Module: Gynaecoloog of verloskundige? - v456

Module: Gynaecoloog of verloskundige? - v456

Gynaecoloog of verloskundige?

Intro

Het Nederlandse verloskundig systeem is uniek.
Zwangere vrouwen worden begeleid door verloskundigen, ook tijdens de bevalling.
In de video hieronder krijg je uitleg over het werk van een verloskundige. Kijk de video en lees daarna de rest van de intro.

Je kunt zelf ervoor kiezen of je thuis of in het ziekenhuis bevalt. Mits er geen medische noodzaak is om in het ziekenhuis te bevallen.
Er is een actieve samenwerking tussen gynaecologen en verloskundigen,
zodat bij complicaties specialistische zorg in het ziekenhuis kan worden geboden.
Alleen vrouwen met een medische indicatie, staan onder controle van een gynaecoloog. Zo'n medische complicatie kan bijvoorbeeld een stuitligging zijn, een hoge bloeddruk of een eerdere moeilijke bevalling.
In de andere westerse landen wordt het zwanger zijn zelf al gezien als gezondheidsrisico.
Zwangere vrouwen worden in deze landen begeleid door gynaecologen en bevallen in het ziekenhuis. 

In de volgende video kun je een voorlichtingsvideo zien van het bevallen in het Beatrixziekenhuis.

En soms gaat het niet zoals gebruikelijk...dat zie je in de volgende video:

 

Eindproduct
Je rondt de module af met het maken van een (digitale) poster over de werkzaamheden van een verloskundige of een verloskundig gynaecoloog in één van de trimesters van de zwangerschap.
 

Wat ga ik leren?

Leerdoelen
Aan het eind van deze module kun je:

  • het verloop van de menstruatiecyclus beschrijven voor en na bevruchting
  • aangeven wanneer een vrouw (on)vruchtbaar is in menstruatiecyclus
  • beschrijven wat er tijdens geslachtsgemeenschap gebeurt
  • beschrijven hoe de bevruchting in de eileider en innesteling in de baarmoeder van plaatsvindt
  • de werking van hormonen direct na de bevruchting en innesteling toelichten
  • de ontwikkeling van het embryo in de baarmoeder beschrijven
  • de manieren waarop een tweeling kan ontstaan uitleggen
  • de werking van hormonen vlak voor en direct na de bevalling toelichten
  • de veranderingen van het zuurstoftransport van pasgeboren baby’s toelichten
  • uitleggen wat een apgar-test inhoudt
  • de voor- en nadelen van moedermelk uiteenzetten
  • de werkzaamheden en bevoegdheden van verloskundige en verloskundig gynaecoloog toelichten
  • beschikbare informatie in Binas gebruiken

Deelconcepten
Levenscyclus, geslachtelijke voortplanting, voortplantingsorganen, eicel, spermacel (zaadcel), follikel, gele lichaam, geslachtshormonen, FSH, LH, oestrogeen, progesteron, testosteron, menstruatiecyclus, bevruchting, embryo, zygote, placenta, vruchtwater, navelstreng, foetus, haploïd, diploïd, mitose, meiose.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Inhoud

Stap 1

Mensen planten zich geslachtelijk voort. Je leert informatie over zaad- en eicellen.

Stap 2

Het rijpen van een eicel en de eisprong (ovulatie) is een deel van de menstruatiecyclus. Je beantwoordt vragen over deze cyclus.

Stap 3

Je praat met klasgenoten over gevoelens die bij liefde horen.

Stap 4

en

Met behulp van bronnen ontdek je hoe de innesteling in de baarmoeder gebeurt.

Stap 5

en

Je maakt flashkaarten die je kunt gebruiken als geheugensteuntje bij dit onderwerp.

Stap 6

Na ongeveer 40 weken wordt een baby geboren. Je bekijk animaties van bevallingen en beantwoordt hier vragen over.

Stap 7

Het wel of niet geven van borstvoeding is voor veel vrouwen een lastige keuze. Je bestudeert hier de voor- en nadelen.

Afronding

Onderdeel

 

Kennisbank

Alle Kennisbankitems uit deze module.

Eindopdracht

Je doet onderzoek naar het werk van een verloskundige en het werk van een gynaecoloog.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze module heb je ongeveer 6 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Geslachtscellen

Eicel
Zaadcellen

Mensen planten zich geslachtelijk voort.
Dat wil zeggen dat hierbij geslachtscellen zijn betrokken: eicellen en zaadcellen.
Bestudeer de Kennisbank:

Geslachtsorganen

Zaad- en eicellen
De mannelijke geslachtscellen (zaadcellen) verschillen van de vrouwelijke (eicellen), maar er bestaan ook overeenkomsten. Maak een schema, met eventueel afbeeldingen, waarin je de geslachtscellen vergelijkt.
Vergelijk in ieder geval:

  • de grootte;
  • de manier van voortbewegen;
  • de hoeveelheid voedingsstoffen;
  • waar en wanneer de productie plaatsvindt;
  • wanneer een geslachtscel vrijkomt;
  • waar een geslachtscel vrijkomt;
  • welke hormonen invloed hebben op de productie;
  • aantal chromosomen.

Gebruik de volgende drie video's als bronnen. Vergelijk jouw schema na het maken met die van een klasgenoot.

Bronnen:


Maak nu de volgende oefening:

Stap 2: Menstruatiecyclus

Bestudeer nogmaals de theorie in de Kennisbank Geslachtsorganen over de follikels.
Het rijpen van een eicel en de eisprong (ovulatie) is een deel van de menstruatiecyclus.
Bestudeer de menstruatiecyclus, gebruik hierbij de Kennisbank Hormonale regeling van de voortplanting menstruatiecyclus zonder bevruchting.

Follikels rijpen

De hormonale regeling van de voortplanting

Ovulatie
Bekijk de volgende video. Maak tijdens de video aantekeningen.
Bespreek na het kijken in de klas de woorden die je nog niet begrijpt en noteer de uitleg.

Stap 3: Vormen van seksualiteit

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderwerp.

Vormen van seksualiteit

Liefde is niet zo zwart/wit als dat het op papier staat. Een gevoel is tenslotte niet goed te beschrijven. Maar het is wel belangrijk om te laten zien wat je voelt. Op die manier heb je de kans om jezelf te kunnen zijn, ongeacht je geaardheid.

Ga voor jezelf na of jij je veilig voelt je klas, of thuis, of waar dan ook. Heb jij iemand om mee te praten over je gevoelens? Zo niet, ga op zoek. Neem je docent of de vertrouwenspersoon op school in vertrouwen. Zij kunnen je helpen.

Onthoud één ding heel goed:
Er is geen goed of fout bij geaardheid!

Stap 4: Bevruchting en innesteling

Bestudeer uit de Kennisbank de volgende twee onderwerpen:

Ontwikkeling in de baarmoeder

De hormonale regeling van de voortplanting

Bevruchting en innesteling
Bekijk de volgende drie bronnen. De informatie in de bronnen heb je nodig bij het beantwoorden van de vragen in deze stap.

Wat gaat er aan deze grafiek veranderen als de eicel wel wordt bevrucht? Beantwoord dat in de oefening onder de grafiek.

 

Grafieken en tabellen
Ga naar de menstruatiegrafiek in Binas.
Kopieer of scan het figuur en teken het vervolg voor een maand na een succesvolle bevruchting!
Gebruik zo nodig Grafieken en tabellen.

KB: Grafieken tekenen

Controleer je antwoord met een medeleerling. Bespreek de grafiek in met de docent.

Zwangerschap
Vandaag komt een zwangere vrouw bij de verloskundige.
De verloskundige vraagt of ze:

  • een zwangerschapstest heeft gedaan
  • weet wanneer haar laatste menstruatie was (36 dagen geleden)

Ga na hoe een zwangerschapstest werkt.
Bereken vervolgens samen met een klasgenoot de uitgerekende datum van de vrouw.
Je kunt dit doen door uit te gaan van een regelmatige cyclus van 28 dagen.
Of bereken de datum digitaal.

Bronnen:
www.clearblue.com
www.ikbenzwanger.com

Bevruchting
Bekijk in Binas welke figuren je kunt gebruiken over de bevruchting en innesteling. Kies twee afbeeldingen uit en leg aan een klasgenoot het figuur stap voor stap uit. Bedenk samen een proefwerkvraag voor de overige leerlingen met behulp van dit figuur. Noteer ze in een document dat je kunt delen met je docent.
Denk eraan: ook zij mogen Binas er straks bijhouden! Doe dit ook voor de tweede figuur. Lever de vragen met antwoorden in bij je docent.

Het doen voor de wetenschap

Een tijd geleden haalde een ‘wetenschappelijke’ foto de landelijke dagbladen en is nu dus ook te vinden via YouTube. Onderzoekers in Groningen hebben voor het eerst de geslachtsgemeenschap van een stel in een MRI-scan gefotografeerd.
Bekijk de video. Maak daarna het werkblad.


Download het werkblad Geslachtsgemeenschap in beeld en noteer de juiste namen bij de letters.

Werk deze oefening in tweetallen.
Per land verschillen de gebruiken bij de geboorte van een kind.
Zoek op internet naar de betekenis van verschillende geboorterituelen van minimaal 5 landen uit verschillende werelddelen.

Zoek de voor jullie opmerkelijkste geboorterituelen en verzamel hierover informatie, afbeeldingen en/of filmpjes.
​Presenteer dit aan de rest van de klas.
Overleg met je docent op welke manier jullie dit presenteren en wat de daarbij horende beoordelingseisen zijn.

Stap 5: In de baarmoeder

Bestudeer de theorie van de Kennisbank:

Geboorte

Kijk daarna de video. De informatie die je hoort gebruik je in deze stap.

Je hebt in stap 2 en 3 veel begrippen gehoord en gezien.
Maak van de begrippen digitale flitskaarten of maak papieren kaartjes. Kijk voor tips eventueel in de gereedschapskist.
Schrijf de volgende begrippen op de kaartjes: navelstreng, placenta, vruchtwater en binnenste- en buitenste vruchtvlies, foetus, hechtsteel, embryoblast of embryonaalknop, klievingsdeling, blastocyste of blastula en zygote, embryo.
Noteer op de achterkant de kenmerken en functies op van de begrippen.

Flashcards maken

Flashcards zijn eigenlijk geheugenkaartjes, die gebruikt kunnen worden bij het ophalen van kennis.

 

Elipsomtrekken
Maak op een A3- vel met elipsomtrekken op ware grootte de groei van het embryo duidelijk.
Doe dit per week voor de eerste maand en daarna per maand.
Teken een ♥ als het hartje klopt en een ★ als de vingers gevormd worden.
Gebruik informatie uit de films om je tekening aan te vullen of te verbeteren.

Overleg met je docent of je de elipsomtrekken in moet leveren of dat deze gepresenteerd moeten worden. Je hoort van je docent dan ook de beoordelingseisen.

Bronnen:


Tweelingen
Bestudeer nu de theorie van de Kennisbank:

Tweelingen

Stap 6: Bevalling

En dan is het na 9 maanden zover: de bevalling kondigt zich aan.
Eigenlijk is het bij de mens geen 9 maanden, maar is de zwangerschapsduur 40 weken.
De uitgerekende datum is in het algemeen 40 weken na de eerste dag van de laatste menstruatie. Dus niet berekend vanaf de bevruchting!

In de volgende video's zie je twee bevallingsanimaties. In de eerste video krijg je een duidelijk uitleg over de verschillende fases van de bevalling. De tweede video laat de uitdrijvingsfase zien.

Na het kijken beantwoord je de vragen in de oefening. Een deel van de antwoorden kun je vinden in de beide video's.  


Video: De bevalling

Geboorte
Direct na de geboorte vindt er bij de baby een geweldige verandering plaats in het hele zuurstoftransport. Voor de geboorte krijgt de baby alles via de navelstreng en placenta.
Bij de eerste schreeuwen, worden de longen, die opgevouwen hebben gezeten, ontplooid.
Nu gaat de zuurstofopname alleen nog via de longen.
Bestudeer de informatie over de longen, het hart en de bloedsomloop van de foetus.

Informatie:

Ontwikkeling in de baarmoeder

Geboorte

Stap 7: Moedermelk

Het wel of niet geven van borstvoeding heeft invloed hebben op de hormoonhuishouding van een vrouw. Kijk naar de volgende video over het geven van borstvoeding.

Bestudeer de Kennisbank:

Hormonen tijdens de bevalling

 

Examenvragen
In het eindexamen GT zitten de volgende twee examenvragen over dit onderwerp. Beantwoord ze om je kennis te testen.

GT Biologie 2012-1 vraag 26

GT Biologie 2012-1 vraag 27

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Verloskundige of gynaecoloog?
Nederland staat bekend om de vele thuisbevallingen. In de intro heb je al kunnen lezen dat Nederland uniek is om tijdens de bevalling te worden begeleid door een verloskundige. Uit een wetenschappelijk onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) blijkt dat vrouwen die thuis bevallen en alsnog naar het ziekenhuis moeten, bijna vier keer meer kans hebben dat hun baby overlijdt dan vrouwen die direct in het ziekenhuis onder toezicht van een gynaecoloog bevallen.
De verloskundigen zijn hiermee onder vuur komen te liggen.

Bekijk het filmpje:

De gynaecoloog of verloskundige
Je gaat beginnen aan de eindopdracht van deze module.
Werk in tweetallen.
Kies of je deze opdracht gaat uitvoeren om meer te weten over verloskundige of verloskundig gynaecoloog.
De verloskundige of verloskundig gynaecoloog begeleidt de zwangere vrouw.
De zwangerschapsperiode wordt vaak onderverdeeld in trimesters:

  • Trimester 1 betreft week 1 tot en met 13.
  • Trimester 2 betreft week 14 tot en met week 27.
  • Trimester 3 betreft week 28 tot de bevalling.

Kies één van de trimesters. Zorg dat alle trimesters worden bekeken. Waaruit bestaan de werkzaamheden van een verloskundig gynaecoloog in deze periode van de zwangerschap? Zet de werkzaamheden op een rijtje en geef daarbij een korte uitleg en verzamel afbeeldingen.

Besteed in ieder geval aandacht aan

  • Het onderzoek (zoals echografie, bloedtesten, vormen van prenatale diagnostiek).
  • De voorlichting (do’s en don’ts in zwangerschap, borstvoeding) die wordt gegeven.
  • De behandelingen (zoals strippen, inleiden van bevalling, bevalling).

Geef verder antwoord op de volgende vragen:

  1. Welke opleiding is nodig om verloskundige of verloskundig gynaecoloog te worden?
  2. Hoe ziet de opleiding eruit (lengte, vooropleiding, selectiecriteria).
  3. Waar kun je deze opleiding volgen?
  4. Welk wetenschappelijk onderzoek wordt er door de ‘specialist’ gedaan?

Gebruik hierbij verschillende bronnen en/of neem een interview af met een verloskundige of gynaecoloog.
Is één van de genoemde opleidingen en beroepen iets voor jou? Leg uit waarom wel of juist niet.

Maak met de gevonden informatie een (digitale) poster, bijvoorbeeld met Glogster of een presentatie.
Deel de poster met je klasgenoten en zorg ervoor dat je van alle trimester een goede poster bewaard.

Geef ten slotte antwoord op de vraag:
Is het unieke verloskundige systeem in Nederland oorzaak van de hoge babysterfte in Nederland?

Maak hiervan voor jezelf een betoog van maximaal twee A4’tjes. Dit betoog is jouw leidraad in het debat dat aan de hand van de stelling in de klas wordt gehouden.

Beoordeling
Je docent beoordeelt de poster niet alleen op zijn aantrekkelijkheid/verzorging, maar vooral aan de hand van de gegeven antwoorden over:

  • het onderzoek (dat (kan) worden uitgevoerd.
  • de voorlichting die wordt gegeven.
  • de behandelingen die kunnen worden uitgevoerd.
  • mogelijke onderzoeken.
  • de opleiding die nodig is.
  • details over de opleiding.
  • of en welk wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan.
  • het wel of niet aangetrokken voelen toe één van de beroepen.
  • is het unieke verloskundige systeem in Nederland oorzaak van de hoge babysterfte in Nederland?

Je docent beoordeelt jouw deelname aan het debat als volgt:

  • er is een actieve bijdrage in het debat.
  • de reacties die worden gegeven hebben biologisch goed onderbouwde argumenten.
  • uit de bijdrage blijkt dat je vooraf hebt nagedacht over het antwoord op de vraag.

Bronnen:

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 6 SLU met deze opdracht bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen helemaal kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    Verloskunde is iets wat nu misschien nog een 'ver-van-je-bed-show' is. Maar als je niet oppast, zou je er zomaar al mee te maken kunnen krijgen. Voor meisjes zou het ook zomaar zo kunnen zijn dat ze al eens een bezoek aan de gynaecoloog hebben gemaakt.
    Sprak het onderwerp je aan? Waarom wel of waarom niet?
  • Examenopgaven
    Is het gelukt om alle antwoorden en onderwerpen op de poster te laten zien?
    Hoe vond je je eigen bijdrage aan het debat? Hoe zie jij je eigen rol in dit geheel? Ben jij juist passief of actief?
  • Het arrangement Module: Gynaecoloog of verloskundige? - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-07-06 10:09:00
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vwo leerjaar 4/5/6. Dit is thema ’Seksualiteit en voortplanting'. Het onderwerp van deze les is: gynaecoloog of verloskundige. Aan het eind van deze module kun je: het verloop van de menstruatiecyclus beschrijven voor en na bevruchting aangeven wanneer een vrouw (on)vruchtbaar is in menstruatiecyclus beschrijven wat er tijdens geslachtsgemeenschap gebeurt beschrijven hoe de bevruchting in de eileider en innesteling in de baarmoeder van plaatsvindt de werking van hormonen direct na de bevruchting en innesteling toelichten de ontwikkeling van het embryo in de baarmoeder beschrijven de manieren waarop een tweeling kan ontstaan uitleggen de werking van hormonen vlak voor en direct na de bevalling toelichten de veranderingen van het zuurstoftransport van pasgeboren baby’s toelichten uitleggen wat een apgar-test inhoudt de voor- en nadelen van moedermelk uiteenzetten de werkzaamheden en bevoegdheden van verloskundige en verloskundig gynaecoloog toelichten beschikbare informatie in Binas gebruiken
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Bevruchting bij de mens; Reproductie; Levenscyclus;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    apgar-test, arrangeerbaar, biologie, gynaecoloog, menstruatiecyclus, moedermelk, stercollectie, verloskundige, vwo4/5/6, zuurstoftransport

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Cyclusgrafiek

    Bevalling

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.