Stap 3: Op zoek

Ga op internet op zoek naar twee verschillende gedichten of verhalen waarin stijlfiguren zijn gebruikt.
Kopieer deze gedichten naar een (Google-)bestand. Sla het bestand op in je eigen omgeving.
Vergeet niet de auteurs van de gedichten te vermelden.

Daarna beantwoord je in je tekstbestand de volgende vragen:

  1. Vertel in je eigen woorden waar het gedicht over gaat.
  2. Welke stijlfiguren worden gebruikt?
  3. In welke zin/zinnen wordt/worden die stijlfiguren gebruikt?
  4. Wat vind je van dit gedicht?

Wissel jouw gedichten (inclusief de antwoorden) met de gedichten van een klasgenoot.
Probeer elkaar op een goede manier feedback te geven: over de keuze van het gedicht en over de manier waarop de vragen zijn beantwoord.

Laat de gedichten en antwoorden daarna beoordelen door je docent.