Wat is boekhouden?
Via de bovenstaande link kom je op een site waarop de inhoud, nut en noodzaak van boekhouden uitgelegd.
Boekhouden is het ordelijk en systematisch bijhouden van de financiele feiten in een organisatie. Organisaties zijn verplicht een boekhouding bij te houden. Door wie zou deze verplichting zijn opgelegd en met wat voor redenen?
Ordelijk betekent dat het netjes, accuraat en naar warheid moet worden gedaan. In het boekhouden zit een systeem. Bijna iedereen die in Nederland een boekhouding voert doet dat door middel van dezelfde systematiek. Financiele feiten zijn alle inkomsten en uitgaven. Het bijhouden van de personeelslijst valt onder de administratie maar is geen boekhouden.
Om boekhouden te leren heb je niet of nauwelijks voorkennis nodig. Het enige wat je moet kunnen is optellen en aftrekken en zelfs dat is eigenlijk met alle hulpmiddelen die we hebben ook al geen vereiste meer. De boekhouding kent twee kanten en die twee kanten zijn altijd in evenwicht, zo niet dan toch!
De boekhouding begint altijd met een beginbalans. Zo'n balans bestaat uit twee delen, een linker- en een rechterkant. De linkerkant heeft verschillende benamingen: debet, activa en bezittingen. De benamingen voor de rechterkant zijn credit, pasiva en schulden.
Je hebt gezien dat de (begin)balans twee kanten heeft. Beide kanten hebben weer twee kolommen, een kolom om de naam van de grootboekrekening in te schrijven en een kolom om de waarde van de grootboekrekening in te noteren.
Grootboekrekeningen
Een grootboekrekening velmeldt de waarde van een bepaald item in de boekhouding. Het is altijd de waarde op een bepaald moment. Voorlopig zullen we werken met de volgende grootboekrekeningen:
pand/gebouw (Hierop de waarde vermeldt die een pand/gebouw op dit moment waard is, overigens alleen als dat pand/gebouw onze bezitting is.);
inventaris (Dit zijn alle spullen die we nodig hebben om onze bedrijfsvoering te kunnen doen. Bijvoorbeeld in een winkel, de schappen, de kassa en de toonbank.);
kas (Het contante geld wat aanwezig is.);
bank (Het banktegoed.);
debiteuren (Mensen of bedrijven van wie we nog geld krijgen, bijvoorbeeld omdat we verkopen op rekening hebben gedaan.).
voorraad goederen (De voorraad die we binnen ons bedrijf hebben TEGEN DE INKOOPPRIJS.);
banklening (Een lening bij de bank.);
hypotheek (Een schuld bij de bank waar tegenover onroerend goed staat (pand/gebouw).);
crediteuren (Mensen of bedrijven aan wie we een schuld hebben.);
eigen vermogen (Het eigen geld dat in het bedrijf zit.)
We hebben gewerkt met de (begin)balans. De balans is een momentopname, een foto. Het zegt iets over het bedrijf/organisatie op een moment. Nu is een bedrijf/organisatie geen statisch gebeuren. Er gebeurt van alles, waaronder financiele feiten/veranderingen. Die financiele feiten/veranderingen moeten in de boekhouding worden verwerkt. De eerste stap is het financiele feit 'verkort' opschrijven. Hiervoor gebruiken we een boekingstempel. Maar voordat we met de boekingsstempels aan de slag gaan maken we eerst afspraken over hoe we de boekingsstempels gaan invullen. De zogenaamde boekingsregels.
De Boekingsregels
In de boekhouding die wij tot nu toe bijhouden onderscheiden we drie soorten grootboekrekeningen.
Rekeningen van bezit (gebouw of pand, inventaris, kas, banktegoed, debiteuren en voorraad goederen).
Rekeningen van schuld (bankschuld, hypotheek en crediteuren)
Het eigen vermogen (is eigenlijk een schuld van het bedrijf aan de eigenaar/eigenaren van het bedrijf).
Voor die verschillende soorten rekeningen zijn boekingsregels (afspraken) opgesteld.
Boekingsregels
Wordt een rekening van bezit groter dan debiteren we de rekening. Wordt een rekening van bezit kleiner dan crediteren we de rekening.
Wordt een rekening van schuld groter dan crediteren we de rekening. Wordt een rekening van schuld kleiner dan debiteren we de rekening.
Wordt het eigen vermogengroter dan crediteren. Wordt het eigen vermogen kleiner dan debiteren.
Schematisch ziet het er als hieronder uit:
In het volgende filmpje worden de boekingsregels nog eens uitgelegd.
Hierboven zie je een voorbeeld van een boekingstempel. Het heet niet voor niets stempel. Omdat het vaak een stempel is wat op een op een boekingsstuk (facturen van in- en verkopen, kasstukken, afschriften van de bank, enz.). Op een boekingstemep wordt in het kort weergegeven welke grootboekreningen er veranderen, voor welk bedrag en debet of credit. Ook voor een boekingstempel geldt dat debet en credit alijd in balans zijn, net als bij de balans. Als je een boekingstempel maakt waarbij debet en credit niet in balans zijn weet je een ding zeker ..... je maakt een FOUT!
Hieronder een filmpje met uitleg over boekingsstukken en boekingstempels.
In het bovenstaande filmpje moet het gedeelte over de BTW maar even vergeten. Het gaat immers om het principe. Op een boekingstempel vul je het nummer van het boekingsstuk in (indien bekent) en je geeft aan welke rekningen er veranderen. In het onderstaande bestand zie je hier voorbeelden van.
Let op! De uitwerking van 4.1.7 heeft twee tabbladen. Een voor de boekingstempels en een voor het berekenen van de verandering van het eigen vermogen.
NB. Omdat je het oude eigen vermogen niet weet kun je ook niet het nieuwe eigen vermogen uitrekenen. Je kunt alleen het de verandering uitrekenen. In dit geval een toename (winst) van euro 1.110.
Je hebt inmmidels zoveel kennis dat je een volledige boekingsgang kan maken. Een volledige boekingsgang zit er als volgt uit:
grootboekrekeningen openen vanaf de beginbalans
boekingstempels maken naar aanleiding van de financiele veranderingen
boekingstempels verwerken in het grootboek
vanuit het grootboek de kolommenbalans opmaken
We gaan een volledige boekingsgang maken voor Anniek en Eric. Zij zijn eigenaar van tennisshop Ace. Ze hanteren voor hun boekhouding het onderstaande rekeningschema.
Hieronder vind je de digitale uitwerkbladen (bestanden) voor opdracht 4.2.17. Het zijn twee bladen. Blad 1 met de beginbalans en boekingstempels. Blad 2 met de grootboekrekeningen en kolommenbalans.\
Regelmatig 'stunt' een van de aanbieders van elektronica in ons land met de prijzen. Of dit echt 'stunten' is laten we hier maar even in het midden. Tijdens zo'n actie geeft MediaMarkt aan de BTW voor de klant te betalen. Dit zou in de praktijk een korting geven van 21% op de producten.
Uiteindelijk betaalt de consument (=eindgebruiker) alle BTW. We zullen dit door een voorbeeld toelichten.
Robert gaat bij zijn ouders het huis uit. Hij heeft een mooie kamer gevonden en wil daar een mega televisie op hebben. Hij gaat naar winkel en koopt daar voor euro 2.200 een schitterdende televisie. Wanneer hij de winkel uit wil lopen wordt hij door de verkoper, nu verkleed als belastinginspecteur, tegengehouden. 'Meneer, ik krijg nog BTW van u!' 'De BTW over een televisie is 21% van het verkoopbedrag, dus euro 462.' Uiteindelijk moet Robert voor de televisie euro 2.662 betalen (= euro 2.200 + euro 462).
Media Markt ontvangt euro 2.662, maar moet daarvan euro 486 afdragen aan de belastingdienst. In een schema ziet het er als volgt uit.
Verschillende BTW tarieven
In Nederland hebben we drie verschillende BTW tarieven en dan zijn er nog producten en diensten die vrijgesteld zijn van BTW. Hiergaan we niet diepvoerig in op de verschillende tarieven. De scheiding is grofweg als volgt:
9% BTW voor alle goederen of diensten die onder eerste levensbehoeften vallen (sommige diensten nemen hierin een aparte plaats in, bijvoorbeeld omdat de overheid ze (tijdelijk) wil stimuleren (beroepen in de bouw), maar ook kappers);
21% BTW voor alle luxe goederen of diensten (hieronder vallen ook de 'luxe' levensbehoeften als frisdranken);
0% BTW vooral medische zaken zoals behandelingen van artsen en voorgeschreven medicijnen.
Hieronder de link naar de website van de belastingdienst naar informatie over de verschillende BTW tarieven (voor de liefhebber).
Geef bij de onderstaande producten of diensten aan onder welk BTW tarief ze vallen.
Voor het verwerken van de BTW in de boekhouding hoef je nu niet te weten onder welk tarief de verschillende producten of diensten vallen.
BTW in de boekhouding
Zoals eerder gezegd, uiteindelijk wordt alle BTW door de consument (= eindgebruiker) betaald. Toch vormen de ondernemingen een essentiele schakel bij het innen van de BTW. Zij zorgen ervoor dat de BTW uiteindelijk bij de overheid terecht komt. Ze voren dus eigenlijk een stukje van de boekhouding van de overheid. Een niet belangrijk stukje. In de begroting van 2016 is ruim 46 miljard opgenomen aan opbrengsten BTW. Dat is bijna 20% van alle overheidsinkomsten.
Hoe werkt dat boekhoudkundig?
Wanneer een bedrijf een product/dienst inkoopt moet zij daarover BTW betalen (Raar!!! De consument betaalt toch alle BTW! Daarover later.), maar krijgt de betaalde BTW weer terug van de belastingdienst. Even terug naar het voorbeeld van Robert. De televisie die Robert heeft gekocht heeft de Media Markt voor euro 1.200 (exclusief = zonder BTW) ingekocht bij Philips. Wat moet Media Markt aan Philips aan betalen? Euro 1.200 + 21% BTW = euro 1.200 + euro 252 = euro 1.452. Die 21% BTW (=euro 252) mag Media Markt aan de belastingdienst terugvragen. Philips moet de euro 252 aan de belastingdienst afdragen. Hieronder in een schema.
Ondernemingen boeken de BTW die ze mogen terugvragen van de belastingdienst op een aparte grootboekrekening. Deze rekening staat altijd in rubriek 1. Een veel gebruikt(e) nummer en naam voor deze rekening is: 1710 te vorderen BTW.
Media Markt maakt van de inkoop van de televisie het volgende boekingstempel (er is gekocht op rekening):
grootboekrekening
debet
credit
7000 voorraad goederen
1.200
1710 te vorderen BTW
252
1400 crediteuren
1.452
Media Markt verkoopt de televisie aan Robert voor euro 2.200 (exclusief BTW) aan Robert. Bij de kassa moet Robert euro 2.686 afrekenen (euro 2.200 en euro 486 BTW). De BTW die door Robert wordt betaald aan Media Markt moet door Media Markt worden afgedragen aan de belastingdienst. Het totale plaatje ziet er nu als volgt uit:
Voor de BTW die Robert heeft betaald en die moet worden afgedragen gebruikt Media Markt de rekening 1720 Te betalen BTW. Media Markt boekt de verkoop aan Robert als volgt:
grootboekrekening
debet
credit
1000 kas
2.662
8500 opbrengst verkopen
2.200
1720 te betalen BTW
462
8000 inkoopwaarde verkopen
1.200
7000 voorraad goederen
1.200
Hoeveel ' winst' heeft Media Markt gemaakt op de verkoop van de televisie?
Hoeveel BTW krijgt Media Markt terug van de belastingdienst?
Hoeveel BTW moet Media Markt afdragen aan de belastingdienst?
Hoeveel BTW draagt Media Markt per saldo (afdragen - terug krijgen) af aan de belastingdienst?
Hoeveel BTW heeft Philips afgedragen aan de belastingdienst?
Hoeveel BTW heeft Robert betaald?
Wanneer je de bovenstaande vragen en antwoorden met elkaar vergelijkt. Wie betaalt dan uiteindelijk alle belastingen?
Boekingstempels zijn bijna altijd hetzelfde. Dat moet ook wel, anders zou de boekhouding een chaos worden. Hieronder vind je twee documenten. Een document waarin je zelf de boekingstempels moet invullen (oefenblad boekingstempels) en volgende document zijn de uitwerkingen (uitwerking oefenblad boekingstempels).
Stel je bij het maken van de boekingstempels altijd de volgende vragen:
Welke rekeningen moet is gebruiken?
Is het een rekening van bezit, schuld of eigen vermogen?
Wordt de rekening groter of kleiner?
Dus, debet of credit?
Een boekingstempel is debet en credit altijd gelijk!
Vul nu het document oefenblad boekingstempels in.
voorbeelden veelvoorkomende boekingstempels met BTW
Het arrangement Boekhouden MBO niveau 3 en 4 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Arjan 'van 't Land
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-02-01 09:12:37
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.