|
Cel onderdeel |
Functie |
|
Celwand (alleen plantencel) |
Geeft stevigheid aan een plant |
|
Celmembraan |
Zorgt dat cytoplasma in de cel blijft, en andere stoffen buiten de cel |
|
Cytoplasma |
Hierin “zweven” de organellen in de cel |
|
Plastiden (alleen plantencel) |
|
|
Zorgt voor fotosynthese in de plant |
|
Hierin wordt overtollige energie opgeslagen |
|
Geeft kleur aan bv. bloem of tomaat |
|
Vacuole (alleen plantencel) |
Vult zich met vocht, om druk uit te oefenen op cytoplasma en celwand |
|
Celkern |
Hierin is erfelijk materiaal in de vorm van DNA opgeslagen |
|
Endoplasmatisch Reticulum |
Netwerk van membranen waar eiwitten worden gemaakt en verstuurd |
|
Golgiapparaat |
Transport”pakketjes” ontvangen, bewerken en doorsturen |
|
Mitochondriën |
Energie opwekken uit vetten en suikers, in de vorm van ATP |