Onderdelen van de cel

Onderdelen van de cel

Welkom!

Afbeelding 1
Afbeelding 1

Leerdoelen

In deze webquest worden verschillende onderdelen van een planten- en dierencel besproken. Hoewel er veel verschillende soorten cellen zijn, hebben ze veel onderdelen met elkaar gemeen.

Na deze webquest kun je de volgende onderdelen aanwijzen, benoemen en de functie ervan uitleggen:

  • Celkern
  • Cytoplasma
  • Celmembraan
  • Vacuole
  • Plastiden
  • Mitochondriën
  • Endoplasmatisch reticulum
  • Golgiapparaat
  • Celwand

Theorie

In deze webquest gaan jullie meer te weten komen over cellen. Over plantencellen én dierencellen. Jullie gaan leren over de verschillen tussen deze cellen maar ook over de overeenkomsten.

Binnen cellen zijn er kleinere onderdelen die we organellen noemen die belangrijke taken hebben binnen de cel. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je weet welke organellen er allemaal zijn, welke horen bij planten én welke bij dieren. Je gaat leren welke andere cel onderdelen er zijn. En je gaat meer te weten komen over de functies van deze onderdelen en de organellen die je kunt vinden in plant- en dierlijke cellen.

Onderdelen plantencel

Laten we beginnen bij een paar onderdelen die alleen plantencellen hebben. Er zijn natuurlijk heel veel planten, en zelf binnen één plant zijn er verschillende soorten cellen. Je kan je misschien wel voorstellen dat de cellen in boomschors een stuk harder moeten zijn dan die in een lekker sappig blaadje. Maar er zijn bepaalde eigenschappen die bijna elke plantencel heeft en daar gaan we nu naar kijken.

In afbeelding 2 zie je een plantencel met al de verschillende onderdelen die je gaat leren tijdens deze webquest. 

Afbeelding 2 Plantencel (schematisch)
Afbeelding 2 Plantencel (schematisch)

Laten we beginnen bij de celwand, deze geeft stevigheid aan een plant. Dieren hebben botten of  andere manieren om hun lichaam in een bepaalde vorm te houden. Planten hebben deze niet en ze moeten ook nog eens tegen de zwaartekracht in omhoog groeien dus gebruiken ze celwanden om hun vorm te behouden.

Het celmembraan dat je ziet op de afbeelding is een klein laagje dat binnen de celwand zit. Dieren hebben ook celmembranen, deze zijn een stuk zachter dan celwanden en zorgen ervoor dat het cytoplasma binnen de cel blijft en niet naar buiten loopt. Maar ook dat er niet andere stoffen zomaar de cel binnen komen. Cytoplasma is namelijk een vloeistof die weg zou lopen als die niet tegengehouden zou worden door het celmembraan. Zoals je kunt zien op de afbeelding “zweven” binnen het cytoplasma ook al de organellen die je kunt vinden in een cel.

Een ander organel dat alleen planten hebben is de bladgroenkorrel. Deze zorgt voor de fotosynthese binnen planten; het proces waarbij water en CO2 door middel van zonlicht worden omgezet in glucose en zuurstof. Dit is een heel belangrijk organel omdat zo de zuurstof word gemaakt die wij allemaal ademen en het de planten die wij eten voorziet van de bouwstoffen om te groeien. Bladgroenkorrels vind je niet overal in planten, bij hun wortels waar geen zonlicht valt zal je ze niet vinden. Ze zitten vooral in de bladeren van planten, maar bijvoorbeeld ook in de stelen van bloemen

De bladgroenkorrel is een plastide, waarvan er 3 soorten zijn. Als je op het plaatje kijkt zie je een zetmeelkorrel. Dit is een andere plastide, wanneer een plant overtollige energie heeft slaat het dat op in zetmeelkorrels. Een derde plastide die niet op het plaatje staat zijn kleurstofkorrels, deze geven de felle kleuren aan bloemen maar bijvoorbeeld ook de rode kleur aan tomaten of oranje bij wortels. Plastiden kunnen veranderen van functie, als een groene banaan geel word veranderen de bladgroenkorrels in kleurstofkorrels. Maar als een aardappel in het licht komt kan hij ook groen worden omdat zijn zetmeelkorrels veranderen in bladgroenkorrels.

Op het plaatje staat nog een laatste organel dat uniek is voor planten, de grootste van allemaal; de vacuole. Deze neemt vaak meer dan de helft van de cel in beslag en heeft net als de celwand een rol bij het in vorm houden van planten. De vacuole is gevuld met vocht, zoveel vocht dat hij druk uitoefent op het cytoplasma om hem heen en ook op de celwand waardoor die weer steviger word. De vacuole kan ook worden gebruikt voor het opslaan van voedingstoffen, bijvoorbeeld in zaden. 

Onderdelen planten- en dierencel

Afbeelding 2 Plantencel (schematisch)
Afbeelding 2 Plantencel (schematisch)

De celwand, alle verschillende plastiden en de vacuole zijn onderdelen die dierlijke cellen niet hebben. De rest van de onderdelen in afbeelding 2 hebben dierlijke cellen wel en hun functies zijn hetzelfde. Dus het is belangrijk dat terwijl je de rest van de webquest doorloopt en leert over deze organellen, je realiseert dat dit geld voor dieren én planten.

Afbeelding 3 Dierlijke cel (schematisch)
Afbeelding 3 Dierlijke cel (schematisch)

Laten we verder gaan met de celkern. Als je kijkt naar afbeelding 2 ligt die helemaal niet in het midden, dus waarom heet die dan de celkern? Dat komt omdat hier het erfelijk materiaal in de vorm van DNA is opgeslagen. Dit DNA geeft opdrachten aan de rest van de cel en zelfs daarbuiten. Omdat de belangrijkste informatie hier is opgeslagen, noemen we het de celkern.

Nu gaan we kijken naar de andere organellen die je kunt vinden in dier- en plantcellen. Er zijn  verschillende organellen met allemaal andere taken binnen de cel. Sommige maken energie, andere sturen informatie en weer anderen vertalen en bewerken deze informatie. Samen zorgen ze dat de cel goed werkt.

We gaan beginnen bij het endoplasmatisch reticulum. In afbeelding 3 zie je dat deze uit een heel netwerk van membranen bestaat, binnen die membranen zitten kleine holtes waar eiwitten worden gemaakt.  Zoals je op het plaatje kunt zien bestaat het endoplasmatsich reticulum uit twee delen. Het gladde gedeelte helpt bij het maken van onderdelen die nodig zijn voor het maken van membranen. Maar ook bij het verwerken van gifstoffen en het functioneren van spiercellen.

Binnen het ruwe gedeelte worden eiwitten gemaakt, waar vervolgens ook weer een klein membraantje om heen word gemaakt. Daarna worden de eiwitten in kleine transport pakketjes worden verstuurd naar andere delen van de cel, maar ook daar buiten. Veel van deze pakketjes worden richting het Golgipapparaat gestuurd; het volgende organel dat wij gaan bespreken.

Net als het endoplasmatisch reticulum bestaat het Golgiapparaat uit meerdere membranen, alleen zijn ze dit keer opgestapeld als een stapel pitabroodjes. Het Golgiapparaat heeft twee verschillende zijden, aan de ene kant komen pakketjes binnen en aan de andere kant worden ze weer verstuurd. Als een pakketje arriveert bij de ontvangende zijde word het door het Golgiapparaat bewerkt en uiteindelijk word het er aan de andere kant uitgestuurd met een soort labeltje waardoor het precies weet waar het naar toe moet.

Het pakketje zou bijvoorbeeld naar die mitochondriën gestuurd kunnen worden; het laatste organel dat we gaan bespreken. Dieren en planten slaan hun voedingstoffen op in de vorm van suikers en vetten maar voordat deze kunnen worden gebruikt om energie te geven moet er eerst iets met de suikers en vetten gebeuren. De mitochondriën veranderen deze in ATP, dit is het stofje dat planten en dieren gebruiken om al hun werk te doen. Als ze willen groeien maar ook als je beweegt gebruik je ATP.

 

Afhankelijk van het soort cel kan je meer of minder van bepaalde organellen aantreffen. Sommige cellen hebben duizenden mitochondriën omdat er veel energie moet worden opgewekt. Aan de bovenzijde van een blad waar het licht op valt heeft elke vierkante millimeter zelfs een miljoen bladgroenkorrels! En in je lever of andere plekken waar enzymen worden uitgescheiden is het Golgiapparaat weer heel ingewikkeld omdat het de pakketjes die het krijgt van het endoplasmatisch reticulum meer moet bewerken dan in andere cellen. Afhankelijk van de plek in een lichaam of plant kunnen de organellen verschillen, in functie en in aantal. Maar behalve de celwand, plastiden en de vacuole komen al de onderdelen die je net hebt geleerd zowel voor in plant- als in diercellen. 

Samenvatting

 Cel onderdeel

 Functie

 Celwand (alleen plantencel)

 Geeft stevigheid aan een plant

 Celmembraan

 Zorgt dat cytoplasma in de cel blijft, en andere stoffen buiten de  cel

 Cytoplasma

 Hierin “zweven” de organellen in de cel

 Plastiden (alleen plantencel)

 

  • Bladgroenkorrel

 Zorgt voor fotosynthese in de plant

  • Zetmeelkorrel

 Hierin wordt overtollige energie opgeslagen

  • Kleurstofkorrel

 Geeft kleur aan bv. bloem of tomaat

 Vacuole (alleen plantencel)

 Vult zich met vocht, om druk uit te oefenen op cytoplasma en  celwand

 Celkern

 Hierin is erfelijk materiaal in de vorm van DNA opgeslagen

 Endoplasmatisch Reticulum

 Netwerk van membranen waar eiwitten worden gemaakt en  verstuurd

 Golgiapparaat

 Transport”pakketjes” ontvangen, bewerken en doorsturen

 Mitochondriën

 Energie opwekken uit vetten en suikers, in de vorm van ATP

 

Uitleg in beeld: Crash Course

Hieronder staan twee Engelstalige filmpjes met duidelijke en soms grappige uitleg over planten- en dierlijke cellen. Zeker de moeite waard om te kijken!

Crash Course Plant Cells

Crash Course Animal Cells

Diagnostische toets

Hulpdocument Docent

De leerling is na het doorlopen van deze webquest in staat om:

  • Te beschrijven dat er verschillende cellen met verschillende functies bestaan, maar dat een aantal onderdelen in elke cel voorkomt.
  • De verschillende onderdelen van een planten- en dierencel aan te wijzen, te benoemen en de functie te omschrijven:
    • Celkern
    • Cytoplasma
    • Celmembraan
    • Vacuole
    • Plastiden
    • Mitochondriën
    • Endoplasmatisch reticulum
    • Golgiapparaat
    • Celwand
  • Het verschil in organellen tussen een plantencel en dierencel kunnen benoemen.

 

Antwoorden diagnostische toets:

 

1. Sleep de naam van het organel naar de bijbehorende afbeelding.

 

  • Mitochondrium
  • Endoplasmatisch reticulum
  • Golgi-apparaat
 

2. Welk organel kan je wel vinden in een plantencel, maar niet in een dierlijke cel?

 

Het juist beantwoorden van deze vraag levert 1 punt op.

  1.  Celkern
  2.  Mitochondrium
  3. ✔ Celwand
  4.  Celmembraan
 

3. Plaats de prikker op de plaats van de celkern.

 

 
 

4. Typ de woorden in die ontbreken.

 

 
  • Het Celmembraan van de cel zorgt ervoor dat het Cytoplasma binnen in de cel blijft, en andere stoffen niet zomaar naar binnen kunnen.
 

5. Welk organel zorgt voor fotosynthese?

 

  1.  Zetmeelkorrel
  2. ✔ Bladgroenkorrel
  3.  Vacuole
  4.  Endoplasmatisch reticulum
 

6. Plaats de prikker op de plek van de vacuole.

 

 
  • Het arrangement Onderdelen van de cel is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Kevin Koorda Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-01-31 23:53:00
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In deze webquest gaan jullie meer te weten komen over cellen en hun onderdelen.
    Leerniveau
    VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Crash Course Plant Cells
    https://youtu.be/9UvlqAVCoqY
    Video
    Crash Course Animal Cells
    https://youtu.be/cj8dDTHGJBY
    Video