Tijdvak 9 - hv123

Tijdvak 9 - hv123

Tijdvak 9

Inleiding

Tijdvak 9 is de tijd van de Wereldoorlogen.
Dit tijdvak begint rond het jaar 1900 en duurt tot 1950.
Het tijdvak beslaat de eerste helft van de twintigste eeuw.

In dit tijdvak werden twee wereldoorlogen uitgevochten.
Een belangrijk kenmerk van deze periode is de opkomst van het communisme en het nationaal-socialisme.
Ook vond er een economische wereldcrisis plaats. Over deze ontwikkelingen ga je een aantal opdrachten maken.

Als eindopdracht bij dit thema maak je twee keuzeopdrachten.

In de video hieronder krijg je een eerste indruk van de gebeurtenissen in Tijdvak 9.
Bespreek na het kijken met een klasgenoot welke gebeurtenissen in tijdvak 9 jullie het meest interessant lijkt.
Waar zou je het liefst iets over willen leren?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van dit thema kun je:

  Leerdoel Opdracht
directe en indirecte oorzaken noemen van de Eerste Wereldoorlog.
  • De Eerste Wereldoorlog
noemen welke landen tot de Centralen en Geallieerden behoorden tijdens de Eerste Wereldoorlog.
  • De Eerste Wereldoorlog
sociale, economische en politieke gevolgen van de economische crisis in voorbeelden herkennen.
  • Interbellum
uitleggen hoe het kan dat politieke partijen, zoals de NSDAP van Adolf Hitler, snel groeiden en veel aanhangers kregen.
  • Interbellum
uitleggen waarom de Tweede Wereldoorlog een totale oorlog is geweest.
  • De Tweede Wereldoorlog
oorzaken noemen voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
  • De Tweede Wereldoorlog
voorbeelden herkennen van collaboratie en verzet van de Nederlandse bevolking.
  • De Duitse bezetting
een beschrijving geven van de Jodenvervolging en uitleggen dat die uitmondde in de Endlösung.
  • De Duitse bezetting
omschrijven wat het verschil is tussen socialisme en communisme.
  • Communisme ★
aangeven wat de communisten met de Russische Revolutie wilden bereiken.
  • Communisme ★
in eigen woorden vertellen welke rol Colijn speelde tijdens de ontwikkelingen in het interbellum.
  • Colijn en Nederland ★
enkele belangrijke overeenkomsten en verschillen beschrijven tussen het leven in de Sovjet-Unie en de Nazidictatuur.
  • Totalitaire systemen ★
de opgedane kennis in een presentatie verwerken.
  • Afsluiting thema


Opdrachten met een ★ zijn verrijkingsopdrachten.

 

= onthouden, begrijpen

= toepassen

= evalueren, analyseren, creëren

Wat ga ik doen?

Tijdvak 9 bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 0,5 lesuur -
Basisopdrachten
Opdracht: De Eerste Wereldoorlog 5 lesuren Toets of tijdlijn
Opdracht: Interbellum 3 lesuren Toets
Opdracht: De Tweede Wereldoorlog 4 lesuren Toets, tijdlijn of portret
Opdracht: De Duitse bezetting van Nederland 4 lesuren Toets of quiz
Verdiepingsopdrachten
Opdracht: Communisme 3 lesuren Wie is wie
Opdracht: Colijn in Nederland 6 lesuren

Toets en Verslag van de onderzoeksopdracht

Opdracht: Totalitaire systemen vergeleken 3 lesuren Toets
Afsluiting 5 lesuren Twee keuzeopdrachten.
Totaal 33,5 lesuren  

 

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Hier staan de opdrachten die bij dit tijdvak horen.

Maak je keuze.

Basisopdrachten
Opdracht 1

De Eerste Wereldoorlog

Opdracht 2

Interbellum

Opdracht 3

De Tweede Wereldoorlog

Opdracht 4

De Duitse bezetting

Verdiepingsopdrachten
Opdracht 5

Communisme

Opdracht 6

Colijn in Nederland

Opdracht 7

Totalitaire systemen

Afsluiting tijdvak

Kennisbanken

Hieronder vind je de kennisbanken die zijn gebruikt in de opdrachten van Tijdvak 9.

Twee wereldoorlogen

Economische wereldcrisis

De Duitse bezetting en de jodenvervolging

Het nationaal-socialisme en het communisme

Keuzeopdrachten:

Je weet nu veel over Tijdvak 9, de tijd van de Wereldoorlogen.
Bij al die gebeurtenissen gaat het vooral om wat mensen allemaal meemaakten.
Je kunt proberen je in die mensen te verplaatsen: hoe zou het geweest zijn om toen te leven?
Wat zou er door je heen zijn gegaan, hoe zou jij hebben gereageerd?

Maak als afsluiting van dit tijdvak een opdracht waarin jij je inleeft in mensen uit dit tijdvak. 
Je kiest twee van de vijf keuzeopdrachten.
Elke opdracht is geschikt om alleen of samen te maken.
Bij één opdracht kun je met twee tot vier leerlingen samenwerken.
Maak je keuze in overleg met je docent.

Dit zijn de vijf keuzeopdrachten:

  1. Dagboek: Oorlog in de loopgraven. Een of twee leerlingen.
  2. Hoorspel: Leven in crisistijd. Twee tot vier leerlingen.
  3. Brieven: Collaboratie of verzet? Eén of twee leerlingen.
  4. Tekening: Ontwerp een oorlogsmonument. Eén of twee leerlingen.
  5. Presentatie: Portrettengalerij van de Tijd van Wereldoorlogen. Eén of twee leerlingen.

Hierna vind je een uitgebreidere omschrijving en een stappenplan per opdracht.
Maak je keuze in overleg met je medeleerlingen en je docent.

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

A: Oorlog in de loopgraven

Opdrachtbeschrijving
Beschrijf je lotgevallen als frontsoldaat of oorlogsverpleegster.
Frontsoldaat: Stel je voor, je bent opgeroepen in Franse dienst.
Samen met heel veel dorpsgenoten van achttien moet je
gaan meevechten tegen het snel oprukkende Duitse leger.
Je moet afscheid nemen van je familie. Je maakt kennis met je legeronderdeel.
De officieren brengen je naar het front.
Nu maak je kennis met
de oorlog in de loopgraven.

Oorlogsverpleegster: stel je voor, je hebt je als vrijwilligster aangemeld om
te helpen gewonde soldaten te verzorgen in een leeggeruimde school,
twintig kilometer achter de gevechtslinies.
Elke dag komen er meer of minder ernstig gewonden binnen,
met hun verhalen. Hoe houd je het vol? Wat trof je het meest?

In een dagboek houd je bij wat je allemaal overkomt en
wat er door je heengaat. Schrijf tien dagen in dit dagboek.

Groepsgrootte
Eén of twee leerlingen

Stappenplan

  1. Verzamel informatie over het leven in de loopgraven. Zie Tips.
    Bedenk dat het steeds alleen gaat om wat een soldaat of verpleegster meemaakt!
    Kies dus geen gebeurtenissen waar hij/zij niets van kon weten.
  2. Zoek of maak een portret van jezelf. Gebruik dit als 'foto' in je dagboek.
    Je kunt ook meer 'tekeningen' zoeken of maken, als 'schetsen' in je dagboek.
    Bedenk een naam en achtergrondinformatie voor jezelf: wie ben je,
    waar kom je vandaan, wat zijn je opleiding / wensen / toekomstdromen?
  3. Bedenk gebeurtenissen die in een logische volgorde staan. Maak een overzicht.
  4. Verwerk nu de gevonden informatie door per dag een dagboekbijdrage te schrijven.
    Bedenk steeds hoe het eruit zag, hoe het voelde, wat je zou kunnen meemaken,
    reacties van anderen enz.
  5. Laat een ander je dagboekbijdrage lezen en
    vraag feedback om je dagboek nog echter te maken.
  6. Bedenk een reden waarom je ophoudt met schrijven na tien dagen en
    verwerk deze reden in je laatste dagboekbijdrage.

Tips:
Kijk eens op Stripaap voor geschikte strips over dit onderwerp.
Websites: zie entoen.nu

Beoordeling

  Goed Voldoende Onvoldoende
Feiten De feiten kloppen, er worden veel feiten in het verhaal verwerkt over allerlei kanten van de oorlog. Er zijn voldoende feiten verwerkt die informatie geven over het leven in de loopgraven. Je komt niet meer te weten over hoe het ging in de loopgraven dan je al geleerd hebt.
Persoon De persoon is 'echt' en heeft een eigen karakter. De persoon is goed beschreven en geloofwaardig. De persoon past niet in die tijd.
Verhaal Het verhaal is vlot geschreven en fijn om te lezen. Het verhaal is goed leesbaar. Het verhaal is saai of slecht leesbaar.
Inleving Je kunt je goed inleven, het is spannend of ontroerend. Je hebt goed geprobeerd te bedenken hoe het was om dit te beleven. Je kunt duidelijk merken dat dit niet is geschreven door iemand die het heeft meegemaakt.
Taal Er staan geen fouten in die een dagboekschrijver nooit zou maken. Er staan geen fouten in die een dagboekschrijver nooit zou maken. Er staan fouten in die het verhaal moeilijk leesbaar maken of onbegrijpelijk.

 

B: Leven in crisistijd

Opdrachtbeschrijving
Tussen de wereldoorlogen was het leven erg moeilijk in Nederland en veel andere landen.
Door de crisis werden velen werkloos.

  • Hoe hield je het vol als werkloze en hoe was dat voor je gezin?
  • Waar moest je van leven en hoe knoopte je de eindjes aan elkaar?
  • Wat vond je van de regering en werd je erg moedeloos -
    of bleef je je best doen werk te vinden?
  • Kreeg je hulp?

Kortom: het leven was vol spanningen.
Laat die eens horen in een hoorspel dat zich afspeelt in een gezin waarvan de vader werkloos is.

Groepsgrootte
Twee tot vier leerlingen

Stappenplan

  1. Verzamel informatie over het leven van gewone werklozen en hun gezinnen in de crisistijd vanaf 1929.
    Bedenk hoe je het hoorspel gaat opnemen - welk programma gebruik je? Oefen hiermee.
  2. Bedenk een gezin: een vader, vrouw, kinderen - namen, woonplaats,
    beroep - karaktereigenschappen - enz.
    Maak een beschrijving per persoon en verdeel de rollen. Bedenk bij elke persoon een stem.
  3. Bedenk gebeurtenissen in het leven van een crisis-gezin en hoe dit naar voren zou komen:
    thuis aan tafel - gesprek tussen vader en moeder - werk zoeken - opstandigheid en ruzie
    - contact met andere werklozen - enz. Maak een overzicht.
  4. Werk de gebeurtenissen uit tot scènes.
    Bedenk hoe je geluiden kunt toevoegen die alles tot leven brengen.
    Maak per scène een draaiboek.
  5. Speel de scènes en maak opnames. Voeg geluiden apart toe op een apart spoor.
  6. Werk de opname af met behulp van inleiding, muziek enz.

Tips
entoen.nu

Beoordeling

  Goed Voldoende Onvoldoende
Informatie Veel ware gegevens over het leven in crisistijd. De informatie over het leven in crisistijd klopt. Informatie is onjuist of bevat te weinig bijzonderheden.
Personen Verschillende karakters die passen in die tijd. De personen passen in die tijd. De rollen passen niet bij de periode.
Gebeurtenissen Er gebeuren allerlei dingen, ook onverwachte. De gebeurtenissen zijn geloofwaardig. Er gebeurt te weinig of het is niet geloofwaardig.
Rollen De rollen zijn afwisselend en alle personen hebben een eigen aandeel. Verschillende personen spelen een rol die bij hen past. De rollen zijn niet goed verdeeld of personen hebben geen aandeel.
Inleving en spel Je kunt je goed inleven in de crisis, er is fantasie gebruikt. Het spel geeft een goed beeld van de periode. De rollen zijn te weinig ingeleefd.
Geluiden Er zijn passende en originele geluiden toegepast, de muziek past bij de sfeer. De geluiden en muziek kloppen met de gebeurtenissen en de sfeer. Er zijn te weinig geluiden gebruikt of ze kloppen niet.
Afwerking Technisch werkt het hoorspel goed, het is mooi ingeleid. Alles werkt en er is een inleiding. Er is geen inleiding of het hoorspel werkt niet goed.

 

C: Collaboratie of verzet?

Opdrachtbeschrijving
Stel je voor, je bent twee vrienden/vriendinnen,
die bij het uitbreken van de oorlog in de problemen komen:
van de één zit vader of moeder in het verzet,
van de ander zijn vader en moeder overtuigd lid van de NSB.
In geheime briefjes die je stiekem aan elkaar doorgeeft op school,
vertel je wat je thuis meemaakt daardoor. Je discussieert over de keuzes van je ouders,
en over je eigen mening: kun je je ouders volgen of niet?

Groepsgrootte
Eén of twee leerlingen

Stappenplan

  1. Bedenk per rol met welke gebeurtenissen je te maken krijgt.
  2. Bedenk hoe deze gebeurtenissen je leven thuis beïnvloeden,
    en welke eisen er aan jou gesteld worden.
  3. Bedenk conflicten en problemen die hierdoor thuis ontstaan.
  4. Lees elkaars aantekeningen en bedenk hoe je vanuit jouw rol zou reageren.
  5. Verwerk de gegevens tot een schema van gebeurtenissen en reacties,
    en bedenk waar het allemaal op uitloopt - blijven jullie vriend(inn)en, waarom (niet)?
  6. Werk het schema uit tot een serie van 4 tot 6 brieven + antwoordbrieven.

Tips:
Boeken, films, websites:
entoen.nu
Leesplein

Beoordeling

  Goed Voldoende Onvoldoende
Informatie De informatie is origineel en klopt. De informatie klopt. Sommige informatie is onjuist.
Personen De personen zijn geloofwaardig . De personen zijn geloofwaardig. De personen passen niet bij die tijd.
Gebeurtenissen De gebeurtenissen zijn spannend en kunnen echt gebeurd zijn. De gebeurtenissen kunnen echt gebeurd zijn. De gebeurtenissen zijn ongeloofwaardig.
Verhaal Het verhaal heeft een ontwikkeling en afloop. Het verhaal heeft een duidelijke afloop. Er zit geen lijn in het verhaal.
Inleving Je kunt je door de briefjes inleven in de problemen die kinderen in die situatie hadden. Je kunt je door de briefjes inleven in de problemen die kinderen in die situatie hadden. De problemen van de personen worden niet goed uitgewerkt.
Taal De briefjes zijn duidelijk en goed geschreven zonder rare fouten. De briefjes zijn duidelijk, zonder rare fouten. Er zitten veel fouten in waardoor de briefjes onduidelijk zijn.

 

D: Oorlogsmonument

Opdrachtbeschrijving
In heel veel Europese landen staan monumenten die herinneren aan de oorlogen in dit tijdvak. Vaak zie je stoere soldaten, kransen en symbolen - en lijsten met namen, en indrukwekkende spreuken. Vaak nogal ouderwets, want gelukkig is het allemaal lang geleden. Hoe zou een monument voor de oorlogsslachtoffers eruit zien als een jonge kunstenaar het moest maken - dus iemand die het zelf niet heeft meegemaakt?

Ontwerp een modern monument: voor de slachtoffers, of juist voor de overlevenden die de vrede willen bewaren. Zorg dat je monument beelden, symbolen en tekst bevat die begrijpelijk zijn voor een modern publiek. Houd het respectvol! Bedenk ook waar je het wilt plaatsen.

Groepsgrootte
Eén of twee leerlingen

Stappenplan

  1. Zoek afbeeldingen van monumenten voor de oorlogen van tijdvak 9 en bestudeer ze.
    Spreken de monumenten je aan? Of juist niet?
    Maak aantekeningen en noteer je gedachten en ideeën.
  2. Bedenk hoe een modern oorlogsmonument er volgens jou uit zou moeten zien.
  3. Zoek een geschikte plek in Europa of in Nederland om je monument te plaatsen.
    Zorg dat je die keuze kunt uitleggen.
  4. Maak schetsen. Overleg over een geschikte tekst.
  5. Werk de schetsen uit. Je kunt ook gebruik maken van foto's en beeldbewerkingsprogramma's.
    Werk de tekst uit, bijvoorbeeld tot een gedicht dat goed bij het beeld past.
  6. Bedenk hoe je het ontwerp kunt presenteren met een goede uitleg.

Tips:
Oorlogsmonumenten

Beoordeling

  Goed Voldoende Onvoldoende
Informatie Het ontwerp past duidelijk bij het thema oorlog en vrede. Het ontwerp past duidelijk bij het thema oorlog en vrede. Het ontwerp past niet goed bij het thema.
Beeld Het beeld spreekt moderne mensen direct aan en is origineel of verrassend. Het beeld is duidelijk en past bij onze tijd. Het monument lijkt teveel op oude monumenten, spreekt moderne mensen niet aan.
Tekst De tekst is bijzonder en past goed bij het beeld. De tekst past bij het beeld De tekst past niet goed bij het monument.
Boodschap De boodschap van het beeld komt duidelijk over in het beeld en de tekst. De boodschap van het monument is duidelijk. De boodschap is onduidelijk of ontbreekt.
Vormgeving Het beeld verrast door bijzondere materialen / vormgeving / kleur e.d. Het monument is mooi en netjes uitgewerkt qua vorm en kleur. Het ontwerp is slordig uitgewerkt.
Vormgeving De presentatie geeft extra informatie over de bedoeling van het monument. De presentatie maakt duidelijk wat het monument wil betekenen. De presentatie voegt te weinig toe aan het monument zelf.

E: Portrettengalerij

Opdrachtbeschrijving
In de tijd van de wereldoorlogen hebben veel leiders,
maar ook gewone mensen een bijzondere rol gespeeld.
Door hun acties veranderden ze het leven van andere mensen: positief of negatief.
Welke personen, helden of schurken, zou jij kiezen als de mensen van tijdvak 10?
En waarom precies?
Maak een portrettengalerij, voor aan de muur of op het scherm,
van de tien belangrijkste figuren uit de tijd van de wereldoorlogen.
Schrijf bij elk portret wie het is en welke bijdrage hij/zij heeft geleverd.

Groepsgrootte
Eén of twee leerlingen

Stappenplan

  1. Loop de geschiedenis van deze periode nog eens door en
    noteer namen van mensen die opvallen door hun invloed of bijdrage.
  2. Zoek per persoon informatie over levensjaren, achtergrond,
    activiteiten en noteer de belangrijkste gegevens.
  3. Zoek per persoon een passend en goed gelijkend portret - het mag natuurlijk ook een afbeelding zijn waarop deze persoon samen met anderen staat of in actie is.
  4. Werk de aantekeningen uit tot een korte toelichting per persoon,
    die steeds op dezelfde manier is opgebouwd: naam - levensjaren -
    toelichtende tekst van ongeveer 12 regels.
    In de tekst moet duidelijk worden welke unieke bijdrage deze persoon heeft geleverd aan dit tijdperk.
  5. Verwerk de afbeeldingen en teksten tot een portrettengalerij: op papier of digitaal.
  6. Zorg dat de presentatie door je groepsgenoten is te bekijken.

Tips
entoen.nu

Beoordeling

  Goed Voldoende Onvoldoende
Informatie De informatie in de toelichtingen is juist en goed samengevat. De informatie is juist. De informatie klopt niet.
Personen De gekozen personen hebben allen een belangrijke rol gespeeld en dit wordt ook goed uitgelegd. Er zijn originele en verrassende keuzes bij. De gekozen personen hebben allen een belangrijke rol gespeeld, in de toelichting wordt uitgelegd waarom. Er zijn personen bij die een te onbelangrijke rol speelden of hun rol wordt niet goed toegelicht.
Portretten De keuze van afbeeldingen is goed en origineel. De keuze van afbeeldingen is goed. Sommige afbeeldingen zijn onjuist, ongeschikt of onduidelijk.
Tekst De tekst is goed gespeld en prettig om te lezen. De tekst is goed gespeld en is vlot te lezen. De tekst bevat veel fouten, is slecht leesbaar.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de D-toets.

Terugkijken

Intro

  • Heb je in deze opdracht nog kennis gemaakt met vervoersmiddelen die je niet had gevonden in de introductieopdracht.

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 23 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
  • Inhoud
    Welke lesstof in dit thema was nieuw voor je en welke lesstof wist je al? Welke lesstof heeft je het meest geïnteresseerd of misschien zelfs wel aangegrepen. Kun je uitleggen waarom?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Hoe vond je het dat je een keuze kon maken uit de verschillende opdrachten? Ben je achteraf tevreden met de keus die je hebt gemaakt? Waarom wel of waarom niet?
    Hoe verliep de samenwerking met de klasgenoten als je de opdracht samen hebt gedaan? Hadden jullie een goede taakverdeling? Hebben jullie de samenwerking geëvalueerd?

Verderkijker

Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'.
De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende digitale fragmenten uit het archief van Beeld en Geluid.
Voor thema 9 zijn de elf fragmenten bij acht verschillende onderwerpen geselecteerd.

Om de Teleblik fragmenten te kunnen bekijken moet je ingelogd zijn op Teleblik.
Voor meer informatie over het inloggen ga naar: teleblik.nl/faq/hoe-krijg-ik-toegang-tot-teleblik

1 De eerste wereldoorlog
Fragment van 'Andere Tijden' over Belgische vluchtelingen in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Belgische vluchtelingen in Nederland


2 Economische wereldcrisis
Armoede in de jaren dertig: hoe werd de crisis beleefd?
Oproep zingende dame voor de armen. Fragment van 'Andere Tijden'.

Crisis


3 Colijn en Nederland
Toespraak Colijn voor de oorlog, met beelden van burgers en soldaten. Colijn:
'er is voortshands nog geen enkele reden om ongerust te zijn'.

Colijn en Nederland


4 Communisme
Beelden van de Russische revolutie (o.a. Lenin),
met verhalen van Cor de Roos - Oudegeest over die tijd in Nederland.

Communisme


5 Nationaal socialisme
NSB in Nederland: een toespraak van Anton Mussert, de leider van de NSB.

NSB in Nederland

Uit het programma 'De eerste getuigen van onze eeuw' een toespraak van Hitler.

Hitler


6 Totalitaire systemen
De Grote Duitse Kunstexpositie in München in 1943.

In Europa: Duitsland


7 De Tweede wereldoorlog
Fragment uit de 'Grote geschiedenisquiz van 2012':
De Duitsers spraken tijdens de oorlog van een ‘Geisterarmee’. Wie of wat was dit?

Geistarmee

Polygoon journaal over het tekenen van het Verdrag van München 1939.

Verdrag van München


8 De Duitse bezetting
Duitse inval Rotterdam, bombardement op Rotterdam en capitulatie met de witte vlag.

En toch ... Rotterdam

Speciaal hiervoor opgeleide Canadese soldaten legden bijna de hele slotfase van de Tweede Wereldoorlog vast op film:
Nijmegen/bevrijding

5 mei 1945

  • Het arrangement Tijdvak 9 - hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-12-20 14:14:09
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Tijdvak 9' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit tijdvak valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo en vwo, leerjaar 3. Tijdvak 9 is de tijd van de Wereldoorlogen. Dit tijdvak begint rond het jaar 1900 en duurt tot 1950. Het tijdvak beslaat de eerste helft van de twintigste eeuw. In dit tijdvak werden twee wereldoorlogen uitgevochten. Een belangrijk kenmerk van deze periode is de opkomst van het communisme en het nationaal-socialisme. Ook vond er een economische wereldcrisis plaats. De basisopdrachten binnen dit thema zijn: De eerste wereldoorlog, interbellum, de tweede wereldoorlog en de Duitse bezetting. Als verdiepingsopdrachten zijn er nog: communisme, Colijn in Nederland en Totalitaire systemen.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    De tijd van de wereldoorlogen (1900 - 1950); De tijd van televisie en computer (vanaf 1950); Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    33 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, communisme, eerste wereldoorlog, geschiedenis, hv123, interbellum, stercollectie, totalitaire systemen, tweede wereldoorlog, wereldoorlogen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Geschiedenis Onderbouw

    https://maken.wikiwijs.nl/88055/Geschiedenis_Onderbouw

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Thema Tijdvak 9 toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/148776/Thema_Tijdvak_9_toetsen