Module: Eetkliniek - h45

Module: Eetkliniek - h45

Eetkliniek

Intro

Je lichaamsgewicht is belangrijk.
Wereldwijd is voor veel mensen overgewicht een groot probleem, terwijl andere mensen kampen met ondergewicht door te weinig of te eenzijdig voedsel.
Bekijk de video.
De jongeren in de video praten onder andere over pesten. Hoe kijk jij tegen mensen met overgewicht aan? Maak jij je ook schuldig aan pestgedrag?
Kijk je anders tegen overgewicht aan nu je deze video hebt gezien?

Je lichaamsgewicht kan ook een totaal andere kant opgaan;
ernstig ondergewicht bijvoorbeeld als gevolg van anorexia nervosa.
Bekijk de trailers van het televisieprogramma XXS (KRO 2010). Ben jij ook wel eens met je gewicht bezig? Is dat op een gezonde manier of ben je erdoor geobsedeerd? Hierover praten jullie klassikaal na het kijken van de video's.

 

Wil je meer weten over eetproblemen zoals anorexia? Ga naar de website www.proud2bme.nl

In deze module onderzoek je welke voedingsstoffen een mens nodig heeft en wat de functies zijn van deze voedingsstoffen in het lichaam.

Aan het eind van de module kun je antwoord geven op de volgende vragen:

  • Wat is een gezond gewicht?
  • Wat wordt bedoeld met gezond eten?
  • Welke gezondheidsproblemen kunnen ontstaan door teveel of te weinig van bepaalde voedingsstoffen?

Wat ga ik leren?

Je kunt:

  • de functies beschrijven van de verschillende voedingsstoffen.
  • met voorbeelden aangeven welke nadelige effecten een tekort of overschot aan voedingsstoffen kan veroorzaken.
  • van enkele voedingsmiddelen aangeven of het verzadigde of onverzadigde vetten bevat.
  • de effecten op de gezondheid aangeven van verzadigde en onverzadigde vetten.
  • bepalen of iemand een gezond gewicht heeft.
  • een eenvoudige animatie maken.
  • een verslag schrijven.
  • een onderzoek ontwerpen.

Deelconcepten
Voedingsstoffen, bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen,
koolhydraten (mono-, di- en polysachariden, zetmeel, glycogeen, cellulose), vetten (vetzuren en glycerol), eiwitten, vitamines, verbranding.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap Inhoud
Stap 1 Wat gebeurt er met je lichaam als je al het gezonde eten overboord gooit en je alleen nog maar gaat voeden met fastfood? Dat ontdekte filmmaker Morgan Spurlock. 
Stap 2 Hoe moet je gevarieerd eten met behulp van de schijf van vijf? Dat onderzoek je in deze stap. 
Stap 3 Welke vitamines en mineralen heeft een mens nodig om gezond te leven?
Stap 4 Voeding levert ons energie voor allerlei processen in het lichaam. Je berekent je eigen ruststofwisseling en bekijkt je eetdagboek.
Stap 5 Je hebt vast wel eens gemerkt dat je meer voeding nodig hebt als je intensief sport. Maar waarom dat is, weet je misschien niet. Daarover gaat deze stap.
Stap 6 Vegetarisch eten is helemaal van deze tijd, maar is het wel echt zo gezond? 
Stap 7 Voedselvergiftiging, je moet er waarschijnlijk niet aan denken, maar wat gebeurt er dan eigenlijk? 
Stap 8 Op verpakkingen staat vaak 'zonder toegevoegde kleur-, smaak- en geurstoffen'. Let jij daar op en wat betekent het eigenlijk?
Stap 9 Misschien vind je jezelf wel te zwaar, misschien vind je jezelf wel te dik. Maar wat is gezond en nog belangrijker, klopt jouw eigen zelfbeeld wel?
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Je bestudeert de verschillende hulpverleners in een eetkliniek.
Extra Als je gezond en gevarieerd eet, krijg je genoeg vitamines binnen.
Maar bij een vitaminetekort word je vanzelf ziek, zwak en misselijk. Krijg jij voldoende vitamines binnen?
D-toets Met een d-toets test je je kennis over deze module.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Overschot aan voedingsstoffen

Een overschot aan voedingsstoffen?
In de documentaire Super Size Me (2004) eet filmmaker Morgan Spurlock dertig dagen lang niets anders dan voedsel van McDonald's. Per dag consumeert hij ruim 5000 kilocalorieën, twee keer zoveel als nodig. Een arts houdt ondertussen zijn gezondheid in de gaten. Spurlock voelt zich steeds ongezonder en dijt zichtbaar uit. Ondertussen doorkruist hij de Verenigde Staten en interviewt hij vaste klanten van McDonald's en voedselexperts op zoek naar redenen van de nationale vraatzucht.

Kijk hier de trailer van Supersize me:

Dat fastfood niet zo gezond is, vooral als je het vaak eet, is algemeen bekend.
Dat je er dik van kunt worden is ook geen geheim. Maar wat houdt ‘gezonde voeding’ eigenlijk in?
Wat zit er in de voedingsmiddelen die je eet?
Welke voedingsstoffen en hoeveel heeft je lichaam nodig om te groeien en gezond te blijven?

Bestudeer de Kennisbank:

Voedingsstoffen



 

Animatie
Maak een korte animatie met behulp van goanimate waarin zoveel mogelijk woorden uit de vorige oefening met uitleg voorkomen.
Je kunt hierin binnen enkele minuten een (gratis) animatie maken met ingesproken tekst.

Practicum Voedingsstoffen aantonen
In de onderbouw heb je vast al eens zetmeel aangetoond in voedingsmiddelen met behulp van jood.
Jood is een indicator.
In dit practicum gebruik je meerdere indicatoren om ook andere voedingsstoffen dan zetmeel aan te tonen.
Het eerste deel van het practicum leer je de indicatoren beter kennen.
In het tweede deel zet je zelf een voedselonderzoek op.
Lees eerst het hele practicum door voordat je aan de slag gaat.

Download het werkblad Voedingsstoffen aantonen en het schema Voedingsstoffen aantonen.

Stap 2: Gevarieerd eten

Gevarieerd eten is belangrijk.
Het Voedingscentrum geeft in de Schijf van 5 aan dat het belangrijk is uit alle groepen voedingsmiddelen te kiezen. Zo krijg je alle benodigde voedingsstoffen binnen.
Wat is nu het effect als je van bepaalde voedingsstoffen teveel binnenkrijgt?

Practicum Melk onder de microscoop
Hoe komt het dat melk wit is?
Benodigdheden:

  • microscoop en toebehoren
  • 4 bekerglazen met volle melk, halfvolle melk, sojamelk en water.

Werkwijze:

  • Leg een druppel water op een objectglas.
  • Steek een prepareernaald in het bekerglas met volle melk.
  • Breng wat aan de prepareernaald blijft hangen over in de druppel water.
  • Maak het preparaat af me een dekglas.
  • Bekijk het prepraat.
  • Voer dit ook uit met de halfvolle melk en de sojamelk.

De bewegingen die je ziet, zijn ontdekt door de Engelsman Brown.
De Brownse beweging: moleculen

Uit welke stof bestaan de bolletjes die je ziet? Het antwoord wordt klassikaal besproken. 

Practicum Bacteriekweek
Overleg met je docent of je ook het volgende practicum gaat uitvoeren:
Bacteriekweek. De resultaten van het practicum worden klassikaal besproken. 

Stap 3: Vitamines en mineralen

Zin en onzin over vitamines en mineralen
Maak een keuze uit opdracht A of B.
Wissel na afloop de antwoorden uit met een klasgenoot die voor de andere opdracht heeft gekozen.

 

Cholesterol
Lees in de Kennisbank de onderdelen vetten, cholesterol, voedingsvezels:

Voedingsstoffen


Cholesterol
De lever maakt per etmaal ongeveer 1 gram cholesterol. Daarnaast wordt cholesterol opgenomen met het voedsel.
Cholesterol is een vetachtige stof die een belangrijke rol speelt bij de opbouw van celmembranen en die dient als grondstof voor de productie van bepaalde hormonen.
Onder normale omstandigheden bestaat er een evenwicht tussen de hoeveelheden vet en cholesterol die door de lever wordt opgenomen en die wordt afgegeven aan het bloed. Het hormoon insuline heeft invloed op dit evenwicht.
Het evenwicht kan verstoord raken, bijvoorbeeld wanneer de voeding een te grote hoeveelheid verzadigde vetten bevat, of wanneer iemand een aandoening heeft, zoals suikerziekte.
Cholesterol wordt in het bloed getransporteerd, gebonden in LDL of in HDL. Het LDL-cholesterol kan zich in de wand van bloedvaten ophopen en heet daarom ook wel het 'slechte' cholesterol. HDL kan cholesterol uit de vaatwand opnemen en naar de lever terug vervoeren. HDL-cholesterol heet het 'goede' cholesterol.

In het lichaam wordt hemoglobine van 'versleten' rode bloedcellen afgebroken.
Uit het niet-eiwitdeel van hemoglobine wordt ijzer onttrokken; wat overblijft wordt bilirubine, een geelbruine stof die in de lever verder wordt verwerkt. Het eiwitdeel kan door de lever worden afgebroken tot ureum.

Stap 4: Energie uit eten

Energie uit eten
Samengevat tot nu toe: Eet gevarieerd!
Eén van de andere regels over voeding is: Eet niet teveel en beweeg.

Voeding levert ons energie voor allerlei processen in het lichaam.
Waarschijnlijk heb je de Pindaproef al eens gedaan. Nog niet?
Voer dan het practicum uit: Practicum Pindaproef

Bestudeer uit de Kennisbank:

Voedsel als energiebron


Ruststofwisseling
Wat wordt bedoeld met de ruststofwisseling (ook wel basaal metabolisme)?
Wat is jouw (bij benadering) ruststofwisseling?
Je kunt gebruik maken van deze handige hulp: www.voedingswaardetabel.nl
Je weet nu je ruststofwisseling. Noteer deze in een document.
Hoeveel energie heb je nodig om goed te kunnen functioneren?
Dat is afhankelijk van de arbeid die je op een dag levert.

Hoeveel mag ik eten?
Het Voedingscentrum heeft algemene richtlijnen voor de dagelijkse aanbevolen hoeveelheden voor een gemiddelde man of vrouw van een bepaalde leeftijd.
Wat betekent dit nu concreet voor jou?
Ga naar www.voedingscentrum.nl en bepaal jouw aanbevolen dagelijkse hoeveelheden.
Noteer de gegevens in het document.

Op mijneetmeter van het Voedingscentrum kun je een eetdagboek bijhouden.
Hiervoor is het wel nodig dat je een account aanmaakt. Houdt 5 dagen je voeding bij.
Je ziet na het invullen meteen of je voldoende en gevarieerd hebt gegeten en gedronken. Heb je voldoende energie binnengekregen? Heb je van alle voedingsstoffen voldoende binnengekregen?

Schrijf je conclusie van de vijf dagen in je document. Noteer ook de belangrijkste persoonlijke tips die je hebt gekregen. Zijn de tips haalbaar voor jou?

Overleg met je docent of het document ingeleverd moet worden en zo ja, wat dan de beoordelingseisen zijn.

Stap 5: Energie in de sport

Voor sporters is eten als energiebron enorm belangrijk.
Wat kunnen sporters het beste eten om voldoende energie te hebben om topprestaties te leveren?

 

Stap 6: Gezond en vegetarisch

Gezond en vegetarisch
Waarom wordt iemand vegetariër? Maarten Tjallingii kreeg het met de paplepel ingegoten.
Gaat het om dierenleed tegen gaan? Of is het een principiële keuze om duurzamer met het milieu (leefomgeving) om te gaan?
En als je de keuze hebt gemaakt om vegetariër te worden, hoe ziet een gezonde maaltijd er dan uit?
Kies één van de volgende opdrachten. Werk hierbij in twee- of drietallen.
Maak een keuze uit opdracht A, B of C. Maak per opdracht gebruik van de bronnen.

Wissel na afloop de antwoorden uit in de klas door middel van presentaties. Kijk voor ideeën in de Gereedschapskist. Overleg met je docent of deze stap ook beoordeeld gaat worden. Zo ja, dan vind je in de Gereedschapskist per onderdeel de beoordelingseisen.

Opdracht A Dierenwelzijn
Hoe is het gesteld met het dierenwelzijn van dieren in de bio-industrie?
Welke verbeteringen zijn de afgelopen jaren genomen om het dierenleed te verminderen?
Welke alternatieven zijn er voor vlees uit de bio-industrie als je wel vlees wilt eten?
Presenteer je resultaten aan de klas.
Maak zelf een keuze voor het eindproduct.

Bronnen:
Voedingscentrum over dierenwelzijn

Opdracht B Vlees als energieverslinder
Op welke manieren kost de productie van vlees energie?
Beantwoord de vraag en maak gebruik van de volgende berekening,
de tekeningen en de gegeven bronnen. Presenteer je resultaten aan de klas.
Maak zelf een keuze voor het eindproduct.

Bronnen:

Milieucentraal
Voetafdruk

Opdracht C Vegetarisch menu
Voor volwassenen geldt dat ze per dag ongeveer 100 gram vlees nodig hebben (inclusief vleeswaren).
Stel een warme maaltijd samen met voldoende eiwit en ijzer.
Kies er zelf groenten bij, zodat een volledige maaltijd ontstaat.
Overleg met de docent of je hiervoor een plan maakt of dat je daadwerkelijk de maaltijd gaat bereiden.
Presenteer het resultaat aan de klas.

Bronnen:
Voedingscentrum - vlees
Voedingscentrum - vegetarisme, veganisme

Stap 7: Ziek worden van eten

Ziek worden van eten; Eet veilig!
Bestudeer de Kennisbank en bekijk de Clipphanger over voedselvergiftiging. De informatie die je leest en ziet kun je gebruiken in deze stap.

Problemen met voedsel


Stap 8: Additieven

Additieven
Aan voedingsmiddelen worden tal van additieven toegevoegd om bijvoorbeeld de houdbaarheid te verlengen, een mooie kleur te geven of een smaak te versterken.
Elk additief heeft een code, namelijk een E-nummer.
Als een stof een E-nummer heeft, is deze stof goed gekeurd door de Europese Unie.
Bekijk de volgende video van Tros Radar. Bespreek na het kijken met een klasgenoot of jij wel in de gaten houdt wat je eigenlijk eet.

Stap 9: Gezond gewicht?

Gezond gewicht?
Bij een gezond gewicht is de energieopname in balans met het energieverbruik.
Hoe zit dat bij jou? Heb jij een ‘gezond’ gewicht?
Houd er wel rekening mee dat de meeste tools om je BMI te bereken zijn ontwikkeld voor volwassenen en niet voor jongeren in de groei!
Bereken je BMI met behulp van www.voedingscentrum.nl
Wat vind je zelf van de uitslag? Ben je tevreden? Het is altijd belangrijk om jouw BMI niet te vergelijken met dat van een klasgenoot. Iedereen heeft een ander lichaam, een andere stofwisseling en een andere voedingsbehoefte. Als jouw BMI hoger of lager is dan dat van een klasgenoot, betekent niet dat het dan ook slechter is!

De balans slaat door
In de intro van het thema zag je al een jongen met anorexia.
Anorexia nervosa komt meer bij meisjes voor dan bij jongens.
Bekijk het filmpje over Canan Yorulmaz. Canan toont hoe zij vecht tegen de anorexia waaraan zij leed.
Daarnaast is zij karateka. Met deze vechtsport probeert ze haar onzekerheid te overwinnen en hierdoor wil ze laten zien hoe ze in het leven staat. Beantwoord  na het kijken de vragen. Je kunt ze eventueel eerst doorlezen. 
De antwoorden worden klassikaal besproken.



 

Afsluiting

Samenvattend

Voedingsstoffen

Voedsel als energiebron

Problemen met voedsel

Koolhydraten en vetten

​Eiwitten en nucleïnezuren

Eindopdracht

Eindopdracht
Je rondt deze module af met een opdracht over de verschillende professionals die werken binnen een eetkliniek.

In de volgende video's krijg je rondleidingen eetklinieken. Let goed op de verschillende onderdelen die je ziet.

In eetklinieken in ons land kunnen ook mensen terecht met andere eetproblemen.
In een eetkliniek werken verschillende mensen samen, zoals:

  • opvoeders
  • leerkrachten
  • logopedisten
  • diëtisten
  • orthopedagogen
  • kinderartsen
  • verpleegkundigen

Ga met je klas na wat de verschillende rollen zijn van deze professionals in de eetkliniek.
Kies per tweetal een specialisme en maak een overzicht van de werkzaamheden en verantwoordelijkheden van deze persoon.
Houd zo mogelijk een interview met iemand in een dergelijk beroep (dat mag natuurlijk ook buiten een eetkliniek zijn).
Bespreek de resultaten in de klas.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van de resultaten op de volgende punten:

  • Is per tweetal een specialisme gekozen en is de keuze gemotiveerd?
  • Is van het specialisme een overzicht gemaakt van werkzaamheden en verantwoordelijkheden?
  • Is dit overzicht duidelijk en overzichtelijk weergegeven?
  • Is er een interview gehouden met iemand die in dit specialisme werkt (niet verplicht, levert wel extra punten op). 
  • Zijn de resultaten op een duidelijke manier besproken met de klas?
  • Is de samenwerking van het tweetal eerlijk verlopen?

Extra

Als je gezond en gevarieerd eet, krijg je genoeg vitamines binnen.
Maar bij een vitaminetekort word je vanzelf ziek, zwak en misselijk.
Je gaat onderzoeken of jij voldoende voedsel met vitamines eet. Gebruik eventueel de informatie die je in stap 3 hebt geleerd.

Noteer van één dag jouw eetdagboek. Onderzoek per voedingsmiddel welke vitamines het bevat. Denk jij dat je voldoende vitamines binnen krijgt? Praat erover met een klasgenoot.
Natuurlijk kijk je ook naar zijn/haar eetdagboek.

Maak gebruik van de volgende bronnen:

D-toets

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van de toets 'Voeding'.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op de knop om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    In deze module kwam onder andere je eigen eetgedrag aan bod. Ben jij zelf bewust bezig met je voeding? Of zou je misschien meer je best moeten doen om gezond te leven. Misschien doe je juist wel teveel je best. Vraag een volwassene om hulp als je hier onzeker over bent of als je merkt dat jouw eetgedrag afwijkt van dat van je leeftijdsgenoten.
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed? Heb je met de d-toets kunnen controleren of je de leerdoelen beheerst? Ben je tevreden over het resultaat? Zo niet, wat had je beter anders kunnen doen?
  • Het arrangement Module: Eetkliniek - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 17:32:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit is thema ’Voeding en spijsvertering'. Het onderwerp van deze les is: eetkliniek. Je kunt: de functies beschrijven van de verschillende voedingsstoffen. met voorbeelden aangeven welke nadelige effecten een tekort of overschot aan voedingsstoffen kan veroorzaken. van enkele voedingsmiddelen aangeven of het verzadigde of onverzadigde vetten bevat. de effecten op de gezondheid aangeven van verzadigde en onverzadigde vetten. bepalen of iemand een gezond gewicht heeft. een eenvoudige animatie maken. een verslag schrijven. een onderzoek ontwerpen.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding; Stofwisseling van het organisme; Vertering bij de mens;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    8 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, gewicht, havo4/5, onderzoek, onverzadigde vetten, stercollectie, verzadigde vetten, voedingsmiddelen, voedingsstoffen