Als een bedrijf producten maakt om ze later te verkopen, maakt het bedrijf allerlei kosten. Natuurlijk probeert het bedrijf de kosten zo laag mogelijk te houden, want hoge kosten betekent een hoge verkoopprijs. En een hoge verkoopprijs betekent vaak minder afzet en soms ook minder winst. Maar niet alleen de prijs van een artikel bepaalt of het veel of weinig wordt verkocht. Daar komt nog heel wat meer bij kijken.
De eindopdracht van dit thema heeft als titel 'Winkelen in je woonplaats'.
Bekijk de video.
Je onderzoekt wat er bij komt kijken als je een winkel in het centrum van je eigen woonplaats wilt beginnen. Van dat onderzoek maak je een verslag.
Naast de eindopdracht vind je bij de afsluiting ook een overzicht van alle Kennisbankitems van dit thema plus een begrippenlijst, een diagnostische toets, examenvragen en enkele vragen die je helpen bij het terugkijken op het thema.
Genoeg te doen. Aan de slag!
Wat kan ik straks?
Aan het eind van het thema kun je:
(minimaal) drie voorbeelden van bedrijfskosten noemen.
(met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat afschrijvingskosten zijn en kun je in verschillende situaties de afschrijvingskosten berekenen.
(met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het verschil is tussen constante kosten en variabele kosten.
(met behulp van een voorbeeld) het verschil tussen afzet en omzet duidelijk maken.
(met behulp van een voorbeeld) het verschil tussen brutowinst en nettowinst duidelijk maken.
omschrijven wat wordt bedoeld met de BelastingToegevoegdeWaarde.
de prijs exclusief BTW uitrekenen als je de prijs inclusief BTW en het BTW-percentage weet (en omgekeerd).
(met behulp van voorbeelden) omschrijven wat bedoeld wordt met de doelgroep van een product en met het marketingbeleid van een ondernemer.
(met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat wordt bedoeld met een speciaalzaak en met een parallelzaak.
uitleggen waarom plaats en personeel twee belangrijke instrumenten in het marketingbeleid zijn.
drie factoren noemen die mede bepalend zijn voor het vaststellen van de verkoopprijs van een product.
(met behulp van voorbeelden) uitleggen wat het verschil is tussen prijspromotie en productpromotie.
Wat ga ik doen?
Het thema Een product verkopen bestaat uit de volgende onderdelen:
Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier, vijf of zes opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.
Activiteit
Aantal lessen
Inleiding
0,5
Wat kan ik straks?
Wat ga ik doen?
Opdracht: Bedrijfskosten
2
Opdracht: Afzet, omzet en winst
2
Opdracht: De marketingmix
2
Opdracht: Prijs en promotie
2
Opdracht: De melkprijs*
2
Opdracht: De Action*
2
Afsluiting
Samenvattend
0,5
Eindopdracht
2
D-toets
0,5
Examenvragen
1
Terugkijken
0,5
Totaal:
17
*Extra opdracht
Opdrachten
Hieronder vind je de opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.
bedrijfskosten
alle kosten die een bedrijf maakt bij het produceren van goederen en diensten.
afschrijvingskosten
kosten door het minder waard worden van machines.
kostprijs
alle kosten die een ondernemer maakt om één product te maken.
constante kosten
kosten die een ondernemer ook maakt als hij geen goederen of diensten produceert.
variabele kosten
kosten die samenhangen met de productie van de goederen en diensten.
parallelzaak
het assortiment bestaat uit producten die niets met elkaar te maken hebben.
speciaalzaak
het assortiment bestaat uit producten die bij elkaar horen.
productpromotie
reclame waarbij niet de prijs maar (de kwaliteit van) het product centraal staat.
assortiment
de producten die een ondernemer verkoopt.
afzet
het aantal verkochte producten.
omzet
het geldbedrag dat de verkoop van producten oplevert.
omzet = afzet x prijs.
brutowinst
bedrag dat overblijft als van de omzet de inkooppprijs is afgehaald.
brutowinst = omzet - inkoopprijs.
nettowinst
bedrag dat overblijft als van de brutowinst de bedrijfskosten zijn afgehaald.
nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten.
Belasting Toegevoegde Waarde (btw)
belasting die je betaalt als je iets koopt.
marketingbeleid
alles wat een ondernemer doet om zijn doelgroep te bereiken. Het product-, plaats-, personeels-, prijs- en promotiebeleid.
doelgroep
de kopers op wie een ondernemer zich richt.
prijspromotie
reclame maken met de prijs.
Eindopdracht
Een winkel in je eigen woonplaats
Je wilt met je beste vriend(in) een winkel beginnen in het centrum van jullie woonplaats. Een schoenenwinkel, een speelgoedwinkel, een fietsenwinkel, een restaurant of .....
Natuurlijk onderzoeken jullie eerst of jullie woonplaats wel een geschikte vestigingsplaats is. Wonen er wel genoeg mensen voor jullie winkel? Is er veel concurrentie? Hoeveel klanten hebben jullie eigenlijk nodig om de winkel draaiende te kunnen houden?
Kortom: jullie onderzoeken of jullie woonplaats een goede plek is voor de winkel die jullie willen beginnen.
Eindproduct
Je maakt samen met een klasgenoot een verslag van jullie onderzoek.
Wonen er genoeg mensen in jullie woonplaats?
Is er veel concurrentie in jullie woonplaats?
Is de winstverwachting voor jullie winkel voldoende?
Is het verstandig om de winkel in jullie woonplaats te beginnen?
Beoordeling
Het verslag wordt beoordeeld door de docent. De docent let op:
de inhoud: hebben jullie het informatieformulier 'Je eigen winkel' volledig ingevuld?
de inhoud: geeft het verslag antwoord op de vragen op de vorige pagina?
de vorm: het verslag heeft een duidelijke inleiding/vraagstelling.
De informatie is uitgewerkt in verschillende alinea's en het verslag eindigt met een duidelijke afsluiting/conclusie.
de netheid: is het verslag met zorg gemaakt?
taalfouten: bevat het verslag (bijna) geen taalfouten?
Werkwijze
Deze opdracht doe je samen met een klasgenoot.
Voor de opdracht heb je het informatieformulier 'Je eigen winkel' nodig.
Voor de opdracht heb je drie uur de tijd.
Type winkel
Bedenk eerst samen welk type winkel jullie zouden willen beginnen. Weten jullie al een naam voor jullie winkel? Vul de gegevens in op het informatieformulier. Zoek in het telefoonboek, in de Gouden gids of op internet op of er concurrerende winkels in jullie woonplaats zijn. Vul de namen van die winkels in op het formulier.
Producten
Vul nu op het formulier in welke producten jullie gaan verkopen. Vul alleen de belangrijkste drie of vier producten in. Bedenk hoe je aan de producten kunt komen die je wilt gaan verkopen. Probeer er ook achter te komen hoe duur het is om die producten in te kopen. Zoek eventueel naar prijzen op internet of ...
Vul de inkoopprijzen in op het formulier.
Verkoopprijs
In veel winkels geldt dat de verkoopprijs ongeveer 2,5 keer de inkoopprijs is. Kan dat bij jullie winkel ook? Vul de verkoopprijzen in op het formulier.
Afzet, omzet en brutowinst
Hoeveel klanten kopen er op een dag in jullie winkel? Is zaterdag drukker dan de andere dagen? Hoeveel producten verkopen jullie per maand? Vul op het formulier voor de verschillende producten de afzet per maand in.
Bereken nu ook de omzet en brutowinst per maand van de verschillende producten.
Kosten en nettowinst
Naast de inkoopkosten maak je nog meer kosten, zoals huur, personeel, marketingkosten, enzovoorts. Probeer in te schatten hoe hoog deze kosten per maand zijn. Vul de kosten in op het formulier.
Bereken nu de totale nettowinst per maand.
Eindproduct
Schrijf nu een verslag van jullie onderzoek.
Jullie leggen uit of jullie woonplaats wel of niet een goede vestigingsplaats is voor jullie winkel.
In het verslag geven jullie in ieder geval antwoord op de volgende vragen.
Wonen er genoeg mensen in jullie woonplaats?
Is er veel concurrentie in jullie woonplaats?
Is de winstverwachting voor jullie winkel voldoende?
Is het verstandig om de winkel in jullie woonplaats te beginnen?
Klaar?
Laat jullie verslag beoordelen door de docent.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Meer oefenen?
Wil je meer oefenen met examenvragen? Ga dan naar ExamenKracht.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
Waarom wel of waarom niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 17 uur met dit thema bezig zou zijn. Klopt dat ongeveer?
Inhoud
Het thema bestaat uit vier gewone opdrachten en twee extra opdrachten.
Welke 'gewone' opdracht vond je het leukst om te doen?
En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
De extra opdrachten zijn afgeleid van examenopdrachten.
Ging het maken van deze opdrachten goed?
Eindopdracht
Heb je de eindopdracht gemaakt? Past de opdracht goed bij het thema?
D-toets
Wat was je score voor de D-toets? Ben je tevreden met die score?
Heb je geleerd van de fouten die je hebt gemaakt?
Examenvragen
Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
Wil je meer oefenen en met recentere examens?
Ga dan naar ExamenKracht.
Het arrangement Thema: Een product verkopen - vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Het thema 'Een product verkopen' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbo-kgt34. In dit thema gaat het over een product verkopen. Het begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Bedrijfskosten, Afzet, omzet & winst, De marketingmix, Prijs & promotie, De melkprijs en De Action. Begrippen die hier belangrijk zijn: bedrijfskosten, kostprijs, speciaalzaak, assortiment en afzet. De eindopdracht van dit thema is onderzoeken of jullie woonplaats een goede plek is voor een winkel die jullie willen beginnen. Dit doe je samen met een klasgenoot. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden negen meerkeuzevragen gesteld over het thema: Een product verkopen. Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbo-kgt34. In dit thema gaat het over een product verkopen. Het begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Bedrijfskosten, Afzet, omzet & winst, De marketingmix, Prijs & promotie, De melkprijs en De Action. Begrippen die hier belangrijk zijn: bedrijfskosten, kostprijs, speciaalzaak, assortiment en afzet. De eindopdracht van dit thema is onderzoeken of jullie woonplaats een goede plek is voor een winkel die jullie willen beginnen. Dit doe je samen met een klasgenoot. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden negen meerkeuzevragen gesteld over het thema: Een product verkopen. Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Een product verkopen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.