van een voldoende voor deze uitdaging:
Voor een voldoende moet je minimaal 22 punten hebben.
Punt [1] en [5] moeten voldoende zijn.
Het persoonlijk verslag moet voldoende zijn (alle vragen zijn ruimschoots beantwoord).
Brief aan jezelf
Brief aan jezelf
Iedereen maakt een persoonlijk verslag waarin je reflecteert op de uitdaging en jouw werkwijze.
In dit verslag staan de volgende onderwerpen beschreven.
Met betrekking tot jouw persoonlijke leerproces:
- Wat heb je geleerd over deskundigheidsbevordering?
- Met welk gevoel/welke gedachte ben je aan deze uitdaging begonnen?
- Welke onderwerpen/onderdelen waren nieuw voor je? Waar heb je nieuwe kennis over opgedaan?
- Hoe ben je te werk gegaan? Wat heb je aangepakt en op welke manier?
- Hoe kijk je terug op deze uitdaging? Waar ben je trots op/tevreden over en waar ben je minder tevreden over? Wat ga je volgende keer anders doen?
- Welke conclusie trek jij uit de dingen die je met deze uitdaging geleerd hebt?
Met betrekking tot het groepsproces:
- Hoe is jullie onderdeel van de bijeenkomst tot stand gekomen?
- Welke rol heb jij hier zelf ingenomen?
- Welke andere rollen heb je bij jouw groepsleden gezien?
- Wat heb jij als prettig ervaren in het samenwerken in deze groep?
- Wat zou jij liever anders gezien hebben?
- Wat vind je van de beoordeling die je van je groepsleden hebt gekregen?
De beschrijving van de antwoorden op de bovenstaande vragen geeft duidelijk zicht op het leerrendement van elk groepslid.
De kennisvakken worden afgesloten met een kennistoets.
Het eindcijfer van de PIT 2
25% Verslag jouw expertise
25% Korte presentatie van het expertgesprek
25% Keuzeopdracht
25% De bijeenkomst met de hand out
Jouw expertise
Geen welzijnswerker is hetzelfde. Jullie zijn allemaal wel ergens (ervarings)deskundig in maar hoe zet je dat in tijdens je werk? Dit product geeft inzicht in welke expertise in jullie groep aanwezig is en waar jouw collega’s je over kunnen bevragen. Wellicht weet jij precies wat het betekent om een tienermoeder te zijn, ken je mantelzorgers, is er iemand in je omgeving die alles over het werken met peuters weet of heb je het leven met een handicap van dichtbij meegemaakt.
Doorloop de volgende stappen:
Stap 1: Omschrijf in ongeveer een half A4tje waar jij (ervarings)deskundig in bent. Dit kan zijn omdat je zelf met bepaalde dingen geconfronteerd bent, of iemand in je directe omgeving hebt waardoor jij ervaring of kennis opgedaan hebt over bepaalde problematiek.
Leg zoveel mogelijk de link met jouw uitstroomrichting. Wanneer je geen ervaring hebt opgedaan, ga je omschrijven hoe je voor collega’s (van een andere uitstroomrichting) als deskundige zou kunnen dienen.
Deelproduct 2: het interview
Je hebt een opdracht gekregen over welke doelgroep je product moet gaan.
Als voorbereiding op het eindproduct ga je onderzoek doen welke instelling / persooneetc. je kunnen interviewen. Hierdoor kom je aan meer kennis! De bedoeling is dus dat jullie daadwerkelijk instellingen en / of personen gaan benaderen en gaan bezoeken.
Ga als volgt te werk:
- Inventariseer welke mensen en/of instellingen belangrijk kunnen zijn als het gaat over je onderwerp / doelgroep; wie is er expert?
- Stel een interview op met minimaal 10 open vragen waardoor je meer te weten komt over je onderwerp, of waardoor je meer komt te weten over je onderwerp.
Denk eraan dat je vragen erop gericht zijn dat mensen die nog weinig af weten van dit onderwerp/ doelgroep er ook van kunnen leren en zich kunnen ontwikkelen.
- Maak afspraken met de personen die je gaat interviewen. Je gaat zelf langs bij de persoon / instelling in kwestie. Mocht dit om welke reden dan ook niet mogelijk zijn, vraag je eerst toestemming van je docent of je dit op een andere manier kan oplossen.
- Maak een samenvatting van het interview
Literatuurlijst en bronnen
Aan het eind van elk verslag voeg je een hoofdstuk 'Bronnenlijst' toe, waarin je per hoofdstuk weergeeft welke bronnen je hebt gebruikt. Dit ziet er dan als volgt uit:
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2