Thema: Voeding en vertering - v456

Thema: Voeding en vertering - v456

Thema Voeding en vertering

Intro

Voeding en spijsvertering
Dat voedsel ook belangrijk voor jou is, dat is wel duidelijk.
In dit thema kijk je niet naar hoe je eet en drinkt.
Wel naar de hoeveelheid en de samenstelling van je dagelijkse voeding.
Welke keuzes daarin zijn het beste voor jou? Dat ga je hopelijk ontdekken in deze module. Om daarmee een start te maken kijk je alvast naar de volgende video:

Het aantal mensen met overgewicht en obesitas groeit nog steeds in Nederland.
In module 1 staat overgewicht centraal.

Voeding levert voedingsstoffen voor alle cellen van je lichaam.
Je hebt voedingsstoffen nodig om te groeien, te ontwikkelen en je warm te houden.
Kortom: voeding levert energie voor alle lichaamsprocessen.
Hoe komen voedingsstoffen uiteindelijk bij de cellen?
In de tweede module ligt de focus op de bouw en de werking van het spijsverteringsstelsel.

Wat ga ik leren?

Aan het eind van dit thema:

  • beschrijf ik de bouw, werking en functie van verteringsorganen van eukaryoten, in het bijzonder de mens, waarbij ik de relatie tussen bouw en functie uitleg.
  • beschrijf ik waar en op welke wijze voedingsstoffen verteerd en opgenomen worden en verklaart op welke wijze factoren daarop van invloed zijn.
  • leg ik uit dat assimilatieprocessen in dieren leiden tot de aanmaak van bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen en enzymen.
  • leg ik uit dat biologische eenheden energie en materie opnemen, verwerken en afgeven.

Deelconcepten

bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen, beschermende stof,  zetmeel, glycogeen, terugkoppeling, ruststofwisseling, energiebehoefte, energiebalans, ADH, obesitas, voedselvergiftiging, voedselinfectie, voedselintolerantie, voedselallergie, enzymen, koolhydraten (mono-, di- en polysachariden), cellulose, vet (vetzuren en glycerol), aminozuren, pH, slokdarm, maag, twaalfvingerige darm, alvleesklier, lever, galblaas, dunne darm, dikke darm, endeldarm, darmvlokken, kring- en lengtespieren, mechanische en chemische vertering, darmperistaltiek, voedingsstoffen, verteringssappen, gal, verteringsenzymen voor koolhydraten, eiwitten, vitamines, temperatuur, verteringsproducten, emulgeren, resorptie, darmbacteriën.

 

Wat kan ik al?

Wat weet je al over Voeding en vertering? Herhaal de volgende onderdelen uit de Kennisbank onderbouw:

Voedingsmiddelen en -stoffen - onderbouw

Energiebehoefte en gewicht - onderbouw

Verteren en verbranden - onderbouw

Spijsverteringsstelsel - onderbouw

 

Test nu je kennis over dit onderwerp:

Wat ga ik doen?

Het thema Voeding en vertering bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel SLU je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal SLU

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

2

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Wat is de oorzaak van overgewicht?

8

Module: Darmflora project

8

Afsluiting

 

Samenvattend

1

Examenvragen

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

21 à 22

Modules

Wat is de oorzaak van overgewicht?

Wat is de oorzaak van overgewicht?

Intro

Supersize me
In de documentaire Supersize Me eet filmmaker Morgan Spurlock dertig dagen lang niets anders dan voedsel van McDonald's. Per dag consumeert hij ruim 5000 kilocalorieën, twee keer zoveel als nodig. Een arts houdt ondertussen zijn gezondheid in de gaten. Spurlock voelt zich steeds ongezonder en dijt zichtbaar uit. Ondertussen doorkruist hij de Verenigde Staten en interviewt hij vaste klanten van McDonald's en voedselexperts op zoek naar het waarom van de nationale vraatzucht.

Bekijk de trailer van Supersize me:


Dat fastfood niet zo gezond is, vooral als je het vaak eet, is algemeen bekend. Dat je er dik van kunt worden is ook geen geheim. Maar is overmatig fastfood eten de enige oorzaak van een toenemend overgewicht onder de bevolking? Hoe vaak eet jij fastfood? Sta je dan ook wel eens stil bij het 

In deze module kijk je naar het ontstaan van een gevoel van trek (hongergevoel), de functies van voedingsstoffen, de energiebalans en de keuzes die je kunt maken met betrekking tot voeding.

Eindproduct
Je rondt deze module af met het formuleren van een stelling over de oorzaak en/of aanpak van overgewicht en obesitas. Je maakt hierbij gebruik van één van de gegeven artikelen of je kiest zelf een artikel. Je zorgt daarbij voor een goede onderbouwing. Vervolgens voer je in de klas een discussie over deze stellingen.

Wat ga ik leren?

Leerdoelen
Aan het eind van deze module kan ik:

  • uitleggen hoe een hongergevoel ontstaat.
  • uitleggen hoe door terugkoppeling het honger- en verzadigingsgevoel wordt gereguleerd.
  • de functies van de verschillende voedingsstoffen beschrijven.
  • de balans tussen energiebehoefte ene energieopname uitleggen.
  • verschillende energiebronnen onderscheiden.
  • verschillende manieren waardoor een mens ziek kan worden van voeding herkennen (voedselvergiftiging, voedselinfectie, voedselintolerantie en voedselallergie).
  • de gevaren van overgewicht, obesitas en ondergewicht beschrijven.
  • positieve en negatieve eigenschappen van vet- en suikervervangers beschrijven.
  • oorzaken en mogelijke aanpak van overgewicht en obesitas benoemen.

Vaardigheden:

  • kwalitatief en kwantitatief onderzoek doen naar enkele voedingsstoffen.
  • kritisch kijken naar je eigen voedingsgedrag.
  • mijn eigen ruststofwisseling berekenen.
  • mijn eigen BMI berekenen (passend bij je leeftijd).
  • tips geven aan een vegetariër over ene gezond voedingspatroon.
  • een bijdrage in een groepsdiscussie leveren.

Deelconcepten
Bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen, beschermende stof, koolhydraten, zetmeel, glycogeen, vetten, eiwitten, terugkoppeling, ruststofwisseling, energiebehoefte, energiebalans, ADH, obesitas, voedselvergiftiging, voedselinfectie, voedselintolerantie, voedselallergie.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Inhoud

Stap 1

Waarom kan ik beter niet eten voordat ik ga studeren?

Stap 2

Wat is de functie van voeding?

Stap 3

Wat wordt bedoeld met een energiebalans?

Stap 4 Hoe kan ik meten of ik niet te licht of niet te zwaar ben?
Stap 5 Welke spijswetten houden verschillende levensovertuigingen er op na?
Stap 6 Op welke manieren kan ik ziek worden van eten?

Afronding

Onderdeel

 

Kennisbank

Alle Kennisbankitems uit deze module.

Eindopdracht

Ik formuleer een stelling over de oorzaak en/of aanpak van overgewicht en obesitas.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Benodigdheden

Tijd
De belasting voor deze module is ongeveer 8 SLU.

Aan de slag

Stap 1: Trek in eten

Bestudeer de pagina's met informatie in de Kennisbank.

Voedsel als energiebron

Regeling voedselopname trek/afremmen!

Eten voor je gaat studeren? Dat kun je beter niet doen. Volgens onderzoekers leer je dus beter als je trek hebt dan met een volle maag. Een lege maag geeft het hongerhormoon ghreline af. Dit stimuleert de hypothalamus, het hersendeel dat onder andere ons eetgedrag reguleert. Hierdoor krijg je honger. Maar hetzelfde hormoon gaat ook aan de slag in het deel van het brein dat geheugen en leren reguleert.

Het spijsverteringsstelsel bestaat uit een aaneenschakeling van buizen en holten van totaal 8-12 m lengte tussen mond en anus. Het voedsel is van mond tot anus tussen de 24 en 72 uur onderweg. Je kunt je persoonlijke tijd zelf bijhouden door bijvoorbeeld rode bietjes of asperges te eten. Probeer het zelf en merk het resultaat! De kleurstoffen en de geur zijn zo hardnekkig dat je het resultaat zelfs in de ontlasting kunt zien en in de urine kunt ruiken. Hoe lang het precies duurt, ligt aan het voedsel, de hoeveelheid eten die je hebt gegeten, aan de activiteiten die je hebt gedaan en je eigen lichaam.

Maak de oefening.

Stap 2: Wat is de functie van voeding?

Bestudeer de informatie in de Kennisbankitems.

Voedingstoffen

Macromoleculen

Koolhydraten en vetten

Eiwitten


Voeding geeft voedingsstoffen
Het menselijk lichaam bestaat uit een groot aantal verschillende stoffen.
Zeven grote groepen die je kunt onderscheiden zijn:

  • koolhydraten
  • eiwitten
  • vetten
  • water
  • vitaminen
  • mineralen
  • nucleïnezuren (kernzuren)

Nucleïnezuren heb je nodig om lichaamseigen RNA en DNA te maken.

Maak de oefeningen.

Stap 3: Energiebehoefte en -opname

Om de enorme hoeveelheid chemische reacties uit te voeren die ervoor zorgen dat je in leven blijft, is naast aanvoer van bouwstoffen ook veel brandstof nodig. Koolhydraten dienen als brandstof. Bij een tekort aan koolhydraten kunnen vetten en eiwitten ook als brandstof worden gebruikt.

Bestudeer de informatie in de Kennisbank.

Omzetting

Voedsel als energiebron

Voordat je kunt weten hoeveel brandstof je moet opnemen in de voeding, is het belangrijk om te weten hoeveel energie je nodig hebt. Wanneer dit in overeenstemming met elkaar is, spreek je van een energiebalans.

Maak de oefening.

De energie die je in je ruststofwisseling verbruikt, is niet alleen noodzakelijk om arbeid te leveren. Ook de spijsvertering heeft veel invloed op de ruststofwisseling. Voor de vertering van vetten wordt de ruststofwisseling met ongeveer 4% verhoogd. Voor de vertering van koolhydraten met ongeveer 6% en voor de vertering van eiwitten met zelfs 25%. Door de ingewikkelde structuur van eiwitten kost de afbraak veel energie.

Omdat je niet de hele dag in je bed ligt, verbruik je ook energie om dingen te doen. Hoeveel energie heb je nodig om goed te kunnen functioneren? Dat is afhankelijk van je activiteiten op een dag. Gemiddeld is de ruststofwisseling ¾ van de energiebehoefte.

Keuzeoefeningen

Maak één van de volgende oefeningen.
Je werkt bij deze oefeningen in vier- of vijftallen. Zorg ervoor dat je het goed begrijpt en je klasgenoten kunt uitleggen. Verzamel daarbij concrete voorbeelden of zorg dat je gegevens kunt laten zien. Wissel de antwoorden met elkaar uit en zorg dat iedereen de antwoorden begrijpt en heeft kunnen noteren.

Stap 4: Gewicht

Bij een gezond gewicht is de energieopname in balans met het energieverbruik.

Maak de oefeningen.

Stap 5: Spijswetten

Het is belangrijk om voldoende voedingsstoffen op te nemen. Dat is wel duidelijk. Maar eten is veel meer dan alleen maar het nuttigen van voedingsmiddelen en opnemen van voedingsstoffen. Wat en hoe je eet, wordt ook bepaal door culturele waarden en levensbeschouwelijke overwegingen.

Maak de oefeningen:

 

Stap 6: Ziek worden van eten

Ziek worden van eten
Bestudeer de Kennisbank.

Problemen met voedsel

 

Maak de oefeningen.

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Eindopdracht
In de loop van het volwassen leven nam het lichaamsgewicht van de mensen uit de Steentijd nauwelijks toe. Blijkbaar werd dat nauwkeurig door het lichaam zelf geregeld.
Tegenwoordig is dit wel anders.
Veel volwassenen en jongeren kampen met overgewicht of ernstig overgewicht (obesitas).
Hoe komt dat? Is het regelsysteem defect of spelen andere factoren een rol?
Bedenk eerst zelf zoveel mogelijk factoren die daarbij een rol kunnen spelen.
Bespreek de antwoorden in de klas.

Kijk dan naar het volgende filmfragment:

Video: Tros: Radar Suiker, zout en vet


Werk in tweetallen
Je rondt deze module af met het formuleren van een stelling over de oorzaak en/of aanpak van overgewicht en obesitas.
Je maakt hierbij gebruik van één van de gegeven artikelen of je kiest zelf een artikel.
Je zorgt daarbij voor een goede onderbouwing.
Vervolgens voer je in de klas een discussie over deze stellingen.

Geef na afloop antwoord op de volgende vragen:

  1. Wat is de oorzaak van overgewicht? Wie of wat is hiervoor verantwoordelijk?
  2. Op welke manier kan overgewicht worden tegen gegaan?
    Voor welke aanpak wordt gekozen in het artikel?

Extra vragen:

  1. Op welke verschillende manier wordt onderzoek gedaan?
  2. Door welke ‘wetenschappelijke bril’ is het onderzoek uitgevoerd?

Beoordeling
Jullie docent let bij de beoordeling van de stelling, deelname aan het debat en het beantwoorden van de vragen op het volgende:

  • De stelling is zo geformuleerd dat deze maar op één manier geïnterpreteerd kan worden.
  • De stelling is in correct Nederlands geformuleerd.
  • De stelling sluit aan bij de oorzaak/aanpak van overgewicht en obesitas.
  • Je deelname aan het debat is actief.
  • Tijdens de deelname aan het debat maak je gebruik van biologisch onderbouwde argumenten.
  • De antwoorden op de vragen zijn onderbouwd en in correct Nederlands geformuleerd.

Artikelen:

Debat voeren

Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    In deze module kwam onder andere je eigen eetgedrag aan bod. Ben jij zelf bewust bezig met je voeding? Of zou je misschien meer je best moeten doen om gezond te leven. Misschien doe je juist wel teveel je best. Vraag een volwassene om hulp als je hier onzeker over bent of als je merkt dat jouw eetgedrag afwijkt van dat van je leeftijdsgenoten.

Darmflora project

Darmflora project

Intro

Cel-orgaan-organisme-populatie-ecosysteem
Weet je het nog? De volgorde van de organisatieniveaus van klein naar groot? Maar wist je, dat jij als organisme ook allerlei ecosystemen vormt? Eén van die ecosystemen zijn de darmen.

“De bacteriën in deze ecosystemen gedragen zich net als dieren in populaties” zegt Jeroen Raes van de Vrije Universiteit Brussel. “Ze kunnen harmonieus samenwerken om complexe moleculen af te breken, maar soms is het ook pure oorlog voor bepaalde voedingsstoffen. Dit ontrafelde netwerk stelt ons nu in staat om de relaties tussen bacteriën verder te onderzoeken. Waar we vooral in geïnteresseerd zijn, is hoe deze ecosystemen verstoord raken en wat we kunnen doen om ze te herstellen”.

In het verleden verliep de studie van de darmbacteriën erg moeizaam. Probleem was dat de meeste darmbacteriën niet te kweken zijn in een lab en alleen overleven in de darm. Tegenwoordig wordt een andere aanpak gebruikt. Jeroen Raes is professor in bio-informatica en metagenomics. In plaats van de bacteriën te kweken, wordt de genetische informatie (DNA) van alle bacteriën samen onderzocht (metagenomics). Dat levert enorme hoeveelheden data op, die via computers wordt geanalyseerd (bio-informatica).

In de volgende video zie je wat bio-informatica inhoudt. Lijkt een studie in bio-informatica jou interessant?

In deze module bestudeer je het spijsverteringsstelsel van de mens en rond je de module af met een kijkje achter de schermen van het darmflora project.

Wat ga ik leren?

Leerdoelen
Ik kan:

  • de functie van organen van het spijsverteringsstelsel beschrijven
  • de bouw, werking en functie van spijsverteringsorganen van eukaryoten, in het bijzonder van de mens, beschrijven
  • enkele verschillen en overeenkomsten tussen organen van het spijsverteringsstelsel van de mens en verschillende diersoorten herkennen (met name opname van voeding)
  • uitleggen welke voedingsstoffen wel en welke niet worden verteerd
  • beschrijven waar en op welke wijze voedingsstoffen verteerd en opgenomen worden
  • beschrijven waar in het lichaam resorptie plaatsvindt
  • de rol van darmbacteriën beschrijven
  • beschrijven welke enzymen betrokken zijn bij de vertering van koolhydraten, vetten een eiwitten
  • de invloed van temperatuur en pH op de werking van enzymen beschrijven
  • voorspellen wat het effect van verstoring in het functioneren van een orgaan van het spijsverteringsstelsel teweeg brengt.

Deelconcepten
Bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen, enzymen, koolhydraten
(mono-, di- en polysachariden, zetmeel, glycogeen, cellulose, vet (vetzuren en glycerol), eiwit, aminozuren, pH, slokdarm, maag, twaalfvingerige darm, alvleesklier, lever, galblaas, dunne darm, dikke darm, endeldarm, darmvlokken, kring- en lengtespieren, mechanische en chemische vertering, darmperistaltiek, voedingsstoffen, verteringssappen, gal, verteringsenzymen voor koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines, pH, temperatuur, verteringsproducten, emulgeren, resorptie, darmbacteriën.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Inhoud

Stap 1

Wat wordt bedoeld met extracellulaire vertering en wat met intracellulaire vertering?

Stap 2

Wat is het verschil tussen mechanische en chemische vertering?

Stap 3

Hoe verloopt de vertering van zetmeel?

Stap 4 Wat is de functie van de twaalfvingerige darm?
Stap 5 Hoe zijn de darmen opgebouwd en wat is de functie van de darmen?
Stap 6 Wat gebeurt er in mijn mond als ik (lekker) voedsel ziet/ruikt?

Afronding

Onderdeel

 

Kennisbank

Alle Kennisbankitems uit deze module.

Eindopdracht

Ik onderzoek een artikel over verschillende typen darmflora en het nuttig gebruiken van poep.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Benodigdheden

De benodigde materialen voor de practica vind je op de werkbladen.

Tijd
De belasting voor deze module is ongeveer 8 SLU.

Aan de slag

Stap 1: Spijsvertering

Eten is het proces waarmee voedsel wordt opgenomen. Niet alle dieren doen dat op dezelfde manier. Het opgenomen voedsel wordt tijdens de spijsvertering zo klein gemaakt, dat er stoffen ontstaan die de celmembraan kunnen passeren. Dit gedeelte van de spijsvertering noem je ook wel extracellulaire vertering. Eenmaal in de cel opgenomen, worden de voedingsstoffen tijdens de intracellulaire vertering meestal nog verder verkleind en bewerkt.

Bekijk de video.

Maak de oefeningen.

Stap 2: Van mond tot maag

Het spijsverteringsstelsel van een mens heeft een aantal delen. Ten eerste de mondholte. Met het gebit wordt voedsel gesneden en in kleine deeltjes vermalen. Daardoor wordt het oppervlak van het voedsel groter. Dit is een vorm van mechanische vetering. Speeksel, afkomstig uit de speekselklieren, kan zo beter op het voedsel inwerken.

Bestudeer de informatie in de Kennisbank.

Mechanische en chemische vertering

pH-optimum


Maak de oefeningen.

Bestudeer de informatie in de Kennisbank.

Monosacchariden/Disacchariden/Polysacchariden

Maak de oefeningen.

Stap 3: Vertering van zetmeel

Stap 4: De twaalfvingerige darm

De twaalfvingerige darm is het eerste gedeelte van de dunne darm. De maagportier laat het voedsel dat goed in de maag is verwerkt, met kleine hoeveelheden en met korte tussenpozen door. De portier, die meestal een beetje open staat, wordt gesloten door de portierreflex.

De portier reageert op uitrekking van de wand van de twaalfvingerige darm en de lage pH in dit deel. Zodra het zuur is geneutraliseerd door het alvleessap en het voedsel verder in de darm is vervoerd, verdwijnen de prikkels voor de reflex. De portier gaat even open. In de twaalfvingerig darm geven de alvleesklier en de lever producten af.

Doe de oefening.

 

Bestudeer de informatie in de Kennisbank.

Organen voor de vertering

Resorptie

Maak de oefeningen.

Stap 5: In de darmen

In de darmen
Maak enkele van de volgende eindexamenopgave uit 2006.

VWO Biologie 2006-1 vraag 31

VWO Biologie 2006-1 vraag 32

VWO Biologie 2006-1 vraag 33

VWO Biologie 2006-1 vraag 34

 

Stap 6: Water in de mond

Zoogdieren eten niet de hele dag. Het zou dus zonde zijn om alle verteringsenzymen steeds in voorraad te houden in de spijsverteringsorganen. Het zien of ruiken van voedsel zorgt ervoor dat hersenen signalen naar onder andere de speekselklieren en de maag sturen, om de sapafscheiding op gang te brengen. De vertering van koolhydraten en eiwitten komt dan snel op gang.

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Micro-organismen overal
In bijna elk deel van het menselijk lichaam leven micro-organismen, op je huid, in je darmen en in mond en neusgaten. Soms veroorzaken ze ziekten, maar meestal leven deze micro-organismen in harmonie met je lichaam. Ze zorgen voor essentiële functies voor ons leven. Voor de eerste keer heeft een internationale groep van onderzoekers, de verschillende bacteriepopulaties in en op het volledige menselijk lichaam in kaart gebracht, wat verscheidene nieuwe inzichten opleverde.

De onderzoekers zijn vooral geïnteresseerd in het ontrafelen van de interacties tussen al deze soorten. Aan de hand van computermodellen stelden ze een netwerk van positieve en negatieve relaties tussen de bacteriën in de verschillende ‘ecosystemen’ van ons lichaam op.

Darmflora project
De darmflora verschilt flink van mens tot mens. Gemiddeld heeft een mens zo’n 160 verschillende soorten bacteriën in de darmen leven. Maar bij de 120 proefpersonen die in de studie werden onderzocht, kwamen in totaal tot 1150 soorten bacteriën voor. De onderzoekers onderscheiden nu drie types darmflora, onafhankelijk van ras, land van herkomst of voeding.

Bekijk het filmpje met onderzoeker Jeroen Raes in het tv-programma:

In het ambitieuze darmflora project proberen onderzoekers samen met duizenden Vlaamse vrijwilligers meer te weten te komen over de rol die darmbacteriën spelen bij de gezondheid. Uit eerdere studies blijkt al dat er een relatie bestaat tussen de samenstelling van de darmflora en bijvoorbeeld overgewicht of aandoeningen zoals darmontstekingen en diabetes. Die resultaten geven hoop om aandoeningen in de toekomst te verhelpen of de symptomen ervan te verzachten via ingrepen op de darmflora. Helaas: zo ver is het nog lang niet. Alhoewel donorpoep al wordt ingezet. Prettig idee? Wil je weten waarbij? Dat ontdek je in deze eindopdracht.

Eindproduct
In tweetallen.

  1. Kies één van onderstaande bronnen en bestudeer het artikel.
  2. Beantwoord de volgende vragen:
    • Wat is de bijbehorende onderzoeksvraag?
    • Op welke manier wordt onderzoek verricht?
    • Op welk organisatieniveau (DNA, cel, orgaan, organisme) speelt het onderzoek zich af?
    • Welke kennis over de gezondheid kan dit opleveren?
    • Welke vervolgonderzoek kan of wordt er gedaan?
    • Welke doelgroepen kunnen mogelijk met de onderzoeken en toepassingen geholpen worden?

Gebruik eventueel ook andere bronnen om de vragen te beantwoorden.

  1. Deel de opgedane kennis met een ander tweetal met hetzelfde artikel.
  2. Maak samen een korte presentatie met maximaal 4 sheets in PowerPoint of ander medium.
  3. Geef de presentatie aan een ander viertal.

Beoordeling
Jullie docent let bij de beoordeling van de presentatie op het volgende:

  • De presentatie wordt in correct Nederlands gegeven.
  • De presentatie sluit aan bij de onderzoeksvragen die in de artikelen worden gesteld.
  • Tijdens de presentatie maak je gebruik van biologisch onderbouwde argumenten.
  • Je deelname aan de presentatie is actief.

Bronnen:

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Pecha Kucha maken

Een Pecha Kucha is een presentatie die bestaat uit 20 slides. Voor iedere slide heb je 20 seconden de tijd om te presenteren, dus je verhaal duurt in totaal 6 minuten en 40 seconden.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Was de studiebelasting ongeveer 8 SLU?
    Met welke stap ben je het langst bezig geweest?
  • Inhoud
    Buikgriep hebben we allemaal wel eens gehad. Dit kan worden veroorzaakt door schadelijke bacteriën, maar wist je dat je lichaam ook zoveel goede bacteriën bevatte? Kun je nu uitleggen wat de rol van deze bacteriën is bij de vertering van voedingsstoffen?

Afsluiting

Samenvattend

Examenopgaven

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

VWO 2018-TV2

VWO 2018-TV2 Vraag 11

VWO 2019-TV2

VWO 2019-TV2 Vraag 19

VWO 2021-TV1

VWO 2021-TV1 Vraag 17

VWO 2021-TV2

VWO 2021-TV2 Vraag 5

VWO 2021-TV3

VWO 2021-TV3 Vraag 15
VWO 2021-TV3 Vraag 30

 

Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Extra opdracht

De koe als ecosysteem

Bespreek de volgende opdracht met een klasgenoot. 

Biosfeer

  1. Op aarde zijn enkele groepen organismen in staat om plantaardig materiaal (cellulose) te verteren. Welke groepen organismen?
    In welk gedeelte van de biosfeer leven ze?

Ecosysteem

  1. In veel ecosystemen op aarde komen organismen voor die planten eten: herbivoren. Noem vier herbivoren uit verschillende ecosystemen.

Levensgemeenschap

  1. Leg uit waarom herbivoren, na de producenten, aan de basis van een voedselpiramide staan.

Populatie en soort

  1. Welke koeienrassen kun je in Nederland tegenkomen?

Organisme

  1. Koeien zijn herkauwers die hoofdzakelijk gras eten. Welke aanpassingen hebben koeien om gras te eten? Let daarbij op:
    • Bouw spijsverteringsstelsel
    • Gebit
    • Stand van de ogen in de schedel

Organen
Herkauwers zoals koeien hebben een heel speciaal spijsverteringsstelsel.
Ze bezitten vier magen (pens, netmaag, boekmaag en lebmaag) waarin micro-organismen leven die essentiële enzymen voor de vertering van grassen maken. Zo kunnen herkauwers met de hulp van deze micro-organismen de taaie plantenvezels van bijvoorbeeld grassen verteren. De micro-organismen in de pens zijn onderling zeer competitief. Ze houden elkaar in toom en hierdoor is de microbiële gemeenschap gewoonlijk vrij stabiel. Als de koeien echter van de ene op de andere dag zetmeelrijke en vezelarme voeding (zoals graan) krijgen, verandert dit. Melkzuurproducerende bacteriën krijgen de overhand en zorgen ervoor dat de pensinhoud sterk zuur wordt.

Organen

  1. Herkauwers hebben in vergelijking met de mens een andere bouw van de maag. Welke magen heeft de koe? Welke functies hebben die magen? Zie module 2.
    1. De maagwand van koeien heeft geen slijmlaag zoals de maagwand van de mens. Welk effect heeft het zuurder worden van de pensinhoud op de maagwand van de koe?
  2. Koeien zijn niet in staat om zelf plantaardig voedsel dat ze eten, volledig te verteren. Op welke wijze 'laten' koeien de cellulose uit hun voedsel verteren?
  3. Welke producten worden in de koeienmaag gemaakt door één- en meercelligen?

DNA

  1. Welke onderzoeken kun je bedenken om DNA-niveau? Formuleer een onderzoeksvraag.

Overig

  1. Welke vorm van symbiose bestaat er tussen de bacteriën in de pens en de koe?
  2. Verklaar de titel van deze opdracht: ‘De koe als ecosysteem’.

Hoe haal je het in je hoofd?
Leren doe je ook door het maken van ‘goede’ (school)examenvragen.
Maak één examenvraag waarin je een onderwerp uit module 1 of 2 (of beiden) toetst bij je medeleerlingen.

Je kunt daarbij gebruik maken van een onlineprogramma zoals www.mentimeter.com of gebruik Google drive (formulier).
Ter inspiratie alvast een voorbeeldexamenvraag:

Duikeenden (zoals kuifeenden) beoefenen topsport. De op het IJsselmeer overwinterende vogels leven van driehoeksmosselen. Het opduiken en verteren van de mosselen legt een zo groot beslag op wat de vogels fysiek aankunnen, dat het een topprestatie is dat zij de winter overleven. Duikeenden foerageren voornamelijk 's nachts.
Ze duiken drie- tot vijfhonderd keer per nacht om hun dagelijks rantsoen te verzamelen en slikken de mosselen in hun geheel door. Bij elke duik hebben de eenden slechts kort de tijd om onder water mosselen te vinden die bovendien vaak losgerukt moeten worden. Voor de duikeend zijn daarom de diepte waarop de mosselen zich bevinden, het gemak waarmee ze zijn te vinden en de snelheid waarmee ze zijn door te slikken, van het allergrootste belang.

bewerkt naar: J. de Leeuw, Overwinterende duikeenden, Natuur en Techniek 1, januari 2000

Het bewerken en verteren van de ingeslikte mosselmaaltijd kost veel energie.
In de maag kraken en bewerken twee 'molenstenen' in de vorm van verhoornde platen voorzien van stevige spierbundels, de mosselen tot gruis. Er ontstaat een schelpenbrij die verder het darmkanaal in gaat.

Enkele processen die een rol spelen bij de vertering in het menselijk lichaam zijn:

  1. de werking van het gebit in de mond;
  2. de werking van enzymen in de maag;
  3. de werking van zoutzuur in de maag;
  4. de werking van gal in de twaalfvingerige darm
  1. Met welk proces of met welke processen komt het verbrijzelen van mosselen in de maag overeen?
    • alleen met proces 1
    • alleen met de processen 1 en 2
    • alleen met de processen 2 en 3
    • alleen met de processen 3 en 4
    • alleen met de processen 1, 2 en 4
    • met alle genoemde processen

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om het thema mee te beginnen?
    Past de inleiding goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een totale studiebelasting van ongeveer 21 SLU.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de toets bij 'Wat kan al?' gemaakt?
    Wist je het meeste nog?
  • InhoudKijk nog eens door de modules.
    Noteer bij welke opdrachten je hebt samengewerkt (in tweetallen of in expertgroepen).
    Geef voor jezelf met een icoon aan of de samenwerking je heeft geholpen.
    Noteer wat je gaat doen met de ervaringen.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Voeding en vertering - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-28 11:30:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Dit thema Voeding en vertering is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO. Bij het ontwikkelen van het materiaal is gebruik gemaakt van of wordt verwezen naar materiaal van de volgende websites:

    www.schooltv.nl www.youtube.com www.bioplek.org www.wikipedia.org


    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content .

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor vwo leerjaar 4/5/6. Dit thema heet voeding en vertering. Aan het eind van dit thema: beschrijf je de bouw, werking en functie van verteringsorganen van eukaryoten, in het bijzonder de mens, waarbij je de relatie tussen bouw en functie uitlegt. beschrijf je waar en op welke wijze voedingsstoffen verteerd en opgenomen worden en verklaart op welke wijze factoren daarop van invloed zijn. leg je uit dat assimilatieprocessen in dieren leiden tot de aanmaak van bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen en enzymen. leg je uit dat biologische eenheden energie en materie opnemen, verwerken en afgeven.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding; Celstofwisseling; Stofwisseling van het organisme; Vertering bij de mens; Vormen van energie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    17 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, assimilatie, biologie, bouwstoffen, brandstoffen, energie, materie, reservestoffen, stercollectie, vwo4/5/6

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Darmflora project - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/74484/Module__Darmflora_project___v456

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Wat is de oorzaak van overgewicht? - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/74483/Module__Wat_is_de_oorzaak_van_overgewicht____v456

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Voeding en spijsvertering

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.