Slavernij: een historisch onderzoek
Opdracht voor klas 2
Gemaakt door C. Ruffin


Slavernij: een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis
Nederland heeft heel lang gehandeld in slaven. Slaven zijn mensen die gedwongen moeten werken voor een meester. Nederland haalde de slaven vooral uit West-Afrika. De handelaren kochten ze van Afrikaanse heersers. De slaven werden per schip over de oceaan van Afrika naar Curaçao vervoerd.
Op Curaçao was een grote slavenmarkt. Handelaren boden hier de slaven uit het schip aan. Plantagedirecteuren kozen de gezonde, jonge slaven uit. Daarna werden deze slaven vooral naar Suriname gestuurd. Suriname was toen een kolonie van Nederland. Daar werden de slaven verkocht aan degene die het meest bood. De slaven moesten hier gaan werken op de plantages van de Nederlanders.
Historisch onderzoek
Jullie gaan in drietallen een historisch onderzoek doen naar de Nederlandse slavernij in Amerika. Om onderzoek te doen heb je onderzoeksvragen en bronnen nodig. Die kun je allemaal op deze site vinden. In het menu kun je alle stappen vinden, de bronnen en de beoordeling.
Veel succes!
Stap 1: vragen stellen
Jullie gaan in drietallen onderzoek doen. Hiervan leveren jullie een verslag in. Wat er precies in je verslag moet komen te staan kun je zien onder het kopje Eisen aan het verslag.
De onderzoeksvraag die jullie moeten beantwoorden is:
Hoe was het leven van een slaaf in Suriname?
Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Daarom heb je deelvragen nodig. De drie deelvragen zijn:
1.Hoe was het vervoer van slaven naar Suriname?
2.Hoe werden slaven op de plantages in Suriname behandeld?
3.Hoe kwamen slaven in Suriname in verzet tegen hun meesters?
Je begrijpt het zeker al, ieder groepslid onderzoekt 1 deelvraag. Samen komen jullie tot een antwoord op de onderzoeksvraag, de conclusie van jullie onderzoek.
Als laatste gaan jullie een dagboek schrijven over het leven van een slaaf in Suriname. Hierin verwerken jullie de informatie die je uit je onderzoek hebt gehaald.
Stap 2: informatie verzamelen
Bronnen bestuderen
Als eerste gaan jullie samen alle bronnen bestuderen. De ene bron geeft informatie voor deelvraag 1, een andere voor deelvraag 2 of 3. Sommige bronnen geven zelfs informatie voor het beantwoorden van 2, zelfs 3 deelvragen.
Jullie maken een tabel waarin je aangeeft welke bronnen informatie geven op welke deelvragen. Een voorbeeld van zo'n tabel vindt je hier.
Bron
|
Deelvraag 1
|
Deelvraag 2
|
Deelvraag 3
|
Bron 1
|
X
|
|
|
Bron 2
|
|
|
X
|
Bron 3
|
X
|
X
|
|
Bron 4
|
|
X
|
|
Bron 5
|
X
|
|
X
|
Let op: dit is een voorbeeld voor de tabel.
De kruisjes voor de bronnen kloppen niet!
Stap 3: informatie verwerken
Informatie uit de bronnen halen
Bekijk de tabel van stap 2. Maak voor iedere deelvraag een nieuwe tabel. In totaal worden dus 3 tabellen gemaakt. Ieder groepslid maakt een tabel voor zijn eigen deelvraag. Hierin noteren jullie alleen de bronnen die over jouw deelvraag informatie geven.
Jullie moeten de informatie uit de bronnen zo precies mogelijk noteren. Sommige bronnen geven slechts enkele woorden aan informatie, maar andere misschien wel 10 zinnen!
Een voorbeeld van zo'n tabel vindt je hier.
Bron
|
Informatie
|
Bron 1
|
- Slaven werden naar Europa vervoerd
- De reis duurde 3 weken
|
Bron 3
|
- Slaven kregen tijdens de reis alleen brood te eten
|
Bron 5
|
- Er ging altijd een dokter mee op het schip
- Slaven kregen tijdens de reis brood te eten
- Er werden 5.000 slaven tegelijk vervoerd
- Bijna alle slaven werden ziek aan boord
|
Let op: dit is een voorbeeld voor de tabel.
De informatie voor de bronnen kloppen niet!
Betrouwbaarheid (niet voor Vmbo-BBL)
Bij historisch onderzoek maken we gebruik van bronnen. Maar helaas is niet iedere bron even betrouwbaar.
Als de voetbalwedstrijd Ajax - Feyenoord eindigt in 0 - 0, dan is dat een feit. Dat is gewoon zo. Maar wie was de betere partij en had eigenlijk moeten winnen? Een Ajaxsupporter vond Ajax beter spelen, maar was helemaal niet bij de wedstrijd aanwezig. Een Feyenoordsupporter was er wel bij, maar kijkt ook niet zonder vooroordeel naar de wedstrijd.
Waar moet je op letten bij de betrouwbaarheid van bronnen?
-
Wie heeft de bron gemaakt (naam, groep, sociale laag, land, godsdienst, tijd)?
-
Was deze persoon een ooggetuige of heeft hij zijn informatie van iemand anders?
-
Geeft de bron vooral feiten of vooral meningen?
-
Is de maker van de bron partijdig?
-
Wil de maker van de bron iets bereiken?
-
Klopt de informatie in de bron met informatie uit andere bronnen?
Bekijk de tabel met informatie van stap 3. Maak een nieuwe tabel. Hierin geven jullie aan of de bronnen wel of niet betrouwbaar zijn. Ook leg je goed uit waarom je dat vindt. Een voorbeeld van zo'n tabel vindt je hier.
Bron
|
Betrouwbaar?
|
Uitleg
|
Bron 1
|
Nee
|
In de bron staan vooral meningen.
|
Bron 2
|
Ja
|
De maker van de bron is een ooggetuige.
|
Bron 3
|
Ja
|
De informatie uit deze bron klopt met informatie uit andere bronnen (bron 5)
|
Bron 4
|
Nee
|
De maker van de bron is er niet bij geweest, maar heeft ook geen onderzoek gedaan
|
Bron 5
|
Ja
|
De informatie uit deze bron klopt met informatie uit andere bronnen (bron 3)
|
Let op: dit is een voorbeeld voor de tabel.
De betrouwbaarheid en uitleg voor de bronnen kloppen niet!
Stap 4: vragen beantwoorden
Nu gaat ieder groepslid zijn eigen deelvraag beantwoorden. Hiervoor maak je gebruik van de tabel met informatie en betrouwbaarheid die je bij stap 3 gemaakt hebt. In deze tabel staat de informatie die je nodig hebt voor jouw antwoord schematisch weergegeven. Nu ga je daar een mooi lopend verhaal over schrijven. Denk aan een inleiding, je antwoord en de conclusie.
Je beantwoordt de deelvraag in minimaal 250 en maximaal 350 woorden.
Stap 5: presenteren
De Dagboekopdracht
Jullie hebben een antwoord gegeven op de vraag:
Hoe was het leven van een slaaf in Suriname?
Daarbij hebben jullie gekeken naar drie deelvragen:
- Hoe was het vervoer van slaven naar Suriname?
- Hoe werden slaven op de plantages in Suriname behandeld?
- Hoe kwamen slaven in Suriname in verzet tegen hun meesters?
Nu gaan jullie een gedeelte van het dagboek schrijven van Kwakoe. Kwakoe is een jongen van 16 jaar uit West-Afrika die als slaaf is verkocht. Hij maakt de lange reis naar Amerika, waar hij als slaaf op een plantage in Suriname moet werken. Ook maakte hij een opstand van slaven mee tegen zijn eigenaar van de plantage.
Jullie schrijven het deel van zijn dagboek vanaf de reis naar Amerika tot en met het verzet tegen de meester. In jullie verhaal verwerken jullie de informatie die je uit de bronnen hebt gehaald. Die moet dus juist zijn. Wel mag je veel fantasie gebruiken: familieleden, het weer onderweg, vrienden en of hij meedeed aan het verzet en hoe dat afliep.
Vertel niet alleen wat er precies gebeurde, vertel ook wat Kwakoe voelde, dacht, rook en droomde. Maak er een spannend, verdrietig, hoopvol of vrolijk verhaal van. Probeer je echt in te leven in Kwakoe en probeer de wereld om hem heen door zijn ogen te zien. Hoe meer ik het gevoel heb dat ik echt het dagboek van Kwakoe zit te lezen, hoe hoger jullie cijfer!
Het dagboek speelt zich af in de 18e eeuw. Natuurlijk is het dus handgeschreven!
Het dagboekfragment bestaat uit minimaal 600 woorden en maximaal 800 woorden. Ook wil ik er 1 of 2 tekeningen bij die Kwakoe heeft gemaakt voor zijn dagboek.
Checklist: wat moeten jullie allemaal inleveren?
Wat moet ieder groepje inleveren?
- Een verslag van jullie onderzoek (op de computer)
- Een dagboek van Kwakoe (handgeschreven)
1.Het verslag van jullie onderzoek (75% van jullie cijfer)
Jullie leveren als groep een verslag in. Daar staat in ieder geval het volgende in:
- een voorblad met jullie namen, klas, vak, titel en een originele afbeelding.
- een inleiding: wat gaan jullie doen?
- de tabel voor stap 2
- 3 tabellen voor stap 3
- Een tabel over betrouwbaarheid (niet voor BBL)
- 3 antwoorden op de 3 deelvragen
Natuurlijke leveren jullie een mooi en verzorgd verslag in. Denk hierbij dus ook aan:
- verzorgd taalgebruik en correcte spelling (tip: gebruik de spellingscontrole!)
- een paar originele afbeeldingen
- paginanummering
- inhoud
- alles in hetzelfde lettertype
- enzovoort
2.Het dagboek van Kwakoe (25% van jullie cijfer)
Jullie schrijven een dagboek van Kwakoe.
- Het is handgeschreven (dat mogen best 3 verschillende handschriften zijn)
- Er zitten 1 of 2 tekeningen bij
- Het is netjes en leesbaar
Beoordeling
Jullie krijgen voor het verslag gezamenlijk een cijfer, dat 2x meetelt (als een toets).
Dat cijfer wordt als volgt berekend:
Tabel stap 2
|
10
|
punten
|
Tabel stap 3 betrouwbaarheid (niet voor BBL)
|
10
|
punten
|
Tabel stap 3 deelvraag 1
|
10
|
punten
|
Tabel stap 3 deelvraag 2
|
10
|
punten
|
Tabel stap 3 deelvraag 3
|
10
|
punten
|
Antwoord op deelvraag 1
|
25
|
punten
|
Antwoord op deelvraag 2
|
25
|
punten
|
Antwoord op deelvraag 3
|
25
|
punten
|
Dagboekfragmenten
|
45
|
punten
|
Tekeningen
|
10
|
punten
|
Werkhouding tijdens de lessen
|
10
|
punten
|
Verzorging van het verslag
|
10
|
punten
|
|
|
|
Totaal
|
200
|
punten
|
Bronnen
Bron 1
De tekenaar Pierre Benoit maakte in de 19e eeuw een rondreis door Suriname. Daar ontmoette hij deze marron. Marrons zijn weggelopen slaven van de plantages. Deze man leefde al 3 jaar in het oerwoud. Hij hield zich in leven met wat de natuur hem gaf. In die tijd was hij maar twee keer in Paramaribo geweest om cacao en hout te ruilen tegen kogels, kruit en jenever.

Bron 2
Een afbeelding uit onze tijd. Historici zijn van mening dat slaven vastgeketend en met houten klemmen naar de Afrikaanse kust werden gebracht om naar Suriname getransporteerd te worden.

Bron 3
Tabel uit 1685:
Naam van het schip |
aantal slaven |
aantal doden |
% doden |
doodsoorzaak |
De Cheurvorst |
500 |
131 |
26,2 % |
pokken, diaree |
Gouden Tijger |
906 |
192 |
21,2 % |
onbekend |
Juffrou Geertruyt |
458 |
85 |
18,5 % |
onbekend |
De Hester |
500 |
25 |
5 % |
ziekten, zelfmoord |
Bron 4
Een van de grote slavenopstanden speelde zich af aan het einde van het jaar 1750, aan boord van het slavenschip Middelburgs Welvaren. Toen het schip op 11 februari 1751 in Paramaribo aankwam, schreef jonkheer J. Mauricius, gouverneur van Suriname in zijn dagboek het volgende:
"Voor den mond der rivier is gearriveerd kapitein Johan Gerritse, varende op 't schip Middelburgs Welvaren, komende van Guinea in Afrika. Hij heeft het ongeluk gehad, toen hij met syn schip 2 à 3 dagen van de Afrikaansche kust is geweest, dat de slaaven een opstand zijn begonnen en 't scheepsvolk hebben aangevallen, waardoor sij genoodsaakt syn geweest, om daarop te moeten schieten. De tegenstand van de slaaven is so hevig en langdurige geweest, dat van ruim 260 maar 30 stuks syn overgebleeven. Doch hy heeft by geluk geen één man van syn eigen volk verlooren."
Bron 5
J.G. Stedman verbleef tussen 1772 en 1777 in Suriname. Ook hij schreef over zijn ervaringen een boek. Onderstaande tekst is uit dit boek afkomstig. Stedman zag de ongewenste intimiteiten van opzichters ten opzichte van slavinnen als oorzaak van slavenverzet.
“Maar het ondragelijkste voor hun is, dat ofschoon een neger en zijn vrouw voor elkaar de grootste genegenheid voelen, de vrouw zich de walgelijke omhelzingen van een opzichter moet laten welgevallen. Zij moet dit toestaan, wil zij haar man niet in stukken geslagen zien worden. Deze onwaardige behandeling heeft hen dikwijls tot de gewelddadigste wanhoop vervoerd.”
Bron 6
De oogst op een suikerrietplantage. Deze tekening is gemaakt door Th. Bray. Hij was een blanke opzichter op een plantage in Suriname. Hij was tegen de afschaffing van slavernij, maar wilde wel wat doen aan de ellende van de slaven.

Bron 7
Slavenstempels werden gebruikt om slaven te brandmerken. De letters op de stempels geven de naam van de eigenaar weer. Als een weggelopen slaaf werd gevangen, konden ze weer naar de rechtmatige eigenaar worden teruggebracht.

Bron 8
Een plattegrond van het slavenschip Brookes. Hier kun je zien hoe de slaven vervoerd werden op hun reis over de Atlantische Oceaan. Op de afbeelding zie je het benedendek. Hierop werden 292 slaven vervoerd. Op het hele schip waren 480 slaven.

Bron 9
In 1839 doodden negers de kapitein van het slavenschip La Amistad. Ze dwongen enkele bemanningsleden terug naar Afrika te varen, maar ze kwamen aan in de Verenigde Staten. Daar werden ze gearresteerd op verdenking van moord. Na een lange rechtszaak werden ze vrijgesproken, omdat zij volgens de rechters het recht hadden te vechten voor hun vrijheid.Dit is een tekening uit een Amerikaanse krant in 1840.

Bron 10
Tijdens het oversteken van de Atlantische Oceaan werden zieke slaven meestal overboord gezet. Dit betekende natuurlijk verlies voor de slavenhandelaar. Maar door zieke slaven aan boord te houden bestond het risico dat gezonde slaven aangestoken konden worden.

Bron 11
In de 18e eeuw specialiseerde de Middelburgse Commercie Compagnie zich in slavenhandel. Deze Zeeuwse compagnie bezat 43 slavenschepen. Hiermee werden meer dan 100 slavenreizen gemaakt. De Middelburgse Commercie Compagnie was in de 18e eeuw de grootste Nederlandse slavenhaler. In de reglementen van deze compagnie stonden allerlei voorschriften voor de overtocht. Zo valt er te lezen:
De scheepsofficieren wordt op het hart gedrukt:
- om er goede voor te zorgen dat zij niet door de negers of slaven overmeesterd worden;
- om niet toe te staan dat de negers, slaven of slavinnen door officieren of scheepsvolk verkracht of mishandeld worden. Als dit onverhoopt toch mocht gebeuren, dan zal hiervan notie gemaakt worden in het scheepsjournaal. De overtreder zal door de scheepsraad gestraft worden;
- om de slaven goed te verzorgen en hen correct te behandelen
- tot slot moeten de officieren er voor zorgen dat de dokter elke ochtend de slaven op ziektes controleert. De officieren zijn verplicht om de dokter alles te geven wat deze nodig heeft om de slaven te verzorgen.
Bron 12
Dit is een tekening van John Stedman uit 1775. Hij tekent hier een Zwarte Jager. Dat waren jonge slaven in Suriname die hun vrijheid kregen als zij deelnamen aan de jacht op weggelopen slaven. Als wapens droegen zij een sabel en een geweer. Als teken van hun vrijheid en om hen te onderscheiden van slaven droegen ze een rode muts. Daarom werden ze ook Redimoesoe (= rode muts) genoemd. Het Korps Zwarte Jagers was een onderdeel van het Nederlandse koloniale leger in Suriname.

Bron 13
Hier zijn slaven aan het werk bij een suikerrietmolen. Dit was gevaarlijk werk. Slaven liepen de kans bekneld te raken in de machine. Dat ging vaak ten koste van een arm of been. Ook dodelijke ongelukken waren niet zeldzaam. Als een slaaf geen ongelukken kreeg bij de machine, werden ze toch nog vaak ziek. Het tochtte namelijk altijd bij de suikerrietmolen. Deze tekening is gemaakt door Th. Bray, een blanke opzichter op een Surinaamse plantage in de 19e eeuw.

Bron 14
Equiano werd toen hij 10 jaar oud was, ontvoerd en verkocht als slaaf. Toen hij 21 was, was hij vrij en schreef een boek over zijn ervaringen. Hij schreef over de overtocht:
"De benauwdheid van het ruim en de hitte van het klimaat, gevoegd bij het aantal in het schip, dat zo overvol was dat elk van ons nauwelijks ruimte had om zich om te draaien, verstikten ons bijna. Dit leidde tot overvloedig transpireren, zodat de lucht spoedig ongeschikt werd om in te ademen. Die vieze lucht veroorzaakte een ziekte onder de slaven, waar velen aan stierven en zodoende het slachtoffer werden van de zorgeloze gierigheid, als ik dit zo mag zeggen, van hun aankopers. Deze ellendige toestand werd nog verergerd door de ontvellingen van de kettingen, die nu onverdraaglijk werden, en het vuil van de noodzakelijke tonnen, waar de kinderen vaak in vielen en bijna verstikten. De kreten van de vrouwen en het gekreun van de stervenden maakten het geheel tot een afschrikwekkend schouwspel, dat haast onvoorstelbaar was."
Bron 15
De slaven zijn zojuist in Suriname aangekomen vanuituit Afrika. De tekenaar is verontwaardigd over hun toestand. Hij schrijft bij de tekening: "Je zou zeggen dat ze zojuist uit het graf zijn opgestaan. Het lijken wel wandelende skeletten."
Toch merkt hij ook op dat de slaven geen wanhopige indruk maken en dat de matroos die hen moest bewaken zijn stok niet vaak hoefde te gebruiken.

Bron 16
Vanaf 1721 werd weglopen door de overheid met de doodstraf bestraft. In 1730 werd een gevangen wegloper terecht gesteld. De koloniale overheid op deze manier het weglopen af te schrikken. In de praktijk had dit overigens weinig effect, slaven bleven weglopen. Hieronder volgt een beschrijving van het doodvonnis:
"De neger Joosje wordt met een ijzeren haak door zijn ribben geslagen en aan de galg opgehangen. Hier zal hij blijven hangen totdat de dood volgt. Als hij gestorven is, wordt zijn kop afgekapt en op een staak aan de waterkant geplaatst. De romp blijft achter als prooi voor de vogels."
Bron 17
Verslag van de overtocht van het schip Koning Salomon in 1688:
Rond 12 juni worden aan de kust van Afrika 333 mannen, 3 jongens, 167 vrouwen en 5 meisjes aan boord genomen. Op 16 juni begint de oversteek van de oceaan naar Suriname.
Elke morgen wordt het schip schoon gespoeld en gewierookt en krijgen alle slaven een beetje jenever te drinken. De zieken krijgen extra beschuit en jenever. Hele magere slaven krijgen brood. Af en toe wordt een os geslacht en gekookt voor de slaven en ’s zondags krijgen ze gort en gesneden spek.
Tijdens de overtocht wordt op volle zee ontdekt dat een aantal slaven in opstand wil komen. Hun leider wordt opgespoord en opgehangen.
Onderweg breken er besmettelijke ziektes uit. Door de zieken apart te leggen wordt voorkomen dat ze anderen aansteken.
Bron 18
Een tekening van Stedman uit 1775. Hier wordt een neger levend aan zijn ribben opgehangen. Volgens Stedman leefde deze man nog drie dagen terwijl hij zijn gruwelijke straf onderging. Hij hing met zijn hoofd en voeten naar de grond aan een haak die aan zijn ribben was vastgemaakt en onderging zijn straf zwijgend.

Bron 19
In 1763 schreef Jan Abraham Chabron een brief over de grootste slavenopstand in de Nederlandse geschiedenis. Hij maakte de opstand in Curaçao van dichtbij mee.
“Zy ontdekten Mittelholzer, en een der Negers wilde hem terstond doodschieten. Doch Mittelholzer onder het geroep van: ‘neen, neen’, nam zyn Sabel en kapte den Neger de hand af. Hierop nam hy zyn Geweer en verjoeg alle de andere, die daar digt by waaren. Eindelyk is Mittelholzer ongelukkig in hunne handen vervallen, en naderhand heb ik hem erbarmelyk hooren schreeuwen. Het is ten uiterste te verwonderen, dat de Negers my niet gezien hebben.”
Bron 20
In 1775 tekende John Stedman deze slavin. Zij had haar werk niet goed gedaan en kreeg daarom 200 stokslagen. Daarna moest zij twee maanden met een gewicht van 100 kilo rondlopen.

Bron 21
F.A. Kuhn werkte vanaf 1816 als arts in Suriname. In 1828 schreef hij een boek waarin hij allerlei adviezen gaf voor een verbetering van de levensomstandigheden van de slaven . Hieronder heeft Kuhn de voedselsituatie beschreven:
"Het voedsel bestaat voor de negers uit taaie en zwaar te verteren meelachtige vruchten of wortels zoals: bananen, knollen, aardvruchten, wortels, aardappels en rijst. Voorts eten de slaven verse, gerookte en gezouten vis, veel zout en peper. Hun gewone drank is water.
Als de plantageneger goed van bananen en vis is voorzien dan is hij, ondanks dat het zware kost is, gewoonlijk zeer gezond. Wordt hij echter hiervan niet voldoende voorzien, dan ziet hij zich gedwongen om ander voedsel te eten. Hij verliest kracht en begint te lijden. Tot mijn grote spijt moet ik zeggen dat de voeding in het algemeen niet zo goed is als misschien bij goede verzorging mogelijk zou zijn. Terwijl op enige plantages de negers overvloed hebben, is er op andere soms niet alleen schraalte maar zelfs gebrek."
Bron 22
Een tekening van het vervoer op het slavenschip Aurora in 1784.

Bron 23
In 1998 maakte Peter Nuyten deze schoolplaat over ons slavernijverleden. Op deze plaat verwerkte hij verschillende aspecten van de slavernij.

Bron 24
Mahommah Gardo Baquaqua was een slaaf. Hij vertelde zijn verhaal in 1854 over zijn leven. De onderstaande tekst gaat over zijn overtocht als slaaf van Afrika naar Amerika.
“We werden volkomen naakt in het ruim gesmeten, de mannen opgepakt aan één kant, en de vrouwen aan de andere kant. Het ruim was zo laag dat we niet rechtop konden staan, maar gedwongen waren om te hurken op de vloer of te gaan zitten; dag en nacht waren hetzelfde voor ons, slaap werd ons onthouden door de positie van onze lichamen, en we raakten wanhopig door het lijden en de vermoeidheid.
Het enige eten dat we hadden gedurende de reis was geweekte en gekookte maïs. Ik weet niet precies hoe lang we zo gevangen zaten maar het leek een eeuwigheid. We leden enorme dorst, maar alles wat we nodig hadden werd ons ontzegd. We kregen een pint per dag, niet meer; en veel slaven stierven tijdens de overtocht. Er was een arme kerel zo wanhopig om water te krijgen dat hij probeerde een mes te pakken van de blanke man die het water bracht. Hij werd aan boord gebracht en ik weet niet wat er van hem geworden is, maar ik neem aan dat hij overboord is gegooid.
Als één van ons weerbarstig werd, werd zijn vlees ingekerfd met een mes en ingesmeerd met peper of azijn om hem tot bedaren te brengen. Ik leed, net als de anderen, de eerste dagen erg aan zeeziekte, maar dat maakte onze wrede eigenaren niets uit. Ons lijden moesten we voor ons houden: we hadden niemand om ons leed mee te delen, of zelfs maar ons gerust te stellen.
Sommigen werden overboord gegooid voordat de laatste lucht uit ze was ontsnapt; als men het idee had dat slaven zouden sterven dan ontdeed men zich op die manier van ze. Slechts twee keer gedurende die reis werd ons toegestaan om aan dek te gaan en ons te wassen - een keer op zee, en opnieuw toen we de haven invoeren.”
Bron 25
Vanuit Europa vertrokken schepen met wapens en sterke drank naar West-Afrika. Daar werden deze goederen geruild tegen slaven. Met de slaven zeilden de schepen naar Amerika. Daar werden de slaven verkocht om op de plantages te werken. Met de opbrengst van de verkoop van de slaven werden de producten van de plantages ingekocht: suiker, tabak en koffie. Deze producten werden weer naar Europa vervoerd om met winst te verkopen.
Zo maakten de slaven deel uit van de Atlantische Driehoekshandel: een handel in een driehoek over de Atlantische Oceaan.

Bron 26
Verantwoording
Deze opdracht sluit goed aan bij de volgende kerndoelen van het domein mens en maatschappij:
Kerndoel 37: Historische basiskennis
- tijd van pruiken en revoluties (1700 – 1800);
- slavenarbeid op plantages;
- opkomst van abolitionisme.
Kerndoel 39: Onderzoek leren doen
Het verrichten van een onderzoek in de vorm van een stappenplan
- het gebruik van deelvragen om de hoofdvraag te beantwoorden;
- informatie verzamelen: hierbij moeten verschillende bronnen gebruikt worden;
- informatie verwerken: het ordenen, selecteren, rubriceren, verwerken van informatie in tabellen;
- beantwoording van de hoofdvraag, het trekken van conclusies;
- het presenteren van de bevindingen in de vorm van een dagboekfragment;
Kerndoel 40: Omgaan met historische bronnen
Leerlingen halen historische informatie uit verschillende bronnen: schriftelijke en visuele bronnen. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van (bewerkte) primaire bronnen. Met deze bronnen kunnen zij:
- informatie uit bronnen halen;
- de bruikbaarheid van bronnen vaststellen;
- het verschil tussen feiten en meningen kennen en dit kunnen toepassen;
- een eigen mening vormen over de betrouwbaarheid van die bron.
De presentatieopdracht is het schrijven van een dagboekfragment met tekeningen. Door deze inlevingsopdracht kunnen leerlingen oefenen in standplaatsgebondenheid.