Bouw van planten - hv12

Bouw van planten - hv12

Intro

Intro

Introductie
Bekijk het volgende filmpje:


Een plant bestaat uit verschillende organen.
Zo hebben de zaadplanten drie hoofdorganen: wortel, stengel en blad.
Wanneer ze zich geslachtelijk voortplanten hebben ze één of meerdere bloemen.

Deze opdracht gaat over de bouw en de voortplanting van planten.

Succes.

Vooraf

Leerdoelen

Aan het eind van deze opdracht:

  • Ken je de onderdelen van een (zaad)plant.
  • Kun je uitleggen welke functie de verschillende onderdelen van een zaadplant hebben.

Eindproduct-Beoordeling

Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met:

  • een tabel over de eigenschappen van stengels.
  • een tekening van een wortel met wortelharen.
  • deel 2 en deel 3 van je eigen onderzoek.

Beoordeling
De tekening van de dwarsdoorsnede van een stengel en de tekening van een wortel moeten voldoen
aan de eisen van een biologische tekening.

Werkwijze

Activiteiten

Stap Groepsgrootte Activiteit
Stap 1 Alleen Informatie lezen, toepassingen bekijken en vragen beantwoorden over bladeren.
Stap 2 Alleen Oefening over het determineren van bladeren maken.
Stap 3 Samen Verder met het onderzoek naar een inheemse plant - deel 2 van het werkblad eigen onderzoek doen.
Stap 4 Alleen Informatie lezen en vragen beantwoorden over stengels en transportweefsel.
Stap 5 Alleen + samen Practicum 'Stengel' uitvoeren en bespreken met klasgenoot.
Stap 6 Samen Verder met het onderzoek naar een inheemse plant - deel 3 van het werkblad eigen onderzoek doen.
Stap 7 Alleen Informatie lezen en vragen beantwoorden over wortels.
Stap 8 Alleen + samen Practicum 'Wortelharen van dichtbij' uitvoeren en bespreken met klasgenoot.
Stap 9 Alleen Toets 'Bouw van planten' maken.
Extra Alleen + samen Video bekijken en bespreken met klasgenoot.

 

Benodigdheden


Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1

Bladeren
Bestuur uit de kennisbank biologie uit het onderdeel Zaadplanten de pagina's 8 tot en met 11 over bladeren:

KB: Zaadplanten

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat wordt in de afbeelding aangegeven met de letters A en B?
    1. A = zijnerf en B = bladmoes
    2. A = hoofdnerf en B = bladschijf
  2. Bekijk de bladeren van de brandnetel. Wat kun je zeggen over de bladrand?
    1. bladrand is gezaagd
    2. bladrand is gegolfd
  3. Bekijk blad 3. Wat kun je zeggen over de bladrand?
    1. bladrand is getand
    2. bladrand is glad
  4. Bekijk de bladeren van afbeelding 4. Wat klopt?
    1. bladvorm is handvormig samengesteld
    2. bladvorm veervormig samengesteld
  5. Bekijk de bladeren van afbeelding 5. Wat klopt?
    1. bladvorm is handvormig samengesteld
    2. bladvorm veervormig samengesteld

Stap 2

Bladeren
Er zijn verschillende websites waar je kunt oefenen met het determineren van bladeren.
Ga naar www.bomen-determineren.com en determineer de volgende drie bladeren.

Maak vervolgens de onderstaande oefening.

Toets:Sorteren bladeren

Stap 3

Eigen onderzoek - deel 2
Je gaat verder met je onderzoek aan de inheemse plant. Je gaat nu aan de slag met deel 2.

  • Download het werkblad - werkblad Eigen onderzoek .
  • Lees deel 2 een keer helemaal door.
  • Maak een foto of tekening van de bladeren en beantwoord de vragen.
  • Verzamel alle gegevens in een digitale map.
  • In stap 6 gaan jullie verder met het onderzoek.

Succes.

Stap 4

Stengel en transportweefsel
Bestuur nu uit de kennisbank biologie uit het onderdeel Zaadplanten de pagina's over stengels en uit het onderdeel Plantenweefsel het deel over transportweefsel:

KB: Zaadplanten - pagina 7
KB: Plantenweefsel - pagina 4 en 5

Gebruik de info uit de Kennisbank om de volgende vragen te beantwoorden.
Een deel van de vragen kom je in toets in Stap 9 opnieuw tegen. 

  1. De vaatbundels vervoeren stoffen door de plant.
    In welke richting?
    1. Alleen van boven naar beneden.
    2. Alleen van beneden naar boven.
    3. Zowel van boven naar beneden als van beneden naar boven.
  2. Waar of niet waar?
    De stam van een boom is een stengel.
    1. waar
    2. niet waar
  3. Welke vaten vervoeren water en mineralen van de wortel naar de stengel, bladeren en bloemen?
    1. Alleen de bastvaten.
    2. Alleen de houtvaten.
    3. Zowel de bastvaten als de houtvaten.
  4. Welke vaten vervoeren water met glucose van de bladeren naar de wortel?
    1. Alleen de bastvaten.
    2. Alleen de houtvaten.
    3. Zowel de bastvaten als de houtvaten.
  5. Waar of niet waar?
    Bastvaten bestaan uit dode cellen.
    1. waar
    2. niet waar
  6. Waar of niet waar?
    Houtvaten bestaan uit dode cellen.
    1. waar
    2. niet waar
  7. Komen vaatbundels alleen in de stengels voor?
    1. Ja, alleen in de stengel.
    2. Nee, in de stengel én in de bloemen.
    3. Nee, in de stengel én in de wortels en bladeren.

Stap 5

Practicum Stengel
Je gaat onderzoeken wat de invloed van water op de stevigheid van planten is. Je onderzoekt zowel kruidachtige en houtachtige planten. De resultaten presenteer je in een tabel en je beantwoord een aantal vragen.

  • Download het werkblad Eigenschappen van vier stengels.
  • Lees het werkblad een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Voer het practicum uit.

Klaar?
Vergelijk je tabel en de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde antwoorden in de tabel? Bespreek eventuele verschillen.

Stap 6

Eigen onderzoek - deel 3
Jullie gaan verder met jullie onderzoek aan de inheemse plant. Jullie gaan nu aan de slag met deel 3: De stengel.

  • Download het werkblad - werkblad Eigen onderzoek.
  • Lees deel 3 een keer helemaal door.
  • Maak een foto of tekening van de stengel en beantwoord de vragen.
  • Verzamel alle gegevens in een digitale map.
  • In de volgende opdracht gaan jullie verder met het onderzoek.

Succes.

Stap 7

Wortel en wortelharen
Bestuur nu uit de kennisbank biologie uit het onderdeel Zaadplanten de pagina's 2 t/m 6 over wortels:

KB: Zaadplanten

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat neemt een plant met wortelharen op uit de grond?
    1. Alleen water.
    2. Alleen voedingsstoffen.
    3. Zowel water als voedingsstoffen.
  2. Water wordt opgenomen door de wortelharen en wordt vervoerd naar de bladeren. Wat is de juiste volgorde?
    1. Wortelharen - vulcellen - houtvaten - bladeren.
    2. Wortelharen - houtvaten - vulcellen - bladeren.
  3. Bekijk de afbeeldingen van de peen en de prei. Wat klopt?
    1. Een peen en prei hebben beide geen zijwortels.
    2. Een peen heeft geen zijwortels, een prei heeft wel zijwortels.
    3. Een peen en prei hebben beide zijwortels.
  4. Welke functie van wortels helpt sommige planten overleven in de winter?
    1. Vastzetten in de grond.
    2. Transporteren van water.
    3. Opslag van reservevoedsel.
  5. Waar of niet waar?
    Een woestijnplant heeft een diep en breed wortelstelsel.
  6. Waar of niet waar?
    Voedsel wordt in de wortel opgeslagen in de vorm van zetmeel.

Stap 8

Practicum Wortelharen van dichtbij
Je gaat een natuurgetrouwe tekening maken van de wortel met de wortelharen en je benoemt de onderdelen van de wortel.

  • Download het werkblad Wortelharen .
  • Lees het werkblad een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Voer het practicum uit.

Klaar?
Vergelijk je tekening met de tekening van een klasgenoot.
Vraag je klasgenoot om commentaar op je tekening. Geef op een goede manier commentaar op de
tekening van je klasgenoot.

Laat de tekening vervolgens beoordelen door je docent.

Stap 9

Toets Bouw van planten
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets 'Bouw van planten'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Om de toets te maken heb je inloggegevens van Quayn nodig.
Klik op de volgende link om te beginnen:

Toets Quayn: Bouw van planten


Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

Toets:Bouw van planten

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.


 

Begrippenlijst

Bouw van planten - deel 1

Vaten
Kleine buisjes die zorgen voor het transport van stoffen in planten.
Zaadplanten
Planten die zich voortplanten met behulp van zaden. Zaadplanten hebben wortels, stengels, vaatbundels en bladeren.
Zaad
Bij (bloem)planten: bevruchte en gerijpte eicel, waaruit een nieuwe plant kan groeien. Ontwikkelt zich in het zaadbeginsel.
Naaktzadige planten
Zaadplanten waarbij de zaden onbedekt op de schub van een kegel liggen; bijvoorbeeld naaldbomen zoals een den (de dennenappel is een kegelvrucht).
Bedektzadige planten
Zaadplanten waarbij de zaden zich bedekt in een vrucht ontwikkelen, bijvoorbeeld appelbomen (de appel is een vrucht).
Wortel
Ondergronds deel van een plant met als functies om water en mineralen uit de bodem op te nemen, reservestoffen op te slaan en de plant vast te zetten in de grond. Bij kieming van een zaad groeit eerst het worteltje.
Penwortel
Een dikke hoofdwortel.
Wortelharen
Uitgegroeide opperhuidcellen, die water en mineralen opnemen uit de bodem.
Zetmeel
Zetmeel, een koolhydraat, is de vorm waarin glucose wordt opgeslagen in bladeren.
Knopvorming
Planten vormen knoppen (eindknoppen, zijknoppen, bladknoppen en bloemknoppen) die als ze uitlopen nieuwe bloemen en/of scheuten (= nieuwe stengel met bladeren of met bladeren en bloemen) geven.
Opperhuid
De opperhuid is de buitenste laag cellen van een plant.
Huidmondjes
Opening in bladeren waardoor gassen (zuurstof, koolstofdioxide, waterdamp) in en uit de plant kunnen gaan.
Stempel
Bovenste deel van de stamper; hierop komen stuifmeelkorrels terecht bij bestuiving.
Stamper
Vrouwelijk geslachtsorgaan in een bloem, bestaande uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.
Stijl
Stuk van de stamper tussen de stempel en het vruchtbeginsel.
Vruchtbeginsel
Onderste deel van de stamper dat eicellen (vrouwelijke geslachtscellen van de plant) bevat. Uit het vruchtbeginsel kan na bevruchting een vrucht ontstaan.
Zaadbeginsel
Deel van het vruchtbeginsel, waarin zich een eicel bevindt die kan worden bevrucht. Uit het zaadbeginsel kan na bevruchting een zaad ontstaan.
Meeldraad
Mannelijk geslachtsorgaan in een bloem dat stuifmeelkorrels (mannelijke geslachtscellen van de plant) bevat.

 

 

 

Bouw van planten - deel 2

Bastvaten
Transportkanalen in de stengel; vervoeren geproduceerde suikers van de bladeren richting de wortels. In het vroege voorjaar (wanneer de plant nog geen bladeren heeft) worden suikers vervoerd van de wortels naar de bladeren voor snelle groei.
Vaatbundels
In vaatbundels komen de bast- en houtvaten samen.
Helmknop
De helmknop is onderdeel van de meeldraad en bestaat uit enkele helmhokjes.
Helmdraad
De helmdraad is onderdeel van de meeldraad en draagt een helmknop.
Stuifmeelkorrels
Mannelijke voortplantingscellen van zaadplanten.
Vaatplant
Landplanten met vaatbundels (houtvaten en bastvaten).
Bladgroen
Groene kleurstof in bladgroenkorrels (in planten), hebben functie bij fotosynthese.
Voortplanting
Het proces waarbij organismen zorgen voor nakomelingen.
Voortpantingscellen
Geslachtscellen. Bij planten: stuifmeelkorrels (man) en eicellen (vrouw); Bij dieren en mensen: spermacellen/zaadcellen (man) en eicellen (vrouw).
Houtvaten
Transportkanalen in de stengel; vervoeren water en mineralen van de wortels richting de bladeren en bloemen.
Vulweefsel
Het weefsel dat wordt gevormd door de cellen onder het dekweefsel.
Steunweefsel
Steunweefsel zorgt voor stevigheid in het skelet of tussen organen. Er zijn drie typen; bindweefsel, kraakbeenweefsel en beenweefsel.
Palissade weefsel
Bladgroen bevattende langwerpige cellen aan de bovenkant van het blad.
Bladvorm
De bouw van een blad is aangepast (adaptatie) aan en geeft informatie over de leefomgeving van een plant. Bijvoorbeeld: in het regenwoud (veel neerslag) staan vaak planten met heel grote bladeren, die veel water kunnen verdampen en cactussen (in droge omgeving) hebben vaak doornvormige bladeren en verdampen juist weinig water.
Sponsweefsel
Bladgroen bevattende langwerpige cellen aan de onderkant van het blad met veel intercellulaire holtes.
Sluitcellen
Regelen het open- en dichtgaan van de huidmondjes.

 

 

  • Het arrangement Bouw van planten - hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2016-04-13 09:51:22
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Sorteren bladeren

    Bouw van planten

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.