Opdracht: Grammatica - Verwijswoorden vmbo-kgt34

Opdracht: Grammatica - Verwijswoorden vmbo-kgt34

Grammatica - Verwijswoorden

Intro

De verwijswoorden dat of wat worden nog wel eens door elkaar gehaald.

Bekijk de video. Drs. E. I. Kipping legt het je uit.
Vind je het verwarrend of juist komisch om te zien?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • omschrijven wat de rol van een verwijswoord is in een zin;
  • het verschil tussen een verwijswoord en een antecedent herkennen;
  • verwijswoorden op de juiste manier gebruiken in een zin.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer het Kennisbankitem, bekijk de video's. Neem het schema over en bekijk het goed.
Stap 2 Maak drie oefeningen over verwijswoorden.
Stap 3 Bekijk het voorbeeld en maak de invuloefening.
Stap 4 Bekijk het document en het voorbeeld met verwijsfouten. Bedenk zelf drie zinnen met een verwijsfout. Zoek ook de verwijsfouten in het document van je klasgenoot.
Stap 5 Zoek verwijswoorden in een artikel over de vuile luier-actie.Vergelijk je lijstje met dat van je klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht Kies tussen Eindopdracht A (oefening verwijswoorden) of Eindopdracht B (toets).
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Verwijswoorden

In een tekst kun je allerlei verwijswoorden tegenkomen.
Een verwijswoord verwijst naar een woord, of een groepje woorden in een zin.
De woorden waarnaar verwezen wordt, noem je antecedenten.

Bestudeer de theorie in de Kennisbank.

Verwijswoorden

Bekijk de video. Hierin leer je ook iets over mannelijke en vrouwelijke woorden.

De meneer uit de video vraagt of je het schema wilt overnemen in je schrift.
Bekijk het schema in deze afbeelding:

Stap 2: Oefenen!

Je gaat oefeningen doen met verwijswoorden.
Vul bij de volgende oefeningen telkens het juiste verwijswoord in.

Als laatste doe je de oefening over mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.
Raadpleeg Het Groene Boekje om te bepalen of het woord waarnaar verwezen wordt mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.

Stap 3: Waar wordt naar verwezen?

Inmiddels weet je dat een verwijswoord terugslaat op een of meerdere woorden in de zin.
Ook weet je welk verwijswoord je in een zin moet gebruiken.
Maar hoe kun je erachter komen naar welk(e) woord(en) het verwijswoord verwijst?

Kijk maar naar het volgende voorbeeld.

Max had wel zin om naar de familiedag te gaan, maar hij had geen tijd.
Vraag: Wie had geen tijd?
Antwoord: Max
Hij verwijst dus naar Max.


Maak de volgende invuloefening.
Je vult iedere keer het woord of de woordgroep in waar het vetgedrukte woord naar verwijst.

Stap 4: Verwijsfouten

In de Nederlandse taal worden veel fouten gemaakt bij het gebruik van verwijswoorden. Dit worden verwijsfouten genoemd.

Hier vind je een Google document met informatie over verwijzingsfouten.

Lees ook hieronder de informatie over foutief gebruik van verwijswoorden.

Stap 5: Vuile luier-actie

In deze opdracht ga je op zoek naar verwijswoorden die staan in het artikel dat hieronder staat.
Het artikel gaat over de ‘Vuile luier-actie’.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Verwijswoorden

Eindopdracht A: Zoek verwijswoorden

Als eindopdracht kun je in deze tien zinnen het juiste verwijswoord aanklikken.

Succes!

Eindopdracht B: Toets

Kies je voor eindopdracht B, dan maak je de toets 'Verwijswoorden'.

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de verwarring over dat en wat in de video wel leuk om te zien?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de juiste verwijswoorden gebruiken bij mannelijke, vrouwelijke of onzijdige woorden?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je al veel over verwijswoorden?
    Maak je zelf ook regelmatig fouten in het gebruik van verwijswoorden?
  • Eindopdracht A
    Heb je de juiste verwijswoorden aangeklikt in de zinnen?
    Waren ze lastig te vinden?
     
  • Eindopdracht B
    Heb je een goede score voor de toets?
  • Het arrangement Opdracht: Grammatica - Verwijswoorden vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-06-30 14:37:31
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Vrienden en familie' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34.In deze opdracht leer je wat de rol van een verwijswoord is in een zin. Je leert het verschil tussen een verwijswoord en een antecedent herkennen en leert hoe je verwijswoorden op de juiste manier kunt gebruiken in een zin. Een verwijswoord verwijst naar een of meerdere woorden in een zin, en het woord waarnaar verwezen wordt, noem je het antecedent. De opdracht sluit af met een eindopdracht waarbij je in tien zinnen het juiste verwijswoord moet aanklikken. Succes!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    antecedent, arrangeerbaar, dat, die, grammatica- verwijswoorden, nederlands, stercollectie, verwijswoord, vmbo-kgt34, vrienden en familie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/147811/Tijdelijk_vmbo_kgt34

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/90286/Nederlands_vmbo_kgt34