Lucht is van levensbelang
Schone lucht bevat weinig stoffen die het ademhalingsstelsel aantasten of ons ziek maken.
Ons lichaam heeft een aantal manieren tot zijn beschikking om stoffen uit de lucht te filteren, maar dan moet het stof in de lucht niet te fijn zijn.
In deze module gaat het over de vraag wat fijnstof is, de gevaren van fijnstof en de manier waarop het ons lichaam binnen kan komen.
Bekijk de volgende twee filmpjes. Bespreek na het kijken met een klasgenoot welke gevolgen en risico's van fijnstof aan de orde komen in de video's.
Is de situatie van de vrouw in de video herkenbaar voor jouw woonomgeving? Zo ja, hoe voel jij je daar dan bij?
Wat ga ik leren?
Je kunt:
twee verschillende omschrijvingen geven van het begrip ademhaling.
de onderdelen van de luchtwegen in een afbeelding benoemen en hun functies uitleggen.
de verschillen tussen borst- en buikademhaling omschrijven.
uitleggen waardoor de longinhoud kan veranderen.
in een afbeelding de verschillende longinhouden aangeven.
Hoe meet je de hoeveelheid stof in de lucht? Een bedrijf heeft hier een apparaatje voor ontwikkeld.
Stap 2
Je onderzoekt welke weg lucht aflegt van buiten naar binnen.
Stap 3
Welke spieren zorgen voor inademen en welke voor uitademen? Dat ontdek je in deze stap.
Stap 4
De hoeveelheid gassen (zuurstof en koolstofdioxide) die naar en van de cellen wordt getransporteerd moet via diffusie door celmembranen. Daarover beantwoord je vragen.
Afronding
Onderdeel
Kennisbank
Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht A
(keuze)
Je maakt een les waarin je de informatie die je van deskundigen hebt ontvangen terug laat komen.
Eindopdracht B
(keuze)
Je maakt een opzet voor een buurtonderzoek en laat dit controleren door deskundigen.
D-toets
Met een d-toets test je je kennis over dit onderwerp.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.
Aan de slag
Stap 1: Fijnstof
Fijnstof
Het belang van schone lucht is voor iedereen duidelijk.
Meten van de hoeveelheid stof in de lucht is een andere zaak.
Tegenwoordig kun je zelfs met je smartphone meedoen aan onderzoek naar fijnstof.
In de volgende video zie je hoeveel fijnstof mensen ademen. Het team van iSpex heeft een gadget ontwikkeld waarmee je de hoeveelheid fijnstof in je omgeving hebt. Wat vind jij van deze ontwikkeling? Zou jij hier aan mee willen werken? Bespreek het met een klasgenoot.
Je kunt meer informatie lezen op www.ispex.nl
Bekijk nu de volgende video. Leg met eigen woorden uit op welke manier de onderzoekers de hoeveelheid fijnstof in de atmosfeer gaan meten. Bespreek ook dit met een klasgenoot.
Maak een opzet voor een onderzoek om als klas mee te doen aan het meten van fijnstof in de schoolomgeving. Voer het onderzoek uit.
In overleg met jullie docent wordt één van de onderzoeksopzet gebruikt om het onderzoek uit te voeren.
Kijk nog even in de Gereedschapskist hieronder welke punten je moet verwerken in een onderzoek.
Verzamel alle gegevens en probeer de waarnemingen in een schoolkrant of plaatselijke krant/nieuws (online) te plaatsen.
Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.
Hoe is het gesteld met fijnstof in jouw woonplaats en het gebied eromheen?
Je vindt hier meer informatie www.atlasleefomgeving.nl
Bespreek met een klasgenoot hoe het is gesteld met de fijnstof in jouw omgeving.
Stap 2: Op weg naar binnen
De weg naar binnen
Om in leven te blijven is aanvoer van zuurstof en afvoer van koolstofdioxide nodig.
De zuurstof halen we uit de ingeademde lucht, de koolstofdioxide ademen we uit.
De lucht buiten het lichaam bevat echter meer stoffen.
In de vorige stap heb je al geleerd dat niet al die stoffen goed zijn voor ons functioneren.
De bouw van het ademhalingsstelsel is erop gericht om zoveel mogelijk alleen de niet-gevaarlijke stoffen ons lichaam te laten binnendringen.
Verbindingen
De luchtpijp vormt de verbinding tussen de neusholte en de longen.
In de dierenwinkel kun je onderdelen van het ademhalingsstelsel van dieren kopen.
Die onderdelen worden als speelgoed of voedsel gebruikt voor huisdieren. Maak een tekening van:
luchtpijp
varkensneus
Benoem de getekende onderdelen.
Laat de tekeningen controleren door de docent.
Kijk voor je begint in de Gereedschapskist voor tips.
Practicum - Dwarsdoorsnede
Van je docent ontvang je een preparaat van een dwarsdoorsnede van een luchtpijp.
Bestudeer het preparaat met de microscoop. Let vooral op de bouw en ligging van het slijmvlies.
Maak een natuurgetrouwe tekening van het preparaat onder de microscoop en geef namen aan de getekende onderdelen.
Kijk voor tips bij het maken van de tekening in de Gereedschapskist hieronder.
In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft.
Stap 3: Inademen en uitademen
Inademen en uitademen
Om voldoende lucht in en uit je longen te krijgen is een ventilatiebeweging nodig.
Door het vergroten en verkleinen van het volume van je longen gaat lucht je longen in of uit.
Je concentreren op je ademhaling kan een goede manier zijn om tot rust te komen.
Veel meditatietechnieken en yoga maken daar gebruik van.
Bekijk een stukje ‘spare-ribs’.
Voel waar de ribben zitten. Maak een tekening van de richting van de spieren tussen de ribben.
Stap 4: Longcapaciteit
Longcapaciteit
De ventilatiebeweging van je borstkas en middenrif verzorgen de ademhaling.
Zoals je nu zit te lezen zal er maar een klein deel van wat je maximaal kunt in en uitademen worden gebruikt.
Hoeveelheid lucht
Om de hoeveelheid lucht te meten die per ademhaling naar binnen en buiten gaat kun je een spirometer gebruiken.
Noteer klassikaal een aantal variabelen die de grote van de vitale capaciteit zouden kunnen beïnvloeden.
Denk daarbij aan sekseverschil, verschil lichaamsgrootte en/of sportiviteit.
Stel de (eenduidige) onderzoeksvragen op.
Verdeel de onderzoeksvragen over groepjes.
Ontwerp per groep een onderzoek om antwoord te geven op de onderzoeksvragen.
formuleer een hypothese
voer het onderzoek uit
trek conclusies
Deel de conclusies met de rest van de klas.
Afsluiting
Samenvattend
In de module wordt gebruik gemaakt van de volgende onderdelen uit de Kennisbank.
Afronding
Je gaat beginnen aan de afronding.
Je hebt in deze module kennis opgedaan over de ademhaling en de gevaren van fijn stof voor de ademhaling.
Je kunt deze module kiezen tussen eindopdracht A en eindopdracht B. Overleg met je docent of je hierin een vrije keuze hebt.
In overleg met je docent ga je, met en voor elkaar, een les verzorgen over de gevaren van fijn stof in jullie leefomgeving.
Maak eerst een overzicht van de onderwerpen waar je informatie wilt geven.
Zoek per groep naar deskundigen waar je informatie van kunt krijgen en bevraag die.
Overleg of je ook deskundigen van buiten (artsen, mensen van de longstichting, plaatselijke politici) kunt vragen om jullie in de les informatie te geven.
Maak in overleg met je docent een plan voor de les en geef deze les.
Je zult merken dat je de informatie ook voor de volgende module kunt gebruiken.
Kijk voor je begint in de Gereedschapskist voor tips.
Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van de les op het volgende:
Het onderwerp van de les is duidelijk en wordt goed gecommuniceerd naar de klas.
De leerstof sluit aan bij de doelgroep.
In de les is informatie verwerkt van deskundigen. Deze informatie is een verrijking voor de les.
De les wordt op een boeiende en overtuigende manier gebracht.
De les zit inhoudelijk juist in elkaar en kan binnen de tijd afgewerkt worden.
De les is creatief en origineel.
De samenwerking met andere klasgenoten verloopt soepel en de taken zijn eerlijk verdeeld.
Je kunt natuurlijk ook je eigen les maken! Hierbij krijg je de ruimte om je eigen ideeën en inbreng uit te werken en uit te voeren.
Eindopdracht B: Buurtonderzoek
Afronding
Je gaat beginnen aan de afronding.
Je hebt in deze module kennis opgedaan over de ademhaling en de gevaren van fijn stof voor de ademhaling.
Je kunt deze module kiezen tussen eindopdracht A en eindopdracht B. Overleg met je docent of je hierin een vrije keuze hebt.
In de buurt waar je woont wil zich een nieuw bedrijf vestigen.
Je gaat een buurtonderzoek opzetten ter voorbereiding van de vraag of een bedrijf dat fijn stof produceert in een woonwijk moet worden toegelaten.
Maak een plan voor het opzetten van het onderzoek.
Maak een vragenlijst voor buurtbewoners om te onderzoeken welke aandoeningen aan de luchtwegen voorkomen.
Laat je plan voor het onderzoek en de vragenlijst controleren door deskundigen (bijvoorbeeld door een medewerker van de Longstichting).
Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van het buurtonderzoek op het volgende:
Er is een duidelijk stappenplan voor de opzet van het buurtonderzoek.
Het stappenplan is realistisch en uitvoerbaar.
Het stappenplan is voorzien van een tijdschema.
Het onderwerp van de vragenlijst is duidelijk en kan duidelijk gecommuniceerd worden naar buurtbewoners.
De tekst in de vragenlijst stuit aan bij de doelgroep.
Het plan is gecontroleerd door een deskundige en hier is verslag van gemaakt.
Het plan is creatief en origineel.
De samenwerking met andere klasgenoten verloopt soepel en de taken zijn eerlijk verdeeld.
D-toets
Toets
De opdracht sluit je af met het maken van een d-toets
De toetsen bestaan uit verschillende soorten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op knoppen om de toets te starten.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Ben je ongeveer 8 SLU met deze module bezig geweest.
Heb je in deze tijd alle stappen kunnen doorlopen? Als de tijd niet toereikend was, weet je dan hoe dit kwam? Welk onderdeel kostte teveel tijd?
Inhoud
Je woonplaats is belangrijk voor de hoeveelheid fijnstof in jouw omgeving. Woon je namelijk op het platteland, dan zul je veel minder te maken hebben met fijnstof, dan wanneer je n de stad woont. Kun jij je voorstellen dat mensen vanwege fijnstof hun woonplaats veranderen? Waarom wel of waarom niet?
Eindopdracht
Is het gelukt om een les te schrijven waarin je de informatie van de deskundigen op een interessante en boeiende manier hebt kunnen verwerken? Welke hindernissen kwam je tegen of verliep alles vlekkeloos?
D-toets
Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed? Indien je niet voldoende scoorde, wat heb je gedaan om je score te verbeteren?
Het arrangement Module: Fijn stof - h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit is thema ’Ademhaling'. Het onderwerp van deze les is: fijn stof.
Je leert:
twee verschillende omschrijvingen geven van het begrip ademhaling.
de onderdelen van de luchtwegen in een afbeelding benoemen en hun functies uitleggen.
de verschillen tussen borst- en buikademhaling omschrijven.
uitleggen waardoor de longinhoud kan veranderen.
in een afbeelding de verschillende longinhouden aangeven.
uitleggen wat onder fijnstof wordt verstaan.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Ademhaling bij de mens;
Biologie;
Instandhouding;
Stofwisseling van het organisme;
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit is thema ’Ademhaling'. Het onderwerp van deze les is: fijn stof.
Je leert:
twee verschillende omschrijvingen geven van het begrip ademhaling.
de onderdelen van de luchtwegen in een afbeelding benoemen en hun functies uitleggen.
de verschillen tussen borst- en buikademhaling omschrijven.
uitleggen waardoor de longinhoud kan veranderen.
in een afbeelding de verschillende longinhouden aangeven.
uitleggen wat onder fijnstof wordt verstaan.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Ademhaling
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.