Zin en onzin over vitamines en mineralen
Maak een keuze uit opdracht A of B.
Wissel na afloop de antwoorden uit met een klasgenoot die voor de andere opdracht heeft gekozen.
Cholesterol
Lees in de Kennisbank de onderdelen vetten, cholesterol, voedingsvezels:
![]() |
Voedingsstoffen |
Cholesterol
De lever maakt per etmaal ongeveer 1 gram cholesterol. Daarnaast wordt cholesterol opgenomen met het voedsel.
Cholesterol is een vetachtige stof die een belangrijke rol speelt bij de opbouw van celmembranen en die dient als grondstof voor de productie van bepaalde hormonen.
Onder normale omstandigheden bestaat er een evenwicht tussen de hoeveelheden vet en cholesterol die door de lever wordt opgenomen en die wordt afgegeven aan het bloed. Het hormoon insuline heeft invloed op dit evenwicht.
Het evenwicht kan verstoord raken, bijvoorbeeld wanneer de voeding een te grote hoeveelheid verzadigde vetten bevat, of wanneer iemand een aandoening heeft, zoals suikerziekte.
Cholesterol wordt in het bloed getransporteerd, gebonden in LDL of in HDL. Het LDL-cholesterol kan zich in de wand van bloedvaten ophopen en heet daarom ook wel het 'slechte' cholesterol. HDL kan cholesterol uit de vaatwand opnemen en naar de lever terug vervoeren. HDL-cholesterol heet het 'goede' cholesterol.
In het lichaam wordt hemoglobine van 'versleten' rode bloedcellen afgebroken.
Uit het niet-eiwitdeel van hemoglobine wordt ijzer onttrokken; wat overblijft wordt bilirubine, een geelbruine stof die in de lever verder wordt verwerkt. Het eiwitdeel kan door de lever worden afgebroken tot ureum.