Activiteiten
Aan de slag | ||
Stap | Activiteit | |
Stap 1 | ![]() |
Lees de informatie over omgaan met moeilijke woorden. Bestudeer het Kennisbankitem over voor- en achtervoegsels, waaraan je moeilijke woorden mogelijk kunt herkennen. Bestudeer het stappenplan om moeilijke woorden op te zoeken. Maak twee oefeningen. |
Stap 2 | ![]() |
Lees een tekst met moeilijke woorden en beantwoord daar vragen over. Maak een oefening van moeilijke woorden en gebruik daarbij het stappenplan. |
Stap 3 | ![]() |
Lees de uitleg en het voorbeeld over beeldspraak. Lees de Kennisbankitems over stijlfiguren en maak de oefening, alleen of met een klasgenoot. |
Afronding | ||
Onderdeel | Activiteit | |
Samenvattend | ![]() |
Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht. |
Eindopdracht | ![]() |
Lees een tekst en maak een logboek met moeilijke woorden. In overleg met je docent wordt het besproken in de klas. |
Terugkijken | ![]() |
Terugkijken op de opdracht. |
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer twee lesuren nodig.