Opdracht: Lezen - Stijlfiguren 2 vmbo-kgt34

Opdracht: Lezen - Stijlfiguren 2 vmbo-kgt34

Lezen - Stijlfiguren 2

Intro

Bekijk de video.

Vind je de actie van de voetballers overdreven? 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • de stijlfiguren tegenstelling en overdrijving herkennen in een tekst, video of gedicht;
  • de stijlfiguren eufemisme en understatement herkennen in een tekst, video of gedicht.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer de Kennisbankitems  over 'Tegenstelling en overdrijving' en 'Eufemisme en understatement'. Maak de invuloefening.
Stap 2 Maak de drie oefeningen over stijlfiguren.
Stap 3 Zoek op internet twee verschillende gedichten of verhalen met stijlfiguren. Beantwoord er vragen over en wissel met een klasgenoot om het te bespreken.
Stap 4 Lees een gedicht en probeer de stijlfiguren te ontdekken.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak samen met een klasgenoot een gedicht over vervoer. Verwerk er twee verschillende stijlfiguren in.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbanken

Bestudeer de volgende onderwerpen uit de Kennisbank.

Tegenstelling en overdrijving

Eufemisme en understatement

Maak de oefening.

Stap 2: Welk stijlfiguur is het?

In deze stap ga je oefenen met de verschillende stijlfiguren.

 

Stap 3: Op zoek

Ga op internet op zoek naar twee verschillende gedichten of verhalen waarin stijlfiguren zijn gebruikt.
Kopieer deze gedichten naar een (Google-)bestand. Sla het bestand op in je eigen omgeving.
Vergeet niet de auteurs van de gedichten te vermelden.

Daarna beantwoord je in je tekstbestand de volgende vragen:

  1. Vertel in je eigen woorden waar het gedicht over gaat.
  2. Welke stijlfiguren worden gebruikt?
  3. In welke zin/zinnen wordt/worden die stijlfiguren gebruikt?
  4. Wat vind je van dit gedicht?

Wissel jouw gedichten (inclusief de antwoorden) met de gedichten van een klasgenoot.
Probeer elkaar op een goede manier feedback te geven: over de keuze van het gedicht en over de manier waarop de vragen zijn beantwoord.

Laat de gedichten en antwoorden daarna beoordelen door je docent.

Stap 4: Gedichten

In gedichten wordt vaak gebruikgemaakt van stijlfiguren.

Een voorbeeld van een gedicht waarin veel stijlfiguren zijn verwerkt, is van de dichter Piet Paaltjens.
Hij beschrijft een ‘ontmoeting’ met een vrouw, die voorbij snelt in een trein.
Een vreemde gewaarwording in die tijd, waarin het vervoer met paard en wagen nog heel gewoon was.

Gedicht

Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart
Gezeten in een sneltrein, die de trein
Waar ik mee reed, passeerde in volle vaart.
De kennismaking kon niet korter zijn.

En toch, zij duurde lang genoeg om mij,
Het eindloos levenspad met fletse lach
Te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij
Glimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.

Waarom hebt gij van dat blonde haar,
Daar de englen aan te kennen zijn? En dan,
Waarom blauwe ogen, wonderdiep en klaar?
Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan!

En waarom mij dan zo voorbijgesneld,
En niet, als 't weerlicht, 't rijtuig opgerukt,
En om mijn hals uw armen vastgekneld,
En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?

Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp?
Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn,
Dan, onder hels geratel en gestamp,
Met u verplet te worden door één trein?

Piet Paaltjens
1835-1894


Zoek samen met een klasgenoot naar de stijlfiguren in dit gedicht.

Als jullie er nog niet zo goed uitkomen, vraag dan een andere klasgenoot of je docent om hulp.

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Tegenstelling en overdrijving

Eufemisme en understatement

Gedichten

Eindopdracht

Gedicht maken

In deze opdracht ga je nu een gedicht schrijven, waarin je gebruikmaakt van stijlfiguren.
Hoe je een gedicht maakt, kun je lezen in de Gereedschapskist.
Lees ook eerst de informatie in de Kennisbank.

Gedichten

Jullie mogen zelf bepalen in welke vorm je het gedicht gaat schrijven.
Er zitten twee voorwaarden aan het gedicht:

  1. Het onderwerp van het gedicht is 'vervoer'.
  2. In het gedicht moeten minimaal twee verschillende stijlfiguren worden verwerkt.

Denk bijvoorbeeld aan een gedicht over fietsen of een gedicht over in de file staan.
Het gedicht moet minimaal tien regels bevatten.

Klaar?

Lees het gedicht nog even door. Voldoet het aan de criteria van de gereedschapskist?
Het helpt als je het gedicht nog even hardop voorleest voor jezelf.
​Als jullie helemaal tevreden zijn over het gedicht, leveren jullie het in bij je docent.

Beoordeling

Bij de beoordeling let de docent op de volgende punten:

  • Hebben jullie in je gedicht minimaal twee stijlfiguren gebruikt?
    Zijn deze in het gedicht herkenbaar?
  • Gaat jullie gedicht over het onderwerp 'vervoer'?
  • Hebben jullie een origineel gedicht gemaakt?
  • Zitten er geen taalfouten in?

Gedicht maken

Een gedicht wordt vaak gebruikt om een mening over een onderwerp over te brengen. Dit kan op verschillende manieren en de zinnen hoeven niet altijd precies te rijmen. Een gedicht kun je presenteren op een poster, maar bijvoorbeeld ook op een ansichtkaart.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Hoe was je reactie na het zien van de overdreven houding van de voetballers?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je het verschil tussen eufemisme en understatement omschrijven?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Is het je gelukt enkele stijlfiguren in het gedicht van Piet Paaltjens te ontdekken?
  • Eindopdracht
    Ben je tevreden over het gedicht dat je samen met je klasgenoot hebt geschreven?
    Is het door je docent goed beoordeeld?
  • Het arrangement Opdracht: Lezen - Stijlfiguren 2 vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2020-08-13 09:17:00
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema "Vervoer" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je de stijlfiguren tegenstelling, eufemisme, understatement en overdrijving herkennen in een tekst, video of gedicht. Stijlfiguren worden gebruikt door dichters en schrijvers om hun tekst interessant te maken. Tegenstellingen worden gebruikt om tegengestelde zaken te combineren en ze op te laten vallen. Een overdrijving, ook wel een hyperbool genoemd, drukt iets op een overdreven manier uit. Een eufemisme wordt gebruikt om iets op een vriendelijkere manier uit te drukken dan het werkelijk is, terwijl een understatement op een spottende manier iets kleiner doet lijken dan het in werkelijkheid is. Naast het leren van stijlfiguren ga je in de eindopdracht ook aan de slag met het schrijven van een gedicht. Het gedicht moet minimaal tien regels bevatten en het onderwerp moet "vervoer" zijn. Je moet minimaal twee verschillende stijlfiguren verwerken in het gedicht. Denk bijvoorbeeld aan een gedicht over fietsen of een gedicht over in de file staan. Veel succes!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Schrijfvaardigheid; Literatuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, eufemisme, lezen-stijlfiguren, nederlands, overdrijving, stercollectie, tegenstelling, understatement, vervoer, vmbo-kgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Tijdelijk vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/147811/Tijdelijk_vmbo_kgt34

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/90286/Nederlands_vmbo_kgt34