Bouw van planten - deel 1

Vaten
Kleine buisjes die zorgen voor het transport van stoffen in planten.
Zaadplanten
Planten die zich voortplanten met behulp van zaden. Zaadplanten hebben wortels, stengels, vaatbundels en bladeren.
Zaad
Bij (bloem)planten: bevruchte en gerijpte eicel, waaruit een nieuwe plant kan groeien. Ontwikkelt zich in het zaadbeginsel.
Naaktzadige planten
Zaadplanten waarbij de zaden onbedekt op de schub van een kegel liggen; bijvoorbeeld naaldbomen zoals een den (de dennenappel is een kegelvrucht).
Bedektzadige planten
Zaadplanten waarbij de zaden zich bedekt in een vrucht ontwikkelen, bijvoorbeeld appelbomen (de appel is een vrucht).
Wortel
Ondergronds deel van een plant met als functies om water en mineralen uit de bodem op te nemen, reservestoffen op te slaan en de plant vast te zetten in de grond. Bij kieming van een zaad groeit eerst het worteltje.
Penwortel
Een dikke hoofdwortel.
Wortelharen
Uitgegroeide opperhuidcellen, die water en mineralen opnemen uit de bodem.
Zetmeel
Zetmeel, een koolhydraat, is de vorm waarin glucose wordt opgeslagen in bladeren.
Knopvorming
Planten vormen knoppen (eindknoppen, zijknoppen, bladknoppen en bloemknoppen) die als ze uitlopen nieuwe bloemen en/of scheuten (= nieuwe stengel met bladeren of met bladeren en bloemen) geven.
Opperhuid
De opperhuid is de buitenste laag cellen van een plant.
Huidmondjes
Opening in bladeren waardoor gassen (zuurstof, koolstofdioxide, waterdamp) in en uit de plant kunnen gaan.
Stempel
Bovenste deel van de stamper; hierop komen stuifmeelkorrels terecht bij bestuiving.
Stamper
Vrouwelijk geslachtsorgaan in een bloem, bestaande uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.
Stijl
Stuk van de stamper tussen de stempel en het vruchtbeginsel.
Vruchtbeginsel
Onderste deel van de stamper dat eicellen (vrouwelijke geslachtscellen van de plant) bevat. Uit het vruchtbeginsel kan na bevruchting een vrucht ontstaan.
Zaadbeginsel
Deel van het vruchtbeginsel, waarin zich een eicel bevindt die kan worden bevrucht. Uit het zaadbeginsel kan na bevruchting een zaad ontstaan.
Meeldraad
Mannelijk geslachtsorgaan in een bloem dat stuifmeelkorrels (mannelijke geslachtscellen van de plant) bevat.