Module: Examentraining vmbo-kgt34

Module: Examentraining vmbo-kgt34

Module: Examentraining

Intro - Was wirst du machen?

Je gaat aan het eind van deze module een heel examen maken om te kijken of je (bijna) klaar bent voor het examen. Maar voor je begint krijg je nog een aantal tips hoe je de verschillende vraagvormen aan kunt pakken.

De module 'Examentraining' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd (lessen))
intro 0,5
Vraagvormen  
Meerkeuzevragen 0,5
Open-plek vragen 0,5
Beweringen/stellingen 0,5
Open vragen 0,5
Oefenexamen  
Tips voor het eindexamen + oefenen 2,5

Vraagvormen

Meerkeuzevragen

Je krijgt een vraag met een aantal (meestal 4) antwoordmogelijkheden waaruit je het juiste antwoord moet kiezen. Je vindt hier twee voorbeelden van meerkeuzevragen en info over hoe je de vraag aanpakt en wat je moet doen bij eventuele twijfel.


Voorbeeld 1 (een concrete vraag)

Wie viel Zeit haben die Filmarbeiten für "Typisch" gekostet? (Absatz 2)

  1. 45 Minuten
  2. einen Monat
  3. mehrere Wochenenden

 

Aanpak

  1. Lees alleen de vraag. (Dek de antwoordmogelijkheden af!)
  2. Zorg ervoor dat je de vraag goed begrijpt.
    Gebruik (als het echt niet anders kan) een woordenboek.
  3. Zoek de plek in de tekst waar je moet lezen om het antwoord te vinden. (Hier alinea 2).
  4. Lees het tekstgedeelte en formuleer zelf het antwoord op de vraag.
  5. Kijk met welk antwoord jouw antwoord (min of meer) overeenkomt en kies dat antwoord.

Twijfel je?

  1. Streep de antwoorden die het zeker niet zijn door.
    (Vaak zijn er één of twee onzinantwoorden.)
  2. Lees de vraag en de overgebleven antwoorden nog eens goed.
  3. Kijk weer in de tekst.
  4. Markeer woorden die zowel in de antwoordmogelijkheden als ook in de tekst staan.
    (Het juiste antwoord is altijd terug te vinden in de tekst, alleen vaak met andere woorden.)
  5. Kies het antwoord waarvoor je de meeste aanwijzingen in de tekst hebt gevonden.

Voorbeeld 2 (een wat-blijkt-uit-vraag, vragen die over de kern van een zin of alinea gaan)

Welche Aussage über Jean Counet stimmt mit dem 1. Absatz überein?

  1. Er ärgert sich über bestimmte Aussagen.
  2. Er liebt es, Witze über andere Nationen zu erzählen.
  3. Er macht meistens Urlaub in Deutschland.
  4. Er rast gerne über deutsche Fernstraßen.

 

Aanpak

  1. Lees alleen de vraag en de antwoordmogelijkheden.
  2. Zorg ervoor dat je de vraag en de antwoordmogelijkheden goed begrijpt.
    Gebruik (als het echt niet anders kan) een woordenboek.
  3. Zoek de plek in de tekst waar je moet lezen om het antwoord te vinden.
    (Hier alinea 1).
  4. Lees het tekstgedeelte en markeer woorden die zowel in de antwoordmogelijkheden als ook in de tekst staan.
    (Het juiste antwoord is altijd terug te vinden in de tekst, alleen vaak met andere woorden.).
  5. Kies het antwoord waarvoor je de meeste aanwijzingen in de tekst hebt gevonden.

Twijfel je?

  1. Streep de antwoorden die het zeker niet zijn door.
    (Vaak zijn er één of twee onzinantwoorden.)
  2. Lees de vraag en de overgebleven antwoorden nog eens goed.
  3. Bedenk wat het verschil tussen de overgebleven antwoorden is.
  4. Kijk weer in de tekst en maak een keuze.


Je hebt echt geen idee?
Markeer de vraag. Bekijk aan het einde van je examen alle gemarkeerde vragen nog eens goed.
Kies een antwoord. Laat nooit een meerkeuzevraag open!

Bekijk eventueel de presentatie in het volgende filmpje.

Meerkeuze oefeningen

Maak nu de volgende eindexamenvragen uit ExamenKracht.
Gebruik de aanpak die je hiervoor geleerd hebt.

VMBO-KGT34 Meerkeuzevragen

DUI 2021-1 Vraag 1
DUI 2021-1 Vraag 15
DUI 2021-2 Vraag 8

Open-plek vragen

Open-plek vragen zijn eigenlijk ook meerkeuzevragen.
Ze werken echter iets anders.
In de tekst is een woord of woordengroep weggelaten.
Vaak gaat het hierbij om een signaalwoord.
Jij moet uit de gegeven antwoorden het woord/de woordengroep kiezen die op de open plek past.

Signaalwoorden
Weet je het nog? Bekijk de video.

 


Je vindt hier twee voorbeelden van open-plek vragen.
Je leest hoe je de vraag aanpakt en wat je moet doen bij eventuele twijfel.

Voorbeeld 1 (signaalwoord)

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke im 3. Absatz?

  1. Aber
  2. Auch
  3. Denn


Aanpak

  1. Lees de tekst/alinea globaal zodat je weet waar het over gaat.
  2. Lees de zin met de open plek en de zin ervoor en de zin erna.
  3. Bedenk welk verband tussen de zinnen bestaat en welk (Nederlands) signaalwoord dit verband aangeeft.
  4. Kijk naar de antwoordmogelijkheden of dat signaalwoord ertussen staat (in het Duits).
  5. Lees de zin met het ingevulde woord om te controleren of die wat betreft betekenis en woordvolgorde goed loopt.

Twijfel je?

  1. Schrijf de betekenis van de signaalwoorden achter het woord en noteer ook de functie.
  2. Vertaal de drie aaneengesloten zinnen naar het Nederlands en vul telkens één antwoordmogelijkheid op de open plek in.
  3. Kies de zin die wat betreft betekenis en woordvolgorde het beste loopt.

 

Voorbeeld 2 (een ander woord):

Was passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 3?

  1. das Geheimnis
  2. der Vorteil
  3. die Lösung

 

Aanpak

  1. Schrijf de betekenis van alle antwoordmogelijkheden achter het woord.
    Gebruik (als het niet anders kan) een woordenboek.
  2. Lees de tekst/alinea globaal zodat je weet waar het over gaat.
  3. Lees de zin met de open plek en de zin ervoor en de zin erna.
  4. Kies het woord dat op de open plek past.
  5. Lees de zin met het ingevulde woord om te controleren of die wat betreft betekenis en woordvolgorde goed loopt.

Twijfel je?

  1. Vertaal de drie aaneengesloten zinnen naar het Nederlands en vul telkens één antwoordmogelijkheid op de open plek in.
  2. Kies de zin die wat betreft betekenis en woordvolgorde het beste loopt.

 

Je hebt echt geen idee?
Markeer de vraag.
Bekijk aan het einde van je examen alle gemarkeerde vragen nog eens goed.
Kies een antwoord. Laat nooit een meerkeuzevraag open!

Open-plek oefeningen

Maak nu de volgende eindexamenvragen uit ExamenKracht.
Gebruik de aanpak die je hiervoor geleerd hebt.

VMBO-KGT34 Open-plekvragen

DUI 2021-1 Vraag 4
DUI 2021-1 Vraag 16
DUI 2021-3 Vraag 4

Beweringen/stellingen

 

Met een vraag uit deze groep kun je meestal meer dan 1 punt scoren. Je moet per bewering/stelling aangeven of die juist/onjuist is of wel/niet overeenkomt met de tekst.

Je vindt hier een voorbeeld van een vraag uit de groep beweringen/stellingen.
Je leest ook hoe je de vraag aanpakt en je krijgt ook tips en trucs.

Voorbeeld

Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst. Kruis aan 'wel' of 'niet' in de uitwerkbijlage.

  1. Je krijgt korting als je een fiets voor een hele week huurt.
  2. Als je een fiets huurt, dan mag je bagage gratis in een kluisje.
  3. Het dragen van een fietshelm wordt sterk aangeraden.
  4. Bij de huurprijs zitten diverse fietskaarten en water inbegrepen.

 

Aanpak:

  1. Lees alle beweringen en onderstreep kernwoorden.
  2. Check per bewering of die klopt met de tekst.
  3. Lees de tekst en zoek naar de kernwoorden of synoniemen daarvan.
  4. Onderstreep in de tekst het bewijs voor goede beweringen en het tegenbewijs voor foute beweringen (verschillend) en zet het nummer van de bewering erbij.
  5. Geef per bewering antwoord. Gebruik daarbij de woorden uit de vraag (juist/onjuist; ja/nee; wel/niet) als je geen antwoordblad hebt waarop je de woorden kunt omcirkelen.

Let op:

  • Een bewering is pas juist als ALLE elementen uit die bewering juist zijn. Knip de bewering dus in stukjes en check elk element of het klopt.

Tips:

  • 'Sterke' woorden als immer (altijd), nie (nooit), alles (alles), nur (alleen maar) staan vaak in foute beweringen.
  • 'Zwakke' woorden als manchmal (soms), ab und zu (af en toe), hin und wieder (af en toe) staan vaak in goede beweringen.
  • Een stelling die logisch klinkt maar niet in de tekst staat, is fout.
  • Als de beweringen niet op alfabetische volgorde staan, dan staan ze op volgorde van de tekst.
  • Het is mogelijk dat alle beweringen bij een vraag goed zijn. Het is ook mogelijk dat alle beweringen bij een vraag fout zijn. Laat je daardoor dus niet onzeker maken!

 

Beweringen oefeningen

Maak nu de volgende eindexamenvragen uit ExamenKracht
Gebruik de aanpak die je hiervoor geleerd hebt.

VMBO-KGT34 Bewering/stelling-vragen

DUI 2021-1 Vraag 7
DUI 2021-1 Vraag 35
DUI 2021-2 Vraag 2

Open vragen

Bij een open vraag kun je niet kiezen uit meerdere antwoorden, maar moet je zelf een antwoord formuleren. Dat doe je in het Nederlands. Alleen als je gevraagd wordt om te citeren of het antwoord in het Duits op te schrijven, doe je dat in het Duits.

Je vindt hier vier voorbeelden van open vragen.

Voorbeelden open vragen

  • Noem drie eisen die de politie aan sollicitanten stelt. (alinea 2)
  • Noem twee redenen uit de tekst.
  • Noem een ander Duits woord dat in alinea 3 voor 'Schürfer' wordt gebruikt.
  • Heeft de hoofdpersoon al eens eerder betaald (vakantie)werk gedaan?
    Antwoord met 'ja' of 'nee' en schrijf de eerste twee Duitse woorden op van de zin uit alinea 4 waaruit dat duidelijk wordt.

 

Aanpak

  1. Zorg dat je de vraag goed begrijpt en ga na hoe je het antwoord moet opschrijven.
    (Bv. het aantal redenen, Duits of Nederlands, hele zin).
  2. Lees het tekstgedeelte waar de vraag over gaat intensief zodat je alles begrijpt.
  3. Gebruik eventueel een woordenboek.
  4. Markeer het stukje waar volgens jou het antwoord staat.
  5. Formuleer het antwoord.
  6. Lees de vraag en het antwoord achter elkaar om te controleren of het antwoord goed aansluit.

Let op:

  • Maak een goed lopende, correcte Nederlandse zin.
  • Maak een duidelijke zin.
  • Gebruik geen halve zinnen.
  • Gebruik geen verwijswoorden maar schrijf precies op wie of wat je bedoelt.
    (Bv. niet 'zij' maar 'de vrienden'; niet 'omdat het leuk was' maar 'omdat het feestje leuk was').
  • Vertaal de zin uit de tekst niet letterlijk als je dat met eigen woorden moet doen.
  • Antwoord ook echt maar met één zin als dat gevraagd wordt.
  • Vergeet niet 'ja' of 'nee' voor je antwoord als dat gevraagd wordt.

Open vragen oefeningen

Maak nu de volgende eindexamenvragen uit ExamenKracht.
Gebruik de aanpak die je hiervoor geleerd hebt.

VMBO-KGT34 Open vragen

DUI 2021-1 Vraag 5
DUI 2021-1 Vraag 15
DUI 2021-1 Vraag 26

Tips + oefenexamen

Tips voor het eindexamen

Het eindexamen nadert: na de meivakantie moet je laten zien wat je in de afgelopen jaren hebt geleerd. Als je serieus aan de oefeningen van deze module hebt gewerkt, kun je met zelfvertrouwen aan het examen beginnen. Hier krijg je nog enkele afsluitende tips.

Tips voor het eindexamen
Bekijk nog eens de video met de algemene tips van.

Tips

  1. Bekijk het examen
    1. Bekijk het aantal teksten en vragen. Deel je tijd in.
    2. Zet je naam en examennummer op alle antwoordbladen.
  1. Maak het examen
    1. Bedenk bij elke tekst hoe je die moet lezen (leesstrategie).
    2. Pas alles toe wat je hebt geleerd om de vragen te beantwoorden.
    3. Werk netjes, schrijf duidelijk.
  1. Problemen
    1. Raak niet in paniek als je iets niet weet! Leg je pen even neer en adem diep in en uit.
    2. Schrijf op een kladblaadje het nummer van de tekst en/of de vraag.
    3. Sla de tekst of de vraag voorlopig over.
  1. Halverwege
    1. Kijk hoever je bent en verdeel de tijd tot het einde van het examen.
  1. Aan het einde
    1. Probeer minimaal 15 minuten over te houden.
    2. Probeer de vragen die je hebt overgeslagen alsnog te beantwoorden. Als het niet lukt,
      doe je een gok.
    3. Controleer of je alles hebt ingevuld en alles duidelijk is.

Algemene tips

  • Hang thuis je examenrooster op.
  • Zet je spullen al 's avonds klaar. Denk aan je woordenboek.
  • Zet meerdere wekkers.
  • Ga op tijd naar bed en Sta op tijd op.
  • Ontbijt voldoende en neem eventueel (als dat bij jou op school mag) iets te drinken en een tussendoortje mee.
  • Neem je spullen mee. Denk aan je woordenboek.
  • Wees op tijd (15 minuten van tevoren)
  • Zet je spullen netjes en handig neer zodat er niets valt of je dingen moet zoeken.
  • Adem diep door en begin.

Succes!

Oefenen

Oefenexamens
Je gaat nu alles wat je geleerd hebt in de praktijk brengen.
Dat doe je door met examens uit ExamenKracht te oefenen.
Klik hier om in te loggen.

Je leraar vertelt je:

  • welk examenjaar en tijdvak je gaat oefenen.
  • welke tekst(en) je gaat lezen,
  • welke vragen je gaat beantwoorden,
  • hoe je de antwoorden moet bijhouden,
  • wat je wanneer af moet hebben.

Klaar?
Had je veel vragen goed beantwoord? Dan heb je de uitleg over de vraagvormen goed begrepen en kun je er voldoende mee oefenen.

Vond je sommige teksten nog moeilijk en de vragen lastig te beantwoorden?
Oefen dan in overleg met je docent nog met examens uit voorgaande leerjaren in ExamenKracht.

  • Het arrangement Module: Examentraining vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-04-10 10:55:29
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    De module 'Lesen' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben over de module over het gebruikte materiaal, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdrachten horen bij de Module 'Examentraining', en zijn onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-kgt34. Voorgaande modules hebben je voorbereid op het maken van een examen. Aan het eind van deze module ga je daarom een heel examen maken om te kijken of je al klaar bent voor het examen. Voordat je hieraan begint, wordt in deze module nog wat uitleg gegeven over de soorten vragen waarmee je te maken kan krijgen.
    Leerniveau
    VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4;
    Leerinhoud en doelen
    Spreken; Schrijven; Gesprekken voeren; Duits; Luisteren en kijken; Lezen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, beweringen/stellingen, duits, examentraining, meerkeuzevragen, oefenexamen, open vragen, open-plek vragen, stercollectie, vmbo-kgt34