KB Keuzevak Werk in tuin en landschap

KB Keuzevak Werk in tuin en landschap

Wat ga ik leren?

Competenties en LOB

In dit keuzevak ga je je oriënteren op het werken in tuin en landschap. Daardoor ben je veel buiten aan het werk. Je leert over aanleg en onderhoud van tuinen met behulp van gereedschappen en machines. Ook leer je een opdracht aannemen en uitvoeren.

In dit keuzevak werk je daarom aan de volgende competenties:

  • Samenwerken en overleggen
  • Vakdeskundigheid toepassen
  • Plannen en organiseren
  • Klantgericht werken

 

Opdracht: LOB-formulier

  1. Aan het begin van dit keuzevak; wat heb je gedaan en wat heb je daarvan geleerd? Aan welke competenties heb je gewerkt? Bedenk regelmatig wat je wel en niet leuk vond én waarom je dat vond. Waar ben je goed in? Als je dit weet, helpt je dat in het maken van loopbaankeuzes.
  2. Aan het eind van de periode ga je in gesprek met je praktijkdocent over dit ingevulde formulier.

 

Schoolexamens

Om het examen te kunnen halen zijn de volgende punten heel belangrijk. We moeten het tempo er wel goed in houden om alles te kunnen behalen.

  • Je houdt je aan de deadlines zodat je achterstanden voorkomt. 
  • Je neemt verantwoording voor het huiswerk en het leren van de toetsen.
  • Je vraagt om hulp als het even niet lukt. 
  • Je doet je uiterste best om te slagen voor dit keuzevak.  

Oriëntatie

Werken in de groene sector kun je bij allerlei bedrijven doen. Je gaat de groene sector hier verder ontdekken vanuit de hovenier. Als hovenier maak en verzorg je de groene buitenruimte in het stedelijk gebied. Dat doe je bijvoorbeeld door de buitenruimte te onderhouden. Het is bijvoorbeeld je taak om plantvakken aan te planten en hagen te snoeien. Maar ook ga je onder andere wilgen knotten en andere. Als hovenier werk je op veel verschillende plaatsen. In de komende periode is dat zowel in tuin als landschap. Je doet dus veel verschillende dingen op veel verschillende plaatsen. Je gaat leren hoe je dat allemaal doet.

 

Lees onderstaande tabel door om alvast een idee te krijgen waar je straks aan de slag gaat!

Buitenruimte

Inrichting

Functie

 

Particuliere tuin

Gras, bomen, planten, tuinset, speeltoestellen, plantenkas

Ontspanning, spelen, privacy, hobbymatig planten kweken, dieren houden

 

Weide en akkerlanden

Gras, gewassen, planten, dieren

Akkerbouw, veeteelt, paardenhouderij, tuinbouw

 

Woonwijk

Trottoirs, wegen, parkeervakken, groenvakken, gras, bomen, speelterreinen

Spelen, parkeren en vervoeren

 

Bedrijfstuin

Planten, hagen, gazon, parkeervakken

Ontvangen klanten, werkplek, ontspanning

 

Industrieterrein

Wegen, groenvakken, bomen

Transport en woon- werkverkeer

 

Stadspark

Bomen, gras, speelplek, bankjes, volière of kinderboerderij, plek voor markt of festival

Ontspanning, recreatie, dieren houden

 

Sportpark

Sportgrasvelden, parkeerplaatsen, omheining van bomen en struiken voor beschutting, tribunes

Sporten en ontvangen van publiek

 

Camping

Met groen (bomen en hagen) afgebakende grasvelden voor het plaatsen van een caravan of tent, speelplekken, sanitaire voorzieningen

Recreatie, overnachting

 

Recreatiegebied

Bos en/of watergebied met gras, bomen en struiken, fiets- en wandelpaden

Recreatie

 

Natuurgebied

Duin, heide, bos en/of watergebied met gras, bomen en struiken, fiets- en wandelpaden

Natuur, soms recreatie

 

Wegennet

Asfalt- of klinkerwegen, bomen, groenvakken, bermen, bermsloten

Vervoer van mensen en producten

 

 

Relatie met profielmodules en keuzevakken

Onderstaande powerpoint geeft de relatie weer tussen profielmodules en keuzevakken.

Open bestand Introductie profiel Groen BB-KB.pptx

Open bestand Introductie profiel Groen GL.pptx

Wat is een tuin?

Een tuin is een begrensd stuk grond waarop gewassen worden geplant of verbouwd. Een tuin kan utilitair van aard zijn, een groentetuin, wetenschappelijk, een botanische tuin of een decoratieve siertuin. Bij de bouw van een klooster werd doorgaans een ommuurde tuin aangelegd voor medicinale kruiden. Een tuin- en landschapsarchitect kan de tuin in een bepaalde stijl ontwerpen, zoals een Engelse of een Franse tuin.

Wat is een landschap?

Landschappen
Als je een definitie van een landschap op zoekt, vind je misschien de volgende:
"Een landschap is een gebied waarvan het karakter wordt bepaald door de natuur en door menselijke factoren."
In dit thema ga je aan de slag met landschappen in Nederland.

Wat ga je doen?

  • Je bekijkt welke landschappen er in Nederland zijn.
  • Je kijkt waar je de landschappen kunt vinden.
  • Je bekijkt het bodemgebruik in Nederland.
  • Je bestudeert de invloed van de mens op het landschap.
  • Je kijkt naar hoe in Nederland nieuw land wordt gewonnen.
  • Je leert wat het verschil is tussen een cultuurlandschap en een natuurlandschap.

Leerdoelen
Vlak en groen, typisch Nederland. Maar dat valt mee, als je wat beter kijkt.
Er zijn heel wat verschillende landschappen te vinden in Nederland.
Dat ga je in deze opdracht ontdekken.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • minimaal vijf landschapsvormen in Nederland noemen.
  • beschrijven hoe deze landschapsvormen zijn ontstaan.
  • omschrijven hoe deze landschappen er uit zien.

 

Nederlandse landschappen

Bestudeer nu in de Kennisbank de kaart van Nederland met daarop de verschillende landschappen die in Nederland voorkomen en maak daarna de oefening.

KB: Landschappen in Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

Oefening:Landschappen in Nederland

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over het veenlandschap.

KB: Veenlandschap

Kijk naar de volgende twee video's en maak de oefening.

 

 

 

 

Oefening:Veenlandschappen

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over rivierkleilandschap.

KB: Rivierkleilandschap

Bekijk de video en maak de oefening.

 

 

 

 

 

Oefening:Rivierkleilandschap

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over duinlandschap.

KB: Duinlandschappen

Bekijk de volgende video over het ontstaan van de zeeduinen.

Gebruik de informatie uit de Kennisbank en de informatie uit de video bij het maken van de volgende oefening.

 

 

 

 

 

Oefening:Duinlandschappen

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over het zandlandschap.

KB:  Zandlandschap

Bekijk de video's en maak de oefening.

 

 

 

Oefening:Zandlandschap, stuwwal en stuifzandgebied

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over het zeekleilandschap.

KB: Zeekleilandschap

Kijk naar de volgende twee video's en maak de oefening.

 

 

 

 

Oefening:Zeekleilandschap, polder en droogmakerij

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over het heuvellandschap.

KB: Löss of heuvellandschap

Bekijk de video en maak de oefening.

 

 

Oefening:Löss-heuvellandschap

Ter afsluiting van deze opdracht maak je een toets.

De toets bestaat uit gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt ook een overzicht van de vragen met links jouw antwoorden
en rechts de goede antwoorden. Bestudeer dat overzicht goed.

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

Toets:Landschapsvormen

Begrippenlijst

Zandlandschap
Landschap ontstaan door afzettingen van (dek)zand.
Dekzand
Door de wind afgezet zand.
Rivierkleilandschap
Landschap ontstaan door overstromingen van rivieren.
Zeekleilandschap
Een land dat is ontstaan door overstromingen van de zee die zeeklei achter liet.
Duinlandschap
Gebied aan de kust met duinen.
Veenlandschap
Gebied met veen.
Lösslandschap
Gebied met de vruchtbare grondsoort löss.
Rivierbedding
Het gebied dat een rivier heeft uitgesleten.
Uiterwaarde
Het gebied tussen de zomerdijk en winterdijk.
Rivierdijk
Dijken aan weerszijden van een rivier bedoeld om overstromingen van het binnendijkse gebied te voorkomen.
Duin
Heuvel van zand dat de wind heeft opgeblazen.
Veen
Grondsoort bestaande uit organisch materiaal.
Löss
Zeer vruchtbare grondsoort met een kleine korrelgrootte.
Heuvel
Reliëf met hoogteverschillen tussen de 150 en 500 meter.
Rivier
Een natuurlijke waterloop die water afvoert van een hoger gelegen gebied naar een lager gelegen gebied.
Sedimentatie
Het afzetten, op de bodem terechtkomen, van sedimenten zoals zand, grind en klei in een ander gebied dan de plek van herkomst.
Erosie
Het uitschuren en afvoeren van los materiaal van de aardkorst naar een andere plek door wind, water en ijs.
Infrastructuur
Alle verbindingen van punt A naar punt B.
Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.

Theorie: Wat is een landschap?

Open bestand Landschap en leefgebieden

Lees de theorie en maak de vragen.

Cultuurlandschappen

Leerdoelen
Je kunt Nederland indelen naar landschapsvormen.
Maar het is ook interessant te kijken naar het bodemgebruik.
Er is vrijwel geen stukje te vinden waar mensen niet hebben ingegrepen.
Mensen hebben van alles ‘gemaakt’, van grote waterwerken tot nieuwe natuur.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met cultuurlandschap.
  • de begrippen 'rode ruimte' en 'groene ruimte' omschrijven als het gaat om bodemgebruik.
  • aangeven welke sector het grootste deel van het landoppervlak in gebruik heeft.
  • drie voorbeelden van agrarisch gebruik van het landoppervlak noemen.
  • omschrijven wat een polder of droogmakerij is.
  • omschrijven hoe Staatsbosbeheer nieuwe natuurgebieden creëert.

Eindproduct
Deze opdracht sluit je af met het maken van de toets over cultuurlandschappen.

Zo’n beetje iedere vierkante meter van het Nederlandse landschap is door mensen aangelegd. Je spreekt daarom over cultuurlandschap: landschap dat onder invloed van de mens is gevormd.

Het grootste deel daarvan is agrarisch cultuurlandschap. Het is ten behoeve van landbouw ontwaterd, in percelen verdeeld en toegankelijk gemaakt.
Verder wordt het cultuurlandschap ook gebruikt voor stedenbouw en voor industrie (vaak ook aangeduid als stedelijke of industriële landschappen).

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel over Bodemgebruik.

KB: Bodemgebruik Nederland

Oefening:Bodemgebruik Nederland

Oefening:Agrarische sector

De waterwerken zijn door mensen gemaakte gebouwen en constructies die ons moeten beschermen tegen water. Denk aan een dammen, dijken, sluizen, enzovoorts.

Zonder onze waterwerken zou de helft van Nederland onder water staan.
Op een reliëfkaart kun je goed zien waar de grens tussen land boven en onder zeeniveau ligt. Dat zeeniveau noemen we N.A.P. (Normaal Amsterdams Peil).
Een groot deel van Nederland is dus op het water veroverd.
Het volgende filmpje laat zien hoe dat in zijn werk ging:
Zoek in de Bosatlas een reliëfkaart van Nederland op.
Ligt de plaats waarin jij woont boven of onder zeeniveau?

Het grootste waterwerk ter wereld is Flevoland.
In 1938 is men begonnen met het droogleggen van het IJsselmeer.
De eerste polder was de Noordoostpolder.
Enige jaren later was de beurt aan de Flevopolder.
In 1968 was de polder helemaal drooggemalen.

 

Bekijk de video ‘Hoe maak je nieuw land?’.
De video laat zien hoe Flevoland ontgonnen werd.

De Flevopolder is de grootste, maar zeker niet de eerste droogmakerij.
Bekijk de video ‘Polders in laag Nederland’.

Bij een polder zie je een molen of een gemaal voor het wegpompen van het water. Een polder is ook altijd omringd door een stelsel van sloten. De sloten zijn nodig voor het wegvoeren van het water en het verlagen van het grondwaterpeil. Alleen door het water voortdurend op peil te houden konden de polders worden drooggelegd en geschikt gemaakt om in te wonen en te werken.

Doe nu de volgende opdracht.

  1. Zoek met behulp van Google de namen en de ligging van vijf polders op.
  2. Zoek met behulp van Google vijf afbeeldingen op die samen een goed beeld geven van de polders in Nederland.
     

 

Bekijk de video.


Met deze video maakt Staatsbosbeheer reclame voor tien wildernisgebieden.
Het grootste wildernisgebied is de Oostvaardersplassen. “Een schitterend stuk ongerepte natuur” met “on-Nederlands wild”, zo zegt Staatsbosbeheer.
“Wildernis bestaat in Nederland”, vindt Staatsbosbeheer. “Gebieden waar we de natuur haar gang laten gaan. Het is de natuur op haar natuurlijkst.”

Natuur of cultuur? Kijk naar de video over ‘De Oostvaardersplassen’.


Wat vind jij?
Zijn de Oostvaardersplassen een cultuurlandschap of een natuurlandschap?
Bespreek de vraag met een paar klasgenoten.

Ter afsluiting van deze opdracht maak je een toets.

De toets bestaat uit gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt ook een overzicht van de vragen met links jouw antwoorden
en rechts de goede antwoorden. Bestudeer dat overzicht goed.

Klik op de knop 'Start' om te beginnen:

Toets:Cultuurlandschappen

Begrippenlijst

Polder
Een omdijkt gebied waarin de mens de waterstand kunstmatig beheerst.
Grondsoort
Materiaal dat op de aardkorst ligt.
Akkerbouwgebied
Gebied waar gewassen worden verbouwd.
(Glas)tuinbouwgebied
Gebied waar veel gewassen, zoals bloemen, fruit en groente, in kassen worden verbouwd.
Veeteeltgebied
Gebied waar veel vee wordt gehouden voor de consumptie van vlees en het verkrijgen van eieren, wol, leer, etc.
Industriegebied
Gebied met veel fabrieken, magazijnen, loodsen, etc. bij elkaar.
Recreatiegebied
Gebied dat is bedoeld om zich in de vrije tijd te vermaken.
Bodem
Het bovenste deel van de aardkorst.
Bodemvruchtbaarheid
In hoeverre een bodem voedingsstoffen bevat voor de vegetatie.
Natuurgebied
Beschermd gebied met veel natuur.
Bosgebied
Met bos begroeid gebied.
Infrastructuur
Alle verbindingen van punt A naar punt B.

1. Voorbereiding op de praktijk

1.1 Communiceren

Communiceren doe je al je hele leven. Als baby schreeuwde je bijvoorbeeld omdat je honger had. Je communiceert omdat je iets duidelijk wilt maken, ervaringen wilt delen of liefde en aandacht nodig hebt. Hoe kun je jouw communicatie verbeteren?

 

Theorie: Wat is communicatie?

Lees de theorie.

Open bestand Wat is communicatie?

 

Theorie: klantvriendelijk handelen

Lees de theorie.

 

Opdracht A:  Lesbrief communiceren

  1. Sla de lesbrief communiceren op onder je eigen naam op de computer.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.
  3. Lever de lesbrief via de ELO in bij je docent.

Open bestand Communiceren

 

Opdracht B:  Een klantgesprek beoordelen

  1. Sla de opdracht, een klantgesprek beoordelen, op onder je eigen naam op de computer.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.
  3. Gebruik de onderstaande filmpjes en praktijkkaarten
  4. Lever via de ELO in bij je docent: antwoorden op de vragen.

Open bestand Een klantgesprek beoordelen

 
Films:

 

Praktijkkaarten:

Open bestand Klanten begroeten

Open bestand Vragen en luisteren

Open bestand Afscheid nemen

1.2 Wensen vertalen in uitvoerbaarheid

Klanten hebben wensen, maar is het ook uitvoerbaar? Dat ontdek je als je een opdracht in een stappenplan uitwerkt. Bij het maken van een stappenplan gaat het om:

  • Wat heb ik?

  • Wat wil ik?

  • Wat moet ik er voor doen?

 

Opdracht A: Stappenplan maken

Lees de tekst door en maak de opdrachten.

Open bestand Stappenplan maken

1.3 Wat kost het?

Als een klant bijvoorbeeld onderhoud wil laten uitvoeren, wil hij graag weten hoe de hovenier werkt en wat dat kost. Hij vraagt een offerte aan. Voor het maken van een offerte heb je bepaalde gegevens nodig. Als je weet wat een offerte is en hoe je die moet samenstellen, kun je zelf ook een offerte maken voor een klant.

 

Theorie: De offerte

Lees de tekst door en beantwoord de vragen.

Open bestand De offerte

 

Opdracht A: Een offerte maken

  1. Open het bestand.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.
  3. Gebruik bij de opdracht Een offerte maken het document Overzicht van prijzen.
  4. Lever de opdracht via de ELO in bij je docent.

Open bestand Een offerte maken

Open bestand Overzicht van prijzen

 

Opdracht B: Onderhoudskosten berekenen

  1. Open het bestand.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.
  3. Gebruik bij de opdracht Onderhoudskosten berkenen het document Invulblad onderhoudskosten berekenen.

Open bestand Onderhoudskosten berekenen

Open bestand Invulblad onderhoudskosten berekenen

2. Recreatie

2.1 Recreëren in de natuur

Je vrije tijd doorbrengen in de natuur noem je ‘natuurrecreatie1’. De laatste jaren wordt er steeds meer gerecreëerd in de natuur. Maar het recreëren in de natuur heeft niet alleen voordelen, het heeft ook nadelen. Er zijn dan ook steeds meer organisaties die opkomen voor de natuur en de natuur willen beschermen.

 

Theorie: Natuurrecreatie

Open bestand Natuurrecreatie

Lees de theorie en maak de vragen.

2.2 Aanleggen

Opdracht A: Instructie aanleg van schommel

Bij de aanleg van bijvoorbeeld een schommel zit een instructie. De instructie in het bestand hieronder is niet gebruiksvriendelijk.

  1. Lees de instructie door.

Open bestand Schommel montage instructies

  1. Maak een duidelijke instructie van de aanleg.
  2. Werk stapsgewijs en let op de belangrijke tips.
  3. Gebruik hierbij ook de tekening of delen van de tekening. Je kan ook naar de tekening of delen van de tekening verwijzen.
  4. Lever via de ELO in bij je docent: De nieuwe montage instructie voor de schommel.

2.3 Inspecteren

Opdracht A: Inspectie van de schommel

  1. Gebruik het bestand 'schommel montage instructies' uit 2.2.
  2. Maak een overzichtelijke lijst van inspectiepunten bij dit speeltoestel.
  3. Maak waar nodig gebruik van verwijzingen naar de tekening of delen van de tekening.
  4. Lever via de ELO in bij je docent: Lijst van inspectiepunten.

2.4 Onderhouden

Opdracht A: Onderhouden van de schommel

  1. Gebruik het bestand 'schommel montage instructies' uit 2.2.
  2. Maak een overzichtelijke lijst van onderhoudspunten bij dit speeltoestel.
  3. Maak waar nodig gebruik van verwijzingen naar de tekening of delen van de tekening.
  4. Lever via de ELO in bij je docent: Lijst van onderhoudspunten.

3. Werken met machines

3.1 Veiligheid

Veilig werken is belangrijk. Altijd. Of je nu in het praktijklokaal bezig bent, in de tuin, in het landschap, op je stageplek of later in je werk. Nat volgen van deze les weet je:

  • Welke gevaren je in de praktijk kunt tegenkomen;
  • Wat de gevolgen kunnen zijn van onveilig werken;
  • Hoe je ongelukken zoveel mogelijk kunt voorkomen.

 

Theorie: Veilig Werken

  1. Werk de interactieve module veilig werken door.
  2. Lees de tekst, bekijk de film(pjes), maak de vragen en lees daar waar nodig de toelichting.
  3. Aan het eind sluit je af met een kennistest. Geef de score door aan je docent. Raadpleeg hier ook de feedback.

3.2 Startprocedure

Opdracht A: Bedrijfsklaar maken bosmaaier

  1. Lees de theorie.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Bedrijfsklaar maken bosmaaier

 

Opdracht B: Onderhoud bosmaaier

  1. Lees de theorie.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Onderhoud bosmaaier

 

Opdracht C: Afstellen draagstel bosmaaier

  1. Lees de theorie.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Afstellen draagstel bosmaaier

3.3 Werken met machines

Opdracht A: Werken met een versnipperaar

  1. Lees de theorie.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Werken met een versnipperaar

 

Opdracht B: Werken met een bladblazer

  1. Lees de theorie.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Werken met een bladblazer

4. Tuin

4.1 Trendy planten

Wat zijn trendy planten?

Dat zijn planten die veel gebruikt worden. Dit komt doordat ze veel aandacht krijgen. Dit gebeurt via tv programma's, folders en websites.

Je gaat uitzoeken wat voor planten er afgelopen jaar zoveel aandacht hebben gekregen. Daarbij kijken we naar de naam van de plant, wat voor plant is en wat is dan zijn sierwaarde.

 

Opdracht A: Trendy tuinplanten

  1. Download het past en sla het op onder je eigen naam op de computer.
  2. Zoek via internet uit welke plant in welke rij van de tabel hoort. Knip de wetenschappelijke naam, Nederlandse naam, foto en beschrijving uit. Plak de juiste gegevens op de juiste plek.
  3. Voor de volgende keer moet je de Nederlandse naam en de Latijnse naam kunnen koppelen bij de juiste foto in een overhoring.

Open bestand Knipvel en tabel van trendy tuinplanten

 

Er zijn natuurlijk nog meer planten die veel in tuinen gebruikt worden. We kunnen ze niet allemaal behandelen. Hier volgen nog 2 groepen van 7 planten. Deze komen in 2 opeenvolgende lessen terug in een overhoring.

 

Groep 1: veel voorkomende vaste planten voor in de tuin

Open bestand vaste planten

 

Groep 2: veel voorkomende eenjarige planten (perkplanten) voor in de tuin

Open bestand eenjarige planten

4.2 Onderhoudsadvies geven

Wanneer je materialen goed onderhoudt, blijven ze mooi en gaan ze langer mee. Je schildert bijvoorbeeld regelmatig de kozijnen van je huis en de auto laat je elk jaar keuren. Net als het huis en de auto moet ook de buitenruimte onderhouden worden. Vaak is dat het werk van een hovenier. Er zijn verschillende soorten onderhoudswerkzaamheden. Als je weet welke onderhoudswerkzaamheden er zijn, kun je ze zelf uitvoeren.

 

Theorie: Onderhoudswerkzaamheden

Lees de theorie en maak de vragen.

Open bestand Onderhoudswerkzaamheden

 

Opdracht A: Een onderhoudskalender voor de tuin maken

  1. Sla de opdracht ‘Een onderhoudskalender maken’ op onder je eigen naam op de computer.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.
  3. Maak gebruik van het knipvel en van het 'plakvel'.
  4. Lever via de ELO in bij je docent: de opdracht ‘Een onderhoudskalender maken’.

Open bestand Een onderhoudskalender voor de tuin maken

Open bestand Knipvel, een onderhoudskalender voor de tuin maken

Open bestand 'Plakvel' Onderhoudskalender

 

Wanneer iemand je vraagt een schop of een hark te pakken, dan weet je vast wel hoe die eruit ziet. Maar weet je dat er veel verschillende schoppen en harken zijn? Als hovenier werk je met verschillende soorten tuingereedschap. Als je weet wat de verschillen zijn en waar je op moet letten tijdens het gebruik en onderhoud, kun je zelf het juiste gereedschap gebruiken.

 

Theorie: Verschillende soorten tuingereedschap

Lees de tekst en maak de vragen.

Open bestand Verschillende soorten tuingereedschap

4.3 Tuin onderhouden

Als hovenier voer je veel verschillende onderhoudswerkzaamheden uit. Onderhoud aan planten is er één van. Planten staan op verschillende plekken en kunnen verschillende functies hebben. Het onderhoud is afhankelijk van de plant en de functie ervan. Planten kunnen bijvoorbeeld los of in een groep in een border staan, of op een rij geplant. Als je weet welke onderhoudswerkzaamheden je kunt doen aan planten, kun je zelf ook het onderhoud uitvoeren.

 

Theorie: Onderhoud aan planten

Lees de tekst en maak de vragen.

Open bestand Onderhoud aan planten

 

Opdracht A: Een onderhoudsplan voor borders maken

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Een onderhoudsplan voor borders maken

 

Opdracht B: Omleggen

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Omleggen

 

Opdracht C: Borderplanten verzorgen

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Borderplanten verzorgen

 

Opdracht D: Heesters snoeien

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Heesters snoeien

 

Opdracht E: Een haag snoeien

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Een haag snoeien

4.4 Gazon aanleggen

Dinosaurussen aten al gras, dus zo lang bestaat gras al. Gras heb je in een weiland, in de tuin, je kunt er op voetballen of lekker op liggen. Het wordt op verschillende manieren toegepast in de buitenruimte. Gras heeft verschillende gebruiksdoelen en wordt daarom ook verschillend onderhouden. Als je de gebruiksdoelen van gras kent en weet hoe gras onderhouden moet worden, kun je dat zelf ook.

 

Theorie: Gebruiksdoel en onderhoud van gras

Lees de tekst en maak de vragen.

Open bestand Gebruiksdoel en onderhoud van gras

 

Theorie: Gazonaanleg

Lees de tekst en maak de vragen.

Open bestand Gazonaanleg

 

Opdracht A: Een siergazon aanleggen

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Een siergazon aanleggen

4.5 Afval scheiden

Op plekken waar mensen komen, blijft vaak afval achter. Dat staat niet netjes en het kan problemen opleveren. Denk maar aan hondenpoep of glas op een grasveld waar kinderen spelen. In een park is het belangrijk dat iedereen op een schone en veilige plek kan wandelen of spelen.

 

Video: Groenafval scheiden

Welke soorten tuinafval zijn er en wat doe je er mee? Bekijk de video.

 

 

Opdracht A: Tuinafval scheiden.

Lees de opdracht en volg de instucties.

Open bestand Tuinafval scheiden

5. Landschap

5.1 Streekeigen planten

Naast planten die veel in de tuin voorkomen heb je ook planten die bepalend zijn in een bepaalde streek. Welke planten komen bij jou in de streek nu voor. Hieronder zie je 2 groepen van planten die in de omgeving van Castricum voorkomen. Deze planten komen in 2 opeenvolgendene lessen terug in een overhoring.

 

Groep 1: 7 streekeigen houtachtige planten.

Open bestand 7 streekeigen houtachtige planten

 

Groep 2: 7 streekeigen kruidachtige planten

Open bestand 7 streekeigen kruidachtige planten

5.2 Onderhoudsadvies landschap

In Nederland zijn er nog verschillende gebieden waar de natuur zijn gang kan gaan. Een voorbeeld van zo’n gebied is het Nationale Park de Hoge Veluwe. Dit is een groot natuurterrein en ligt in Gelderland. Maar ook al mag de natuur haar gang gaan, het park heeft wel onderhoud nodig. Gebeurt dat niet, dan wordt het een grote wildernis.


Theorie: Onderhoud en beheer van het landschap

Lees de theorie en maak de vragen.

Open bestand Onderhoud en beheer van het landschap

5.3 Landschap onderhouden

Als je in een bepaald gebied beheer moet uitvoeren, moet je weten met welk soort landschap je te maken hebt. Er zijn in Nederland bos-, polder-, weide-, meren-, rivieren-, heide- en duinlandschappen. Elk soort landschap heeft een ander soort beheer nodig. Een landschap kun je herkennen aan zijn typische kenmerken.

 

Theorie: Landschappen in Nederland

Lees de theorie en maak de vragen.

Open bestand Landschappen in Nederland

 

Opdracht A: Een wilg knotten

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Open bestand Een knotwilg knotten

 

Opdracht B: Opkronen van bomen.

Lees de theorie en volg de instructie in de opdracht.

Open bestand Opkronen van bomen

 

Opdracht C: Struiken afzetten

Lees de theorie en volg de instructie in de opdracht.

Open bestand Struiken afzetten

 

Opdracht D: Struiken dunnen.

Lees de theorie en volg de instructie in de opdracht.

Open bestand Struiken dunnen

5.4 Afval scheiden

Zwerfafval is een bron van ergernis. Naast dat het slordig staat, is het ook nog eens slecht voor het milieu. Dieren kunnen zich erin verstikken of verstrikken en kunnen er ziek van worden. Zwerfafval trekt ook ongedierte aan waardoor ziektes overgebracht kunnen worden. In deze opdracht ga je zwerfafval verzamelen en ga je onderzoeken hoe lang het duurt voordat de natuur het afval heeft afgebroken.

 

Opdracht A: Zwerfafval opruimen en onderzoeken

Open bestand Zwerfafval opruimen en onderzoeken

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

SKILLS

Dé vakwedstrijden voor vmbo’ers

Skills Talents zijn teamvakwedstrijden voor vmbo’ers. Leerlingen kunnen zich tijdens een voorronde op school en een provinciaal kampioenschap plaatsen voor de finale op 16 maart bij de Rai in Amsterdam. Zij strijden daar in verschillende wedstrijdrichtingen om de beste te worden van Nederland.

 

Tuinaanleg

Deze wedstrijd is er speciaal voor talentvolle medewerkers hovenier in opleiding. In deze rol kun je tuinen ontwerpen, aanleggen en onderhouden. Je hebt verstand van planten en kennis van de benodigde gereedschappen en machines. Je vindt het prettig om buiten te zijn en werkt meestal in een team.

Je bent creatief, flexibel, praktisch en klantgericht. Je kunt snel en secuur werken en je beschikt over genoeg energie om ook zwaardere werkzaamheden vol te houden. De jury let op of leerlingen al deze competenties laten zien tijdens de wedstrijd. Tuinontwerp- en aanleg staat centraal.

Hieronder zie je de opdracht die je gaat uitvoeren.

Open bestand Tuinaanleg 1, opdracht

Open bestand Tuinaanleg 1, ontwerp en beplantingsplan

Open bestand Tuinaanleg 1, planningsformulier

Open bestand Tuinaanleg 2, sfeerbeeld

Open bestand Tuinaanleg 2, opdracht

Open bestand Tuinaanleg 2, beoordelingsinfo

Open bestand Tuinaanleg 2, matenplan

Open bestand Tuinaanleg 2, beplantingsplan

Open bestand Tuinaanleg 2, planning / werkvolgorde

Test je kennis!

Hieronder zijn een aantal linkjes waarbij je kan kijken of je een aantal onderdelen van de theorie voldoende beheerst. De vragen worden aan het eind direct nagekeken en je kan de antwoorden ook terug zien, zodat je ziet wat je goed en/of fout hebt gedaan.

Hieronder een link waarbij je kan testen of je kennis ook iets verder gaat:

 

Laten zien

Hier volgt later een diagnostische opdracht waarin de leerling laat zien dat hij/zij kennis, vaardigheden en houding kan integeren in een praktijksituatie. 

Reflectie

Opdracht: Reflectie

Wat heb je gedaan in het keuzevak Werk in tuin en landschap? Heb je nieuwe dingen geleerd en hoe vond je dat?

Bij "Wat ga ik leren?" heb je een LOB-formulier gedownload dat je elke les hebt bijgehouden. 

  1. Heb je nog niet alles ingevuld, vul dan het document eerst verder in. 
  2. Bespreek het ingevulde document met je praktijkdocent.
  3. Plaats het document in Qompas, als bewijsstuk voor in je LOB-portfolio.

 

Klik hier om de opdracht te maken in Qompas bij stap 2: Reflectie Proefiel Groen

Voor de docent

Beste collega,

Dit arrangement is ontwikkeld voor leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg die profiel Groen volgen.

Het arrangement beoogt alle leerstof voor keuzevak Werk in tuin en landschap af te dekken zoals omschreven in de (deel)taken van keuzevak Werk in tuin en landschap van conceptexamenprogramma versie 2 (2015-2017).

Het arrangement is op basis van bestaande leermiddelen van Groenkennisnet, Ontwikkelcentrum en eigen materialen samengesteld.

In schooljaar 2015-2016 wordt dit arrangement gebruikt in de pilot (project Vernieuwing VMBO) van Clusius College (Castricum), waarna er geëvalueerd zal worden en het arangement zal worden aangepast.

Eventuele verbeterpunten en -suggesties kunt u e-mailen naar l.spruijt@clusius.nl.

  • Het arrangement KB Keuzevak Werk in tuin en landschap is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2019-01-07 08:14:53
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Profiel groen Castricum. (z.d.).

    [Leerweg] Keuzevak [x]: [titel keuzevak]

    https://maken.wikiwijs.nl/67143/_Leerweg__Keuzevak__x____titel_keuzevak_

    Profiel groen Castricum. (z.d.).

    KB Keuzevak Bloemwerk

    https://maken.wikiwijs.nl/69301/KB_Keuzevak_Bloemwerk

    Weerman, Gert. (z.d.).

    Landschappen vmbo12 - kopie 1

    https://maken.wikiwijs.nl/133795/Landschappen_vmbo12___kopie_1