Samen met een klasgenoot ga je in deze eindopdracht een zo lang mogelijke zin maken.
Jullie strijden tegen andere tweetallen in de klas.
Het gebruik van lange zinnen in een tekst is niet altijd positief!
Kijk maar eens naar de volgende video.
Hoe gaan jullie te werk?
Bedenk het onderwerp van jullie zin.
Het onderwerp van de zin moet passen in het thema ‘Leven in Nederland’.
Weten jullie nog welke voegwoorden je kunt gebruiken? Kijk anders nog even in de Kennisbank.
Schrijf de zin eerst op in kladversie. Onderstreep alle persoonsvormen en voegwoorden.
Dit is belangrijk, want als jullie hierin een foutje maken, worden jullie uitgesloten van de wedstrijd.
Als jullie helemaal tevreden zijn, schrijf de zin dan op een groot vel netjes over.
Voor deze stap mogen jullie maximaal tien minuten gebruiken.
Hang het vel papier met de zin die jullie hebben verzonnen, op in de klas.
Welk tweetal heeft de langste zin gemaakt?
Controleer of de andere tweetallen de juiste persoonsvormen en voegwoorden hebben onderstreept.
Als ze hierin een foutje hebben gemaakt, mogen ze niet meer meedoen met de wedstrijd.
Als je denkt dat je een foutje tegenkomt, haal je de docent er bij. De docent bepaalt of het inderdaad een foutje is.
Jullie mogen maximaal vijf minuten gebruiken om de andere zinnen te controleren.
Beoordeling
Jullie docent zal de zinnen van de hele klas beoordelen.
Daarbij wordt gelet op de volgende punten:
Welk tweetal leerlingen heeft de langste samengestelde zin gemaakt?
Past het onderwerp van de zin bij dit thema?
Zijn de juiste persoonsvormen en voegwoorden onderstreept?
Waren jullie binnen de afgesproken tijd klaar?
Gemaakte foutjes worden door de docent beoordeeld.