Opdracht: Grammatica - Samengestelde zinnen vmbo-kgt34

Opdracht: Grammatica - Samengestelde zinnen vmbo-kgt34

Samengestelde zinnen

Intro

Deze opdracht gaat over samengestelde zinnen.

Wat is het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin?

In deze video wordt het uitgelegd.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin herkennen;
  • omschrijven wat deelzinnen zijn;
  • het verschil tussen onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden herkennen;
  • voorbeelden noemen van nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden;
  • het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin herkennen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer het Kennisbankitem en bekijk de video. Maak de oefening over samengestelde zinnen.
Stap 2 Je leest het Kennisbankitem en oefent met verbindingswoorden, persoonsvormen en ondergeschikte zinnen.
Stap 3 Een korte herhaling van de theorie. Geef van zinnen aan of ze enkelvoudig of samengesteld zijn. En geef van de samengestelde zinnen ook aan of ze nevengeschikt of ondergeschikt zijn. Vergelijk je antwoorden met een klasgenoot en stuur een cc naar je docent.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak met een klasgenoot een zo lang mogelijke samengestelde zin. Degene met de langste foutloze zin, waarin persoonsvormen en voegwoorden zijn onderstreept, heeft gewonnen!
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Samengestelde zinnen

Een samengestelde zin is een zin die is opgebouwd uit twee of meer losse zinnen.
De losse zinnen in een samengestelde zin, worden deelzinnen genoemd.

De deelzinnen zijn samengevoegd door een of meer voegwoorden.
Bestudeer in de Kennisbank het item over voegwoorden.

Voegwoorden

Bekijk de volgende video.
Hierin wordt uitgelegd hoe je erachter komt of een deelzin een hoofdzin of een bijzin is.

Als je weet met welke zinnen je te maken hebt (hoofdzin of bijzin), weet je of je te maken hebt met onderschikkende zinnen of nevenschikkende zinnen.

Maak nu de volgende oefening.

Stap 2: Oefenen!

In de eerste oefening maak je van twee zinnen één ondergeschikte zin.

In de tweede oefening zoek je de persoonsvormen van de samengestelde zinnen.
Doordat een samengestelde zin uit twee of meer zinnen bestaat,
zitten er ook twee of meer persoonsvormen in een samengestelde zin.
Ook geef je in deze oefening aan wat het verbindingswoord is.

Weet je nog hoe je de persoonsvorm kunt vinden?

Kijk nog even in de Kennisbank het item over de persoonsvorm.

Persoonsvorm

Maak de twee oefeningen.

Stap 3: Enkelvoudig of samengesteld

Enkelvoudig, nevenschikking of onderschikking?

Even een korte herhaling:

  • Een zin kan enkelvoudig of samengesteld zijn.
  • Een samengestelde zin kan bestaan uit:
    • een hoofdzin en een bijzin, of
    • uit twee hoofdzinnen.
  • Als de zin uit een hoofdzin en een bijzin bestaat, is het een onderschikkende zin.
  • Als de zin uit twee hoofdzinnen bestaat, is het een nevenschikkende zin.


De zinnen die je hier leest, gaan over het leven in Nederland in de Tweede Wereldoorlog.
De oefening hieronder gaat over deze zinnen. Lees ze eerst rustig door.

  1. Na de bezetting ging het leven gewoon door.
  2. Mensen gingen nog steeds naar hun werk, maar langzaam veranderden er dingen.
  3. Zo was vrije pers niet meer mogelijk en werden dagelijkse levensbehoeften steeds schaarser.
  4. Het was moeilijk om aan eten te komen, want er was niet zoveel.
  5. Zo gaat het eten op de bon en ontstaat er een circuit van zwarte handel.
  6. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaan steeds meer producten op de bon.
  7. De bezetter komt met verschillende maatregelen om het leven in Nederland te reguleren.
  8. Eén van de bekendste is de invoering van het persoonsbewijs, zodat iedereen zich kan identificeren.
  9. Direct na de bezetting krijgen de kranten duidelijke instructies van de bezetter.
  10. Als de pers artikelen publiceert die niet goedgekeurd zijn, riskeren ze een publicatieverbod.
  11. Hierin wordt onder andere opgeroepen om de legale pers niet meer te vertrouwen,
    omdat ze veel artikelen afkeuren.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Voegwoorden

Persoonsvorm

Eindopdracht

Lange zinnen

Samen met een klasgenoot ga je in deze eindopdracht een zo lang mogelijke zin maken.
Jullie strijden tegen andere tweetallen in de klas.

Het gebruik van lange zinnen in een tekst is niet altijd positief!
Kijk maar eens naar de volgende video.

Hoe gaan jullie te werk?

  1. Bedenk het onderwerp van jullie zin.
    Het onderwerp van de zin moet passen in het thema ‘Leven in Nederland’.
    Weten jullie nog welke voegwoorden je kunt gebruiken? Kijk anders nog even in de Kennisbank.

Voegwoorden

  1. Schrijf de zin eerst op in kladversie. Onderstreep alle persoonsvormen en voegwoorden.
    Dit is belangrijk, want als jullie hierin een foutje maken, worden jullie uitgesloten van de wedstrijd.
    Als jullie helemaal tevreden zijn, schrijf de zin dan op een groot vel netjes over.
    Voor deze stap mogen jullie maximaal tien minuten gebruiken.
  2. Hang het vel papier met de zin die jullie hebben verzonnen, op in de klas.
    Welk tweetal heeft de langste zin gemaakt?

Controleer of de andere tweetallen de juiste persoonsvormen en voegwoorden hebben onderstreept.
Als ze hierin een foutje hebben gemaakt, mogen ze niet meer meedoen met de wedstrijd.
Als je denkt dat je een foutje tegenkomt, haal je de docent er bij. De docent bepaalt of het inderdaad een foutje is.
Jullie mogen maximaal vijf minuten gebruiken om de andere zinnen te controleren.

Beoordeling

Jullie docent zal de zinnen van de hele klas beoordelen.
Daarbij wordt gelet op de volgende punten:

  • Welk tweetal leerlingen heeft de langste samengestelde zin gemaakt?
  • Past het onderwerp van de zin bij dit thema?
  • Zijn de juiste persoonsvormen en voegwoorden onderstreept?
  • Waren jullie binnen de afgesproken tijd klaar?
  • Gemaakte foutjes worden door de docent beoordeeld.

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Was de uitleg over enkelvoudige en samengestelde zinnen duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wanneer zinnen nevengeschikt of ondergeschikt zijn?
    Welke voegwoorden gebruik je dan?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Had je al eens eerder gehoord over samengestelde zinnen?
    Waaraan kun je herkennen of een deelzin een hoofdzin of een bijzin is?
  • Eindopdracht
    Hebben jullie een lange samengestelde zin kunnen maken?
    Waren de juiste persoonsvormen en voegwoorden onderstreept?
    Wie was de winnaar?
  • Het arrangement Opdracht: Grammatica - Samengestelde zinnen vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-06-30 14:37:48
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Leven in Nederland' en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34.Tijdens deze opdracht zul je leren om het onderscheid te maken tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen. Ook leer je deelzinnen beschrijven, het verschil herkennen tussen onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden en hier voorbeelden van te geven. Daarnaast leer je het onderscheid te herkennen tussen hoofdzinnen en bijzinnen. In de eindopdracht gaan jullie met een klasgenoot een zo lang mogelijke zin maken, waarbij jullie strijden tegen andere tweetallen in de klas. Bedenk een onderwerp dat past bij het thema 'Leven in Nederland' en gebruik de geleerde voegwoorden. Hang jullie zin in de klas op en kijk welk tweetal de langste zin heeft gemaakt. Controleer de zinnen van de andere tweetallen op de juiste persoonsvormen en voegwoorden. Let op: bij fouten mogen ze niet meer meedoen. Succes!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, deelzinnen, grammatica- samengestelde zinnen, hoofdzinnen en bijzinnen, leven in nederland, nederlands, nevenschikkende voegwoorden, onderschikkende voegwoorden, vmbo-kgt34, voegwoorden

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/147811/Tijdelijk_vmbo_kgt34

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/90286/Nederlands_vmbo_kgt34