In de 18e eeuw specialiseerde de Middelburgse Commercie Compagnie zich in slavenhandel. Deze Zeeuwse compagnie bezat 43 slavenschepen. Hiermee werden meer dan 100 slavenreizen gemaakt. De Middelburgse Commercie Compagnie was in de 18e eeuw de grootste Nederlandse slavenhaler. In de reglementen van deze compagnie stonden allerlei voorschriften voor de overtocht. Zo valt er te lezen:
De scheepsofficieren wordt op het hart gedrukt:
om er goede voor te zorgen dat zij niet door de negers of slaven overmeesterd worden;
om niet toe te staan dat de negers, slaven of slavinnen door officieren of scheepsvolk verkracht of mishandeld worden. Als dit onverhoopt toch mocht gebeuren, dan zal hiervan notie gemaakt worden in het scheepsjournaal. De overtreder zal door de scheepsraad gestraft worden;
om de slaven goed te verzorgen en hen correct te behandelen
tot slot moeten de officieren er voor zorgen dat de dokter elke ochtend de slaven op ziektes controleert. De officieren zijn verplicht om de dokter alles te geven wat deze nodig heeft om de slaven te verzorgen.