Opdracht: Spelling - Trappen van vergelijking vmbo-kgt34
Opdracht: Spelling - Trappen van vergelijking vmbo-kgt34
Trappen van vergelijking
Intro
In deze opdracht staan de trappen van vergelijking en het (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord centraal.
Kijk naar de video. Je krijgt vast uitleg over de trappen van vergelijking.
Wat is de vergrotende trap van: wit?
En wat is de overtreffende trap van: weinig?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
de trappen van vergelijking herkennen en toepassen;
de onregelmatige vorm van de trappen van vergelijking herkennen en toepassen;
bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier schrijven;
stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier toepassen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Bestudeer de Kennisbank en maak de oefeningen met de trappen van vergelijking.
Stap 2
Bekijk video 1 en 2 en vul in de oefeningen de vergrotende en/of overtreffende trap in. Vergelijk de antwoorden met je klasgenoot.
Stap 3
Bestudeer de Kennisbank en kijk de video. Maak de oefeningen over het bijvoeglijk naamwoord.
Stap 4
Bestudeer de Kennisbank en kijk op Beterspellen.nl naar uitleg over het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. Maak de oefening.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht
Maak een dierenstripverhaal met bijvoeglijke naamwoorden.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Trappen van vergelijking
Deze opdracht gaat over het bijvoeglijk naamwoord en de trappen van vergelijking.
De trappen van vergelijking worden gebruikt om dingen met elkaar te vergelijken.
Je kunt een tas mooi vinden, maar een andere tas mooier en weer een andere tas het mooist vinden.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van de trappen van vergelijking.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 12 vragen over het gebruik van vergrotende en overtreffende trap.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 12 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In de vakantie ga je met je familie naar de dierentuin. In de dierentuin zie je de mooiste dieren.
Eenmaal thuis ga je op zoek naar filmpjes over de dieren die je hebt gezien.
Je komt de volgende video tegen over de drachtige breedlipneushoorn.
Bekijk de video.
In de oefening vul je de vergrotende of overtreffende trap in.
Bekijk nu ook de video over het transport van leeuwinnen.
Vergelijk na het maken van de oefeningen of je overal hetzelfde antwoord hebt ingevuld als je klasgenoot.
Hebben jullie verschillen of kom je er niet uit?
Vraag het je docent.
Stap 3: Bijvoeglijk naamwoord
Weet jij nog wat een bijvoeglijk naamwoord is?
Als je het niet zeker weet, kijk dan in de Kennisbank.
Bekijk de video over bijvoeglijke naamwoorden.
Je kunt iets beter omschrijven als je het juiste bijvoeglijke naamwoord weet.
Maar of dat hier iets helpt?....
Maak de volgende oefeningen.
Oefening 1: Bijvoeglijk naamwoord
0%
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is een bijvoeglijk naamwoord dat iets vertelt over het materiaal, waarvan iets gemaakt is (bijvoorbeeld: een stenen muur).
Op www.beterspellen.nl staat nog meer informatie over de schrijfwijze van stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden.
Bestudeer deze pagina en maak daarna de volgende oefening.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als eindopdracht ga je een strip maken. De strip gaat over twee diersoorten. Je mag zelf de dieren kiezen.
In je strip voeren de twee dieren een discussie over wie het beste dier is.
Gebruik zoveel mogelijk bijvoeglijke naamwoorden. Je mag alleen de vergrotende en de overtreffende trap van bijvoeglijke naamwoorden gebruiken.
Volg het stappenplan voor het maken van deze opdracht.
Kijk ook in de Gereedschapkist hoe je een stripverhaal maakt. Je kunt ook op internet kijken hoe dierenstripverhalen eruitzien (zoek op 'dierenstripverhaal tekenen').
Stappenplan
Bedenk over welke twee diersoorten je een strip wilt maken.
Belangrijk is om eerst een verhaal te bedenken, waar de strip over zal gaan.
Maak voor jezelf ook een lijstje met bijvoeglijke naamwoorden die je in de strip in vergrotende of overtreffende trap kunt zetten.
Pak een vel wit papier en teken op het papier een kladversie van je strip.
Hierbij bedenk je onder andere hoeveel vakjes je moet gebruiken om je verhaal te vertellen.
Welke dieren komen in welk vakje en wat zeggen ze?
Laat eventueel de kladversie van de strip aan een klasgenoot zien. Je kunt nu nog dingen aanpassen.
Maak nu de definitieve versie van je strip. Je kunt de strip met potlood maken en later inkleuren.
Klaar?
Als je je strip klaar hebt, laat je deze zien aan een klasgenoot. Jij bekijkt ook de strip van je klasgenoot.
Geef elkaar goede feedback.
Beoordeling
Lever je stripverhaal in bij de docent. Hij of zij zal je stripverhaal beoordelen.
Inhoud:
In de strip zijn bijvoeglijke naamwoorden gebruikt in vergrotende en overtreffende trap.
In de strip heb je met twee diersoorten gewerkt.
Je hebt er een originele tekst bij bedacht.
Duidelijk wordt ook welk dier uiteindelijk het beste is.
Vormgeving:
Je bent creatief geweest met het ontwerpen en uitwerken van de strip.
Met een stripverhaal kun je een kort verhaal in beeld brengen. Je maakt een combinatie van tekst en beeld door je verhaal uit te werken in tekeningen met tekstballonnen.
Terugkijken
Intro
Heb je de introductievideo bekeken?
Vond je de uitleg duidelijk over de trappen van vergelijking?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier gebruiken?
Hoe ging het?
Inhoud
In de onderbouw heb je ook al een opdracht over de trappen van vergelijking gemaakt.
Wist je nog veel van de theorie?
Eindopdracht
Vond je het leuk om een dierenstripverhaal te maken?
Heb je voldoende bijvoeglijke naamwoorden gebruikt in vergrotende en overtreffende trap?
Heeft je docent je stripverhaal goed beoordeeld?
Het arrangement Opdracht: Spelling - Trappen van vergelijking vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema "Dieren" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je de trappen van vergelijking herkennen en toepassen, de onregelmatige vorm van de trappen van vergelijking herkennen en toepassen, bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier schrijven, en stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier toepassen.
De trappen van vergelijking worden gebruikt om twee of meer zaken met elkaar te vergelijken, en er zijn drie niveaus: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap. Je leert hoe de trappen worden gevormd, zoals het toevoegen van "-er" en "-st" aan een bijvoeglijk naamwoord, veranderingen in de spelling, en het gebruik van "meest" bij sommige woorden.
Als eindopdracht ga je een strip maken waarin twee diersoorten een discussie voeren over wie het beste dier is. Je mag zelf de dieren kiezen. Het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden is belangrijk in de strip, en je mag alleen de vergrotende en overtreffende trap van bijvoeglijke naamwoorden gebruiken. Als je klaar bent, laat je je strip aan een klasgenoot zien en bekijk je ook de strip van je klasgenoot. Geef elkaar goede feedback op elkaars werk.
Veel plezier met het maken van je eigen dierenstrip!
Opdracht: Spelling - Trappen van vergelijking vmbo-kgt34
nl
VO-content
2020-07-06 11:19:10
Deze opdracht hoort bij het thema "Dieren" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je de trappen van vergelijking herkennen en toepassen, de onregelmatige vorm van de trappen van vergelijking herkennen en toepassen, bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier schrijven, en stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier toepassen.
De trappen van vergelijking worden gebruikt om twee of meer zaken met elkaar te vergelijken, en er zijn drie niveaus: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap. Je leert hoe de trappen worden gevormd, zoals het toevoegen van "-er" en "-st" aan een bijvoeglijk naamwoord, veranderingen in de spelling, en het gebruik van "meest" bij sommige woorden.
Als eindopdracht ga je een strip maken waarin twee diersoorten een discussie voeren over wie het beste dier is. Je mag zelf de dieren kiezen. Het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden is belangrijk in de strip, en je mag alleen de vergrotende en overtreffende trap van bijvoeglijke naamwoorden gebruiken. Als je klaar bent, laat je je strip aan een klasgenoot zien en bekijk je ook de strip van je klasgenoot. Geef elkaar goede feedback op elkaars werk.
Veel plezier met het maken van je eigen dierenstrip!