In het hoger onderwijs is informatievaardigheden een van de competenties die je als student moet aanleren. Daarom is er nu deze interactieve instructie: Informatievaardigheid een mooie start.
Met deze instructie leer je:
welke verschillende soorten informatiebronnen er zijn;
een correcte zoekvraag formuleren;
hiervoor de juiste zoektermen kiezen en gebruiken;
zoeken in relevante informatiebronnen;
(web)informatie op kwaliteit toetsen;
hoe je de gevonden informatie kunt gebruiken bij het schrijven van een rapport, artikel, presentatie, etc.
Zo werkt het:
De vaardigheden zijn ondergebracht in modules. Deze modules kunnen aaneengesloten worden doorlopen maar zijn ook onafhankelijk van elkaar te doen. Klik op de knop 'Volgende' rechts onderin dit scherm om te starten.
1. Welke informatie heb ik nodig
Voor je start met het zoeken naar informatie/literatuur is het belangrijk om voor jezelf eerst te bepalen wat je precies zoekt. Eerst een goede probleemstelling formuleren bespaart je heel wat werk. Je kunt dan heel gericht zoeken naar de benodigde informatie. Wat wil je te weten komen? Zoek je algemene informatie over je onderwerp of spitst je onderzoek zich toe op bepaalde deelaspecten?
Van onderwerp tot probleemstelling
Stel jezelf de volgende vragen:
Hoeveel tijd heb ik voor mijn opdracht? Referenties opzoeken en documenten lezen kost immers tijd en je moet die voor jezelf realistisch indelen
Hoe uitgebreid moet mijn paper zijn? Mag je je beperken tot recente literatuur of moet je een uitgebreide literatuurlijst opstellen en ook oudere literatuur doornemen
Hoe luidt de precieze opdracht? moet je alleen literatuur verzamelen of moet je deze ook inhoudelijk met elkaar vergelijken.
Het grootste probleem bij een onderzoek is niet dat je te weinig informatie vindt. Meestal vind je zoveel informatie dat je afdwaalt van wat je eigenlijk had willen onderzoeken. Bij een onderzoek is het daarom verstandig om één centrale vraag te stellen. Je onderzoek moet een antwoord geven op deze vraag.Probeer bij deze centrale vraag een aantal deelvragen te formuleren. Deelvragen zijn hulpvragen om de belangrijkste vraag, de hoofdvraag, te kunnen beantwoorden.
Je bent nu zo ver dat je zoektermen kunt gaan bedenken. Het gebruik van de juiste termen of trefwoorden is heel belangrijk. Je bent misschien gewend om zomaar wat in te vullen in de zoekbalk. Vind je niets dan lijkt het dat de informatie die je zoekt er niet is. Er zijn verschillende manieren om goede zoektermen te vinden. Het resultaat zal dan veel beter zijn.
In deze module krijg je verschillende zoekmethoden aangereikt en leer je technieken om zoektermen met elkaar te combineren.
Je begint met het intikken van één zoekterm. De kans is groot dat je teveel resultaten krijgt waarvan er ook veel niet relevant zijn. Door een tweede zoekterm toe te voegen zoek je al specifieker. Zowel de ene als de andere zoekterm moet immers voorkomen in de gevonden websites of documenten. Je hebt nu minder resultaten maar wel specifieker. Je kunt evt nog een zoekterm toevoegen. Ga net zo lang door totdat je de juiste resultaten hebt.
Beperken van zoektermen
Je begint met een aantal zoektermen, vind je niks dan haal je enkele zoektermen weg.
Parelgroeien
Parelgroeien kun je gebruiken als je nog in de oriëntatiefase zit en als je nog niet precies weet met welke (tref)woorden je kunt zoeken. Je start met zoeken in de bibliotheekzoekmachine en kijkt of in de hits goede, bruikbare termen of trefwoorden zitten. In onderstaand voorbeeld zie je onder Onderwerpen allerlei termen waarmee je verder kunt zoeken. Je hoeft er alleen maar op te klikken.
Bouwsteenmethode
De bouwsteenmethode is een manier om zoveel mogelijk zoektermen in één zoekactie te combineren, zodat je zoveel mogelijk relevante literatuur vindt voor je onderzoek. Je deelt je zoekvragen in naar een aantal componenten. Welke zoektermen je gebruikt heeft consequenties voor het resultaat.
Combineren van de termen doe je met Booleaanse Operatoren: (zie ook Zoektechnieken)
AND gebruik je om de verschillende onderwerpen met elkaar te combineren
OR gebruik je om alle synoniemen, vertalingen of afkortingen van een onderwerp met elkaar te combineren (omdat het niet uitmaakt welke van deze woorden er terugkomt in je resultaat, zolang het er maar minstens een is.)
Dit combineren kan per zoeksysteem verschillen. Sommige systemen combineren verschillende termen automatisch met AND zoals in google. Soms heb je meerdere zoekbalken tot je beschikking en soms moet je je zoekwoorden in 1 zoekbalk kwijt en dan is het verstandig om de booleaanse operatoren te gebruiken. In de help-functie van een databank staat vaak uitleg over hoe je het beste kan zoeken.
ZOEKVRAAG: WAT IS DE INVLOED VAN LICHT OP HET GEDRAG VAN KIPPEN
Uit bovenstaande zoekvraag kun je bijvoorbeeld de volgende zoekactie doen aan de hand van de componenten.
(poultry OR chicken) AND "housing conditions" AND pecking
ONDERWERP
INVLOED
GEDRAG
KIP*
LICHT
VERENPIKKEN
CHICKEN
“HOUSING CONDITIONS”
“FEATHER PECKING”
POULTRY
STABLES
PECKING
PLUIMVEE
STAL*
ANIMAL BEHAVIO*R
Sneeuwbalmethode
Bij veel publicaties vind je achterin een literatuurlijst ( of bibliografie). Hierin geeft de auteur een overzicht van de gebruikte literatuur. Zo kun je aan meer gerelateerde en interessante bronnen komen.
In het voorbeeld op de afbeelding zie je bij een zoekactie in Google Scholar staan:
Geciteerd door: klik je hierop dan vind je (jongere) artikelen van auteurs die dit artikel gebruikt hebben.
Verwante artikelen: hier vind je artikelen die over hetzelfde onderwerp gaan.
2.2 Zoektechnieken
Hoe moet ik zoektermen met elkaar combineren?
Het volstaat NIET om alle mogelijke zoektermen lukraak in te typen. Om specifieke en gerichte informatie over je onderwerp terug te vinden, moet je zoektermen met elkaar combineren. Er zijn verschillende technieken om dit te doen:
Booleaanse operatoren
Truncatietekens
Exacte woordcombinatie
Zoekvelden kiezen
Test eerst je kennis!
Booleaanse operatoren
Booleaanse operatoren (AND, OR, NOT)
AND
AND betekent dat alle woorden in het zoekresultaat moeten voorkomen
De AND-relatie gebruik je om twee (of meer) verschillende onderwerpen aan elkaar te linken
Het zoekresultaat wordt beperkt, kleiner ten opzichte van het zoeken op één woord
Voorbeeld: je bent op zoek naar een camping op één van de Waddeneilanden. Zoektermen en relatie: campings AND Waddeneilanden
OR
OR betekent dat ten minste één van de woorden voorkomt in het zoekresultaat
de OR-relatie gebruik je bij (bijna) synoniemen, meervoud/enkelvoud, verschillende spellingsvormen
Het zoekresultaat wordt vergroot, uitgebreid ten opzichte van het zoeken op één woord
Voorbeeld: behalve op campings wil je ook zoeken op hotels. Zoektermen en relatie: campings OR hotels
NOT
De NOT-relatie gebruik je om een bepaald woord/onderwerp uit te sluiten
het zoekresultaat wordt verkleind
Voorbeeld: je wilt per se niet naar Texel. Zoektermen en relatie: Waddeneilanden NOT Texel
Tips!
Verwar niet met de gewone spreektaal. Als je zegt 'Ik wil alles weten over katten én honden', dan zoek je naar informatie die over katten of over honden of over beide dieren gaat. Deze 'EN' uit de spreektaal komt dus overeen met de Booleaanse OR-operator.
Als je meerdere Booleaanse operatoren met elkaar combineert, gebruik dan haakjes. Ze geven prioriteit aan de zoektermen binnen de haakjes en verduidelijken de zoekactie. Haakjes geven aan welke woorden bij elkaar horen; vaak zijn dat woorden die over het zelfde gaan of met elkaar te maken hebben (bijv. synoniemen, enkelvoud/meervoud): bijv. (Campings OR Hotels) AND Waddeneilanden.
Type AND/OR/NOT met hoofdletters. Vaak zijn hoofdletters verplicht, bijv. in een zoekmachine.
Trunceren
Trunceren is het vervangen van een stukje van een woord door een wildcard, het truncatieteken. Dit betekent dat je zoekt naar woorden beginnend met of eindigend op het ingetypte woord. In de handleiding van het bestand waarin je aan het zoeken bent, staat aangegeven welk teken hiervoor gebruikt wordt. Vaak is dit een *. Andere mogelijke truncatietekens zijn een ? of !
Als je een truncatieteken achter een (gedeelte van een) woord typt, zoek je op wat je hebt ingetypt én alles wat er achter kan staan. Bv.: varken* geeft: varken, varkens, varkenshouderij, varkensvoer, etc.
Als je een truncatieteken vóór een (gedeelte van een) woord typt, zoek je op wat je hebt ingetypt én alles wat er voor kan staan. Bv.: *rozen geeft rozen, kasrozen. Een * in het woord k*ter kan zijn: kater, kleuter etc
Tip! Het is de kunst om niet té vroeg of té laat te trunceren in een woord. Als je op zoek bent naar informatie over "pollution" typ je "pollut* en niet bv. poll* .
Let op: Je kunt niet trunceren in google
Exacte woordcombinatie
Als je alleen zoekresultaten wilt vinden die de ingegeven zoektermen in exact dezelfde volgorde moeten bevatten, zet dan je zoektermen tussen dubbele aanhalingstekens (".....").
Dit is vaak het geval bij begrippen die uit meerdere woorden bestaan, bv. "food safety" of "Europese richtlijnen" .
Tip! Een exacte woordcombinatie is eigenlijk een strenge versie van de Booleaanse AND-operator. De zoektermen moet wel naast elkaar staan. Een ander verschil is dat de volgorde van de zoektermen niet willekeurig is, maar door jou wordt vastgelegd.
Zoekvelden kiezen (geavanceerd zoeken)
Zoekvelden kiezen
Bij geavanceerd zoeken is het vaak mogelijk om aan te geven in welke velden je wilt zoeken. Zo kun je bv. aangeven dat je alleen in het zoekveld "titel" wilt zoeken.
Trefwoordenlijst/Thesaurus
Zoeken met behulp van trefwoorden - MeSH terms / Subject terms
In de databanken van Ebsco (o.a. Academic search Elite, Medline, en Hospitality and Tourism Complete) kun je met behulp van trefwoordenlijsten gerichtere zoekacties uitvoeren.
Hoe kom je daar:
1. Voer de titel van de databank in in de zoekmachine, bijv. Academic search Premier of Business Source Elite. Open de databank en klik op Subject terms
2. Voer een term in: Nature conservation.
3. Vink een van de geselecteerde termen aan en kies voor zoeken met AND of OR. vervolgens gaat het systeem voor je zoeken
4. Start zoekactie
Hoe krijg ik meer/minder zoekresultaten?
Niemand is bereid om honderden of duizenden zoekresultaten allemaal afzonderlijk te beoordelen op hun relevatie. Het is dus zaak om op een verstandige manier maximaal enkele tientallen zoekresultaten te krijgen zonder relevante zoekresultaten overboord te gooien.
Hieronder volgt een aantal tips die je kunt gebruiken als je veel te veel zoekresultaten krijgt:
Gebruik geavanceerd zoeken i.p.v. eenvoudig zoeken om meer filters te kunnen instellen.
Gebruik de Booleaanse AND-operator en wees kritisch op het gebruik van de OR-operator.
Trunceer zo laat mogelijk.
Beperk op recente publicaties door te filteren op publicatiejaar (bv. vanaf 2010).
Het is frustrerend om geen zoekresultaten te krijgen. Het is natuurlijk mogelijk dat de databank in kwestie inderdaad niet leidt tot relevante informatie over je onderwerp. Probeer dan eens een van de volgende tips als je weinig of geen zoekresultaten krijgt:
Gebruik geavanceerd zoeken i.p.v. eenvoudig zoeken.
Zoek in alle mogelijke velden.
Zoek, indien mogelijk, in de volledige tekst
Gebruik synoniemen, vertalingen en meervouden en combineer deze met de Booleaanse OR-operator.
Gebruik "related terms"en "broader terms" en combineer deze met de Booleaanse OR-operator.
Minitest
3. Waar vind ik informatie
Informatie kun je op vele manieren vinden, o.a. via zoekmachines op het internet en via de digitale bronnen van de bibliotheek.
Er is via internet steeds meer informatie te vinden, maar
vaak is deze informatie nogal verspreid
de kwaliteit is niet altijd goed vast te stellen
je kunt er niet bijkomen omdat de informatie alleen in databanken is opgenomen waarvoor betaald moet worden
je moet voor de inhoud van een website inloggen
De benodigde informatie kan daardoor niet door de zoekmachines gevonden worden. Dit wordt ook wel het diepe of onzichtbare web genoemd.
Het is aan te raden om te beginnen met bronnen zoeken die worden aangeboden door de bibliotheek. Deze bronnen zijn geselecteerd op kwaliteit en bieden de informatie gestructureerd aan. Deze module gaat nader in op de volgende bronnen:
bibliotheekzoekmachine
Databanken
algemene zoekmachines
google scholar
Bibliotheek
Zoals we al zeiden, raden we je aan om je zoekactie bij de bibliotheek te beginnen:
• Deze bronnen zijn betrouwbare bronnen en worden immers specifiek voor je opleiding aangekocht. Jij kan ze gratis gebruiken.
• Je kunt thuis al beginnen: op je eigen computer kun je de bibliotheek gebruiken, nadat je hebt ingelogd via Iris. Je vindt de bibliotheek op de roze tegel onder mijn apps.
Wil je meer informatie over bibliotheekgerelateerde onderwerpen, zoek dan via Weten & Regelen.
bibliotheekzoekmachine
Via de zoekmachine vind je artikelen, e-books, filmmateriaal, krantenartikelen en nog veel meer.
In dit voorbeeld zoek je naar het boek Projectmanagement van Roel Grit. Voer de titel in en evt de achternaam van de auteur en selecteer links e-boek.
In dit voorbeeld wordt gezocht naar een wetenschappelijk artikel over voedselveiligheid. Links op de pagina is de zoekactie verfijnd.
Databanken
Een databank is een digitaal bestand van gegevens/informatie. De bibliotheek heeft een groot aantal abonnementen op databanken. je kunt de databanken op 2 manieren vinden.
* Voer de titel in de zoekmachine in
* Op elk resultatenscherm vind je rechts op het scherm een overzicht van alle databanken
Wat vind je in de databanken:
Artikelen uit vaktijdschriften
(Delen) van e-books
Beeldmateriaal
Statistische gegevens en beschrijvingen van literatuur
Algemene zoekmachines + zoektips
bron: seoreporter.nl
Via internet wordt wereldwijd een enorme hoeveelheid informatie aangeboden. Zoekmachines zorgen ervoor dat je de informatie op verschillende manieren kan terug vinden.
Er zijn vele zoekmachines, waarvan Google de bekendste en meest gebruikte is.
Andere bekende zoekmachines zijn Yahoo en Bing, minder bekende zijn Ixquick (privacy-gerichte meta-zoekmachine en Ecosia (duurzame zoekmachine). Iedere zoekmachine heeft zijn eigen manier van zoeken. Zo zal je dus verschillen in hun hitlijsten zien als je ze naast elkaar zou leggen, andere hits komen dan bovenaan te staan. Daarom is het slim om ook eens een andere zoekmachine te proberen.
Tips
Internet bevat veel informatie, het is een hele kunst om uit deze enorme hoeveelheid precies datgene te vinden wat je zoekt. Daarom hier een aantal tips om zo efficiënt mogelijk te zoeken met een zoekmachine.
Met deze tien tips bij het typen van je zoekopdracht kun je efficiënter zoeken met Google.
AND OR :Typ ze met hoofdletters, anders lijken het gewoon woordjes in de zin
filetype:pdf:hier zoek je naar typen bestanden zoals pdf en jpeg. Dit voorbeeld geeft alleen documenten in pdf-formaat.
“...........” Bij zoeken op samengestelde zoektermen (bv. “Sociale Geschiedenis”) en zinsneden (bv. “fietsen in Limburg”).
site:consumentenbond.nl Zoeken in een bepaalde site. Gebruik de url zonder http of www. in te voeren
2010..2014 Aan elkaar. Geeft min of meer jaar van uitgave.
-........... Aan elkaar. Sluit een woord buiten (= Booleaanse NOT-operator)
allintitle:........ Aan elkaar. Zoekt in wat boven een website staat, niet in de tekst zelf.
inurl:........ Aan elkaar. Zoekt in de mappenstructuur, niet in de tekst (bv. inurl:ikea)
Ook met zoekmachines kun je ‘geavanceerd zoeken’ gebruiken, google heeft zelfs een heel uitgebreid menu. je vindt het geavanceerde menu onder Instellingen.
LET OP:Vrijwel iedereen kan informatie op internet publiceren zonder dat er een overkoepelende redactie is, je zult daarom zelf de betrouwbaarheid van internetbronnen moeten beoordelen.
Bekijk module 4 voor een overzicht van beoordelingscriteria.
Google Scholar
Google Scholar is een wetenschappelijke zoekmachine: Qua uiterlijk lijkt het op de gewone Google, maar het beperkt zich tot het zoeken naar wetenschappelijke literatuur. Niet alle publicaties in je hitlijst kun je ook echt lezen, soms is het alleen een referentie. Maar als je eerst inlogt op de Inholland omgeving en pas dan Google Scholar opstart kun je meer publicaties inkijken. Je ziet dan rechts van je resultatenlijst de link naar Lezen/Full-text@Inholland. Zo kom je direct in een artikel. Ook andere instellingen bieden de volledige tekst te lezen aan via Google Scholar.
Voordeel van Google Scholar is een eenvoudige manier van zoeken naar wetenschappelijke literatuur omdat de databanken van verschillende uitgevers in deze zoekmachine zijn opgenomen. Bij Google Scholar worden de zoekresultaten op relevantie gerangschikt: de volledige tekst van elk artikel wordt doorzocht en er wordt rekening gehouden met de auteur, de publicatie waarin het artikel staat en hoe vaak het artikel is geciteerd in wetenschappelijke literatuur. Door op ‘geciteerd door’ te klikken open je een lijst met nieuwere artikelen, jonger dan het artikel dat ze geciteerd hebben.
4. Hoe bruikbaar en betrouwbaar is de gevonden informatie
Het zoeken naar informatie resulteert in een hoeveelheid webpagina's of documenten. Bij het selecteren van informatiebronnen spelen twee aspecten een rol.
1. Bruikbaarheid. Past de informatie die je vindt bij je doel? Wie een stukje voor de schoolkrant wil maken, heeft niet veel aan een proefschrift of dissertatie. De informatie die daarin staat is veel te wetenschappelijk.
2. Betrouwbaarheid. Hoe objectief is de informatiebron? Hoe deskundig? Wordt er verwezen naar achterliggende bronnen? Zo ja, kun je die dan terugvinden zodat je kunt kijken of je tot dezelfde conclusie zou komen? Om een goede selectie te maken uit deze lijst, zul je deze resultaten moeten kunnen evalueren op kwaliteit en het nut ervan. Er zijn verschillende redenen waarom sommige bronnen geschikt zijn en andere weer niet.
Over het algemeen zijn de bronnen die je in bibliotheken tegenkomt betrouwbaar. Daarnaast zijn veel van deze bronnen het product van organisaties (bijv. onderwijsuitgevers) die betrouwbaar willen zijn en die door middel van redactie door deskundigen een zo goed mogelijk product proberen af te leveren. Toch kan ook hier de informatie gekleurd zijn doordat de makers denken vanuit een bepaald wetenschappelijke perspectief, een levensovertuiging, een commercieel oogpunt, etc. Gebruik dus altijd verschillende bronnen en vergelijk ze met elkaar.
Algemene criteria
Om een informatiebron te beoordelen kun je jezelf een aantal vragen stellen:
Autoriteit
Wie is de auteur? Is dit een deskundige? Is hij/zij nog actief op dit vakgebied?
Van welke organisatie of instelling komt de informatie? Wat zegt dit over de kwaliteit?
Inhoud
Voor welke doelgroep, met welke intentie is het materiaal samengesteld? Is de informatie misschien gekleurd of zelfs gecensureerd? (bijv. propaganda, reclame, wervende tekst)
Bevat de bron vooral feiten of meningen? Worden meningen met feiten onderbouwd?
Is de informatie volledig? (Alle invalshoeken worden benaderd)
Is deze informatie juist? Komt het overeen met andere bronnen?
Tijd
Is de informatie nog geldig?
Wanneer is het materiaal uitgegeven? Is de inhoud daarmee verouderd?
Is deze informatie nog juist? Komt het overeen met andere bronnen?
Waarde
Noten, citaten en literatuuropgave maken informatie controleerbaar.
Je kunt de bronnen die de auteur gebruikt heeft zelf lezen om te zien of je het met zijn interpretatie eens bent. Als informatie niet controleerbaar is, is ze minder betrouwbaar.
Hoe wordt het materiaal gewaardeerd door deskundigen?
Wordt het materiaal ook vermeld in andere bronnen?
Criteria voor internetbronnen
Op internet kan iedereen alles plaatsen wat hij wil verkondigen. Er is geen commissie die eist dat de informatie juist is of dat de uitingen objectief zijn. Ook is hier het verschil tussen commerciële informatie, propaganda e.d. niet altijd even duidelijk. Je moet dus steeds zelf uitzoeken of de informatie betrouwbaar genoeg is en als je informatie uit webpagina's wilt gebruiken moet je extra voorzichtig zijn en nadenken welke rol je die informatie geeft in je betoog of analyse.
Naast de algemene criteria kun je de volgende overwegingen maken om bronnen van internet te beoordelen.
Autoriteit
Wie is verantwoordelijk voor de site?
Wie kan er nog meer informatie aanpassen? Op Wikipedia hangt er maar vanaf wie het laatst de informatie heeft bijgewerkt of de informatie betrouwbaar is.
Kun je contact opnemen met de auteur of de verantwoordelijke van de site? Als er alleen een e-mailadres staat, wees dan op je hoede. Iedereen kan zelf een domeinnaam verzinnen en laten registreren en daarmee zijn eigen e-mailadres verzinnen. Daarnaast is niet makkelijk te traceren welke persoon er achter het e-mailadres zit. Als de site een normaal postadres bevat dan komt dit al een stuk betrouwbaarder over.
Zijn de logo’s wel officieel en kloppen die met het beeld van de site en het beeld dat je van zo'n organisatie mag verwachten? Denk bijv. aan de bankfraudemailtjes.
Welk soort site is het? Wat zegt dit over de kwaliteit van de informatie?
commerciële (.com)
persoonlijke (bijv. xs4all in adres)
overheidssite (bijv. .gov, .mil, .us)
academische site (bijv. .edu)?
Inhoud
Is er een redactie? Is de informatie geredigeerd?
Zijn er verwijzingen naar gebruikte bronnen en kun je die bronnen ook terugvinden?
Tijd
Wanneer is de pagina voor het laatst bijgewerkt? Let op: sommige sites laten de datum van de pagina automatisch aanpassen. De informatie hoeft dan niet up-to-date te zijn.
Ontwerp
Is de site goed opgezet? Staat de belangrijkste informatie in de top? Is overige informatie eenvoudig te vinden?
Bevat de site fouten: spelfouten, taalfouten, links die niet werken? Zijn de logo's misschien vals?
Waarde
Wordt er door andere websites verwezen naar deze site?
In Google kun je hier naar zoeken door onder ‘Geavanceerd zoeken’ bij ‘Zoek pagina’s met koppelingen naar de pagina’ de url in te vullen.
Wordt er door betrouwbare organisaties naar deze site verwezen?
Is deze informatie juist? Komt het overeen met andere bronnen? Kijk niet alleen naar hoe vaak iets op internet staat maar ook naar wie dit meldt.
Voor de theoretische onderbouwing van je opdracht ga je op zoek naar informatie van andere deskundigen op dat gebied. Die informatie uit de gevonden literatuur verwerk je dan in het door jou te schrijven stuk en daarbij moet je je gebruikte bronnen vermelden. Maar dat moet je volgens bepaalde regels doen, anders word je beschuldigd van plagiaat en dat heeft consequenties o.a. voor de goedkeuring van je werk.
Dat verwerken in je eigen tekst doe je door:
Citeren: het letterlijk overnemen van iemands woorden. Je doet dit alleen wanneer de letterlijke tekst essentieel is ter onderbouwing van je betoog.
Parafraseren: dan geef je andermans tekst in eigen woorden weer. Verander niet alleen een paar woorden, maar zorg ervoor dat je de boodschap die je wilt over brengen geheel in eigen woorden formuleert.
Parafraseren heeft de voorkeur boven citeren, omdat je je eigen mening in de tekst verweeft. Je maakt er een eigen verhaal van.
Afhankelijk van de refereerstijl die je van je docent moet gebruiken, vermeld je in je tekst kort je bron. De uitgebreide bronvermelding komt in je literatuurlijst.
Bronvermelding is nodig om de lezer in staat te stellen de betrouwbaarheid van de informatie nader te onderzoeken en te te beoordelen. Teksten en ideeën van anderen mogen niet zonder bronvermelding in een eigen document gepresenteerd worden, dat is plagiaat.
Afbeelding gebruikt onder licentie van Shutterstock.com
Bronvermelding is auteursrechtelijk verplicht. Plagiaat door studenten gebeurt in de meeste gevallen onbewust. Hoe kan je dat voorkomen!
Definitie van plagiaat:
Plagiaat is elke overname van werk van zichzelf of van anderen, op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm en zonder adequate bronvermelding.
We leggen de definitie even voor je uit:
"...overname van werk..."
Werk = (fragment van een) tekst, afbeelding, cijfermateriaal, grafiek, geluids- of beeldopname, schema, enz.
werk in gedrukte versie: boek, tijdschriftartikel, enz.
werk in elektronische versie: online encyclopedie, e-book, tekst website enz.
"...op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm..."
Citeren = letterlijke overname van een fragment tussen "dubbele aanhalingstekens", maar je hebt zelf geen “” gebruikt.
Parafraseren = overname van iemands ideeën of stellingen in licht gewijzigde vorm, d.i. geherformuleerd in eigen bewoordingen zonder de auteur te noemen.
Vertalen = overname van teksten in een andere taal, bijvoorbeeld van het Engels naar het Nederlands. Je hebt het alleen maar vertaald
"...zonder adequate bronvermelding."
Citeren, parafraseren of vertalen zonder bronvermelding = plagiaat!
Hulpmiddelen: Word en Refworks
Bronnen vermelden volgens de APA of andere richtlijnen is vaak lastig als je er geen ervaring mee hebt. 'Word' kan je daarbij helpen en ook bestaat er bibliografische software. Dit is gespecialiseerde programmatuur die het correct verwerken van bronnen in werkstukken en publicaties enorm kan vergemakkelijken.
Bronvermelding via Word
In 'Word' zit een optie om via een speciaal menu een bronvermelding volgens de APA-richtlijnen te maken. er zijn ook andere stijlen mogelijk. De gebruiker hoeft alleen de gegevens van de geraadpleegde bron (boek, artikel, website etc.) in te voeren. Een korte uitleg van het gebruik van deze optie:
Ga naar het tabblad Verwijzingen.
Kies voor de stijl APA. Via het pijltje kun je andere stijlen kiezen.
Klik op 'Bronvermelding (ook wel: citaat) invoegen' en vervolgens op 'Nieuwe bron invoegen'.
Vul de gegevens van de bron in en klik op OK in het venster.
In de tekst van het document verschijnt een verkorte versie van de bron.
Aan het einde van het werkstuk moeten alle bronnen achter elkaar in een bibliografie (lijst) vermeld worden.
Ga naar het tabblad Verwijzingen.
Kies voor 'Bibliografie' en daarna voor 'Bibliografie invoegen'.
Alleen bronnen die bij 'Bronvermelding invoegen' werden ingevoerd worden genoemd.
Klik voor een uitgebreide uitleg op de helpfunctie in 'Word' (vraagteken rechtsboven) en zoek op APA.
LET OP: De verwijzingen in 'Word' zijn niet altijd volgens de APA-richtlijnen zoals op deze site staan aangegeven. Dat komt onder meer omdat de Nederlandse vertaling soms (te) letterlijk is. Zo hanteert Word de term 'opgeroepen' in plaats van 'geraadpleegd' en wordt bij de datum de maand eerst genoemd in plaats van de dag. Typefoutenof het onjuist invullen van de gegevens worden door 'Word' niet gecorrigeerd. Controleer daarom na invoer altijd of de verwijzingen volledig en juist worden weergegeven.
Bibliografische software: Refworks
Met een referentieprogramma kan je makkelijk op de juiste manier je bronnen vermelden. Je kunt deze dan beheren en verwerken. Via hogeschool Inholland kun je gratis gebruik maken van het referentieprogramma Refworks.
Refworks is een online tool die je helpt bij het bijhouden en verwerken van al je bronnen. Naast de bronnen uit de bibliotheekzoekmachine kun je ook vanuit veel zoekmachines, databanken en websites (b.v. Google Scholar, Sciencedirect, Pubmed) bronverwijzingen toevoegen aan je eigen Refworks bibliotheek.
Refworks mogelijkheden:
• Je slaat met RefWorks je bronnen automatisch op. Handmatige invoer van bronnen is ook mogelijk.
• Je hebt in één overzicht al je opgeslagen bronnen.
• Je kan de verzamelde bronnen makkelijk organiseren in folders.
• Je kan bronvermeldingen in je tekst opnemen en je bronnenlijst maken in Word en Google Docs.
Een refworks handleiding vind je door in Weten & Regelen op Iris te zoeken naar refworks. In de tegel bronnen vermelden en auteursrecht vind je de link naar de handleiding
Het arrangement Informatievaardigheid, een mooie start is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Els Vermeulen
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-11-09 11:40:43
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Zoekmachines
Module 4
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.