Je krijgt in deze opdracht uitleg en tips, hoe je met moeilijke woorden in het Nederlands kunt omgaan.
Als je, met name straks bij je examen, moeilijke woorden tegenkomt, kun je de tips toepassen.
(Her)ken je de betekenis van deze moeilijke woorden?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
stapsgewijs achter de betekenis van een moeilijk woord in de tekst komen;
omgaan met het opzoeken van de betekenis van moeilijke woorden;
omschrijven wat wordt bedoeld met beeldspraak;
uitleggen wanneer een schrijver in een tekst gebruikmaakt van beeldspraak of stijlfiguren.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Lees de informatie over omgaan met moeilijke woorden. Bestudeer het Kennisbankitem over voor- en achtervoegsels, waaraan je moeilijke woorden mogelijk kunt herkennen. Bestudeer het stappenplan om moeilijke woorden op te zoeken. Maak twee oefeningen.
Stap 2
Lees een tekst met moeilijke woorden en beantwoord daar vragen over. Maak een oefening van moeilijke woorden en gebruik daarbij het stappenplan.
Stap 3
Lees de uitleg en het voorbeeld over beeldspraak. Lees de Kennisbankitems over stijlfiguren en maak de oefening, alleen of met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht
Lees een tekst en maak een logboek met moeilijke woorden. In overleg met je docent wordt het besproken in de klas.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Moeilijke woorden
Moeilijke woorden, wat te doen?
Tijdens je examen moet je veel teksten lezen.
Waarschijnlijk kom je in ieder examen wel een paar woorden tegen waar je nog nooit van hebt gehoord.
Veel vmbo'ers struikelen tijdens hun examen over moeilijke woorden.
Je kunt erover lezen in het artikel 'Moeilijk taalgebruik'.
In deze opdracht leer je om te gaan met moeilijke woorden.
Voor- en achtervoegsels
Herkennen van voor- en achtervoegsels en signaalwoorden kunnen je helpen de betekenis van een woord te vinden. Weet jij nog wat voor- en achtervoegsels zijn?
Bestudeer de theorie in de Kennisbank.
Open het bestand 'Moeilijke woorden' voor het stappenplan, dat je kunt gebruiken als je een moeilijk woord tegenkomt in een tekst.
Maak de volgende meerkeuzeoefening over de betekenis van moeilijke woorden.
Oefening: Moeilijke woorden
0%
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 12 vragen over het gebruik van moeilijke woorden.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 12 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees de volgende tekst. Beantwoord daarna de vragen.
UITWASSEN VERMINDERD DOOR CAMERA’S
(1) Het uitgaansgeweld neemt in de grote steden door toezicht met camera's drastisch af. Auto-inbraken en vernielingen komen in sommige steden bijna niet meer voor. Het aantal vechtpartijen daalt en de drugshandel neemt af. De camera's hebben ertoe geleid, dat verdachten van schietpartijen, vernielingen en drugshandel sneller achter slot en grendel zijn verdwenen.
(2) Dat blijkt uit onderzoek naar steden en dorpen die als eerste zijn begonnen met cameratoezicht in gebieden met veel cafés en dansgelegenheden.
(3) "We hebben nu de eerste onderzoeken naar het effect van de camera's afgerond en zien dat het toezicht een groot succes is," aldus onderzoeker W. Brunekreef. "De stijging van het aantal geweldsdelicten is in de onderzochte steden licht gedaald, maar diefstal en vernieling daalden zelfs met 60 procent. Burgers voelen zich een stuk veiliger in een stad met cameratoezicht."
(4) In Bergen op Zoom komen zware geweldsdelicten in het uitgaanscentrum niet meer voor, terwijl elders in het land het aantal geweldsdelicten nog steeds toeneemt. In Breda is het aantal auto-inbraken rond het station, sinds daar deze zomer 33 camera's zijn opgehangen, bijna tot 0 gereduceerd. Inmiddels zijn steden als Groningen en Apeldoorn ook begonnen met cameratoezicht en andere steden, zoals Den Haag, Rotterdam, Middelburg en Enschede volgen binnenkort.
(5) Toch zijn er ook deskundigen die het een slecht idee vinden het land vol te hangen met camera's. "Camera's kunnen een prima hulpmiddel zijn bij het bestrijden van de criminaliteit," aldus een van hen, "maar zonder andere maatregelen en de inzet van extra politieagenten schieten we nog maar weinig op. Ik ben bang dat met zomaar wat camera's ophangen zinloos geweld niet echt wordt uitgebannen."
(Naar een artikel verschenen in de Leeuwarder Courant)
Beantwoord de drie vragen.
Maak de volgende oefening.
Volg het stappenplan 'Moeilijke woorden'. Gebruik eventueel de volgende site www.vandale.nl voor het opzoeken van de betekenis.
Oefening 2: Moeilijke woorden
0%
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 12 vragen over het gebruik van moeilijke woorden.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 12 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een schrijver wil zijn tekst zo pakkend mogelijk laten overkomen.
Om variatie in de tekst aan te brengen of om iets te benadrukken, kan hij beeldspraak of stijlfiguren gebruiken.
Beeldspraak wil zeggen dat een woord of een uitdrukking een figuurlijke betekenis krijgt. Het is dan niet letterlijk bedoeld.
Voorbeeld:
Ze konden een gezond bedrijf bouwen op de vleugels van een Royaal Frans subsidiebeleid.
➜ Op de vleugels van is figuurlijk bedoeld en betekent 'met behulp van'.
Met stijlfiguren heb je in een ander thema al geoefend. Weet je het nog?
Bestudeer de Kennisbankitems over stijlfiguren, om je geheugen op te frissen.
Maak de volgende oefening over stijlfiguren, alleen of samen met een klasgenoot.
Oefening: Stijlfiguren
0%
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 12 vragen over het gebruik van stijlfiguren
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 12 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In de eindopdracht ga je een tekst met moeilijke woorden lezen. Je gaat de moeilijke woorden die in de tekst voorkomen, noteren in een logboek. Ook ga je omschrijven hoe je achter de betekenis van het moeilijke woord kan komen.
Zet alle woorden uit het artikel dat je net gelezen hebt, en waarvan je de betekenis in eerste instantie niet weet, in dit logboek onder het kopje 'Moeilijk woord'.
Onder het kopje 'Strategie' beschrijf je hoe je achter de betekenis van het moeilijke woord kunt komen.
Onder het kopje 'Betekenis' zet je de betekenis van het woord.
Heb je de betekenis van alle moeilijke woorden gevonden? Heb je het logboek helemaal ingevuld?
Lever het logboek in bij je docent. Hij of zij bepaalt hoe de opdracht wordt besproken.
Terugkijken
Intro
Wist je de betekenis van de moeilijke woorden of heb je die opgezocht??
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je uitleggen waarom een schrijver beeldspraak of stijlfiguren gebruikt in tekst?
Hoe ging het?
Inhoud
Wat vond je van het stappenplan 'Moeilijke woorden'?
Vind je het handig om moeilijke woorden op deze manier op te zoeken?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Heb je veel moeilijke woorden gevonden in de tekst?
Lukte het je om daarna het logboek in te vullen en aan te geven welke strategie je hebt gebruikt?
Het arrangement Opdracht: Lezen - Moeilijke woorden vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema "Als ik groot ben" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht ga je leren hoe je kunt omgaan met moeilijke woorden in het Nederlands. Je krijgt uitleg en tips over het stapsgewijs achterhalen van de betekenis van moeilijke woorden, het opzoeken van betekenissen, het begrijpen van beeldspraak en stijlfiguren in een tekst. Als je, met name straks bij je examen, moeilijke woorden tegenkomt, kun je de tips toepassen.
Als eindopdracht ga je een logboek maken van moeilijke woorden. Je leest een artikel en noteert alle woorden waarvan je de betekenis niet meteen weet. Vervolgens beschrijf je de strategieën die je gebruikt om de betekenis van deze woorden te achterhalen en noteer je de betekenis zelf.
Veel succes!
Nederlands;
Begrippenlijst en taalverzorging;
Leesvaardigheid;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
2 uur en 0 minuten
Trefwoorden
als ik groot ben, arrangeerbaar, beeldspraak, examentraining, lezen-moeilijke wooorden, logboek maken, nederlands, stercollectie, stijlfiguren, vmbo-kgt34
Deze opdracht hoort bij het thema "Als ik groot ben" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt34. In deze opdracht ga je leren hoe je kunt omgaan met moeilijke woorden in het Nederlands. Je krijgt uitleg en tips over het stapsgewijs achterhalen van de betekenis van moeilijke woorden, het opzoeken van betekenissen, het begrijpen van beeldspraak en stijlfiguren in een tekst. Als je, met name straks bij je examen, moeilijke woorden tegenkomt, kun je de tips toepassen.
Als eindopdracht ga je een logboek maken van moeilijke woorden. Je leest een artikel en noteert alle woorden waarvan je de betekenis niet meteen weet. Vervolgens beschrijf je de strategieën die je gebruikt om de betekenis van deze woorden te achterhalen en noteer je de betekenis zelf.
Veel succes!
als ik groot ben, arrangeerbaar, beeldspraak, examentraining, lezen-moeilijke wooorden, logboek maken, nederlands, stercollectie, stijlfiguren, vmbo-kgt34
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Moeilijke woorden
Moeilijke woorden
Betekenis voor- en achtervoegsels
Moeilijke woorden
Stijlfiguren
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.