Opdracht: Fictie - Fictieautobiografie vmbo-kgt34

Opdracht: Fictie - Fictieautobiografie vmbo-kgt34

Fictie - Fictieautobiografie

Intro

Houd je van lezen? Welke boeken lees je het liefst? En welke boeken vond je leuk, toen je klein was?

In deze opdracht ga je een fictieautobiografie maken. Bekijk eerst de video.

Wat houdt de boodschap in, die je aan het eind van de video ziet?

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat fictie is en hoe je het kunt herkennen;
  • aan de hand van je eigen leeservaringen een fictieautobiografie maken.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer het Kennisbankitem en lees de informatie over een fictieautobiografie. Download een voorbeeld.
Stap 2 In deze stap geef je antwoord op vragen, ter voorbereiding op het maken van je eigen fictieautobiografie (punt 1 t/m 3).
Stap 3 In deze stap geef je antwoord op vragen, ter voorbereiding op het maken van je eigen fictieautobiografie (punt 4 t/m 9).
Stap 4 In deze stap geef je antwoord op vragen, ter voorbereiding op het maken van je eigen fictieautobiografie (punt 10 t/m 13).
Stap 5 In deze stap geef je antwoord op vragen, ter voorbereiding op het maken van je eigen fictieautobiografie (punt 14 t/m 20).
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak je fictieautobiografie af. Zorg voor een goede indeling, een voorkant, illustraties, paginanummering et cetera.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 à 4 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Wat is fictie?

In deze opdracht ga je een fictieautobiografie maken.
Bekijk nog eens de informatie uit de Kennisbank.

Fictie: Wat is fictie?

Wat is nu een fictieautobiografie?
In een fictieautobiografie beschrijf je jouw ervaringen met allerlei soorten fictie (boeken, televisieseries, films, toneel, stripverhalen, gedichten en songteksten) en wat je daarvan is bijgebleven.

Hieronder vind je een voorbeeld van een fictieautobiografie. Het verhaal is geschreven door een leerling uit de vierde klas van het vmbo.

Download hier de fictieautobiografie.

In de volgende stappen ga je steeds een stukje van jouw fictieautobiografie schrijven. Geef bij iedere vraag een uitgebreid antwoord.
In de laatste stap ga je alles samenvoegen tot een mooi verslag.

Stap 2: Thuis

In deze stap en de en de volgende vind je 20 punten met vragen waar je antwoord op gaat geven.
Soms moet je een stukje schrijven, soms is een kort antwoord genoeg.
Houd alles wat je schrijft goed bij in een Google-tekstdocument, dat je in je eigen omgeving opslaat. Geef je document de naam 'Fictieautobiografie'. Vergeet niet je naam erboven te zetten.
In de laatste stap voeg je alles samen tot een verslag en heb je al je informatie nodig.

In deze stap ga je terugdenken aan de periode toen je nog heel jong was, de periode voor de basisschool.

  1. Wat is je eerste herinnering aan een boek?
    Werd er vroeger bij jou thuis voorgelezen?
    Werd je voorgelezen in het Nederlands of in een andere taal?
    Welke boeken herinner je je nog?
    Wat vond je mooi, spannend, interessant, grappig, eng enzovoort?
     
  2. Welke liedjes hoorde of zong je graag toen je nog klein was?
    Zoek als voorbeeld de tekst van één ervan op.
    Zorg dat de tekst in je verslag komt.
    Schrijf deze over of plak de tekst in je Googledocument.
    Wat voor herinnering roept de tekst bij je op? Werd er vaak voor jou gezongen?
     
  3. Keek je als kleuter (veel) tv? Wat waren de televisieprogramma's die je keek?
    Wat was je lievelingsprogramma? Had je een lievelingsfilm?

Stap 3: Basisschool

In deze stap beschrijf je jouw ervaring met fictie in de leeftijd van 6-12 jaar.
Schrijf de antwoorden weer in je Google-document.

  1. Welke verhalen las je meester of juf op de basisschool voor?
    Wat vond je ervan?
     
  2. Wat las jij op de basisschool graag, toen je zelf kon lezen?
    Waarom las je juist die boeken graag?
    Welke eigenschappen in het boek spraken je aan?
     
  3. Haalde je boeken in de bibliotheek?
    Vond je het leuk of vervelend in de bibliotheek? Heb je er ook wel eens zitten lezen?
     
  4. Is er een boek dat je twee keer hebt gelezen? Welk boek?
    Beschrijf wat je er zo mooi aan vond.
     
  5. Heb je tijdens de basisschool in een toneelstuk gespeeld?
    Zo ja, wat vond je er van?
     
  6. Wat was je lievelingsstrip tijdens de basisschool?

Stap 4: Voortgezet onderwijs-ob

In deze stap ga je in op de boeken die je las (of juist niet las) in de onderbouw.

  1. Welke boeken las je graag toen je in de onderbouw van het voortgezet onderwijs zat?
    Waar gingen die boeken over en waarom vond je ze mooi, spannend, interessant enzovoort?
    Welke eigenschappen spraken je aan?
    Waren dat andere dan toen je op de basisschool zat?
     
  2. Welke boeken spraken je minder of helemaal niet aan? Waarom niet?
     
  3. Misschien las je niet graag.
    Probeer uit te leggen waarom dat zo was, bijvoorbeeld omdat je liever aan sport deed, films keek, computerde, muziek luisterde enzovoort.
     
  4. Wat is in de onderbouw je favoriete soort fictie (boeken, televisieseries, films, toneel, stripverhalen, gedichten en songteksten)?
    Is dat altijd je favoriete soort geweest?

Stap 5: Voortgezet onderwijs-bb

Deze stap gaat over je huidige ervaringen met fictie.
Ook beschrijf je hoe je smaak is veranderd in de loop der jaren.

  1. Doordat je ouder bent geworden en verschillende teksten hebt gelezen, is je smaak in de loop der jaren veranderd.
    Beschrijf in welk(e) opzicht(en) je smaak is veranderd.
     
  2. Lees je nog steeds graag? Welke boeken lees je nu en waarom?
    Beschrijf dus je smaak van nu.
    Of lees je nog steeds niet of weinig? Wat weerhoudt je ervan om te lezen?
    Over welke onderwerpen wil je in de bovenbouw graag lezen?
     
  3. Wat is jouw favoriete filmacteur of –actrice? Wat vind je zo goed aan hem of haar?
     
  4. Ben je wel eens bij een cabaretvoorstelling geweest? Zo ja, wat vond je ervan?
     
  5. Als je naar muziek luistert, luister je dan alleen naar de tekst of juist meer naar de muziek?
    Waar gaat je lievelingslied over?
     
  6. Zijn er mensen in je omgeving die je smaak beïnvloed hebben? Welke?
     
  7. Is je smaak voor fictie door de jaren heen veranderd? Zo ja, hoe?

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Wat is fictie?

Eindopdracht

Fictieautobiografie afmaken

Als eindopdracht ga je in deze stap ga je fictieautobiografie afmaken.

  1. Voorkant: Maak een voorkant die past bij jouw fictieautobiografie.
    Je kunt bijvoorbeeld afbeeldingen verwerken van boeken die jij leuk vindt.
    Op de voorpagina moet minimaal je naam, klas en docent staan.
  2. Inhoudspagina: Maak een inhoudspagina. Iedere stap van deze opdracht is een apart hoofdstuk.
  3. Hoofdstukken: Je hoofdstukken bestaan uit de antwoorden die jij op de vragen hebt gegeven.
  4. Verhaal: Maak een goedlopend verhaal van de antwoorden op de vragen.
    Maak complete zinnen en zorg dat het verhaal een geheel wordt.
    (Kijk eventueel nog eens naar het voorbeeld in stap 1.) Schrijf dus niet alle vragen op in je biografie.
  5. Volgorde: Per hoofdstuk mag je zelf weten in welke volgorde je je antwoorden op de vragen laat terugkomen.
  6. Paginanummering: Vergeet niet je pagina's te nummeren.

Klaar?

Als je klaar bent, lees je je fictieautobiografie nog een keer helemaal door.
Daarna lever je het document in bij je docent. Hij of zij beoordeelt je verslag.

Beoordeling

Bij de beoordeling wordt gelet op de volgende punten:

  • Heb je in je fictieautobiografie alle antwoorden op de vragen verwerkt?
  • Heb je je ervaringen met fictie voldoende toegelicht?
  • Heb je de autobiografie overzichtelijk ingedeeld?
  • Heb je bij de verwerking bovengenoemde punten toegepast?
  • Ziet je verslag er verzorgd uit en is te zien dat je creatief bent geweest?
  • Heb je gebruikgemaakt van afbeeldingen om je autobiografie te verduidelijken?
  • Bevat je fictieautobiografie niet te veel taalfouten?

Verslag schrijven

Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd.        

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de video aansluiten bij deze opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven wat met fictie bedoeld wordt en waarin fictie veel wordt gebruikt?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 13 à 14 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor het maken van je fictieautobiografie?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Vond je het leuk om je eigen fictieautobiografie te maken?
    Herinnerde je je nog veel over de boeken die je vroeger las en waarom je ze leuk vond?
  • Het arrangement Opdracht: Fictie - Fictieautobiografie vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-06-30 14:36:33
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Werken en doorleren' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je wat fictie is en hoe je het kunt herkennen. Fictie bestaat uit verzonnen gebeurtenissen en personages die niet echt zijn. Je komt fictie tegen in verhalen, gedichten, strips, tv-series en films. Daarentegen zijn teksten in kranten, tijdschriften en leerboeken meestal zakelijke teksten, bedoeld om te informeren of iets te leren. In de subopdrachten wordt je stap voor stap meegenomen in het proces van het schrijven van een fictieautobiografie. Als eindopdracht ga je jouw fictieautobiografie afmaken en inleveren. Succes!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, fictie, fictie- fictieautobiografie, fictieautobiografie, lezen, nederlands, schrijven, stercollectie, vmbo-kgt34, werken en doorleren

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/147811/Tijdelijk_vmbo_kgt34

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands Kennisbank vmbo-kgt ob

    https://maken.wikiwijs.nl/133772/Nederlands_Kennisbank_vmbo_kgt_ob