Je ogen zijn belangrijk om de omgeving om je heen waar te nemen.
Nu is het niet voor iedereen vanzelfsprekend dat de ogen hun functie goed kunnen uitoefenen.
Heb je zelf een bril of contactlenzen om beter te kunnen zien?
Jonge kinderen hebben soms last van een lui oog.
Bij de schoolarts heb je op de basisschool vast wel eens ogentest gedaan.
Zeker met de vergrijzing in Nederland neemt het aantal mensen met oogproblemen toe.
Wanneer je niet goed ziet, kun je direct naar een opticien gaan.
Een opticien of medewerker optiek helpt je bij het uitzoeken van een bril.
Maar als je een specifiekere vraag hebt over de gezondheid van je ogen ga je naar een optometrist.
De optometrist voert verschillende metingen uit aan je ogen en verwijst je vervolgens terug naar een opticien.
Het werk van de optometrist kun je ook laten uitvoeren bij een oogarts.
Bij een oogarts kom je terecht bij ernstige oogafwijkingen of oogziektes, waarbij chirurgie nodig is.
Hieronder zie je een voorlichtingsfilm over optometrie. Heb jij wel eens een oogonderzoek gehad? Zo niet, praat dan met een klasgenoot die dit wel heeft gehad. Herken jij of herkent je klasgenoot de onderzoeken die in de video voorkomen?
In deze module onderzoek je de bouw en werking van het oog en ga je aan de slag met enkele onderzoeken die een optometrist ook uitvoert. Daarnaast bekijk je de werking van het zenuwstelsel dat onmisbaar is om bewust en onbewust waar te kunnen zien.
Hoe is het trouwens gesteld met jouw ogen?
Doe de ogentest oogtest.oogfonds.nl
Wat ga ik leren?
Na het afronden van deze module. Kun je:
de werking van een zintuig in het algemeen beschrijven.
de bouw van het oog beschrijven en onderdelen benoemen.
de werking van het oog uitleggen.
het verband tussen adequate prikkel en reactie beschrijven.
de rol van de hersencentra bij waarnemen uitleggen.
de principes van een regelkring herkennen bij de werking van het zintuigstelsel.
Deelconcepten
Centraal zenuwstelsel, perifeer zenuwstelsel, autonoom (vegetatief) zenuwstelsel en animaal zenuwstelsel, grote en kleine hersenen, centra voor gevoel, beweging, en voor zien in de hersenschors, hersenstam, ruggenmerg, optisch chiasma, gevoels-, schakel- en bewegingszenuwcellen, impulsgeleiding, reflexboog, pupil, lens, netvlies, staafjes, kegeltjes, gele vlek, blinde vlek, adequate prikkel, mechanische, chemische, licht-, temperatuur-, tast- en pijnreceptoren, visuele centra in de hersenschors, lenswerking, bijziend, verziend, accommodatie, prikkels, mechanische , chemische, temperatuur-, licht-, tast- en pijnreceptoren, adequate prikkel, drempelwaarde en zenuw-zintuigstelsel.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Inhoud
Stap 1
In deze stap bestudeer je de werking van zintuigen en het reageren op prikkels.
Stap 2
Prikkels vanuit je hersenen worden via zenuwbanen naar allerlei delen van je lichaam gezonden. Deze stap gaat over de weg die deze prikkels afleggen.
Stap 3
Hoe is het oog opgebouwd en wat zijn de functies van de verschillende onderdelen?
Stap 4
Je oog is een zintuig dat gebruik maakt van licht om een beeld door te geven aan visuele schors in de hersenen.
Stap 5
Als iets je oog raakt, sluit deze automatisch. Over deze en meer reflexen gaat deze stap.
Stap 6
Je weet nu hoe het werkt bij mensenogen, maar hoe zit dat bij dieren?
Stap 7
In deze stap kijk je naar de bouw van hersenen.
Stap 8
Wanneer je problemen hebt met zien kun je op verschillende plaatsen terecht. Je bestudeert twee medische beroepen.
Afronding
Onderdeel
Kennisbank
Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht
Je maakt samen met een klas een simulatie van een regelkring.
D-toets
Je test je kennis over deze module in een d-toets.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 7 SLU nodig.
Aan de slag
Stap 1: Zintuigen
Zintuigen
Klaar voor de start ...! Kijk de video. Welke prikkels komen binnen bij een sporter op het moment dat het startsignaal klinkt? Bespreek het met een klasgenoot. Lees daarna verder onder de video.
Op de atletiekbaan, in het zwembad of op de ijsbaan gaan de sporters van start wanneer ze het startschot horen.
Geluid is een prikkel die de zintuigcellen in het oor opvangen.
Naast de oren, zijn de ogen belangrijk om goed te presteren.
Licht is de prikkel die de zintuigcellen in de ogen activeren.
Door het opvangen van prikkels om je heen en het verwerken ervan, kun je reageren op je omgeving.
Ogen en oren zijn niet de enige zintuigen in het lichaam.
In deze stap bestudeer je de werking van zintuigen en het reageren op prikkels.
Informatieverwerking
De hersenen verwerken de informatie die je zintuigen versturen.
Sommige lichaamsdelen hebben meer zintuigcellen dan andere. Bekijk de video. Noteer relevante begrippen met hun betekenis.
Bestudeer uit de Kennisbank de onderstaande onderdelen. Ook hierin komen veel begrippen voor.
Het gaat dan zowel om de bouw als om de werking van het zenuwstelsel.
Maak met behulp van de begrippen uit de video en de Kennisbanken een overzichtelijke samenvatting, woordweb of schema. Bewaar deze in je portfolio.
In de video wordt een methode voorgesteld om de reactiesnelheid te meten.
Onderzoek in tweetallen je eigen reactiesnelheid.
Voer je onderzoek uit en maak hiervan een kort verslag in een document. Overleg met je docent of deze ook ingeleverd moet worden en zo ja, wat de beoordelingseisen zijn.
Wat is er gebeurd tussen het ontstaan van de prikkel en het optreden van jouw reactie?
Bespreek het antwoord met een klasgenoot met behulp van een regelkring.
Practicum Zintuigen
Je gaat aan de slag met vijf practica die je in de klas roulerend gaat uitvoeren in tweetallen.
Alle experimenten voer je een keer uit als onderzoeker en als proefpersoon.
Hoe gevoelig ben jij?
Warm of koud?
Zoetekauwen
Eet smakelijk
Sta even stil
Gebruik voor het practicum het werkblad zintuigen. De conclusies die jullie hebben getrokken worden aan het eind van het practicum klassikaal besproken.
Stap 2: Het zenuwstelsel
Indelen van het zenuwstelsel
Prikkels vanuit je hersenen worden via zenuwbanen naar allerlei delen van je lichaam gezonden.
Als die prikkels niet naar je hersenen gaan kan het lichaam niet functioneren.
Zijn deze prikkels meetbaar en kunnen ze tijdelijk worden uitgeschakeld? Hoe gaat dat in zijn werk? Bekijk hiervoor de volgende twee video's:
Het zenuwstelsel kun je indelen op ligging van de verschillende delen.
Wanneer je let op de werking van het zenuwstelsel maak je een andere indeling.
In stap 1 opdracht 1 heb je met de begrippen een overzichtelijke samenvatting, woordweb of schema gemaakt.
Vul dit aan met de begrippen over de indeling van het zenuwstelsel.
Zoek in Binas de indeling van het zenuwstelsel op. Komt dit overeen met een deel van jouw overzicht?
In deze module gaat het verder over het animale zenuwstel.
Stap 3: Bouw van het oog
Bouw van het oog
Een optometrist onderzoekt de gezondheid van de ogen.
Daarvoor is het van belang de bouw en functies van delen van het oog goed te kennen.
In deze stap kijk je naar de bouw.
Practicum varkensoog
Practicum in tweetallen.
Bekijk een varkensoog van dichtbij.
Op het werkblad Varkensoog vind je de gehele beschrijving. De conclusie wordt na het practicum klassikaal besproken.
Stap 4: Werking van het oog
Je oog is een zintuig dat gebruik maakt van licht om een beeld door te geven aan visuele schors in de hersenen. Bekijk de volgende video's en de bron. Bestudeer daarna de Kennisbanken. De informatie kun je gebruiken bij het beantwoorden van de examenvragen.
Beantwoord in tweetallen de volgende eindexamenvragen. Bespreek de antwoorden met een ander tweetal.
Het gaat dan vooral om de uitleg bij de antwoorden.
Verbeter zo nodig je antwoorden en/of vraag zo nodig uitleg aan de docent.
Een sporter en coach kan een wedstrijd figuurlijk ‘lezen’, het spel doorzien en kijk hebben op zijn sport. Zijn blik kan letterlijk vertroebeld zijn door een nog niet geconstateerde oogafwijking. Eén op de vijf mensen heeft onvoldoende gezichtsscherpte – een in de sport vergeten aandachtspunt.
Bijziendheid is de meest voorkomende oogafwijking en dat is goed te herkennen. Een sporter ziet dan veraf niet goed scherp.
Hij plaatst daardoor minder goed een bal en reageert minder snel. Details zijn belangrijk in de sport, zeker bij topsport. Een tennisser moet bliksemsnel kunnen reageren op een geplaatste bal.
Zie je het allemaal niet zo scherp, dan heb je een achterstand.
Een deel van het gezichtsvermogen is de gezichtsscherpte. De visus is een maat voor gezichtsscherpte. Om de visus te bepalen wordt gebruik gemaakt van de Snellenkaart.
Deze kaart is ontwikkeld door de Nederlandse oogarts Herman Snellen.
Met deze kaart bepaal je of de visus afwijkt t.o.v. de gemiddelde gezichtsscherpte.
De meeste mensen zien 100% ofwel 1.0 (6/6).
Dit betekent dat ze op een afstand van 6 meter de regel kunnen lezen die de meeste mensen op die afstand herkennen.
Als je de regel pas op een afstand van 3 meter kan lezen, dan heb je een gezichtsscherpte van 50%, ofwel 0,5 (3/6).
Kun je nog kleinere letters lezen dan is de visus groter dan 1.
Een waarde 1,5 komt wel voor bij jonge gezonde mensen.
Hoe is het gesteld met jouw ogen?
Werk in tweetallen. Je gaat aan de slag met de volgende onderzoeksvraag:
Is jouw gezichtsscherpte beter, gelijk of minder dan het gemiddelde?
Als je contactlenzen of een bril hebt, moet je deze wel gebruiken.
Hang de kaart op oogniveau aan een kale muur zonder venster.
Ga op 3 meter afstand van de muur zitten of staan.
Bedek één oog.
Begin bovenaan en lees hardop elke letter voor.
Laat de andere persoon opschrijven wat de kleinste regel is die je helemaal goed kunt lezen.
Test je andere oog op dezelfde manier.
Als je niet in staat bent om de visus 1.0 regel met beide ogen te lezen, heb je mogelijk een correctie nodig om scherper te zien. Welke lenzen schrijf je als oogarts voor aan je klasgenoot? Motiveer je antwoord.
Onderzoek of je klasgenoot bijziend of verziend is.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Practicum gezichtsbedrog
Hoe zat het ook alweer met de staafjes en de kegeltjes?
Bestudeer de kennisbank. Beantwoord daarna de twee examenvragen om je kennis te oefenen.
Je weet hoe nabeelden ontstaan. Iemand vraagt zich af waar het ontstaan van nabeelden van afhankelijk is. Gaat het om de duur van de prikkel?
De prikkelsterkte? De kleur? En hoe snel gaat het herstel? Is dat afhankelijk van de genoemde factoren?
Formuleer één onderzoeksvraag over het ontstaan en één onderzoeksvraag over het herstel van nabeelden. Maak een proefopzet voor de twee onderzoeksvragen.
Als materiaal heb je de beschikking over:
een stopwatch
gekleurd papier
Voer je onderzoek uit en noteer de resultaten.
Maak en verslag van je onderzoek.
Beschrijf in de discussie ook de theoretische verklaring voor het verschijnsel dat je hebt onderzocht.
Het verslag lever je in bij je docent. Bekijk tips en de beoordelingseisen in de Gereedschapskist hieronder.
Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.
Stap 6: Ogen van dieren
Ogen van dieren
Overleg met je docent of je deze stap gaat doen.
Dierenogen zijn aangepast aan hun omgeving.
Zo zijn er in de natuur heel wat rare ogen ontstaan.
Ogen met spleetpupillen, ogen aan de zijkant, ogen die eigenlijk uit veel meer ogen bestaan en ogen die ongelooflijk scherp kunnen zien. Nienke geeft een aantal mooie voorbeelden.
Dierenarts Chantal legt in de video uit hoe een dierenoog werkt en opereert een herdershond met staar. Sla eventueel de cabaretstukjes over:
Kies in tweetallen uit opdracht A of opdracht B.
Stap 7: Hersenen in actie
Hersenen in actie
Je hebt in stap 2 waarschijnlijk de video al bekeken over het zenuwstelsel.
Hierin is een stukje dat gaat specifiek over de hersenen.
Als je het niet meer precies weet kijk dan nog eens:
In deze stap kijk je naar de bouw van hersenen.
Bestudeer in de Kennisbank:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Brein in beeld
In groepjes.
Breng je brein in beeld.
Maak een model (2D of 3D, eventueel digitaal) van de hersenen waarin je aangeeft wanneer welke delen actief zijn tijdens verschillende momenten op school.
Het model kun je maken met klei, met een digitaal tekenprogramma, met potlood op papier, op een ballon, op een mutsje op iemands hoofd, …
Bedenk zelf een originele en passende werkvorm!
Denk aan:
Les wiskunde (luisteren, logica, …)
Les lichamelijke oefening (evenwicht, rennen, …)
Les Engels (slaperig worden, dvd kijken, praten …)
Les geschiedenis (jaartallen leren, …)
Practicum bij biologie (handen draaien aan microscoop, …)
Lunchen in kantine
Chatten op mobiel
Naar toilet gaan
Melden bij conciërge (bloedruk stijgt,…)
Enzovoort
Presenteer jullie model in de klas. Bekijk (en bewonder) de andere modellen.
Je kunt goed gebruik maken van:
Binas, www.brainfact.org, gebruik de gratis 3D brain app (voor Android, Iphone en Ipad) en de volgende Clipphanger:
Stap 8: Werken met ogen
Werken met ogen
Wanneer je problemen hebt met zien kun je op verschillende plaatsen terecht.
Je kunt direct je ogen laten opmeten bij een opticien en een bril of contactlenzen uitzoeken.
Maar in veel gevallen zal meer onderzoek nodig zijn.
Bijvoorbeeld kinderen met een lui oog kunnen terecht bij de optometrist.
Is er iets ernstigers aan de hand? Bijvoorbeeld schade aan het oog of het vermoeden van een tumor, dan zal een huisarts je verwijzen naar een oogarts.
Opleidingen
Bekijk de video's over het werken met ogen. Er worden twee beroepen uitgelicht: dat van optometrist en dat van oogheelkundige.
Bespreek na het kijken met een klasgenoot wat de verschillen zijn en wat eventueel de overlap is tussen de verschillende vakgebieden. Bespreek ook of de opleiding bij jou past en wat de toelatingseisen zijn.
Eindopdracht
Je gaat nu beginnen aan de afsluitende opdracht van deze module.
Je rondt deze module af met een simulatie van het zenuwstelsel. Dit doe je samen met je hele klas.
Je krijgt van je docent een taak.
Je krijgt straks een taak als:
hersencel (geel en groen),
spier,
bewegingszenuwcel,
zintuigcel,
gevoelszenuwcel of
schakelcel (blauw en kaartjes ‘Terugtrekken’).
Stel je in de ruimte zo op dat de plaats waar je staat overeenkomt met de bouw van het menselijk lichaam.
Elke cel heeft zijn eigen taak die je op het kaartje kunt lezen.
De docent leest een rood kaartje met een bericht voor.
Voer met de klas de regelkring uit.
Geef daarvoor het groene kaartje op de juiste manier door.
Bespreek steeds na afloop wat er is gebeurd.
Succes!
Beoordeling
Je docent beoordeelt jouw bijdrage in de simulatie op de volgende punten:
Je hebt door je bijdrage laten zien dat je snapt hoe het principe van de regelkring werkt.
Je liet een actieve en betrokken deelname zien tijdens de simulatie.
D-toets
Toets
De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Zintuigen'.
De toets bestaat uit verschillende soorten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op de knop om de toets te starten.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Ben je ongeveer 7 SLU met deze module bezig geweest.
Heb je in die tijd alle stappen helemaal kunnen doorlopen?
Inhoud
Ben jij geïnteresseerd in oogproblematiek? Zie jij jezelf al in een beroep dat binnen deze categorie valt? Waarom wel of waarom niet?
Eindopdracht
Hoe verliep de simulatie? ALs je jezelf een spiegel voorhoudt, hoe kijk je dan naar je eigen rol in de simulatie? Waar was je tevreden over? Wat had misschien anders gekund?
D-toets
Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed? Heb je de toets voldoende kunnen scoren? Zo niet, weet je op welk leerdoel je vastloopt? Wat heb je er aan gedaan om dit onderdeel alsnog voldoende te beheersen?
Het arrangement Module: Optometrist - h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit is thema ’Zintuigen, zenuwen en spieren'. Het onderwerp van deze les is: optometrist.
Na het afronden van deze module. Kun je:
de werking van een zintuig in het algemeen beschrijven.
de bouw van het oog beschrijven en onderdelen benoemen.
de werking van het oog uitleggen.
het verband tussen adequate prikkel en reactie beschrijven.
de rol van de hersencentra bij waarnemen uitleggen.
de principes van een regelkring herkennen bij de werking van het zintuigstelsel.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Bouw en werking van het oog;
Interactie;
Biologie;
Zintuigen;
Waarneming;
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit is thema ’Zintuigen, zenuwen en spieren'. Het onderwerp van deze les is: optometrist.
Na het afronden van deze module. Kun je:
de werking van een zintuig in het algemeen beschrijven.
de bouw van het oog beschrijven en onderdelen benoemen.
de werking van het oog uitleggen.
het verband tussen adequate prikkel en reactie beschrijven.
de rol van de hersencentra bij waarnemen uitleggen.
de principes van een regelkring herkennen bij de werking van het zintuigstelsel.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Reflexen van het oog
Hersenen
Zintuigen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.