Tussen de temperatuur en de bewegelijkheid van de moleculen.
Tussen de bewegelijkheid en de ruimte tussen de moleculen
Tussen de temperatuur en de ruimte tussen de moleculen
Tussen de dichtheid en de ruimte tussen de moleculen
Het filmpje mag maximaal 3 minuten duren en wordt vertoond in de eerstvolgende les. Je krijgt 2 lesuur om het filmpje te maken. Voordat je een film gaat opnemen bespreek je eerst met je docent hoe je film er uit gaat zien. Plaats je filmpje op Pinterest.
Tips:
Bedenk eerst hoe de faseovergang werkt voordat je het filmpje maakt.
Maak gebruik van internet en je boek voor het zoeken van informatie.
Speel als groep de moleculen van de stof om alles uit te beelden.
11.2 drinkwater
Klassikale introductie van film "Het woelige water"
Door de toenemende milieuverontreiniging wordt het zuiveren van oppervlaktewater en grondwater steeds moeilijker en daardoor ook duurder. In Nederland worden hoge eisen gesteld aan het drinkwater, deze eisen zijn bepaald in het waterleidingbesluit. Hierin staat onder andere aangegeven in welke concentraties stoffen in drinkwater mogen voorkomen. De concentratie is het aantal gram opgeloste stof in één liter water.
Stof
Concentratie in mg/L
Sulfaat
1000
Nitriet
0,10
Nitraat
50
Fosfaat
2,0
Natrium
0,020
Aluminium
0,20
Lood
0,010
Nikkel
0,020
Koper
2,0
Kwik
0,0010
In huizen die gebouwd zijn voor 1960 zitten waterleidingen die gemaakt zijn van lood. Via deze leidingen komt er lood in het leidingwater terecht. Vooral wanneer er lange tijd geen water is gebruikt is de concentratie lood in deze leidingen hoger.
Wanneer is een stof giftig?
Bekijk het volgende filmpje over een milieuramp in Brazilie.
We noemen een stof giftig wanneer deze schadelijk is als je kleine hoeveelheden binnen krijgt. We noemen deze hoeveelheid ook wel dosis. De dosis is de hoeveelheid aan schadelijke stof in milligram per kilogram lichaamsmassa. Meestal wordt een dosis per dag aangegeven op een verpakking.
Als je hoofdpijn hebt kun je een paracetamol nemen. In één tablet zit behalve de werkzame stof paracetamol ook nog een vulmiddel, anders wordt de tablet erg klein. De dosis paracetamol voor een volwassene is 0,013 mg/kg. In een tablet van 1,5 g zit 0,3 mg aan paracetamol.
Bij een bepaald medicijn is de dagelijkse dosis 0,1 mg per kilogram lichaamsmassa. Op het potje staat ook de lethale dosis (LD), dat is de dosis waarbij de patiënt komt te overlijden vanwege een vergiftiging. De lethale dosis voor deze stof is 4 mg/kg
Om te voorkomen dat geestelijk minder stabiele patiënten een lethale dosis binnenkrijgen van deze stof, wordt dit medicijn op recept uitgegeven met een maximum aantal pillen. Zelfs wanneer alle meegekregen pillen in één keer slikt is het niet dodelijk.
Praktische opdracht
Praktische opdracht:
Inleiding:
Het waterverbruik in huis is de laatste tientallen jaren afgenomen door het gebruik van vooral waterbesperende apparaten. Het bad- en douchewaterverbruik is echter toegenomen. Ondanks waterbesparende douchekoppen gebruiken we toch meer water om ons zelf schoon en fris te houden. Dit houdt in dat we of vaker douchen, langer douchen of misschien wel allebei.
Doel:
Ontwerp een douchesysteem waarbij het mogelijk is om veel water te besparen door middel van hergebruik van het douchewater. Het hergebruik van het douchewater moet verantwoord en veilig gebeuren (één van de eisen aan je ontwerp). Je mag kiezen uit de volgende opdrachten:
1) je ontwerpt een douchesysteem om douchewater te besparen waarbij je voornamelijk gebruik maak van de scheidingsmethoden uit Hoofdstuk 9 en de zuiveringsmethoden uit dit hoofdstuk.
2) Je ontwerpt een douchesysteem om douchewater te besparen waarbij je gebruik maakt van de scheidingsmethoden uit Hoofdstuk 9 en van wat je geleerd hebt in Hoofdstuk 10 over automatiseren.
Elke presentatie gaat in op de werking van de scheidingsmethodes die worden gebruikt
Hoe gaan jullie te werk:
- Jullie werken in groepjes van 4 aan het ontwerp
- jullie maken een tekening met alle onderdelen die nodig zijn om aan de eisen van jullie ontwerp te voldoen.
- jullie presenteren jullie ontwerp in de vorm van een powerpoint of prezie. Deze moet 5 minuten duren waarbij iedereen aan het woord komt. In de presentatie moet duidelijk worden wat de functie is van elk onderdeel en hoe je douchewater kunt besparen.
Tijd:
- Jullie krijgen 3 lessen de tijd voor deze opdracht.
- Na deze 3 lessen is er een les voor jullie presentaties.
Bekijk beide filmpjes. Bij elk van de filmpjes hoort een opdracht. Maak een keuze welke opdracht je gaat uitvoeren nadat je de beide filmpjes hebt bekeken. De opdracht met sterke zuren en basen in huis is moeilijker dan de opdracht met shampoo.
Doel van de opdracht: maak een thingLink met behulp van het practicum waarin het verband tussen de begrippen uit kolom 1 en de onderwerpen uit kolom 2 duidelijk wordt.
Deelvraag 1: Leg het verband uit tussen de begrippen uit kolom 1 en de pH-waarde
Deelvraag 2: Leg het verband uit tussen de begrippen uit kolom 1 en lakmoes
Deelvraag 3: Leg het verband uit tussen de begrippen uit kolom 1 en rodekoolsap
Deelvraag 4: Leg het verband uit tussen de begrippen uit kolom 1 en het pH-papier
Hoe ga je dat doen:
Ga in je groepje zitten.
Voer het practicum de zuurgraad van shampoo's uit. Zie onderaan bladzijde
opdracht 1B zeer zure en basische oplossingen in huis?
opdracht1A: zeer zure en basische oplossingen in huis
Moeilijkheidsgraad: moeilijk
Doel van de opdracht: maak een thingLink met behulp van het practicum waarin het verband tussen de begrippen uit kolom 1 en de onderwerpen uit kolom 2 duidelijk wordt.
Deelvraag 1: Leg het verband uit tussen de begrippen uit kolom 1 en de pH-waarde
Deelvraag 2:
Deelvraag 3:
Deelvraag 4:
Hoe ga je dat doen:
Ga in je groepje zitten.
Bedenk deelvragen
Voer het practicum sterke zuren en basen uit. Zie onderaan bladzijde
Programma’s als; SimpleMind+, Prezi, iMindMap (of een andere keuze)
Informatie van internet
Tijd:
Jullie krijgen hiervoor 2 lesuren.
Beoordeling:
In de daar op volgende les gaan jullie je eigen Mind-Map beoordelen door deze te vergelijken met 3 andere Mind-Maps uit de klas. Je maakt hierbij een overzicht van de sterke punten van je eigen Mind-Map en de sterke punten die je meeneemt vanuit de andere Mind-Maps.
Opdracht 2
Opdracht 2:
Wat gaan jullie doen:
Jullie maken een presentatie/lesje die jullie geven aan je eigen klas. Je sluit dit af met een kort Quizje waarin 4 vragen worden getoetst.
Ieder groepje kiest een eigen onderwerp. Je kunt kiezen uit van één van de volgende onderwerpen;
Energie
Energieverbruik
Energiebronnen
Vormen van energie
Warmtebronnen
Energieomzetten
Warmte toevoeren
Energie uit brandstof
CV-installatie
Verbranden
Branddriehoek
Volledige verbranding
Reactieschema
Onvolledige verbranding/reactie
Rendement
Hoe gaan jullie dit doen:
In groepjes van 2 personen.
Jullie gaan je verdiepen in jullie gekozen onderwerp om de stof eigen te maken.
Wat is het doel van jullie les.
Hoe gaan jullie de lesstof (op jullie eigen manier, met eigen voorbeelden) duidelijk maken aan de rest van de klas.
Hoe gaan jullie controleren of de klas jullie les begrepen heeft.
Programma’s als; SimpleMind+, Prezi, iMindMap (of een andere keuze)
Informatie van internet
Quiz programma als Kahoot of ander programma.
Tijd:
Jullie krijgen hiervoor 1 lesuur.
11.5 Zuinig met Energie
Opdracht 1
Opdracht 1: Isoleren.
Wat gaan jullie doen:
Ontwerp en maak een Thermosbeker waarbij een kartonnen bekertje zo goed mogelijk warm blijft door warmtetransport tegen te gaan.
Hoe gaan jullie dit doen:
In groepjes van 2 personen.
Volg het stappenplan: ontwerpen op bladzijde 172 van je boek.
Stel een programma van eisen op.
Maak een ideeëntabel waarin de functies en uitwerkingen worden beschreven. Hierin komt duidelijk naar voren op waarmee je de vormen van warmtetransport tegen gaat.
Hulpmiddelen:
Met behulp van de informatie uit de volgende filmpjes:
De toets zal bestaan uit een deel leerwerk, maar vooral uit toepassen en begrijpen van dat leerwerk. Het is verstandig om eerst goed te leren voor dat je begint met de oefentoets.
De toetsvoorbereiding bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is vooral gericht op onthouden en begrijpen. Het tweede onderdeel is vooral gericht op integreren en toepassen. Bij de oefentoets integreren en toepassen kun je tips en uitleg krijgen als je niet uit de vraag komt. Probeer dit alleen te gebruiken als je er zelf niet uit komt.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een kunstenaar wil een gouden beeld maken van een onbekende kale natuur-scheikunde docent. Wanneer hij de mal klaar heeft smelt hij het goud en giet hij dit in de mal. Na het afkoelen blijkt het maken van het beeld helemaal mislukt te zijn, want het beeld is veel te klein er is geen detail te zien van de docent.
a. Leg uit met behulp van de molecuultheorie waarom het maken van het beeld mislukt is. TIP1TIP2
De kunstenaar is nieuwsgierig geworden. en wil weten hoe het zit met de massa van het gestolde en gesmolten goud. Het vaste goud weegt 19,3 kg.
b. Leg met behulp van het molecuulmodel uit wat de massa van het gesmolten goud zal zijn. TIP3
De dichtheid van het gesmolten goud is 15 kg/l
c. Bereken Het volume van het gesmolten goud. TIP4TIP5 TIP6
d. Beredeneer wat er veranderd aan de dichtheid wanneer gesmolten goud veranderd in vast goud. Tip7
2. Cafeïne
Cafeïne is een opwekkend middel die onder andere voorkomt in cola, koffie en energiedrankjes. Cafeïne stond tot 2004 op de dopinglijst en kan verslavend werken. Cafeïne heeft een Ld50 waarde van 150mg/kg lichaamsgewicht. De Ld waarde is de waarbij de helft van de populatie komt te overlijden. Een blikje redbull bevat 80 mg cafeïne en een kop koffie bevat 56 mg cafeïne.
a. Een leerling die 42 kg weegt drinkt 3 blikjes redbull. Bereken de concentratie cafeïne per kg lichaamsgewicht. Tip8Tip9
b. Vervolgens drinkt dezelfde leerling nog 3 koppen koffie. Bereken de nieuwe concentratie cafeïne per kg lichaamsgewicht. Tip 10
c. Bereken hoeveel blikjes redbull deze leerling maximaal kan drinken voordat hij voldoet aan de LD50-waarde Tip11
d. Bereken hoeveel koppen koffie deze leerling maximaal kan drinken voordat hij voldoet aan de LD50-waarde Tip11
e. De leerling drinkt eerst 4 blikjes redbull. Bereken hoeveel koppen koffie deze leerling nog maximaal kan drinken voordat hij voldoet aan de LD50-waarde. Tip12
3. Drinkwater vs bronwater
In Nederland is er sterke regulatie op de controle van kraanwater. Ons kraanwater is zo goed dat je het in heel Nederland zonder problemen kan drinken. Een groepje leerlingen moet onderzoek doen naar het zuiveren van kraanwater.
a. De leerlingen willen het kraanwater zuiveren door middel van filtreren. Leg uit waarom dit een slecht idee is, gebruik daarbij de woorden oplossing, suspensie, zuivere stof en mengsel.Tip13
b. Vervolgens wordt er gekozen om kraanwater te destilleren. Leg uit of het destillaat zuiver is. Tip14
c. In een vergelijkend ondezoek wordt 225 ml kraanwater ingedampt. Vooraf wordt de massa van het indampschaaltje gewogen, dit blijkt 25,934 gram te zijn. Na indampen wordt de massa wederom gewogen, dit blijkt dan 26,208 gram te zijn. Bereken de concentratie opgeloste mineralen in kraanwater in g/L. Tip15Tip16
d. Het zelfde proefje wordt ook uitgevoerd met 313 ml bronwater. Het indampschaaltje woog vooraf 21,876 gram en achteraf 22,002 gram. Bereken de concentratie van de mineralen in het bronwater. Tip17Tip18
e. Voordat het drinkwater in de leidingen komt wordt het drinkwater gezuiverd van kleur-, geur- en smaakstoffen. Leg uit welke scheidingsmethode hiervoor het best gebruikt kan worden. Leg ook uit hoe deze scheidingsmethode werkt. Tip19
4. Zure regen
Zure regen was eind vorige eeuw een ernstig probleem. Meren raakten verzuurd waardoor er geen leven meer mogelijk was. Hele gebieden raakten ontbost door de verzuring. Zure regen ontstaat doordat zwaveldioxide reageert met water. Hierbij onstaat zwavelzuur. De zwaveldioxide kwam in de lucht door verbranding van zwavel uit kolen.
a. Maak het reactieschema voor de verbranding van zwavel. Tip20
b. Maak het reactieschema voor het ontstaan van zwavelzuur. Tip20
Als onderzoeksopdracht krijgen twee onderzoekers de taak om te onderzoeken of het water in het ijselmeer nog zuur is.
c. Leg uit welke stappen de onderzoekers moeten doen om te onderzoeken of het IJsselmeer nog zuur is. Tip21
d. Het water uit het IJsselmeer blijkt zuur te zijn. Wat kun je zeggen over de pH-waarde?
e. De onderzoekers willen de pH-waarde van het water in de Almelose Aa bepalen. Welke stappen moeten de onderzoekers ondernemen om de zuurgraad te bepalen. Tip22
f. In het verslag van de onderzoekers staat het volgende: "Wanneer het zwaveldioxide in aanraking komt met water veranderen de atomen in zwavelzuur atomen. De docent die dit verslag moet beoordelen rekent dit fout. Verbeter de zin en leg uit wat er fout is aan de zin. Tip23
5. Bodylotion
Bodylotion bestaat voornamelijk uit vet (80%) , water(18%) en een derde bestandsdeel.
a. Wat is de algemene naam van een mengsel van olie en water. Tip24
b. Het derde bestandsdeel zorgt ervoor dat het water en het vet gemengd blijven. Geef de eigenschappen van het derde bestandsdeel, gebruik daarbij de begrippen hydrofiel en hydrofoob. Tip25a
c. Leg de werking van het derde bestandsdeel uit. Maak een tekening van de situatie. Tip25b
d. Leg uit wat er gebeurt als het derde bestandsdeel wordt verwijderd. Tip26
6. Thermosfles
Een thermosfles zorgt ervoor dat de drank op temperatuur blijft. Het zorgt ervoor dat er geen sprake kan zijn van warmtetransport. In afbeelding 1 staat een doorsnede tekening van een thermosfles.
a. Geef een verklaring van de werking van de glimmende binnenkant, geef daarbij aan welke vorm van warmtetrasport wordt tegengegaan. Tip27
b. Geef een verklaring van de werking van de schuimlaag, geef daarbij aan welke vorm van warmtetrasport wordt tegengegaan. Tip28
c. De docent beweert dat een volle thermosfles beter werkt dan een halfvolle. Leg uit waarom de docent gelijk heeft. Tip29
Afbeelding 1. Doorsnede thermosfles
Tips
Tip 1
Het gaat hier om de faseovergang stollen, dus van vloeibaar naar vast.
Tip 2
Bedenk eerst met behulp van de molecuultheorie hoe de moleculen zich gedragen in de vaste toestand.
Bedenk dan met behulp van de molecuultheorie hoe de moleculen zich gedragen in de vloeibare toestand.
Vergelijk deze twee omschrijvingen
Tip 3
Bij een faseovergang verandert alleen de ruimte tussen de moleculen, maar niet het aantal moleculen.
Tip 5
De formule die je moet gebruiken is
Dichtheid = massa/Volume
Tip 6
Massa = 19.3 kg
dichtheid = 15 kg/L
Volume = ?
Volume = massa/dichtheid
Tip 7
Massa blijft gelijk, maar het volume wordt kleiner
Bereken eerst de hoeveelheid cafeïne in 3 koppen koffie
Bereken vervolgens de totale hoeveelheid cafeïne
Tip 11
Bereken eerst hoeveel cafeïne deze leerling maximaal binnen mag krijgen.
Reken daarna om naar het maximale aantal blikjes dat er gedronken kan worden
Tip 11
Bereken eerst hoeveel cafeïne deze leerling maximaal binnen mag krijgen.
Reken daarna om naar het maximale aantal kopjes koffie dat er gedronken kan worden
Tip 12
Bereken eerst hoeveel cafeïne deze leerling maximaal binnen mag krijgen.
Bereken hoeveel daarvan wordt gebruikt door de redbull
Reken daarna om naar het maximale aantal koppen koffie dat er nog gedronken kan worden
Tip 13
Van welke eigenschap maakt de scheidingsmethode filtreren gebruik? Waarom zou dat hier niet kunnen werken?
Tip 14
Destillaat komt in de destillatiekolf, residu blijft achter.
Tip 16 + Tip 18
Massa opgeloste stof = massa totaal - massa indampschaal
Tip 19
Het gaat hier om het verwijderen van opgeloste stoffen. Welke scheidingsmethodes zijn daarvoor geschikt?
Tip 20
Bedenk welke stoffen er voor de reactie aanwezig zijn, zet deze stoffen voor de pijl.
Bedenk welke stoffen er na de reactie aanwezig zijn, zet deze stoffen na de pijl
Tip 21
Maak gebruik van een indicator. Welke is geschikt om aan te tonen of een stof zuur is.
Tip 22
Maak gebruik van een indicator. Welke is geschikt om de pH te bepalen?
Tip 23
Bij een chemische reactie veranderen de atomen nooit, bedenk wat er wel veranderd bij een reactie
Tip 24
Opties zijn:
Oplossing
Emulsie
Suspensie
Tip 25a
Welk soort mengsel is het? Wat is er nodig om dit mengsel niet te laten scheiden?
Tip 25b
De functie van het derde bestandsdeel is om de hydrofiele stof gemengd te houden met de hydrofobe stof. Aan welke eigenschappen moet eht derde bestandsdeel dan voldoen?
Tip 26
Wat gebeurt er bij een mengsel van olie en water?
Tip 27
Welke vormen van warmtetransport zijn er? Hoe werken deze vormen? Welke zou hier dan van toepassing zijn?
Tip 28
Welke vorm of vormen van warmtetransport worden hier tegengegaan? Hoe werken deze vormen? Welke zou hier dan van toepassing zijn?
Tip 29
De rest van de thermosfles is gevuld met lucht. Hoe zit dat met warmtetransport?
Stappenplan voor rekenopdrachten
Stap 1: Gegevens verzamelen
Stap 2: Formule opschrijven en omzetten
Stap 3: Omrekenen, invullen, uitrekenen, afronden en eenheid vermelden
Stap 4: Controle
Heb ik de vraag beantwoord?
Is mijn antwoord logisch?
Vb vraag bereken de afstand in meters die een auto aflegt wanneer de auto gedurende 10 minuten 130 km/h rijdt.
Stap 1:
v = 130 km/h
t = 10 min
s = ?
Stap 2:
v = s/t
s = v x t
Stap 3:
v = 130 /3,6 = 36,11 m/s
t = 10 x 60 = 600 s
s = 600 x 36,11
s = 2166,66666
s = 2,17 x 104 m
Stap 4:
ja vraag beantwoord en logisch ongeveer 20 km in 10 min
Antwoorden oefentoets toepassen en integreren
1a. Wanneer een stof vloeibaar is dan is de ruimte tussen de moleculen groter dan wanneer een stof de vaste fase heeft. Een vloeibare stof heeft dus meer volume dan een vast stof. Wanneer een stof stolt zal het volume dus afnemen. Dit heeft als gevolg dat de mal eerst gevuld was met vloeibaar goud, maar na afkoelen is de mal niet meer vol met vast goud.
1b. De enige verandering bij een faseovergang is de ruimte tussen en de beweeglijkheid van de moleculen. Er verdwijnen geen moleculen, ze zitten alleen op een andere afstand van elkaar. Voor het stollen zijn er dus evenveel moleculen als na het stollen en dus moet de massa in beide toestanden gelijk zijn aan elkaar.
1c. dichtheid = 15 kg/l massa = 19,3 kg Volume is gevraagd
dichtheid = massa/Volume
Volume = massa/dichtheid
Volume = 19,3/15 = 1.29 l
d. Wanneer de stof stolt zal het volume afnemen en de massa gelijk blijven. Dezelfde massa verdeeld over een kleiner volume levert een grotere dichtheid op.
2a. Massa = 42 kg massa opgeloste stof = 3 * 80 = 240 mg concentratie = gevraagd
concentratie = massa opgeloste stof/ massa lichaam
concentratie = 240/42= 5.71 mg/kg
2b. massa opgeloste stof = 56 *3 + 240 = 408
massa lichaam = 42 kg
concentratie = 408/42 = 9,71 mg/kg
2c. LD50 waarde = 150 mg/kg
Maximaal hoeveelheid cafeïne = 150 * 42 = 6300 mg
aantal blikjes = 6300/ 80 = 78.75
dus maximaal 78 blikjes
2d. Maximale hoeveelheid cafeïne = 6300 mg
aantal koppen = 6300/56 = 112.5
dus maximaal 112 koppen
2e. Maximale hoeveelheid cafeïne = 6300 mg
cafeïne van redbull = 4*80= 320 mg
aantal koppen koffie = 6300-320 =5980/56=106.7
dus maximaal 106
3a. Filtreren is een scheidingsmethode die gebruik maakt van een verschil in deeltjesgrootte. Om van een mengsel een zuivere stof te maken moet er dus een verschil zijn in deeltjesgrootte. De deeltjes in een oplossing zijn allemaal te klein om tegen gehouden te worden door het filter. Filtreren werkt alleen maar bij suspensies.
3b. Voor destilleren is een verschil in kookpunt noodzakelijk, het verschil in kookpunt moet minimaal 12 graden Celsius zijn. De opgeloste miniralen hebben allemaal een hoog kookpunt. Het destillaat zal dus zuiver zijn.
3c. massa opgeloste stof = 26,208 -25,934= 0.274 g
Volume oplossing = 225 ml = 0,225 l
concentratie = massa opgeloste stof/ volume oplossing
concentratie = 0.274/0,225= 1.22 g/l
3d. massa opgeloste stof = 22.002 -21.876 = 0.126 g
Volume oplossing = 313 ml = 0,313 l
concentratie = massa opgeloste stof/ volume oplossing
concentratie = 0.126/0,313= 0.40 g/l
3e. Adsorberen is hier het meest geschikt. Adsorberen werkt op basis van een verschil in aanhechting. Kleur, geur en smaakstoffen hechten zich aan het adsorbtiemiddel (meestal actieve kool).
4a. Zwavel(s) + zuurstof(g) --> zwaveldioxide(g)
b. zwaveldioxide(g) + water(l) --> Zwavelzuur(aq)
c. Ze moeten een monster nemen van het water uit het IJsselmeer. Dit water brengen ze dan op rood en op blauw lakmoespapier. Wanneer het rode lakmoespapier rood blijft en het blauwe lakmoespapier rood wordt weten de onderzoekers dat het water nog zuur is.
d. De pH-waarde is lager dan 7.
e. Ze nemen een monster van het water uit de aa. Ze brengen een druppel monster aan op het universele indicatorpapier. Ze vergelijken de kleur van het universele indicator papier met de kleuren schijf.Hierdoor kunnen ze de pH waarde van het monster bepalen.
f. De zin moet zijn. Wanneer het zwaveldioxide in aanraking komt met het water veranderen de moleculen in zwavelzuur moleculen. De fout was dat bij een chemische reactie de atomen hetzelfde blijven, alleen de moleculen veranderen
5a. emulsie
b. Het derde bestandsdeel is de emulgator. Het vet is hydrofoob en het water is hydrofiel. Daardoor kunnen ze zonder emulgator niet gemengd blijven. De emulgator bestaat uit een hydrofiele kop en een hydrofobe staart, hierdoor zorgt de emulgator ervoor dat het vet en de olie gemengd blijven.
c.
Hiernaast staat een tekening van de micellen. De bolletjes zijn de hydrofiele koppen en die houden van water. De staartjes zijn de hydrofobe delen van de emulgator en die zitten graag in vet. Op deze manier zitten alle koppen in het water en dat willen de koppen en zitten alle staarten in het vet en dat wil het vet.
d. Wanneer de emulgator wordt verwijderd of zijn werking verliest zal er een tweelagensysteem ontstaan. Vet en water zullen ontmengen waarbij vet zal gaan drijven op water omdat de dichtgheid van vet kleiner is dan de dichtheid van water.
6a. De glimmende binnenkant van de thermosfles zorgt ervoor dat de IR(warmte)straling wordt gereflecteerd. HIerdoor blijft de warmte in de thermosfles.
b. De schuimlaag zorgt ervoor dat er geen stroming of geleiding kan zijn. Er kan geen stroming zijn omdat er geen moleculen zijn die zich kunnen verplaatsen, de schuimlaag is immers een vaste stof. Er kan ook geen geleiding zijn omdat de schuimlaag warmte slecht geleidt.
c. In een halfvolle thermosfles zit veel lucht. De lucht zal worden opgewarmd door de drank. De drank koelt daardoor af. In een volle thermosfles zit minder lucht en dus zal de drank minder warmte verliezen.
Het arrangement Hoofdstuk 11 water en milieu is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
oefentoets onthouden en begrijpen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.