Als je gaat werken met eigen laptops in de klas ga je uiteraard aan de slag met de inzet van ICT in de klas. Dat kan op heel veel manieren, van het inzetten van handige tooltjes, het slim samenwerken, het communiceren met het buitenland tot het inzetten van digitaal lesmateriaal bij je methode.
Niet alles wat je doet is even geslaagd.
Hierbij een aantal voorbeelden van zaken waar het Mondriaan goede ervaringen mee heeft.
Werken met digitaal (uitgevers)materiaal
Direct feedback voor de leerling
BuiteNLand (Noordhoff) in gebruik door Mirko van Balgooy
Docent: TBL
Mirko van Balgooy
Materiaal met leerlingvolgsysteem
Volledig digitale methode met leerlingvolgsysteem. Er is enige adaptiviteiten ingebouwd.
Leerlingen staan in principe 'neutraal' tegenover de methode.
Van de leerling wordt verantwoordelijk gedrag verwacht: gedeeltelijk kijkt de leerling de eigen prestaties na aan de hand van een modelantwoord. Eerder keken leerlingen vaak niet na of hadden daar zelfs geen mogelijkheid toe. Nu wél, maar het is een hele verantwoordelijkheid voor ze. Dat is bij het werken in een werkboek in feite ook zo. Maar nu kan de docent heel gemakkelijk meekijken en waar nodig een gesprek aangaan.
Ouders zijn ook bezorgd of hun zoon/dochter wel op die manier kan leren. Het gaat om het verwerken van de stof. Als je een boek hebt is het niet handig om alleen maar steeds de tekst uit het boek te lezen en zo is het ook niet handig om alleen op je scherm te kijken. Investeren in het maken van samenvattingen is bijvoorbeeld belangrijk. Praten in de klas, samenwerken en groepsopdrachten, open leervragen etc. zijn van groot belang.
Als je naar de resultaten kijkt zie je dat daar een opgaande lijn in zit. Het is dus ook een kwestie van wennen.
Docent geeft aan dat daadwerkelijk sprake is van tijdwinst: door het dashboard en de mogelijkheid om in detail mee te kijken wordt direct duidelijk waar eventueel onderwerpen nog nader besproken moeten worden en wat al verwerkt is.
Kenmerken van de meeste digitale methoden
Momenteel heeft veel van het digitale materiaal van de uitgevers een aantal kenmerken gemeen.
Het Mondriaan College deed in schooljaar 2014-2015 mee aan de pilot van Malmberg voor de adaptieve module grammatica voor Engels: Score. Inmiddels gebruiken we de opvolger 'Jump' schoolbreed in de eerste klassen.
Alle docenten Engels waren direct positief over het idee om mee te doen aan deze pilot. Eén van hen zei bij de eerste demo: ik weet niet of dit gaat werken, maar het is de beste poging die ik tot nu toe heb gezien. Tijdens het pilotjaar was het tool nog duidelijk in het beginstadium.
De docent richten de module zelf in. Dat kan alleen als je je bewust bent van wat je leerlingen eigenlijk moeten leren in de zin van onderwerpen/leerdoelen. En de vier docenten die meedoen met de proef hadden er ook geen moeite mee. Leerlingen starten met een instapoefening en kunnen daarna (binnen de te behalen leerdoelen) kiezen. Dat gaat op een speelse manier, de leerdoelen worden gesymboliseerd door ijsbolletjes. Heb je een doel behaald, dan is je ijsje klaar.
De opdrachten die een leerling krijgt zijn afhankelijk van allerlei gegevens die onderwater zijn verzameld. Daar wordt bijv. ook bij betrokken hoeveel tijd de leerling nog heeft voor het volgende proefwerk.
Welke vragen en uitleg er binnen de ijssmaken naar voren komen, hangt af van een heleboel factoren. Er ontstaat zo een behoorlijk beeld van de leerling, met ook informatie als ‘deze leerling begint op het laatste moment met leren/oefenen’. (in de pilotfase zag je dit nog niet: Jump wil hier wel naartoe, maar moet nog 'groeien')
Wat je als docent al wel ziet is wanneer een leerling 'vast' zit op een stuk. De leerling krijgt - als een oefening niet lukt - de uitleg op diverse manieren aangeboden. Blijft het niet lukken, dan krijgen leerling en docent de melding dat ze elkaar even op moeten zoeken.
Leerlingen zijn in het algemeen positief over deze manier van werken.
Inmiddels is het tool al wat verder uitgekristalliseerd en is m.n. de docentenmodule uitgebreid t.o.v. het eerste jaar.
Aan de hand van spannende verhalen voert de leerling allerlei opdrachten uit. Er zijn game- en rollenspelelementen aanwezig.
Leerlingen krijgen bijvoorbeeld de opdracht om een officiële mail te schrijven aan de Officier van Justitie met het verzoek om inzage in een bepaald dossier. Dat dossier hebben ze nodig (en moeten ze dus ook lezen) om informatie te krijgen over een moord. Uiteraard moeten ze die moord zien op te lossen.
Leerlingen vinden dit in het algmeen erg leuk.
Hieronder de link naar een filmpje waarin door Plot26 wordt uitgelegd wat het materiaal inhoudt.
Jos de Louw, Linda Ceelen, Melanie Philips, Lindy vd Hengel
Gebruik beeld en geluid
Leerlingproject: ondertitelen voor geschiedenis
Ondertitelproject: Crash Course World history
Leerlingen uit 6 VWO hebben bij Engels filmpjes van John Green (Crash Course World history) ondertiteld zodat deze ook bruikbaar zouden zijn voor de leerlingen van 4 havo bij geschiedenis.
Meer informatie
Wil je meer weten over het ondertitelen van filmpjes? Gebruik onderstaande link:
We hebben een prijsvraag uitgeschreven waar docent en leerling als koppel op in konden schrijven. De leerling kon met zijn/haar idee om de docent ICT-vaardiger te maken een iPad-mini winnen.
Bovenschools filmproject
We hebben een filmproject gedaan met een school uit Londen. 2x is er een skype-sessie afgesproken (lastig te organiseren i.v.m. tijdsverschil en afwijkende vakantieperiodes) en over en weer zijn filmpjes gemaakt en gedeeld via Padlet.
Uiteindelijk is onze VWO+3 klas op bezoek geweest in Londen.
We hebben zowel bij Engels als Frans nasynchronisatieprojecten gedaan. Leerlingen kijken naar het filmpje en noteren de tekst. Daarna zijn er veel mogelijkheden, bijvoobeeld.
de leerlingen spreken het filmpje opnieuw in vanaf de uitgeschreven tekst
de leerlingen vertalen de tekst en spreken de vertaalde tekst in (van Engels naar Duts, van duits naaar Frans etc.)
de leerlingen bedenken een eigen tekst en spreken die in
Een voki is een sprekend figuurtje. De leerling kan dit figuurtje (avatar) via internet (gratis) zelf vorm geven en aankleden. Vervolgens kan de leerling tot een minuut aan tekst inspreken. De voki zal daarna die tekst uitspreken en daarbij zijn/haar lippen min of meer levensecht bewegen.
Ervaring leert dat leerlingen een aantal malen hun tekst uitspreken en opnemen voor zij tevreden zijn: zij lopen tijdens het inspreken tegen hun fouten en aarzelingen aan en horen het dan terug. In het algemeen doen de leerlingen het dan over. Sterker nog, ze doen het misschien wel 5x over. Allemaal oefening.
Ze komen er ook achter dat ze zo’n inspreekoefening moeten voorbereiden: dat onderschatten ze nog wel eens als ze in de klas iets moeten vertellen. Wordt een spreekvaardigheidsoefening rechtstreeks in de klas gedaan dan zal de leerling daar vaak minder mee bezig zijn.
De docent kan op zijn/haar gemak luisteren hoe leerlingen de betreffende taal uitspreken. Het is lastig om in 50 minuten iedereen een ‘beurt’ te geven, maar op deze manier kan het wel. Bovendien kunnen leerlingen dit opslaan in een portfolio/blog en zo zelf een dossier bijhouden om te kijken hoe/of ze vooruitgaan.
Een voki heeft zijn beperkingen. De minuut spreektijd is wel erg kort voor de bovenbouw en bovendien zal een sprekend figuurtje vooral jongere leerlingen aanspreken. Maar via Windows 'opname' of via een gratis tool als Audacity is het mogelijk om geluidsopnames via de pc te maken. Ook via een mobieltje kan dat natuurlijk.
In november '2015 zijn we gestart met het project 'formatief toetsen
Het is de bedoeling dat leerlingen Duits en Frans zelf in eigen tempo kunnen toewerken naar een bepaald doel (in dit geval het beheersen van de stof uit een hoofdstuk van de methode) en zelf de regie hebben over het moment waarop zij hierover getoetst willen worden.
De bedoeling is dat de toetsen een meer formatief karakter hebben.
Het uitgangspunt is dat niet iedere leerling dezelfde toets doet, maar dat iedere leerling een vergelijkbare maar niet gelijke toets krijgt aangeboden.
Start
Inmiddels is met dit systeem gestart. Leerlingen krijgen op verzoek een toets aangereikt. Deze is momenteel op papier. Er is een A- en een B-versie.
Leerlingen geven aan dat zij deze manier van werken als prettig ervaren. Een uitgebreide enquête naar de bevindingen wordt in maart afgenomen.
Momenteel vinden de toetsen in het eigen lokaal plaats. Dit heeft als nadeel dat het soms rumoerig kan zijn. Er wordt gezocht naar een passende oplossing.
Opzetten itembank
Om efficiënter en flexibeler te kunnen toetsen, willen we de toetsen digitaal gaan aanbieden via de eigen BYOD-laptops van de leerlingen.
We willen een ‘itembank’ opzetten en zorgen dat de toets die wordt aangeboden iedere keer verschillende vragen bevat en dus niet voor iedere leerling gelijk is. Het systeem zou deze combinaties zelf moeten maken: de docent zou hier geen werk meer aan moeten hebben.
We willen dat de docent het moment kan kiezen waarop de toets voor een specifieke leerling beschikbaar is.
We willen dat de hoeveelheid nakijkwerk voor de docent verminderd wordt.
We willen dat de docent het overzicht houdt over de toetsresultaten van de leerlingen.
Tool
We willen gebruik gaan maken van Quayn. Quayn sluit aan bij WinToets dat binnen de organisatie al gebruikt wordt maar is de internetvariant. Dat betekent dat leerlingen het gemakkelijk kunnen opstarten vanaf hun eigen laptop. Quayn is dan niet ‘dichtgetimmerd’ zoals dat bij WinToets wel het geval is, maar bij meer formatief toetsen is dat ook niet zo’n bezwaar.
Quayn biedt mogelijkheden tot het vanuit de docent opstarten van toetsen en gecontroleerde afname, maar deze mogelijkheden vereisen een technische inrichting (aanmelden leerlingen op netwerk) die momenteel niet op het Mondriaan College is doorgevoerd. De mogelijkheden worden momenteel onderzocht.
Voorlopig gaan we werken met een wisselend wachtwoord om de toegang tot de toets wat te beperken. Dit is wel wat arbeidsintensiever voor de docent.
Eerste toetsen kunnen vanaf 23 maart 2016 worden afgenomen.
Hulpmiddelen om resultaten van leerlingen te verzamelen
Bij Engels is een eerste proef gedaan waarbij de mogelijkheid is gegeven:
- een eigen keuze voor een te lezen boek te maken
- samen met de docent een evaluatiemethode te kiezen.
In de eerste proef is gekozen voor een 'review' op beeld. Deze is verspreid via de klasse-app en de leerlingen hebben er ook via de klasse-app op gereageerd.
De eerste resultaten waren positief. Deze proef zal worden uitgebreid.
Nederlands: Twitteren uit naam van je hoofdpersoon
Bij Nederlands literatuur in 4 havo lezen alle leerlingen een boek. Iedere 15 pagina's versturen zij een tweet namens hun hoofdpersoon over wat die hoofdpersoon heeft meegemaakt of bezighoudt.
Leerlingen kiezen een boek dat ze willen lezen. Vervolgens twitteren zij over wat ze meemaken alsof zij zelf de hoofdpersoon zijn. Marloes en Jos hebben (anders dan in het voorbeeldproject) bewust de leerlingen een apart twitteraccount aan laten maken waarbij hun echte naam nergens naar voren kwam. In het filmpje kun je horen hoe het project werkt.
Bij geschiedenis zijn tijdstippen afgesproken ('s avonds) waarop eindexamenkandidaten kunnen chatten via skype met hun docent en op die manier vragen kunnen stellen.
Heel succesvol: erg veel leerlingen maakten hier gebruik van. Werd zeer gewaardeerd.
Deze proef is bedoeld om leerlingen beter te betrekken bij elkaars ‘schrijf producten’.
De procedure is als volgt:
Leerlingen noemen aan het begin van de les een aantal woorden (improvisatie) die in de ICT – tool ‘wheeldecide’ verwerkt worden. Als de woorden verzameld zijn bepaalt een rad van fortuin welk woord gekozen wordt als uitgangspunt voor de schrijfopdracht.
Dit woord moet door elke leerling gebruikt worden in de eerste zin.
Elke leerling krijgt anderhalve minuut (kan natuurlijk variëren) de tijd om een begin te schrijven. Bovendien geeft de leerling een tip voor het vervolg.
Na anderhalve minuut schuiven leerlingen door naar een volgend device (elk device krijgt een nummer). De leerling houdt de tijd in de gaten door te kijken naar de klok die meeloopt op het bord( http://www.online-topwatch.com/online-clock ) Hij/Zij krijgt dan anderhalve minuut de tijd om een vervolg te schrijven. Hij/Zij geeft een top en tip over datgene wat al geschreven. De volgende leerling moet dat weer verwerken.
Dit roulatie systeem gaat een tijdje door. Afhankelijk van de tijd kunnen leerlingen het device van alle leerlingen bekijken.
Als alle leerlingen weer teruggekeerd zijn bij hun eigen computer bekijken ze het eindresultaat.
Tot slot geven leerlingen hun mening over deze manier van werken. Daarvoor wordt de tool www.padlet.com gebruikt. De leerlingen kunnen dan alle commentaren bekijken en hierop reageren (voor iedereen zichtbaar op hun eigen device als op het bord. (laat de leerlingen niet anoniem reageren).
In november 2015 is het Mondriaan gestart met de eerste projecten rond 'peer review' waarbij leerlingen elkaars werkt beoordelen.
Normaal gesproken maken leerlingen een werkstuk. Docenten kijken na en voorzien het werkstuk van commentaar en een cijfer. Leerlingen kijken naar het cijfer maar niet of nauwelijks naar het commentaar. Er gebeurt dus in feite weinig of niets met de feedback die is gegeven.
We willen de leerling graag actief betrekken bij het geven en verwerken van feedback en gebruiken daarvoor het tool PeerScholar. (zie http://www.ict-edu.nl/peerscholar/wat/
In de eerste fase maken leerlingen een opdracht en leveren deze in. In de tweede fase ontvangen zij het werk van klasgenoten (naar keuze anoniem of niet) en beoordelen dit. In de derde fase krijgen de leerlingen hun eigen werk terug, plus het commentaar dat anderen daarop hebben geven. Vervolgens krijgen de leerlingen gelegenheid hun werk aan de hand van de binnengekregen feedback (en het eigen inzicht dat zij hebben verworven) verbeteren.
De docent heeft uiteindelijk een heel dossier: het oorspronkelijke werk van de leerling, de feedback die de leerling heeft gegeven, de feedback die de leerling heeft gekregen en het uiteindelijke werkstuk, dat aangeeft hoe de leerling de feedback heeft verwerkt. Dit gehele pakket kan dan beoordeeld worden.
De leerling is nu op een heel andere manier met de stof bezig geweest: hij heeft zijn eigen werkstuk kunnen vergelijken met de werkstukken van anderen en ook daarvan geleerd, en het feit dat de leerling in de gelegenheid wordt gesteld het eigen werk te verbeteren motiveert de leerling om ook echt iets te doen met de ontvangen feedback.
De eerste resultaten zijn zeer positief: de leerlingen (bovenbouw) gaven o.a. aan dat zij nu beter begrepen hoe docenten eigenlijk tegen hun werk aankeken.
Jolanda vd Ven, Marloes Musters, Ton van den Hoogen
Arrangeren
Gedeeld door Mondriaan
Zoveel mogelijk materiaal dat is gearrangeerd / gerearrangeerd is ook weer publiek gedeeld.
Dit materiaal wordt in een aantal gevallen daadwerkelijk buiten de school gewaardeerd: te zien aan toegekende beoordelingen en keurmerken.
Voorbeeldje rearrangeren
Dit is materiaal van VO-content. De leerlijn is thematisch georiënteerd, maar wij hebben de elementen verschoven en alleen uitleg + oefeningen verzameld voor grammatica, woordenschat, spelling en lezen.
Diversen
Ontwerpopdracht met Sketchup
Leerlingen hebben in Sketchup een ontwerp gemaakt voor de nieuwe aula.
Miniconomy is een spel waarin je kunt handelen met duizenden andere spelers. Het spel kent een open versie en een versie die specifiek gericht is op het onderwijs. Een aantal belangrijke educatieve aspecten van Miniconomy: Handelen in goederen, aandelen, grond en onroerend goed, Kostprijsberekening, Balans en resultatenrekening, Marketing, Wet van vraag en aanbod, Concurrentie, Bankwezen, Financiering, Samenwerken
In het onderstaande filmpje worden leerlingen geinterviewd die thuis bezig zijn met hun opdracht Miniconomy (2011, Mondriaan College Oss, 3 VWO+)
Tijdens de opdracht die drie weken duurt houden zij een logboek bij waarin zij hun ervaringen optekenen. Dit logboek wordt later in de klas besproken.
Aan het in schoolverband meedoen met Miniconomy zijn enige kosten verbonden.
Naast Miniconomy bestaan er verschillende andere simulatiegames voor economie, bijvoorbeeld: Bizzgames en Plaza Challenge. Ook deze games kennen een specifeke omgeving voor gebruik door scholen.
Waarom zou je serious gaming inzetten in je onderwijs en meer voorbeelden:
Leerlingen geschiedenis bovenbouw hebben spotprenten geanalyseerd en daarbij gebruik gemaakt van Thinglink. Met behup van Thinglink maken leerlingen een interactieve ontdekplaat en kunnen zij op iedere gewenste plaats commentaar, afbeeldingen of links naar verklarende video's invoeren.
Daarna worden de platen in de klas besproken.
Leerlingen en docent waren tevreden over deze aanpak.
Het arrangement ICT in het onderwijs - lesideeën is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.