Thema: Seksualiteit en voortplanting - v456

Thema: Seksualiteit en voortplanting - v456

Thema Seksualiteit en voortplanting

Intro

#MeToo

In 2017 ontstaat er wereldwijd een beweging die opkomst voor mensen die slachtoffer zijn geworden van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

De beweging ontstaat in Amerika door actrice Alyssa Milano. Zij postte op Twitter de volgende post:

Door social media ging dit als een lopend vuurtje de wereld over. Alleen op Facebook werd de hashtag binnen één dag door 4,7 miljoen mensen in 12 miljoen facebookposts geplaatst. De beweging zorgde ervoor dat veel bekende mannen werden aangeklaagd. Zo werd de filmproducent Harvey Weinstein (onder andere bekend van de films van The Lord of the Rings) door zestig actrices en modellen beschuldigd van ongewenst seksueel gedrag.

In Nederland speelden ook een aantal zaken. Onder andere die van filmregisseur en producent Job Gosschalk. Meerdere mannelijke acteurs beschuldigden Gosschalk van grensoverschrijdend gedrag. Uiteindelijk werd door Gosschalk toegegeven dat hij de grens had overschreden, maar hij ontkent strafbare feiten te hebben gepleegd. Tot een rechtszaak is het nooit gekomen.

In de volgende video zie je hoe #metoo invloed had op de modellenwereld en hoe dit door de politiek werd opgepakt.



Zelfs jaren nadat de eerste tweet de wereld in ging, blijft #metoo nog actueel. Dat komt omdat seksueel overschrijdend gedrag van alle tijden is. Misschien heb je er zelf of iemand in je naaste omgeving ook wel mee te maken gehad.

Kijk naar de weergave van een uitzending van BBNVARA op Radio1. In 2020 wordt Harvey Weinstein schuldig bevonden aan een deel van de aanklachten. In de uitzending gaat het om de gevolgen van de #metoo beweging voor de toekomst van vrouwen en mannen die te maken hebben met seksueel overschrijdend gedrag.
In overleg met je docent kun je er ook voor kiezen om een samenvatting van deze uitzending te lezen op de site van BNNVARA.

Praat na het kijken met een groepje klasgenoten over de #metoo-beweging. Wat verwachten jullie voor de toekomst? Denken jullie dat seksueel overschrijdend gedrag ooit de wereld uit zal gaan? Wat is de rol van de politiek hierin en wat is jullie eigen rol?


Het thema Seksualiteit en Voortplanting gaat over voortplanting van mensen, seksualiteit, soa’s, zwangerschap en bevalling. In de afsluitende opdracht laat je zien dat je duidelijke en reële argumenten kunt geven bij stellingen rondom seksualiteit en voortplanting.
Je sluit het thema af met het maken van een actieplan om een bijdrage te leveren aan het bereiken van één van deze twee millenniumdoelen.

Wat ga ik leren?

Na dit thema:

  • kan ik de rol van seksualiteit in verschillende levensfases toelichten.
  • benoem ik de embryonale ontwikkeling van de mens en leg ik uit hoe invloeden van buitenaf (voeding, genotmiddelen, stress) daarop invloed hebben.
  • kan ik effectief gebruik van voorbehoedsmiddelen beschrijven.
  • kan ik omschrijven hoe ik wensen kenbaar kan maken en grenzen kan bewaken en respecteren.
  • kan ik de relatie tussen seksueel gedrag en seksueel overdraagbare aandoeningen toelichten.
  • benoem ik de bouw en werking van voortplantingsorganen en licht daarbij de rol van hormonen toe.
  • kan ik diversiteit in seksuele geaardheid toelichten.
  • kan ik de acceptatie van seksuele diversiteit relateren aan eigen opvattingen en culturele aspecten.
  • licht ik de embryonale bloedsomloop van de mens toe.
  • benoem ik de bouw, vorming, ontwikkeling en functie van geslachtscellen.

Deelconcepten
anticonceptie, voorbehoedsmiddel, voortplantingsprikkel, adolescentie, levensfase, hormonale regulatie, biseksueel, homoseksueel, heteroseksueel, coming out, opwinding, orgasme, soa, aids, geslachtelijke voortplanting, voortplantingsorganen, eicel, spermacel (zaadcel), follikel, gele lichaam, geslachtshormonen, FSH, LH, oestrogeen, progesteron, testosteron, menstruatiecyclus, bevruchting, embryo, zygote, placenta, vruchtwater, navelstreng, foetus, haploïd, diploïd, mitose, meiose, klievingsdeling, HCG, KI, IVF, embryonale ontwikkeling, klonen, levenscyclus, morula, blastula, amnion, chorion, geslachtscellen, aangeboren afwijking, invloed externe factoren op prenatale ontwikkeling.

Wat kan ik al?

Wat weet je al over Seksualiteit en voortplanting?
Lees de volgende Kennisbanken uit de onderbouw als opfrisser voor dit thema.

Man en vrouw - onderbouw

Seksualiteit en voortplanting - onderbouw

Menstruatie - onderbouw

Bevruchting bij mensen - onderbouw

Zwangerschap - onderbouw

Voorbehoedsmiddelen - onderbouw


Maak de oefening om je kennis te testen.

Wat ga ik doen?

Het thema Seksualiteit en voortplanting bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel SLU je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal SLU

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

2

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Transgender

8

Module: Gynaecoloog of verloskundige?

7

Module: In de vruchtbaarheidskliniek

7

Module: Chlamydia onderzoek

8

Afsluiting

 

Samenvattend

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

34 à 35

Modules

Transgenderkinderen

Transgenderkinderen

Intro

Genderdysforie en transseksualiteit

Transgenders voelen zich niet, of niet geheel, het geslacht dat past bij hun primaire geslachtskenmerken.
De officiële benaming voor dit verschijnsel is: genderdysforie.

De mate waarin genderdysforie zich uit, verschilt sterk van persoon tot persoon.
Zo zijn er mannen voor wie het voldoende is om af en toe vrouwenkleding aan te trekken.
Maar er zijn ook transgenders die zeker weten dat zij in het verkeerde lichaam zijn geboren.
Zij kunnen absoluut niet leven met het idee dat zij biologisch gesproken man zijn, terwijl zij zich vrouw voelen en om die reden hoe dan ook naar dat geslacht over willen gaan. Of, het omgekeerde: vrouwen die zich volop man voelen en dat ook willen worden.
In die gevallen spreek je van transseksualiteit.

In de volgende video zie je NikkieTutorials die met Ellen DeGeneres spreekt over haar transitie. 
Bespreek na het kijken met een klasgenoot jouw visie op het verhaal van Nikkie. Let op dat je elkaars mening respecteert!

Eindproduct
Je sluit de module af met een presentatie over Transgenderkinderen.
Je werkt daarbij in groepen. De presentaties van alle groepen vormen een totaal overzicht van de problematiek en mogelijke oplossingen.
 

Wat ga ik leren?

Leerdoelen
Aan het eind van deze module
ken ik:

  • de werking van mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen;
  • de functie van de hypofyse;
  • de functie is van FSH, LH, progesteron en oestrogeen;
  • enkele vormen van interseksualiteit;
  • de begrippen gender, genderintentiteit en genderrol;
  • verschillende relatievormen.

Kan ik:

  • beschikbare informatie in Binas gebruiken;
  • uitleggen wat er bij transgenderkinderen aan de hand is.

Deelconcepten
Voortplantingsorganen van eukaryoten, follikel, gele lichaam, geslachtshormonen, FSH, LH, oestrogeen, progesteron, testosteron, menstruatiecyclus, haploïd, diploïd, bevruchting, meiose.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Inhoud

Stap 1

Ik bestudeer de primaire geslachtsorganen en de meiose.

Stap 2

Mijn hormonen kunnen mij in de puberteit behoorlijk parten spelen, maar ze zijn ook nuttig. Daarover beantwoord ik vragen.

Stap 3

De geslachtschromosomen, -hormonen en -organen bepalen dus of iemand een man of vrouw is.
Het zegt alleen niet alles over hoe iemand zich voelt.

Stap 4

Naast iemands geslachtskenmerken is seksualiteit ook erg belangrijk. Deze stap gaat over de seksuele geaardheid.

Afronding

Onderdeel

 

Kennisbank

Alle Kennisbankitems uit deze module.

Eindopdracht

Samen met klasgenoten maak ik een presentatie over genderdiversiteit

Extra

Ik vind hier een tweetal documentaires.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze module heb je ongeveer 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Primaire geslachtskenmerken

Bij de geboorte is het al snel duidelijk: het is een jongen of een meisje.
Het zien van de primaire geslachtskenmerken is meestal voldoende.
Bestudeer de theorie:

Geslachtsorganen

Het kan zijn dat er mis is gegaan bij de verdeling van de geslachtschromosomen, bij de ontwikkeling van de teelballen of eierstokken, bij de ontwikkeling van de inwendige geslachtsorganen of de uitwendige geslachtsorganen.
Dit alles kan op verschillende manieren tot uiting komen, soms is het direct bij de geboorte te zien soms pas in de puberteit.

Zoogdieren
De mens behoort tot de zoogdieren. Zoogdieren hebben veel overeenkomsten in hun bouw.
Download het werkblad Geslachtsorganen van een paard en hond en benoem de geslachtsorganen hengst, merrie, reu en teefje.

Primaire geslachtsorganen
Soms is bij de geboorte het geslacht van de baby niet zonder meer duidelijk.
Als dat zo is, is er sprake van interseksualiteit.
Het kan bijvoorbeeld zijn dat een kind dat genetisch een jongen is, vrouwelijke geslachtsorganen lijkt te hebben.
Of dat een meisje door een vergrote clitoris en vergroeide schaamlippen, op een jongetje lijkt.
Er bestaan verschillende aandoeningen waarbij de geslachtsorganen zich niet volgens de gebruikelijke lijn hebben ontwikkeld.

Tijdens de meiose kan van alles misgaan. Wanneer tijdens de verdeling van de geslachtschromosomen iets mis gaat, verloopt de geslachtelijke ontwikkeling niet goed. Zo kan een 45, XO karyotype ontstaan omdat de zaadcel die voor de bevruchting heeft gezorgd, geen geslachtschromosoom meekreeg.

Meiose

Of bijvoorbeeld een 47, XXY karyotype, omdat de spermacel twee geslachtschromosomen droeg.
Hetzelfde principe geldt voor het vormen van de eicellen. Hierdoor kunnen er dus bijvoorbeeld ook 47, XXX of 45, 0Y karyotypes ontstaan. Een zygote met 45, 0Y is niet levensvatbaar.

Karyotype
De term karyotype wordt gebruikt voor de zeer kort opgeschreven formule die beschrijft hoe bij een bepaald individu het karyogram er uitzag.
De formule drukt het aantal chromosomen uit en kan ook eventuele afwijkingen weergeven.
Bij mensen zijn de normale karyogrammen [46, XX] voor een vrouw en [46, XY] voor een man.

Stap 2: Last van je hormonen?

Hoewel het geslacht van het embryo op het moment van de bevruchting al genetisch bepaald is, krijgen de geslachtsorganen pas in de zevende week van de ontwikkeling hun typische mannelijke of vrouwelijke kenmerken.
De aanwezigheid van het Y-chromosoom veroorzaakt de ontwikkeling van teelballen. De embryonale teelballen gaan vervolgens testosteron maken, waardoor de verdere ontwikkeling tot man wordt voortgezet. Wanneer er geen Y-chromosoom is, komen vrouwelijke geslachtsorganen tot ontwikkeling.

Tijdens de puberteit ontwikkelen zich onder invloed van de geslachtshormonen testosteron en oestrogenen, de secundaire geslachtskenmerken.

Kijk eens naar de volgende video. Hij zal zeker herkenbaar zijn. Praat hierover met een klasgenoot.



Bestudeer nu uit de Kennisbank:

Hormonale regeling van de voortplanting

Stap 3: Vrouw of man?

De geslachtschromosomen, -hormonen en -organen bepalen dus of je een man of vrouw bent.
Het zegt alleen niet alles over hoe je je voelt. Geslacht wordt in het Engels als "gender" aangeduid. Gender verwijst niet alleen naar het geslacht ook naar iemands psychologische, sociale en juridische status. Het gevoel (psychische beleving) een man en/of vrouw te zijn heet genderidentiteit.
De ontwikkeling van de genderidentiteit start al in de baarmoeder. Hormonen hebben ook invloed op de hersenen van het embryo. Er is aangetoond dat geslachtshormonen een invloed hebben op de mannelijke of vrouwelijke organisatie van de hersenen.

Deze genderidentiteit is waar te nemen door hoe een persoon zich gedraagt.
De uitdrukking van iemands genderidentiteit in het openbaar heet dan genderrol.

Bij de ontwikkeling van de genderrol zijn omgevingsfactoren, hormonen en de organisatie van de hersenen van invloed. Vroeger dacht men dat als je een jongen als meisje zou laten opgroeien (met kort haar, jongenskleren en jongensspeelgoed) zich zou gaan ontwikkelen als jongen.
Dit blijkt niet het geval te zijn.

 

Genderidentiteit
In de vijftiger jaren van de vorige eeuw ging men er nog vanuit dat de genderidentiteit een kwestie van de juiste opvoeding was. Aanhangers van John Money’s ‘nurture over nature’-theorie (opvoeding boven natuur) zeiden dat de geslachtskeuze geheel kan worden bepaald door de uiterlijke kenmerken van het kind; zelfs als deze uiterlijke kenmerken door mensenhanden waren bepaald.
Volgens Money’s theorie zal een kind met niet-eenduidige geslachtskenmerken dat operatief is ‘genormaliseerd’ zonder problemen in het gekozen geslacht opgroeien indien de ouders het kind consequent in het gekozen geslacht blijven opvoeden.

Dit was ook het geval bij David Reimer. Bekijk de korte documentaires over zijn leven en lees het artikel over David Reimer.



Welke conclusie(s) kun je trekken over het onderzoek van Money?
Bespreek de antwoorden in de klas.

Stap 4: Seksualiteit

Het is dus te eenvoudig om te zeggen je altijd aan de primaire en/of secundaire geslachtskenmerken kunt zien of iemand vrouw of man is. Daarnaast kun je er ook niet van uit gaan dat mannen altijd op vrouwen verliefd worden en andersom.
De seksuele oriëntatie (geaardheid) is divers bij mensen. Het kan dus zo zijn dat je je als jongen eigenlijk een meisje voelt en verliefd bent op een jongen. Maar verliefd op een meisje kan ook óf op allebei.

Bestudeer de theorie:

Vormen van seksualiteit

Seksuele geaardheid
De ontdekking van je seksuele geaardheid komt vaak tijdens de puberteit.
Ervoor uitkomen dat je op iemand van hetzelfde geslacht valt, is niet altijd even gemakkelijk.
Wat vind jij van homoseksualiteit? Vul anoniem de vragenlijst in.

Hoeveel homo's en lesbiennes zijn er in Nederland? Wat denk je?
En hoeveel mensen in Nederland hebben gevoelens voor iemand van hetzelfde geslacht?
Doe de Quiz Spreek je uit en ontdek! Print de quiz uit en maak de quiz individueel.

Bespreek jouw antwoorden met een klasgenoot.
De docent geeft je de juiste ware percentages! Vergelijk dit met jullie antwoorden.

 

Acceptatie
Onderzoek of in Nederland de LGBTQIAP dezelfde rechten hebben en in dezelfde mate worden geaccepteerd door de wetgever.
Homoseksuelen, homofobie en homohaat - www.amnesty.nl

Wil je ook weten hoe het in andere landen is gesteld met de acceptatie van LGBTQIAP? Dat zie je in de video. Bespreek je conclusie over de situatie in ons land en in de rest van een wereld met een klasgenoot.

Video: Homoseksualiteit

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Je gaat nu beginnen aan de eindopdracht.

Wat is de oorzaak van genderdysforie?
Hoe komt het dat uiterlijk een jongen, zich toch een meisje kan voelen?
Dat er dus een verschil bestaat tussen de geslachtskenmerken en de genderidentiteit en genderrol? Welke factoren precies en in welke fase van de ontwikkeling deze invloed hebben, is nog niet allemaal bekend. Wel spelen biologische factoren bij bepaalde vormen van genderdysforie een belangrijke rol.

In deze module ben je al een aantal oorzaken tegengekomen. Werk in drie- of viertallen en gebruik de onderstaande bronnen. Beantwoord de vragen met behulp van de bronnen. Verwerk de informatie tot een presentatie met een door jullie gekozen medium. Je kunt hiervoor ideeën opdoen in de Gereedschapskist.

  1. Waar lopen transgenders tegenaan in het dagelijks leven?
  2. Welke oorzaken kun je aangeven? Leg je antwoorden uit.
    Gebruik hierbij informatie uit deze module over karyogramtype, geslachtshormonen, geslachtsorganen en genderidentiteit.
  3. Welke behandelingen zijn mogelijk en worden uitgevoerd in Nederland?
    Leg van elke behandeling uit wat de bedoeling hiervan is en op welke manier het wordt uitgevoerd/toegediend.
  4. Wie zijn er bij een transgenderkliniek betrokken en wat zijn hun taken/verantwoordelijkheden?

Beoordeling
Jullie docent let bij de beoordeling van jullie presentatie op de volgende punten:

  • Jullie hebben een biologisch onderbouwd antwoord gegeven op de vier punten die hierboven genoemd staan.
  • De antwoorden worden op een duidelijke, bondige manier gepresenteerd.
  • De presentatie laat zien dat jullie respect hebben voor andermans gevoelens.
  • De presentatie is vrij van religieuze overtuigingen. De antwoorden zijn dus puur gebaseerd op biologische feiten.
  • Voor eventuele beoordelingseisen die passen bij de door jullie gekozen manier van presenteren vind je in de bijpassende gereedschapskist.

Bronnen:

 

 

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Extra

Hieronder vind je van twee verschillende verhalen van transgenderkinderen een filmserie. Sommige beelden (bijvoorbeeld van operaties) kunnen als schokkend worden ervaren.

Valentijn:


David Reimer:

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze opdracht bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen helemaal kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    Het kan zijn dat het onderwerp van deze module een (emotionele) reactie bij je oproept. Misschien omdat je jezelf hierin herkent of misschien iemand in je naaste omgeving. Als je merkt dat je hier graag met iemand over wilt praten, zoek dan iemand die je vertrouwt. Dit kan iemand in je familie- of vriendenkring zijn, maar ook je docent of de vertrouwenspersoon op school.
  • Eindopdracht
    Bij deze eindopdracht moest je samenwerken met twee of drie andere leerlingen. Hoe verliep deze samenwerking? Ben je tevreden over jouw rol binnen deze samenwerking. Wat zijn je sterke kanten als het gaat om samenwerking? Welke punten zou je nog verder kunnen verbeteren. Bespreek dit ook met de klasgenoten met wie je hebt samengewerkt. Geven zij dezelfde punten aan of verschillende?

Gynaecoloog of verloskundige?

Gynaecoloog of verloskundige?

Intro

Het Nederlandse verloskundig systeem is uniek.
Zwangere vrouwen worden begeleid door verloskundigen, ook tijdens de bevalling.
In de video hieronder krijg je uitleg over het werk van een verloskundige. Kijk de video en lees daarna de rest van de intro.

Je kunt zelf ervoor kiezen of je thuis of in het ziekenhuis bevalt. Mits er geen medische noodzaak is om in het ziekenhuis te bevallen.
Er is een actieve samenwerking tussen gynaecologen en verloskundigen,
zodat bij complicaties specialistische zorg in het ziekenhuis kan worden geboden.
Alleen vrouwen met een medische indicatie, staan onder controle van een gynaecoloog. Zo'n medische complicatie kan bijvoorbeeld een stuitligging zijn, een hoge bloeddruk of een eerdere moeilijke bevalling.
In de andere westerse landen wordt het zwanger zijn zelf al gezien als gezondheidsrisico.
Zwangere vrouwen worden in deze landen begeleid door gynaecologen en bevallen in het ziekenhuis. 

In de volgende video kun je een voorlichtingsvideo zien van het bevallen in het Beatrixziekenhuis.

En soms gaat het niet zoals gebruikelijk...dat zie je in de volgende video:

 

Eindproduct
Je rondt de module af met het maken van een (digitale) poster over de werkzaamheden van een verloskundige of een verloskundig gynaecoloog in één van de trimesters van de zwangerschap.
 

Wat ga ik leren?

Leerdoelen
Aan het eind van deze module kan ik:

  • het verloop van de menstruatiecyclus beschrijven voor en na bevruchting
  • aangeven wanneer een vrouw (on)vruchtbaar is in menstruatiecyclus
  • beschrijven wat er tijdens geslachtsgemeenschap gebeurt
  • beschrijven hoe de bevruchting in de eileider en innesteling in de baarmoeder van plaatsvindt
  • de werking van hormonen direct na de bevruchting en innesteling toelichten
  • de ontwikkeling van het embryo in de baarmoeder beschrijven
  • de manieren waarop een tweeling kan ontstaan uitleggen
  • de werking van hormonen vlak voor en direct na de bevalling toelichten
  • de veranderingen van het zuurstoftransport van pasgeboren baby’s toelichten
  • uitleggen wat een apgar-test inhoudt
  • de voor- en nadelen van moedermelk uiteenzetten
  • de werkzaamheden en bevoegdheden van verloskundige en verloskundig gynaecoloog toelichten
  • beschikbare informatie in Binas gebruiken

Deelconcepten
Levenscyclus, geslachtelijke voortplanting, voortplantingsorganen, eicel, spermacel (zaadcel), follikel, gele lichaam, geslachtshormonen, FSH, LH, oestrogeen, progesteron, testosteron, menstruatiecyclus, bevruchting, embryo, zygote, placenta, vruchtwater, navelstreng, foetus, haploïd, diploïd, mitose, meiose.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Inhoud

Stap 1

Mensen planten zich geslachtelijk voort. Ik leer informatie over zaad- en eicellen.

Stap 2

Het rijpen van een eicel en de eisprong (ovulatie) is een deel van de menstruatiecyclus. Ik beantwoord vragen over deze cyclus.

Stap 3

Ik praat met klasgenoten over gevoelens die bij liefde horen.

Stap 4

en

Met behulp van bronnen ontdek ik hoe de innesteling in de baarmoeder gebeurt.

Stap 5

en

Ik maak flashkaarten die ik kan gebruiken als geheugensteuntje bij dit onderwerp.

Stap 6

Na ongeveer 40 weken wordt een baby geboren. Ik bekijk animaties van bevallingen en beantwoordt hier vragen over.

Stap 7

Het wel of niet geven van borstvoeding is voor veel vrouwen een lastige keuze. Ik bestudeer hier de voor- en nadelen.

Afronding

Onderdeel

 

Kennisbank

Alle Kennisbankitems uit deze module.

Eindopdracht

Ik doe onderzoek naar het werk van een verloskundige en het werk van een gynaecoloog.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze module heb je ongeveer 6 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Geslachtscellen

Eicel
Zaadcellen

Mensen planten zich geslachtelijk voort.
Dat wil zeggen dat hierbij geslachtscellen zijn betrokken: eicellen en zaadcellen.
Bestudeer de Kennisbank:

Geslachtsorganen

Zaad- en eicellen
De mannelijke geslachtscellen (zaadcellen) verschillen van de vrouwelijke (eicellen), maar er bestaan ook overeenkomsten. Maak een schema, met eventueel afbeeldingen, waarin je de geslachtscellen vergelijkt.
Vergelijk in ieder geval:

  • de grootte;
  • de manier van voortbewegen;
  • de hoeveelheid voedingsstoffen;
  • waar en wanneer de productie plaatsvindt;
  • wanneer een geslachtscel vrijkomt;
  • waar een geslachtscel vrijkomt;
  • welke hormonen invloed hebben op de productie;
  • aantal chromosomen.

Gebruik de volgende drie video's als bronnen. Vergelijk jouw schema na het maken met die van een klasgenoot.

Bronnen:


Maak nu de volgende oefening:

Stap 2: Menstruatiecyclus

Bestudeer nogmaals de theorie in de Kennisbank Geslachtsorganen over de follikels.
Het rijpen van een eicel en de eisprong (ovulatie) is een deel van de menstruatiecyclus.
Bestudeer de menstruatiecyclus, gebruik hierbij de Kennisbank Hormonale regeling van de voortplanting menstruatiecyclus zonder bevruchting.

Follikels rijpen

De hormonale regeling van de voortplanting

Ovulatie
Bekijk de volgende video. Maak tijdens de video aantekeningen.
Bespreek na het kijken in de klas de woorden die je nog niet begrijpt en noteer de uitleg.

Stap 3: Vormen van seksualiteit

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderwerp.

Vormen van seksualiteit

Liefde is niet zo zwart/wit als dat het op papier staat. Een gevoel is tenslotte niet goed te beschrijven. Maar het is wel belangrijk om te laten zien wat je voelt. Op die manier heb je de kans om jezelf te kunnen zijn, ongeacht je geaardheid.

Ga voor jezelf na of jij je veilig voelt je klas, of thuis, of waar dan ook. Heb jij iemand om mee te praten over je gevoelens? Zo niet, ga op zoek. Neem je docent of de vertrouwenspersoon op school in vertrouwen. Zij kunnen je helpen.

Onthoud één ding heel goed:
Er is geen goed of fout bij geaardheid!

Stap 4: Bevruchting en innesteling

Bestudeer uit de Kennisbank de volgende twee onderwerpen:

Ontwikkeling in de baarmoeder

De hormonale regeling van de voortplanting

Bevruchting en innesteling
Bekijk de volgende drie bronnen. De informatie in de bronnen heb je nodig bij het beantwoorden van de vragen in deze stap.

Wat gaat er aan deze grafiek veranderen als de eicel wel wordt bevrucht? Beantwoord dat in de oefening onder de grafiek.

 

Grafieken en tabellen
Ga naar de menstruatiegrafiek in Binas.
Kopieer of scan het figuur en teken het vervolg voor een maand na een succesvolle bevruchting!
Gebruik zo nodig Grafieken en tabellen.

KB: Grafieken tekenen

Controleer je antwoord met een medeleerling. Bespreek de grafiek in met de docent.

Zwangerschap
Vandaag komt een zwangere vrouw bij de verloskundige.
De verloskundige vraagt of ze:

  • een zwangerschapstest heeft gedaan
  • weet wanneer haar laatste menstruatie was (36 dagen geleden)

Ga na hoe een zwangerschapstest werkt.
Bereken vervolgens samen met een klasgenoot de uitgerekende datum van de vrouw.
Je kunt dit doen door uit te gaan van een regelmatige cyclus van 28 dagen.
Of bereken de datum digitaal.

Bronnen:
www.clearblue.com
www.ikbenzwanger.com

Bevruchting
Bekijk in Binas welke figuren je kunt gebruiken over de bevruchting en innesteling. Kies twee afbeeldingen uit en leg aan een klasgenoot het figuur stap voor stap uit. Bedenk samen een proefwerkvraag voor de overige leerlingen met behulp van dit figuur. Noteer ze in een document dat je kunt delen met je docent.
Denk eraan: ook zij mogen Binas er straks bijhouden! Doe dit ook voor de tweede figuur. Lever de vragen met antwoorden in bij je docent.

Het doen voor de wetenschap

Een tijd geleden haalde een ‘wetenschappelijke’ foto de landelijke dagbladen en is nu dus ook te vinden via YouTube. Onderzoekers in Groningen hebben voor het eerst de geslachtsgemeenschap van een stel in een MRI-scan gefotografeerd.
Bekijk de video. Maak daarna het werkblad.


Download het werkblad Geslachtsgemeenschap in beeld en noteer de juiste namen bij de letters.

Werk deze oefening in tweetallen.
Per land verschillen de gebruiken bij de geboorte van een kind.
Zoek op internet naar de betekenis van verschillende geboorterituelen van minimaal 5 landen uit verschillende werelddelen.

Zoek de voor jullie opmerkelijkste geboorterituelen en verzamel hierover informatie, afbeeldingen en/of filmpjes.
​Presenteer dit aan de rest van de klas.
Overleg met je docent op welke manier jullie dit presenteren en wat de daarbij horende beoordelingseisen zijn.

Stap 5: In de baarmoeder

Bestudeer de theorie van de Kennisbank:

Geboorte

Kijk daarna de video. De informatie die je hoort gebruik je in deze stap.

Je hebt in stap 2 en 3 veel begrippen gehoord en gezien.
Maak van de begrippen digitale flitskaarten of maak papieren kaartjes. Kijk voor tips eventueel in de gereedschapskist.
Schrijf de volgende begrippen op de kaartjes: navelstreng, placenta, vruchtwater en binnenste- en buitenste vruchtvlies, foetus, hechtsteel, embryoblast of embryonaalknop, klievingsdeling, blastocyste of blastula en zygote, embryo.
Noteer op de achterkant de kenmerken en functies op van de begrippen.

Flashcards maken

Flashcards zijn eigenlijk geheugenkaartjes, die gebruikt kunnen worden bij het ophalen van kennis.

 

Elipsomtrekken
Maak op een A3- vel met elipsomtrekken op ware grootte de groei van het embryo duidelijk.
Doe dit per week voor de eerste maand en daarna per maand.
Teken een ♥ als het hartje klopt en een ★ als de vingers gevormd worden.
Gebruik informatie uit de films om je tekening aan te vullen of te verbeteren.

Overleg met je docent of je de elipsomtrekken in moet leveren of dat deze gepresenteerd moeten worden. Je hoort van je docent dan ook de beoordelingseisen.

Bronnen:


Tweelingen
Bestudeer nu de theorie van de Kennisbank:

Tweelingen

Stap 6: Bevalling

En dan is het na 9 maanden zover: de bevalling kondigt zich aan.
Eigenlijk is het bij de mens geen 9 maanden, maar is de zwangerschapsduur 40 weken.
De uitgerekende datum is in het algemeen 40 weken na de eerste dag van de laatste menstruatie. Dus niet berekend vanaf de bevruchting!

In de volgende video's zie je twee bevallingsanimaties. In de eerste video krijg je een duidelijk uitleg over de verschillende fases van de bevalling. De tweede video laat de uitdrijvingsfase zien.

Na het kijken beantwoord je de vragen in de oefening. Een deel van de antwoorden kun je vinden in de beide video's.  


Video: De bevalling

Geboorte
Direct na de geboorte vindt er bij de baby een geweldige verandering plaats in het hele zuurstoftransport. Voor de geboorte krijgt de baby alles via de navelstreng en placenta.
Bij de eerste schreeuwen, worden de longen, die opgevouwen hebben gezeten, ontplooid.
Nu gaat de zuurstofopname alleen nog via de longen.
Bestudeer de informatie over de longen, het hart en de bloedsomloop van de foetus.

Informatie:

Ontwikkeling in de baarmoeder

Geboorte

Stap 7: Moedermelk

Het wel of niet geven van borstvoeding heeft invloed hebben op de hormoonhuishouding van een vrouw. Kijk naar de volgende video over het geven van borstvoeding.

Bestudeer de Kennisbank:

Hormonen tijdens de bevalling

 

Examenvragen
In het eindexamen GT zitten de volgende twee examenvragen over dit onderwerp. Beantwoord ze om je kennis te testen.

GT Biologie 2012-1 vraag 26

GT Biologie 2012-1 vraag 27

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Verloskundige of gynaecoloog?
Nederland staat bekend om de vele thuisbevallingen. In de intro heb je al kunnen lezen dat Nederland uniek is om tijdens de bevalling te worden begeleid door een verloskundige. Uit een wetenschappelijk onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) blijkt dat vrouwen die thuis bevallen en alsnog naar het ziekenhuis moeten, bijna vier keer meer kans hebben dat hun baby overlijdt dan vrouwen die direct in het ziekenhuis onder toezicht van een gynaecoloog bevallen.
De verloskundigen zijn hiermee onder vuur komen te liggen.

Bekijk het filmpje:

De gynaecoloog of verloskundige
Je gaat beginnen aan de eindopdracht van deze module.
Werk in tweetallen.
Kies of je deze opdracht gaat uitvoeren om meer te weten over verloskundige of verloskundig gynaecoloog.
De verloskundige of verloskundig gynaecoloog begeleidt de zwangere vrouw.
De zwangerschapsperiode wordt vaak onderverdeeld in trimesters:

  • Trimester 1 betreft week 1 tot en met 13.
  • Trimester 2 betreft week 14 tot en met week 27.
  • Trimester 3 betreft week 28 tot de bevalling.

Kies één van de trimesters. Zorg dat alle trimesters worden bekeken. Waaruit bestaan de werkzaamheden van een verloskundig gynaecoloog in deze periode van de zwangerschap? Zet de werkzaamheden op een rijtje en geef daarbij een korte uitleg en verzamel afbeeldingen.

Besteed in ieder geval aandacht aan

  • Het onderzoek (zoals echografie, bloedtesten, vormen van prenatale diagnostiek).
  • De voorlichting (do’s en don’ts in zwangerschap, borstvoeding) die wordt gegeven.
  • De behandelingen (zoals strippen, inleiden van bevalling, bevalling).

Geef verder antwoord op de volgende vragen:

  1. Welke opleiding is nodig om verloskundige of verloskundig gynaecoloog te worden?
  2. Hoe ziet de opleiding eruit (lengte, vooropleiding, selectiecriteria).
  3. Waar kun je deze opleiding volgen?
  4. Welk wetenschappelijk onderzoek wordt er door de ‘specialist’ gedaan?

Gebruik hierbij verschillende bronnen en/of neem een interview af met een verloskundige of gynaecoloog.
Is één van de genoemde opleidingen en beroepen iets voor jou? Leg uit waarom wel of juist niet.

Maak met de gevonden informatie een (digitale) poster, bijvoorbeeld met Glogster of een presentatie.
Deel de poster met je klasgenoten en zorg ervoor dat je van alle trimester een goede poster bewaard.

Geef ten slotte antwoord op de vraag:
Is het unieke verloskundige systeem in Nederland oorzaak van de hoge babysterfte in Nederland?

Maak hiervan voor jezelf een betoog van maximaal twee A4’tjes. Dit betoog is jouw leidraad in het debat dat aan de hand van de stelling in de klas wordt gehouden.

Beoordeling
Je docent beoordeelt de poster niet alleen op zijn aantrekkelijkheid/verzorging, maar vooral aan de hand van de gegeven antwoorden over:

  • het onderzoek (dat (kan) worden uitgevoerd.
  • de voorlichting die wordt gegeven.
  • de behandelingen die kunnen worden uitgevoerd.
  • mogelijke onderzoeken.
  • de opleiding die nodig is.
  • details over de opleiding.
  • of en welk wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan.
  • het wel of niet aangetrokken voelen toe één van de beroepen.
  • is het unieke verloskundige systeem in Nederland oorzaak van de hoge babysterfte in Nederland?

Je docent beoordeelt jouw deelname aan het debat als volgt:

  • er is een actieve bijdrage in het debat.
  • de reacties die worden gegeven hebben biologisch goed onderbouwde argumenten.
  • uit de bijdrage blijkt dat je vooraf hebt nagedacht over het antwoord op de vraag.

Bronnen:

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 6 SLU met deze opdracht bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen helemaal kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    Verloskunde is iets wat nu misschien nog een 'ver-van-je-bed-show' is. Maar als je niet oppast, zou je er zomaar al mee te maken kunnen krijgen. Voor meisjes zou het ook zomaar zo kunnen zijn dat ze al eens een bezoek aan de gynaecoloog hebben gemaakt.
    Sprak het onderwerp je aan? Waarom wel of waarom niet?
  • Examenopgaven
    Is het gelukt om alle antwoorden en onderwerpen op de poster te laten zien?
    Hoe vond je je eigen bijdrage aan het debat? Hoe zie jij je eigen rol in dit geheel? Ben jij juist passief of actief?

In de vruchtbaarheidskliniek

In de vruchtbaarheidskliniek

Intro

Moeder worden na je 60ste?

In 2020 overleed Tineke Geessink. De vrouw die in 2011 op 63 jarige leeftijd beviel van een dochter.
Het verhaal zie je in de video hieronder:

Er is een grote groep mensen die heel graag kinderen wil, maar niet op de gewone manier kunnen verwekken. Dit kan verschillende oorzaken hebben.
Bijvoorbeeld door misvormde of trage zaadcellen bij mannen of de afnemende hoeveelheid rijpende eicellen bij de vrouw naarmate ze ouder wordt.

Er bestaan verschillende oplossingen om toch kinderen te kunnen krijgen.
Bijvoorbeeld kunstmatige inseminatie of IVF.
En daarbij kunnen eigen ei- en zaadcellen worden gebruikt, maar ook ven donoren.
Is de baarmoeder van een vrouw niet geschikt of afwezig om een kind 40 weken te dragen, dan kan soms een draagmoeder gevraagd worden. Dit alles heeft voordelen, maar ook nadelen.
Daar ga je in deze module over nadenken en je gaat er een mening over vormen.
Door er daarna met anderen over te praten kun je kijken of je bij je mening blijft of toch anders gaat denken door de informatie die je krijgt.

 

Eindproduct
Deze module rond je af met het maken van een column met jouw mening over uitgesteld moederschap en de mogelijkheden en toelaatbaarheid om op oudere leeftijd moeder te worden.

 

Wat ga ik leren?

Leerdoelen
Aan het eind van deze module:

Ken ik:

  • verschillende oorzaken van onvruchtbaarheid bij mannen en vrouwen.
  • de belangrijkste regels van de abortuswet.

Kan ik:

  • van enkele vruchtbaarheidsbehandelingen uitleggen hoe deze werken.
  • de voor- en nadelen in kaart brengen van vruchtbaarheidsbehandelingen.
  • uitleggen hoe en wanneer prenatale screening plaatsvindt.
  • argumenten geven voor en tegen uitgesteld moederschap.
  • uitleggen wat de invloed van alcohol en drugs is op het embryo.
  • uitleggen hoe trisomie ontstaat en welke syndromen hieruit ontstaan.
  • uitleggen wat er aan de hand is met iemand met het syndroom van Down.
  • beschikbare informatie in Binas gebruiken.
  • verschillende oorzaken van onvruchtbaarheid bij mannen en vrouwen.
  • de belangrijkste regels van de abortuswet.

Deelconcepten
Zygote, klievingsdeling, geslachtshormonen, HCG, KI, IVF, embryonale ontwikkeling, klonen, levenscyclus, morula, blastula, amnion, chorion, foetus, geslachtscellen, aangeboren afwijking, invloed externe factoren op prenatale ontwikkeling.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Inhoud

Stap 1

Als een stel graag een kind wil en een zwangerschap blijft langer dan een jaar uit, kan er sprake zijn van een vruchtbaarheidsprobleem bij één van beide (of beide) partners. In deze stap bekijk ik de mogelijke oorzaken.

Stap 2

In Nederland zijn er verschillende soorten vruchtbaarheidsbehandelingen. In deze stap worden ze nader bekeken.

Stap 3

Ik bestudeer de onderdelen die te maken hebben met de ontwikkeling van het embryo vanaf de bevruchting tot aan de geboorte.

Stap 4

Wat is de invloed van Hongerwinter van 44/45 op de ontwikkeling mensen?

Stap 5

Wat is de oorzaak van het Downsyndroom en welke kenmerken horen hierbij?

Stap 6

Welke gevolgen heeft alcoholgebruik tijdens de zwangerschap op de ontwikkeling van het (ongeboren) kind.

Stap 7

In hoeverre is iemand baas in eigen buik en wat zijn de (geestelijke) gevolgen als iemand abortus laat plegen?

Afronding

Onderdeel

 

Kennisbank

Alle Kennisbankitems uit deze module.

Eindopdracht

Ik schrijf een column waarin ik mijn mening over vruchtbaarheidsproblematiek verwoord.

Extra

Ik vind hier video's over de ontwikkeling van de bevruchting.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 7 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Verminderde vruchtbaarheid

Als een stel graag een kind wil en een zwangerschap blijft langer dan een jaar uit, kan er sprake zijn van een vruchtbaarheidsprobleem bij één van beide (of beide) partners.
De oorzaken hiervoor kunnen zowel lichamelijk als geestelijk zijn.
Bij een vruchtbaarheidsonderzoek worden de belangrijkste factoren die de vruchtbaarheid bepalen onderzocht. De uitkomst van het vruchtbaarheidsonderzoek kan uiteindelijk leiden tot een vruchtbaarheidsbehandeling.

Bestudeer uit de kennisbank:

Onvruchtbaarheid

In de volgende video hoor je redenen waarom zwanger worden soms niet lukt:

Stap 2: Vruchtbaarheidsbehandelingen

Er bestaan verschillende vruchtbaarheidsbehandelingen die worden aangegeven met een afkorting. Wat betekenen deze afkortingen? Wat houden de behandelingen in? In de video in stap 1 heb je al het een en ander gehoord.
In de volgende video wordt nog het een en ander uitgelegd. Beantwoord daarna de vragen.

Stap 3: Embryo van dichtbij

Bestudeer in de Kennisbank de onderdelen die te maken hebben met de ontwikkeling van het embryo vanaf de bevruchting tot aan de geboorte.

Ontwikkeling in de baarmoeder

Geboorte

Bekijk daarna de onderstaande video's en afbeelding. Herken je de informatie die je net gelezen hebt in de video's?
Beantwoord na het kijken de vragen op het vragenblad .



Video: Ontwikkeling ongeboren baby

Stap 4: Invloed van Hongerwinter 44/45

Bestudeer de onderstaande artikelen en kijk de video.
Bespreek daarna samen met een klasgenoot antwoord op de vraag:

Welke invloed heeft het tekort op voedsel op de ontwikkeling van het embryo en ontwikkeling na de geboorte?

 

 

Stap 5: Prenatale screening

Voordat de baby wordt geboren is het mogelijk om uit te zoeken welk geslacht het kind heeft, of het goed groeit en ontwikkelt, of de organen goed werken en of het kind misschien een bepaalde (erfelijke) aandoening heeft. Dit gaat door middel van prenataal onderzoek.

Tijdens de zwangerschap kan onderzocht worden of een zwangere vrouw een verhoogde kans heeft op een kind met een aangeboren aandoening. Er kan chromosoom- en DNA-onderzoek worden gedaan om te bepalen of het ongeboren kind bepaalde erfelijke afwijkingen heeft. Tijdens de combinatietest wordt onderzocht wat de kans is op een kindje met het Downsyndroom. De test bestaat uit een combinatie van bloedonderzoek en een echoscopisch onderzoek. Deze nekplooimeting vindt plaats tussen de 11e en 14e week van de zwangerschap.

Door het uitvoeren van een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie kan erfelijk materiaal van het ongeboren kind worden verzameld. Door onderzoek van dit erfelijk materiaal kan een bepaalde aandoening worden vastgesteld.

Bestudeer uit de Kennisbank:

Prenatale diagnostiek

Syndroom van Down?
Bekijk de video: Wat is het syndroom van down?

De leeftijd van de moeder speelt een rol bij het ontstaan van Downsyndroom.
In de tabel ziet je de kans op een kind met Downsyndroom bij verschillende leeftijden van de moeder.

Leeftijd van de moeder

De kans op een kind met Downsyndroom op het moment van de combinatietest

20 - 25 jaar

11 tot 13 van de 10.000

26 - 30 jaar

14 tot 19 van de 10.000

31 - 35 jaar

20 tot 45 van de 10.000

36 - 40 jaar

60 tot 155 van de 10.000

41 - 45 jaar

200 tot 615 van de 10.000

Bespreek met een klasgenoot welke conclusie over de kans op een kind met het syndroom van Down je kunt trekken uit deze tabel?

Karyogram syndroom van Down
Bij het syndroom van Down komt
chromosoom 21 driemaal voor
(trisomie 21).

Jonge moeders
Hoewel echter de kans op een kind met het syndroom van Down groter is bij oudere moeders, worden de meeste kinderen met dit syndroom geboren uit jonge moeders. Bespreek met een klasgenoot hoe dit verklaart kan worden.

Bestudeer uit de Kennisbanken de volgende pagina. Bekijk daarna de video en beantwoord dan de vragen onder de video.

Chromosoommutatie

Karyogram en afwijkingen

Meiose


Video: Chromosomen - Wat is een karyogram?

 

Stap 6: Invloed alcohol en drugs

Bekijk de video en geef antwoord op de vraag:
Waar heeft Nick last van in het dagelijks leven en hoe is dat ontstaan?



Bestudeer uit de Kennisbank:

Schadelijke stoffen

Alcoholmisbruik

Meconium laat alcoholmisbruik moeder zien
8 oktober 2012
Uit de meconium van baby's valt af te leiden of de moeder tijdens de zwangerschap alcohol heeft gebruikt.
Onderzoekers van het Erasmus MC in Rotterdam hebben hiervoor de zogeheten meconiumtest ontwikkeld.

Wat is meconium? Zoek het antwoord op en bespreek het met een klasgenoot. Drank en drugsgebruik door de moeder heeft invloed op de ontwikkeling van het embryo. Ook als je zwanger wilt worden, hebben sommige middelen een negatieve invloed bijvoorbeeld op de menstruatiecyclus. Wanneer een man alcohol of drugs gebruikt, kan het de zaadproductie negatief beïnvloeden.

Stap 7: Miskraam of abortus?

Miskraam of abortus?
Wanneer uit onderzoek is gebleken dat de foetus en/of de moeder zeer nadelige gevolgen van de zwangerschap ondervinden, kan men overgaan tot een onderbreking van de zwangerschap: abortus. Om psychologische en/of maatschappelijke redenen kan een vrouw een zwangerschap ongewenst vinden.
Ook in dit geval kan overgegaan worden tot een abortus.

Bestudeer uit de Kennisbank:

Zwangerschapsbeëindiging

De Nederlandse Abortuswet is uniek in de wereld en vaak onderwerp van discussie. Die discussie is van alle tijden, ook nog in de huidige tijd:

Video: Andere tijden - Abortus in Nederland


Abortus
In tweetallen.
Hoeveel weken na de bevruchting mag er nog een abortus plaatsvinden?
Gebruik de abortuswet om dit uit te zoeken.
Verzamel argumenten van zowel voor- als tegenstanders van abortus.
In overleg met jullie docent vindt er een gesprek plaats in de klas over dit onderwerp.

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Vrouwen in Nederland worden steeds later moeder. De leeftijd waarop vrouwen voor het eerst zwanger worden ligt inmiddels boven de 30 jaar.
Sinds de jaren 70 is deze leeftijd steeds verder opgelopen.

Lees maar eens het volgende artikel van het RTL-nieuws:

Vrouwen in Nederland en Europa krijgen steeds later eerste kind

24 februari 2021 19:06
Aangepast: 25 februari 2021 06:34

Vrouwen in Nederland, maar ook in de rest van Europa, kiezen er steeds later voor om moeder te worden. De gemiddelde vrouw in Nederland krijgt op haar dertigste haar eerste kind. Dat blijkt uit cijfers van statistiekbureau Eurostat.

De leeftijd waarop vrouwen voor het eerst zwanger raken stijgt al sinds de jaren zeventig. In 2019 lag die leeftijd voor het eerst boven de dertig.

Jonge moeders in Bulgarije

Ook in alle andere Europese landen wachten vrouwen steeds langer voor ze aan een kind beginnen. Italië is daarin koploper: een vrouw is daar gemiddeld 31,3 jaar oud als ze aan een kind begint. De jongste moeders wonen in Bulgarije: daar krijgen moeders gemiddeld op hun 26e hun eerste kind.

In Estland neemt de stijging van de gemiddelde leeftijd het snelste toe. In 2015 kreeg de doorsnee vrouw een kind toen ze 27,2 jaar oud was, in 2019 toen ze 28,2 jaar oud was.

Dat we tegenwoordig steeds later aan kinderen beginnen is medisch gezien niet verstandig, maar op andere gebieden heeft het wel voordelen, zei Carolien Gravesteijn, Lector Ouderschap & Ouderbegeleiding aan de Hogeschool Leiden eerder tegen RTL-nieuws.

'Niet nadelig'

"We worden steeds ouder en blijven langer gezond, dus het is ook logisch dat die leeftijd omhoog gaat. In algemene zin is dat niet nadelig. Oudere ouders hebben meer levenservaring, kiezen vaak veel bewuster voor het ouderschap en staan over het algemeen steviger in hun schoenen."

"De partnerrelatie is vaak sterker omdat ze al veel hebben meegemaakt samen én ze zijn beter voorbereid op het ouderschap omdat ze in hun omgeving al de worstelingen van andere ouders hebben gezien. Ook zijn ze vaak stabieler, dat komt de opvoeding ten goede. Een kind is beter af met oude ouders die jong van geest zijn, dan met jonge ouders die het allemaal niet aankunnen", zegt Gravesteijn.

 

Invriezen eicellen
Een van de manieren om dit oudere moederschap te realiseren, is het invriezen van eicellen. Waar dit eerder alleen bedoeld was voor vrouwen die door bijvoorbeeld chemokuren anders nooit moeder zouden kunnen worden, komt de commerciële kant steeds vaker om de hoek kijken. Sinds 2011 is het toegestaan om eicellen in te vriezen om in een later stadium alsnog, via Ivf-behandelingen, een zwangerschap te realiseren.

Eindopdracht
Je gaat beginnen aan de afronding van deze module.
Nederlandse vrouwen zijn gemiddeld 30+ bij de geboorte van hun eerste kind en daarmee staat ons land in de Top 3 van de oudste moeders ter wereld. De oudste moeder in Nederland heb je in de inleiding gezien en was 63 jaar.

Bekijk de volgende video en lees de informatie op de verschillende websites:

Schrijf een column over de toenemende leeftijd van moeders en uitgesteld moederschap in Nederland. Betrek hier ook de mogelijkheid tot het invriezen van eicellen om dit uitgestelde moederschap te realiseren.
Laat hierin aan bod komen:

  • de redenen van deze moeders (en vaders)
  • de ingrepen die gedaan kunnen worden om de kans op een zwangerschap te vergroten
  • de ingrepen die gedaan kunnen worden om zwangerschap mogelijk te maken na de vruchtbare leeftijd
  • de gevaren en nadelen voor de moeders en kinderen
  • de voordelen voor de moeders en hun kinderen
  • jouw eigen mening over dit onderwerp

Beoordeling
Bij de beoordeling let je docent op de aanwezigheid van bovenstaande onderwerpen. Kijk even naar de Gereedschapskist voor de beoordelingscriteria voor het schrijven van een column.
Laat het eindproduct beoordelen door je docent.

Column schrijven

Een column is een kort stukje tekst, waarin de schrijver zijn mening geeft op een grappige of uitdagende manier.

 

Extra

In de volgende video's zie je de ontwikkeling vanaf het moment van bevruchting.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 7 SLU met deze opdracht bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen helemaal kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    (On)vruchtbaarheid is voor veel stellen iets waar je niet open over praat. Er heerst een bepaald gevoel van taboe of schaamte. Kun jij dat snappen? 
    Misschien ken je zelf wel iemand in jouw omgeving die met onvruchtbaarheid te maken heeft of heeft gehad. Dan weet je wat de impact is. 
  • Examenopgaven
    Is het gelukt om in de column alle genoemde punten te verwerken? Waar heb je jouw mening op gebaseerd? Puur op de feiten die je hebt geleerd in deze module en de bronnen of misschien ook wel op religieuze redenen die je van huis uit mee hebt gekregen. Het kan zijn dat die twee niet met elkaar stroken. Hoe voelt dat voor jou? 

Chlamydia onderzoek

Chlamydia onderzoek

Intro

Chlamydia is de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoening in Nederland.
Je merkt er niets van als je de bacterie bij je draagt en daarom gaan ook weinig jongeren naar de huisarts.
De GGD en het RIVM geven voorlichting over Chlamydia. Kijk maar eens naar de volgende video.

De gemeenten in Nederland hebben de wettelijke taak om de gezondheid van burgers te bevorderen en te beschermen tegen ziekten en calamiteiten. Deze taak is neergelegd bij de GGD.
De “GGD” zelf staat voor 'Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst'. De GGD’en vormen een landelijk dekkend netwerk.

De kans is groot dat je zelf ook contact hebt gehad met de GGD.
Misschien zelfs zonder dat je dit wist. De GGD doet namelijk meer dan je denkt.
Bekend zijn de ambulance-dienst of de jeugdarts op de basisschool.
Of heb je weleens voor een verre reis een vaccinatie bij de GGD gehaald of de vaccinatie tegen HPV.
Die diensten verleent de GGD, maar ze doen nog veel meer!
Je kunt er dus ook terecht bij vragen en problemen over SOA's (Seksueel overdraagbare aandoeningen) en seksualiteit.

Bij welke GGD kun jij terecht met vragen? Kijk daarvoor op https://www.ggd.nl/
Vragen stellen bij de GGD is niet gek of raar! Ze helpen je graag en je hoeft je nergens voor te schamen!

Deze module gaat over voortplanting, vrijen en seksualiteit. In de negen stappen komen de verschillende onderwerpen aan bod.
Je rondt de module af door een gesprek in een rollenspel te voeren over de uitslag van een SOA-test.

Eindproduct
Aan het eind van deze module geef je als arts van de GGD iemand, na het uitvoeren van een SOA-test, de uitslag van het onderzoek.

Wat ga ik leren?

Leerdoelen
Aan het eind van deze module:
Ken ik:

  • de levensfasen van de mens en weet je wanneer groeispurts plaatsvinden
  • het verschil tussen groei en ontwikkeling
  • enkele voorbehoedsmiddelen
  • enkele soa’s en weet ik welke klachten erbij kunnen voorkomen.

Kan ik:

  • aangeven welke hormonen een rol spelen bij verliefdheid en liefde
  • aangeven op waar vrouwen en mannen (on)bewust op letten bij het zoeken naar een partner
  • aangeven welke voorbehoedsmiddelen safe zijn bij het tegengaan van een zwangerschap en/of het voorkomen van een soa.

Deelconcepten
Anticonceptie, voorbehoedsmiddel, voortplantingsprikkel, adolescentie, levensfase, hormonale regulatie, biseksueel, homoseksueel, heteroseksueel, coming out, opwinding, orgasme, soa, aids.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Inhoud

Stap 1

Het leven van een mens kent enkele perioden van groei.
Een mens ontwikkelt zich zijn hele leven. Deze stap gaat over de fases van deze ontwikkeling.

Stap 2

Ik bestudeer de levensfase: puberteit.

Stap 3

Wil ik een mooie partner, een lieve, een slimme of iemand met dezelfde interesses?

Stap 4

In de puberteit ontwikkelen de secundaire geslachtskenmerken bij jongens en meisje en daarmee de behoefte aan seks. Maar hoe zorgt men dat dit veilig gebeurt?

Stap 5

Wat zijn die Soa’s nu eigenlijk? Zijn alle seksueel overdraagbare aandoeningen hetzelfde? Deze vragen staan centraal in deze stap.

Stap 6

Ik maak met een klasgenoot en 'vrij veilig campagne'

Afronding

Onderdeel

 

Kennisbank

Alle Kennisbankitems uit deze module.

Eindopdracht

Door middel van een rollenspel praat ik met mijn klasgenoten over de uitslag van een Soatest.

Extra

Er mag niets met mijn lijf gebeuren dat ik niet wil! Maar wat als dat wel zo is?

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze module heb je ongeveer 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Ontwikkeling van een mens

Het leven van een mens kent enkele perioden van groei.
Een mens ontwikkelt zich zijn hele leven.

Welke veranderingen heb je doorgemaakt vanaf je geboorte?
Bespreek met een klasgenoot de vijf belangrijkste veranderingen in je leven tot nu toe.

Invloed
Welke factoren zijn van invloed op de groei van een baby tot een volwassene?
Maak een mindmap met de titel Groei van de factoren die direct in je opkomen. Kijk voor tips in de Gereedschapskist.
Bespreek jouw mindmap met de mindmap van een klasgenoot.
Vul je mindmap samen verder aan met woorden.
 

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Groei
Een bevruchte eicel weegt 0,1 gram. Bij de geboorte weegt een mens gemiddeld 3 kilogram.
Dat is 30.000 keer zoveel!

Een aanstaande moeder eet tijdens de zwangerschap gezond en net iets meer dan normaal (niet twee keer zoveel!).
Daardoor kan de baby zo goed groeien.
Een baby groeit het eerste jaar het sterkst. Het geboortegewicht verdubbelt binnen zes maanden.
Na het eerste jaar groeit een mens langzamer. In de puberteit is er een tijd van snelle groei.
Perioden van snelle groei heten groei-explosies ofwel groeispurts.

Levensfasen
Een mens doorloopt verschillende levensfasen.

KB: Ontwikkeling

Stap 2: Verliefd!

Eén van de levensfasen waar je doorheen gaat is de puberteit.

Tijdens de puberteit ontwikkelen zich onder invloed van de geslachtshormonen testosteron en oestrogenen, de secundaire geslachtskenmerken. En daarmee krijgt verliefdheid een nieuwe dimensie en seksuele gevoelens worden steeds duidelijker. Hoe dat gaat zie je in de volgende video:



Onderzoek met hersenscans bij mensen die verliefd zijn levert interessante bevindingen op.
De start van een romantische relatie leidt tot uitstoot van dopamine in delen van de hersenen die in verband staan met motivatie en beloning. Hoe intenser de relatie, hoe groter de activiteit in deze hersengebieden.

Antropoloog Helen Fisher van de Amerikaanse Rutgers Universiteit scande de hersenen van zeven mannen en tien vrouwen, terwijl ze keken naar foto’s van hun liefje of van een andere bekende. De activiteit in hun hersenen bleek tijdens het kijken naar foto’s van hun partner grote overeenkomst te vertonen met die van mensen met een obsessieve-compulsive stoornis, ook wel dwangneurose.

Je ziet het onderzoek in de volgende video. De kans bestaat dat je wel eens verliefd geweest. Herken je dingen uit de video bij jezelf?

 

Er waren ook duidelijke verschillen tussen de seksen: mannen ontwikkelden verhoogde activiteit in de visuele gebieden die seksuele opwinding reguleren, terwijl vrouwen meer activiteit kregen in hun geheugengebied. Het eten van chocola zorgt overigens voor vergelijkbare patronen.

Hormonen
Onderzoek welke hormonen een rol spelen bij verliefdheid.
Hoe heten de hormonen, waar worden ze aangemaakt en welke uitwerking hebben deze hormonen?
Maak op een A3 een schematische tekening van het lichaam van de mens.
Teken en benoem hierin de desbetreffende hormoonklieren en de doelwitorganen.
Vergelijk jouw tekening met die van een klasgenoot. Je mag gebruik maken van de volgende bronnen.

Bronnen:

Stap 3: De ideale man of vrouw

Wil je een mooie partner, een lieve, een slimme of iemand met dezelfde interesses?

Bekijk de video. Bespreek na het kijken met een klasgenoot of jullie vindt van de rol van schoonheid in het leven en in een relatie.

Schoonheidsidealen
Werk hierbij in groepjes met uitsluitend jongens of uitsluitend meisjes.
Verdeel de onderstaande bronnen. Na bestudering van de bronnen schrijven jullie samen een artikel.
Lees de Kennisbank en daarna de artikelen. Bekijk ook de video van Helen Fisher:

Ethologie

 

Voor de jongens:
In deze opdracht ben je een journalist die een artikel schrijft voor een populair meisjesblad.
In het artikel staat het seksuele gedrag van de vrouw centraal.
Je moet op een populair wetenschappelijke manier uitleggen waarom vrouwen doen zoals ze doen.
Nadat je je goed hebt verdiept in de doelgroep en het tijdschrift ga je het artikel schrijven.
In het artikel moeten de volgende zaken aan bod komen:

  • seksuele selectie (hoe zoeken naar de droomman)
  • uiterlijke kenmerken van de vrouw en het verschil tussen cultuur en natuur
  • supranormale prikkels bij vrouwen

Voor de meisjes:
In deze opdracht ben je een journalist die een artikel schrijft voor een populair jongensblad.
Nadat je je goed hebt verdiept in de doelgroep en het tijdschrift ga je een artikel schrijven over het seksuele gedrag van de man.
In het artikel moeten de volgende zaken aan bod komen:

  • Seksuele selectie (hoe zoeken naar de droomvrouw)
  • uiterlijke kenmerken van de man en het verschil tussen cultuur en natuur
  • supranormale prikkels bij mannen

 

 

 


De jongens laten het artikel beoordelen door de jongens en andersom.
Eventueel kunnen dan nog aanpassingen worden gedaan.
Overleg met jullie docent of het artikel moet worden ingeleverd en of er dan nog andere beoordelingseisen zijn dan de algemene beoordelingseisen die je in de Gereedschapskist vindt.

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Stap 4: Anticonceptie

Anticonceptiemiddelen of Voorbehoedsmiddelen
In de puberteit ontwikkelen de secundaire geslachtskenmerken bij jongens en meisje en daarmee de behoefte aan seks. In veel gevallen is het niet de bedoeling om na het vrijen zwanger te worden of een meisje zwanger te maken. Om je te beschermen tegen zwangerschap zijn tal van anticonceptie middelen (voorbehoedsmiddelen) op de markt. Slechts één van de voorbehoedsmiddelen, het condoom, beschermt ook tegen SOA’s (seksueel overdraagbare aandoeningen).

Safety instructies
Bestudeer de theorie uit de Kennisbank:

Veilig vrijen

Bekijk de video. De informatie uit de video heb je nodig om de vragen te beantwoorden.

 

De pil
De pil bestaat hoofdzakelijk uit 2 hormonen, namelijk uit oestrogeen en progesteron.
Er bestaan verschillende varianten van de anticonceptiepil:

  • Monofase pillen:
    deze pillen bestaan uit een enkele concentratie van de twee hormonen, oestrogeen en progesteron.
    Je neemt ze gedurende drie weken in en dan één stopweek dat je de pil niet hoeft te slikken.
  • Twee- en driefase pillen:
    hierbij wordt de concentratie van het hormonen aangepast aan de fase van de menstruatiecyclus waarin de tabletten worden geslikt.
    De tabletten hebben voor elke fase een ander kleur om ze beter te kunnen onderscheiden. Soms wordt er ook een bijkomende hormoonloze pil bijgeleverd die je dient in te nemen tijdens de zogenaamde stopvrije week. Dit om te voorkomen dat de pil wordt vergeten.
  • Minipil:
    deze bevat enkel een lage dosis progesteron.

De pil kwam eind jaren vijftig in de Verenigde Staten als een nieuw middel tegen menstruatiestoornissen op de markt.
Op de bijsluiter was als bijwerking tijdelijke onvruchtbaarheid vermeld.
Vanaf begin van de jaren zestig werd de pil ook onder vrouwen in Europa populair.
Het paste goed in het denkbeeld van de seksuele revolutie. Er bestaan ook tegenstanders van de pil.

Voorbehoedsmiddelen
Download hier het werkblad Voorbehoedsmiddelen en vul hier alle voorbehoedsmiddelen in die je bent tegengekomen én die je tegenkomt in de volgende twee bronnen.
Bronnen:

Kruis aan of het veilig is om zwangerschap te voorkomen en of het veilig is tegen geslachtsziekten en waar je moet zijn om het te kopen of op te halen.

Welke anticonceptie/voorbehoedsmiddel past het beste bij jou en jouw situatie?
Doe de test! op anticonceptievoorjou.nl

Stap 5: SOA's

Wat zijn die Soa’s nu eigenlijk?
Zijn alle seksueel overdraagbare aandoeningen hetzelfde?
En als je besmet bent, kun je dan weer genezen? Bekijk als inleiding van deze stap de volgende Clipphanger van SchoolTV:

Soa-top 7
Werk bij deze stap in tweetallen.
Je onderzoekt twee soa’s uit de SOA-top 7.
Welke soa’s komen het meeste voor? Kijk op de site van Eos wetenschap.

Kies twee SOA’s uit en onderzoek de belangrijke zaken die je zou moeten weten om eventueel een SOA snel te herkennen en verspreiding tegen te gaan.

Maak een poster waarin je op de volgende vragen in ieder geval antwoord geeft:

  • Welke klachten heb je bij deze SOA’s?
  • Hoe kom je aan deze SOA’s en hoe zeker niet?
  • Wanneer laat je je testen en hoe gaat zo’n test in zijn werk?
  • Waar kun je je laten testen bij jou in de buurt?
  • Wat doe je als je de uitslag krijgt en je blijkt besmet?
  • Is er behandeling mogelijk en zo ja, hoe?

Kijk voor tips in de Gereedschapskist onderaan deze stap. Je kunt ook gebruik maken van de volgende bronnen:

Bronnen:

Preventie en genezing van soa's

  • Sense vind je veel informatie over Seksueel Overdraagbare Aandoeningen en het voorkomen ervan.

Presenteer de poster aan de rest van de klas. Beoordelingseisen voor een poster vind je in de Gereedschapskist.

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Stap 6: Vrij veilig campagnes

Voor de Vrij Veilig campagnes worden al jaren commercials gemaakt.
Zoals:

Maak, in tweetallen, een (voorstel voor) een clip/filmpje voor de campagne ‘Maak seks lekker duidelijk’ of ‘Vrij Veilig’. Overleg met jullie docent of jullie de clip ook daadwerkelijk op gaan nemen.

Hoe gaat het opnemen van zo’n reclameboodschap?
Kijk hier:

(VrijSoaVrij op vrijsoavrij.nl)

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Je gaat deze opdracht afronden.
Bij de GGD kun je terecht voor een SOA-test. Hoe gaat dit in zijn werk?
Dat zie je in de volgende video:




En dan volgt de uitslag. Een positieve uitslag betekent in dit geval dat je een besmetting hebt opgelopen.
Een negatieve uitslag betekent dat je geen SOA onder de leden hebt.

Arts GGD
Je bent een arts van de GGD en moet de boodschap overbrengen aan een jongere met een positieve Chlamydia uitslag.
Leg uit:

  • wat er aan de hand is
  • hoe het onderzoek is uitgevoerd
  • wat de gevaren zijn om zonder behandeling door te lopen
  • wat de behandeling is
  • wat eventuele gevolgen zijn voor hem/haar en anderen.

Hoe ga je dit gesprek voeren?

Werk in drietallen waarbij de één arts is en de ander jongere. Voer het gesprek.
De derde leerling luistert en observeert:

  • Komt de boodschap goed over?
  • Is de boodschap duidelijk?
  • Klopt de uitleg met de theorie die je in deze module hebt geleerd?

Draai vervolgens de rollen nog twee keer om.

Beoordeling
Het gesprek wordt beoordeeld door een medeleerling en de docent.
Ze gebruiken de volgende vragen bij het beoordelen:

  • wat er aan de hand is
  • hoe het onderzoek is uitgevoerd
  • wat de gevaren zijn om zonder behandeling door te lopen
  • wat de behandeling is
  • wat eventuele gevolgen zijn voor hem/haar en anderen.
  • Klopt de uitleg met de theorie die je in deze module hebt geleerd?
  • Is het gesprek serieus uitgevoerd?

Bronnen:

Extra

Heb jij wel eens meegemaakt dat iemand ongewenst aan je zat, te dicht bij je stond of je op een andere manier ongewenst benaderde? Kijk naar de volgende video's.

 

Als jouw iets vervelends is overkomen is het belangrijk dat je het deelt met iemand die je vertrouwt. Dat kan een van je ouders/verzorgers zijn, maar ook een leraar, familielid of wie dan ook. Natuurlijk kun je ook altijd naar de politie met je verhaal.
Belangrijk is om te weten dat jij als slachtoffer nooit, maar dan ook NOOIT, schuld hebt. Seksuele intimidatie of geweld is niet iets wat je uitlokt. Het is jouw lichaam en daar mag niemand anders over beslissen.

Kijk voor meer informatie op Sense.
Iets vervelends gebeurd op internet? - www.meldknop.nl

Ook kun je op chat met Fier je verhaal delen met hulpverleners door te chatten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze opdracht bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen kunnen doorlopen. Er waren een flink aantal video's in deze module. Had je voldoende tijd voor al deze video's? Zo niet, hoe heb je dit opgelost?
  • Inhoud
    Seksualiteit en verliefdheid zijn toch nog vaak lastige onderwerpen om over te praten. Hoe heb jij dat ervaren in deze module? Voelde je je veilig genoeg om over je eigen gevoelens te praten? Als dat in de klas niet lukt, bij wie kun jij dan je verhaal kwijt?
    Wat is de belangrijkste les die je geleerd hebt in deze module?
  • Eindopdracht
    Wat vond je dan de drie verschillende rollen die je hebt gespeeld in het rollenspel? Welke rol voelde je je het meest comfortabel in? Kun je uitleggen waarom?

Afsluiting

Samenvattend

Extra opdracht

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om het thema mee te beginnen?
    Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een totale studiebelasting van 35 à 36 uur.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst? Kun je dit verschil verklaren?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de toets bij 'Wat kan al?' gemaakt?
    Wist je het meeste nog? Was je zelf tevreden met het resultaat? Zo niet, wat heb je gedaan om dit op te lossen?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit vier modules. Welke module vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je het minst leuk? Beargumenteer waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?

 

  • Het arrangement Thema: Seksualiteit en voortplanting - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-28 11:29:10
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Dit thema Seksualiteit en voortplanting is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO. Bij het ontwikkelen van het materiaal is gebruik gemaakt van of wordt verwezen naar materiaal van de volgende websites:

    www.schooltv.nl www.youtube.com www.bioplek.org www.wikipedia.org


    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content .

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor vwo leerjaar 4/5/6. Dit thema heet seksualiteit en voortplanting. Na dit thema: kun je de rol van seksualiteit in verschillende levensfases toelichten. benoem je de embryonale ontwikkeling van de mens en legt uit hoe invloeden van buitenaf (voeding, genotmiddelen, stress) daarop invloed hebben. kun je effectief gebruik van voorbehoedsmiddelen beschrijven. kun je omschrijven hoe je wensen kenbaar kunt maken en grenzen kunt bewaken en respecteren. kun je de relatie tussen seksueel gedrag en seksueel overdraagbare aandoeningen toelichten. benoem je de bouw en werking van voortplantingsorganen en licht daarbij de rol van hormonen toe. kun je diversiteit in seksuele geaardheid toelichten. kun je de acceptatie van seksuele diversiteit relateren aan eigen opvattingen en culturele aspecten. licht je de embryonale bloedsomloop van de mens toe. benoem je de bouw, vorming, ontwikkeling en functie van geslachtscellen.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Menselijk ingrijpen in de voortplanting; Biologie; Embryonale ontwikkeling van de mens; Bevruchting bij de mens; Reproductie; Levenscyclus; Seksualiteit;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    26 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, diversiteit, embryonale bloedsomloop, geslachtscellen, seksuele geaardheid, stercollectie, voorbehouedsmiddelen, voortplantingsorganen, vwo4/5/6

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Chlamydia onderzoek - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/74478/Module__Chlamydia_onderzoek___v456

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Gynaecoloog of verloskundige? - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/74476/Module__Gynaecoloog_of_verloskundige____v456

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: In de vruchtbaarheidskliniek - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/74477/Module__In_de_vruchtbaarheidskliniek___v456

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Transgenderkinderen - v456

    https://maken.wikiwijs.nl/74475/Module__Transgenderkinderen___v456

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Voortplanting

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.