Micha Wertheim legt even uit wat ironie ook alweer is.
Dit fragment komt uit de voorstelling 'Micha Wertheim Voor De Grap'.
Vind je het voorbeeld wat hij gebruikt ironisch?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
omschrijven wat wordt bedoeld met de stijlfiguren ironie, sarcasme en cynisme;
het verschil herkennen tussen ironie en sarcasme;
het gebruik van ironie en sarcasme op internet en sociale media herkennen;
ironie in een tekst of afbeelding herkennen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Bestudeer de uitleg en voorbeelden over ironie, sarcasme en cynisme. Bekijk de video. Verzin samen met een klasgenoot drie zinnen met ironie.
Stap 2
Maak van acht letterlijke zinnen ironische zinnen. Vergelijk ze met een klasgenoot.
Stap 3
Een verslag schrijven over het gebruik van ironie en sarcasme op internet en sociale media.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Eindopdracht
Ga op zoek naar afbeeldingen met ironie en verzamel ze in een tekstdocument.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Ironie, sarcasme, cynisme
Als je iets zegt, maar het omgekeerde bedoeld, wordt dat ironie genoemd.
Voorbeelden
Iemand heeft iets doms gedaan en jij zegt: "Je bent een echte Einstein”.
Het vriest twintig graden en iemand zegt: “Lekker weertje, hè?”
Je kunt vaak aan iemands gezicht zien of hij ironie gebruikt. Je kunt het ook aan iemands stem horen.
In een geschreven tekst is ironie veel minder makkelijk te herkennen.
Bekijk deze video.
Bestudeer de uitleg om meer te weten te komen over de verschillen tussen ironie, sarcasme en cynisme.
Ironie
Ironie is een stijlfiguur. Een stijlfiguur is een middel om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.
Ironie wordt vaak gebruikt om te laten merken dat je het ergens niet mee eens bent.
Ironie is eigenlijk milde spot. Wie ironiseert, heeft echter nog niet de bedoeling bitter te zijn of mensen te kwetsen.
Typisch voor veel ironische uitlatingen is, dat het tegengestelde gezegd wordt van hetgeen men bedoelt.
Je merkt geregeld aan de ietwat overdreven toon, dat de spreker het niet ernstig, maar ironisch meent.
Zo zou een leraar kunnen zeggen tegen een leerling die een slecht cijfer haalt: "Je hebt je zaken wel goed geleerd, moet ik zeggen!"
Of tot een te laat komende leerling: "Je vindt het toch niet erg dat we al begonnen zijn?"
Andere voorbeelden:
'Je kletst me de oren van het hoofd', zei de leraar tegen het verlegen meisje.
"Het ziet er weer schitterend uit", zei de trainer toen we in de drenzende regen liepen.
"Goh, wat ben jij knap, zeg!"
Dat is me een lieve jongen.
Nou, het is me wat moois.
Goh, precies op tijd.
Sarcasme
Sarcasme is een stijlfiguur dat heel dicht bij ironie ligt.
Er is een verschil tussen sarcasme en ironie. Sarcasme is bijtende spot en ironie is milde spot.
Wie het heeft over een sarcastische uitlating, spreekt in de eerste plaats over een uiting van grove, bijtende spot, van bitter woordgeweld, van agressie.
Het effect van sarcasme is intenser en directer dan dat van ironie.
De sarcastische leerkracht zal een zwakker presterende leerling misschien zo aanspreken:
"Je moet vooral zó doorwerken, dan kom je er in ieder geval".
Cynisme
Cynisme is wrede, gevoelloze spotternij. Een cynicus is krenkend en spot met elke menselijke waarde,
met elk menselijk thema, bijvoorbeeld dood, liefde of haat.
Vaak wordt cynisme aangewend als een vorm van zelfverdediging, bijvoorbeeld omdat je machteloos staat tegenover iets wat je teleurgesteld heeft, of omdat je met je gevoelens geen raad weet.
Ook wrede, zwarte humor maakt van cynisme gebruik.
Specialist tegen een patiënt: "Eerst het goede nieuws: er zal een ziekte naar u genoemd worden."
Stap 2: Omschrijven
Hieronder staan acht zinnen die letterlijk bedoeld zijn.
Maak zinnen die hetzelfde duidelijk maken, maar nu ironisch.
Voorbeeld: Letterlijk: De leraar zegt tegen je: “Je hebt een vier gehaald, dat is erg slecht”. Ironisch: “Je hebt een vier gehaald, dat is een bijzondere prestatie”.
Stap 3: Wat mag?
Ironie en sarcasme worden veel gebruikt op internet. Soms ‘valt’ ironie verkeerd bij de lezers of toehoorders.
Lees het volgende artikel.
Verwerk je antwoorden op de volgende vragen in de vorm van een verslag.
Hoe ver mag je gaan in het gebruik van ironie op twitter/facebook/forums?
Heb jij zelf wel eens ironie gebruikt op internet (facebook/twitter/forums)? Zo ja, op welke manier?
Hoe kun je duidelijk maken dat je opmerking ironisch is bedoeld?
Bedenk een goede indeling van het verslag. Maak daarvoor gebruik van verschillende kopjes.
Gebruik een lesuur voor het opzetten en schrijven van je verslag.
Kijk ook in de Gereedschapskist hoe je het kunt aanpakken. Je verslag hoeft niet langer te zijn dan een A4'tje.
Lever het verslag in bij je docent.
Beoordeling
Je docent zal je verslag beoordelen.
Hij let daarbij o.a. op de beoordelingscriteria in de Gereedschapskist en op de volgende punten.
Heb je in je verslag de antwoorden op de bovenstaande drie vragen vermeld?
Is in je verslag duidelijk hoe je over ironie en het gebruik ervan, denkt?
Heb je je verslag netjes ingedeeld? Bevat het geen taalfouten?
Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd.
Afronding
Eindopdracht
Afbeeldingen met ironie
Je hebt nu geleerd dat teksten ironie kunnen bevatten. Ook afbeeldingen kunnen ironisch bedoeld zijn.
Je gaat op zoek naar vier afbeeldingen die ironie bevatten.
Kijk voor voorbeelden op de volgende websites: plazilla.com Taalvoutjes
Ook op Twitter en Facebook kun je afbeeldingen met ironie vinden.
Hoe ga je te werk?
Zoek vier verschillende afbeeldingen waarin ironie voorkomt.
Sla ze op in een (Google-)bestand.
Beantwoord per afbeelding de volgende vragen:
Welke ironie zie jij bij de afbeelding?
Beschrijf wat de ironie is in maximaal drie zinnen.
Vind je het een grappige afbeelding? Leg uit waarom wel/niet.
Zorg dat je (Google-)document er verzorgd uitziet.
Klaar?
Laat je document zien aan een klasgenoot. Herkent hij of zij de ironie in je afbeelding?
Pas eventueel je omschrijving bij de afbeelding aan of zoek een andere afbeelding.
Beoordeling
Je docent zal de afbeeldingen beoordelen. Daarbij wordt gelet op:
Zijn de afbeelding ironisch bedoeld?
Geeft de omschrijving die je bij de afbeelding hebt gemaakt uitleg over de ironie?
Heb je leuke, originele afbeeldingen uitgekozen?
Bevat het geheel geen taalfouten?
Terugkijken
Intro
Heb je de introductievideo bekeken?
Vond je het voorbeeld ironisch?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je het verschil tussen ironie, sarcasme en cynisme herkennen en van alle drie een voorbeeld geven?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
Inhoud
Kom je vaak ironie tegen in teksten of afbeeldingen?
Wat vind je van het gebruik van ironie of sarcasme?
Eindopdracht
Was het gemakkelijk om afbeeldingen met ironie te vinden?
Snapte je ook wat ermee werd bedoeld?
Het arrangement Opdracht: Woordenschat - Ironie vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
eze opdracht hoort bij het thema "Als ik groot ben" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je wat ironie, sarcasme en cynisme zijn als stijlfiguren. Je leert het verschil tussen ironie en sarcasme herkennen en ontdekt hoe ironie en sarcasme worden gebruikt op internet en sociale media. Daarnaast leer je hoe je ironie kunt herkennen in teksten en afbeeldingen.
Voor de eindopdracht, genaamd "Afbeeldingen met ironie", ga je op zoek naar vier afbeeldingen die ironie bevatten. Je slaat de afbeeldingen op in een bestand en beantwoordt per afbeelding enkele vragen. Je beschrijft welke ironie je ziet in de afbeelding en legt in maximaal drie zinnen uit wat de ironie inhoudt. Je beoordeelt ook of je de afbeelding grappig vindt en geeft daarbij een uitleg waarom wel of niet. Zodra je klaar bent, laat je je document zien aan een klasgenoot. Je kijkt of hij of zij de ironie in je afbeeldingen herkent. Indien nodig pas je je omschrijvingen aan of zoek je andere afbeeldingen.
Veel plezier met het ontdekken en analyseren van afbeeldingen met ironie!
eze opdracht hoort bij het thema "Als ik groot ben" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht leer je wat ironie, sarcasme en cynisme zijn als stijlfiguren. Je leert het verschil tussen ironie en sarcasme herkennen en ontdekt hoe ironie en sarcasme worden gebruikt op internet en sociale media. Daarnaast leer je hoe je ironie kunt herkennen in teksten en afbeeldingen.
Voor de eindopdracht, genaamd "Afbeeldingen met ironie", ga je op zoek naar vier afbeeldingen die ironie bevatten. Je slaat de afbeeldingen op in een bestand en beantwoordt per afbeelding enkele vragen. Je beschrijft welke ironie je ziet in de afbeelding en legt in maximaal drie zinnen uit wat de ironie inhoudt. Je beoordeelt ook of je de afbeelding grappig vindt en geeft daarbij een uitleg waarom wel of niet. Zodra je klaar bent, laat je je document zien aan een klasgenoot. Je kijkt of hij of zij de ironie in je afbeeldingen herkent. Indien nodig pas je je omschrijvingen aan of zoek je andere afbeeldingen.
Veel plezier met het ontdekken en analyseren van afbeeldingen met ironie!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.