Een voki is een sprekend figuurtje. De leerling kan dit figuurtje (avatar) via internet (gratis) zelf vorm geven en aankleden. Vervolgens kan de leerling tot een minuut aan tekst inspreken. De voki zal daarna die tekst uitspreken en daarbij zijn/haar lippen min of meer levensecht bewegen.
Ervaring leert dat leerlingen een aantal malen hun tekst uitspreken en opnemen voor zij tevreden zijn: zij lopen tijdens het inspreken tegen hun fouten en aarzelingen aan en horen het dan terug. In het algemeen doen de leerlingen het dan over. Sterker nog, ze doen het misschien wel 5x over. Allemaal oefening.
Ze komen er ook achter dat ze zo’n inspreekoefening moeten voorbereiden: dat onderschatten ze nog wel eens als ze in de klas iets moeten vertellen. Wordt een spreekvaardigheidsoefening rechtstreeks in de klas gedaan dan zal de leerling daar vaak minder mee bezig zijn.
De docent kan op zijn/haar gemak luisteren hoe leerlingen de betreffende taal uitspreken. Het is lastig om in 50 minuten iedereen een ‘beurt’ te geven, maar op deze manier kan het wel. Bovendien kunnen leerlingen dit opslaan in een portfolio/blog en zo zelf een dossier bijhouden om te kijken hoe/of ze vooruitgaan.
Een voki heeft zijn beperkingen. De minuut spreektijd is wel erg kort voor de bovenbouw en bovendien zal een sprekend figuurtje vooral jongere leerlingen aanspreken. Maar via Windows 'opname' of via een gratis tool als Audacity is het mogelijk om geluidsopnames via de pc te maken. Ook via een mobieltje kan dat natuurlijk.
http://maken.wikiwijs.nl/36678/Digitale_vaardigheden_docenten_Mondriaan_College#!page-1699485
Het resultaat